Problemen Bobby 't HOEKJE OUDERS %v& tio~aLt! U/enden en ziende menschen Utat de ifiieyeZ anó ui de (ïuiAAouduig, Boomen planten „Blinde uit de kinderkamer maakt alles kapot Innerlijke rust Slechts zelfinkeer brengt evenwicht tt Vragen van onzeabonné's VOOR DE Zomertijd en onze kinderen fa. ÜUTTERTÜEU Sommige menschen piekeren over hun fou ten en nalatigheden tegenover anderen. Menigeen neemt dit ook minder zwaar op. Maar denken wij ooit na over hetgeen wij tegenover onszelf misdoen? Waarschijnlijk doen wij dat zelden of nooit, en ieder geval veel te weinig. Er is altijd een innerlijke stem, die ons waarschuwt, wanneer wjj op het punt staan, iets te doen, dat eigenlijk niet goed is. Maar al te zeer zijn wij geneigd om die stem te smoren, wanneer deze zich verzet tegen iets, dat wij onaangenaam of gemak kelijk vinden. „Nu ja, voor dezen keer". „Nu ja, zóó erg is het niet." Dat zijn de praatjes, waarmee wij onszelf om den tuin trachten te leiden. Wij doen dan precies als iemand, die schulden maakt, terwijl hij volstrekt geen uit zicht heeft op een ruimer inkomen, omdat hij een en ander zoo graag wil koopen. Onherroepelijk wordt ééns de rekening aan geboden, en even zeker wordt die in figuur lijken zin aangeboden voor elke fout, die wij in ons leven maken. En heusch, wrj mogen dan een enkele maal onbewust verkeerd handelen, in de meeste gevallen zullen wij, als wij eerlijk zijn, op het oogenbilik dat de consequenties komen, moe ten zeggen: „Ik had het kunnen weten", of „ik heb het er maar op gewaagd, en gehoopt op de buitensporig gunstige wending van de omstandigheden". Het moeilijkste is, dat de doorsnee mensch in gewichtige levensmomenten de neiging iheeft, actie te willen nemen, iets te willen nemen, terwijl het moeilijker is, maar heel dikwijls beter, om even te wachten en niets te doen. Een jonge man was hier een sprekend be wijs van. Hij had steeds overijld gehandeld, en daar door een voor hem ongeschikten werkkring gekozen, gevolgd door een overhaastig hu welijk en een even overhaaste echtscheiding. En nu was hij geheel den draad kwijt en klaagde: „ik weet wel, dat ongeveer alles, wat ik gedaan heb, verkeerd was. En nu kom ik er heelemaal niet meer uit, en sukkel maar door." Onze raad was: „doe dat vooral anders, stelt iedere verdere stap voor onbepaalden tijd uit, en begint met eens rustig na te den ken in hoeverre en waardoor U de tot nu toe gemaakte fouten had kunnen voorkomen.- Zorg, dat U uit dien doolhof van het ver leden komt en in de toekomst een weg inslaat, die naar een bewust doel voert." Maar al te dikwijls doen wij zonder naden ken, wat op een oogenblik het gemakkelijk ste of het aangenaamste is. Maar tot welken prijs? Zeker, men kan een doel hebben, dat offers waard is, maar begint met U er reken schap van te geven, welke die offers zijn en of dat doel die offers waard is. Meerendeels leven wij te onbewust, volgen te snel onze ingevingen, en vergeten, de waardemeter aan te leggen volgens wat op den duur het beste is. En wat is het „beste?" Altijd datgene, wat met opzijstelling van persoonlijke sympathie en met uitschakeling van „prettig" of „ge makkelijk" het rechtvaardigste is! Want slechts een zuiver geweten schenkt innerlijke rust. Dr. JOS DE COCK. De vraag of de kinderen opgewekt of stil zijn, of zij aandeel hebben in hetgeen rondom hen gebeurt of in zichzelf gekeerd hun weg gaan, is niet alleen een kwestie van karakter en aanlegt doch tevens het bewijs van een goede of gebrekkige opvoeidng. Wij kunnen dit het beste waarnemen, wanneer een kind met zijn moeder gaat wandelen. Onderhoudt zij zich met hem en beleeft zij met het kind alles wat zij samen zien, dan zal veel voor hem geopenbaard worden van hetgeen het leven biedt. Zien wij daarentegen moeders, die zwijgend naast haar kind voortschrijden en zijn vragen nauwelijks hooren, omdat ze aan haar voorbijgaan, dan zal het tenslotte weinig belangstelling toonen voor het „waarom" en stil, in zichzelf gekeerd worden. Lichamelijke en geestelijke ontwikkeling moeten gelijken tred houden bij een normale ontwikkeling en beiden moeten op verstandige wijze geleid worden. Is er geen mooie taak voor ouders weggelegd, waar het gaat om de ontwikkeling van den geest en tevens het leeren zien van wat er om hen heen voorvalt? Het is volstrekt niet kwalijk te nemen, indien een moeder niet alle vragen van haar kind kan beantwoorden, doch wèl, indien zij blijk geeft van onvoldoende belangstelling. Zelfs al hebben de zorgen voor den strijd om het be staan haar gemoed minder ontvankelijk ge maakt voor andere indrukken, dan die, welke zij in haar enge kringetje opdoet, moet zij begrijpen, dat alles wat het kind ziet nieuw is voor hem en zijn belangstelling heeft. Zoo heel veel werkt dikwijls verwarrend op de kindergeest in, omdat hij het niet begrijpt en daarom is het zoo noodig, dat ouders- en vooral moeders zich in de wereld van het kind inleven en hem leeren zien. Kinderen hebben vaak slechts een kleine opheldering noodig om indrukken vast te leggen in hun geheugen. Ontbreekt hen leiding, dan zullen zij veel min der leer enopmerken, wier ouders ook in deze hun taak op de juiste wijze hebben opgevat. Duidelijk komt het uit of kinderen hebben „leeren zien", wanneer hen b.v. op school een opstel te maken wordt gegeven, b.v. over wat zij gezien hebben op den weg van schc.ol naar huis. De onderwijzer zal dan ook uit de ant woorden op zijn vragen veelal de gevolgtrek king weten te maken op welke wijze de ouders met hun kind omgaan. Eenvoudige ouders, toegerust met een gezond verstand, die een open oog hebben voor hetgeen zich in hun om geving afspeelt en het met hun kinderen be leven, zullen ongetwijfeld veel meer aan hun geestelijke ontwikkeling werken, dan anderen met een z.g. gecompliceerd zieleleven. Deze laatsten gaan velal te zeer in hun eigen „ik heid" op en weten niet hoezeer hun kind be hoefte heeft aan hun medeleven en begrijpen. Zij zijn „ziende blind en het is aan hen te wijten dat het aan hun zorgen toevertrouwde kind geen open oog heeft voor wat er om hem heen gebeurt. Kinderen, die op deze wijze „opge voed" worden, komen ontzettend veel te kort, niet alleen in hun jeugd, doch ook in hun later leven. De eerste spiegel in de geschiedenis der menschheid moeten de oogen van den man geweest zijn, waarin zich het beeld zijner vrouw weerspiegelde! Van deze vroege tijden af voert een lange weg over de waterspiegel van heldere beek jes, meren en bronnen, waarboven vrouwen zich plachten te buigen om haar beeld weer kaatst te zien. In eeuwenoude graven heeft men mummies gevonden, die spiegels in veler lei vorm naast zich hadden, zoodat een beeld gevormd kan worden van de steeds wisselende smaak. Tenslotte is men gekomen tot den modernen spiegel, die het beeld der heden- daagsche vrouw weergeeft. De vrouw en de spiegel!! Toch is hier niet alleen verband toe zoeken tusschen beide uit een oogpunt van ij delheid, zooals men vaak meent, doch er ligt een veel diepere beteekenis aan ten grondslag. Spiegels kunnen inderdaad oprechte vrienden zijn, die ons de waarheid doen zien, indien wij er ons slechts voor open stellen. Met onverbiddelijke klaarheid worden ons onze gebreken getoond in gelaat en houding, indien wij ze slechts will enerkennen en er ons voordeel mee doen. Het innerlijk leven spreekt uit de oogen, wan.t zijn deze niet te spiegel der ziel? Een gelaat waarop goedheid en vriendelijkheid te lezen is, kan nimmer leelijk zijn, zelfs niet, indien het niet in alle opzichten door de na tuur bevoorrecht is. Omgekeerd is het mooiste en meest welgevormde gelaat onbeteekenend en zonder charme, indien men er hoogmoed, ijdelheid en dergelijke eigenschappen op waar neemt. Indien men in den spiegel kijkt, dan zal men zijn eigen ik nader onder de loupe nemen. Bevalt de mond U welicht niet? Welnu, stelt U dan in gedachten voor, dat gij Uw mede- mensch iets prettigs bereidt? Plotseling zal een lichte glimlach Uw gelaat verlichten en de lijn der lippen veranderen! Gij vindt Uw oogen klein en zonder uitdrukking? Zij zullen het ongetwijfeld niet blijven, indien gij vol be grijpen deelneemt aan anderer vreugde! Is Uw figuur niet naar Uw zin, evenmin als Uw houding! Richt deze op en loopt met opgeheven hoofd. Het heeft geen zin onze zorgen en verdriet door deze weinig fiere houding aan de buitenwereld te toonen. Naar mate het lot meer te dragen geeft, zal men zijn last meer zelfbewuster weten te dragen en zich hierdoor niet terneer laten slaan. Uit dit gezichtspunt, lezeressen, hebt gjj een spiegel wellicht nog niet bekeken en evenmin Uw spiegelbeeld op deze wijze ont leed, niet waar? Het is inderdaad de moeite waard, het te doen, want het kan de oogen openen, voor hetgeen tot dusverre verborgen bleef! Wellicht is deze vriend slechts een eenvou dig stuk spiegel in een even eenvoudig houten lijst gevat, mogelijk ook een kostbare barok- spiegel, die reeds het beeld van vrouwen van vele generaties heeft weerggeven! Misschien ook is het spiegelglas omlijst met wat goud' en versierd met strikken en guirlandes uit het gracieuse Empire-tijdperk of wel uit den Biedemeier-tijd, allen geven slechts het zui vere spiegelbeeld weer. De hoofdzaak is de kristallen klaarheid en de critische wijze, waarop het gegeven wordt, getrouw aan dé werkelijkheid, zonder ook maar iets te ver bloemen. Juist in oogenblikken van zelfvergeten, van zich laten gaan is het zoo nuttig slechts even een blik in den spiegel te slaan, want dén juist zal hij U eerlijk en oprecht laten zien, hoezeer gij faalt! Vraag Mej. A. B.. Ik heb een groene stof fen japon en heb deze in koude Persil ge- wasschen en is nu vol kringen. Mijn vraag is of ik deze zelf nog op kan knappen. Antwoord: Indien U de groene wollen japon gewasschen hebt geheel volgens de aanwij zingen van het door U genoemde wasch- middel, dan zullen de kringen wellicht door de kleurstof van het weefsel zijn ontstaan. Zet U de japon nog eens in water en azijn en spoelt U daarna eenige malen in koud water. Helpt dit niet, dan zult U zich tot een ververij moeten wenden, die het euvel wellicht door stoomen of verven verhelpen kan. Speelneiging of vernielzucht? Waar is 't hart van den spoorweg? Rrrrr! De wielen van de kleine kinder spoorweg draaien in de lucht. Dan komt er ergens een krak en de kleine locomotief loopt niet meer. Bobbie beziet de dingen met stra lende oogen. Het stoort hem heelemaal niet, dat hij alweer een stukje speelgoed kapot heeft gemaakt. IJverig boort hij zijn kleine vingertjes in de ingewanden van de spoor baan en een half uurtje later leggen een paar radertjes en schroeven, een paar scheefge- klopte stangen en assen, getuigenis af van de voormalige pracht. „Bobbie maakt alles kapot!" zegt oom kwaad, want hij heeft toch dat geschenk ge geven. „Schaam je je niet, Bobbie? Zoo een mooi stuk speelgoed. Je hebt het net drie dagen!" Bobbie zet groote onschuldige oogen op. Hij begrijpt heelemaal niet, wat dié groote men schen willen. Indin hij de locomotief uit elkaar gehaald heeft, dan heeft hij dat toch gedaan, omdat ze niet meer loopen wou. Hij wou alleen maar zien, hoe het daar van binnen uit zag. Dat hij de locomotief daarna niet goed meer heel kon maken, dat was toch zijn schuld niet. En tenslotte, kon men met een kapotte locomotief niet fijn spelen? Waarom waren die groote menschen daarom dan zoo opgewonden Ja, Bobbie haalt elk stuk speelgoed eerst eens uit elkaar. In zijn speelgoedkast hoopen zich raderen en schroeven op, die niet meer samen willen werken. Voor hem bezitten deze doode dingen leven. Hij heeft geen kostbaar speelgoed noodig, met een ingewikkelde me chaniek. Hij construeert de dingen zelf, en de uit elkaar gehaalde spoorbaan is voor de kleine honderdmaal mooier dan als het ding heele maal nieuw en klaar is en van zelf werkt, zonder dat men er tusschen moet komen. „Ik geloof, dat onze kerel eens een beroemd ingenieur wordt. Hij schroeft en knutselt maar, wat hij kan!", zegt de vader fier. Ook dat is niet juist. In elk kind steekt de drang tot zoeken en navorschen. Het kleine meisje is niet eerder gerust, alvorens zij den laatsten spaander uit het lijf harer pop te voorschijn heeft gehaald. Wanneer zij dan het gapende gat met een kleefpleister weer zorgvuldig dichtgemaakt heeft, dan wil dat volstrekt nog niet zeggen, dat in dat kleine ding een ver borgen studente in de medicijnen steekt. Ouders fantaseeren graag toekomstdroomen rond hun kinderen. Men mag echter in dat kinderspel geen symbolen willen tooveren. Kin deren hebben een wereld op zichzelf, een wereld van sprookjes, die evenwel niet gecom pliceerd zijn. „Bobbie maakt alles kapot!" Dat is geen catastrofe, wanneer evenwel de volwassene het niet tot een catastrofe wil opdrijven. Tegen moedwillige vernielingszucht moet men te keer gaan, maar voor eèn gezonde na- vorschingsdrang moet men den weg vrij maken. Koken vraagt steeds een groot deel van de wrekkracht der huisvrouw, althans voor haar, die slechts gedeeltelijk hulp hebben. Met koken zijn de beslommeringen echter nog niet ten einde, maar een verzuchting van het over- groote meerendeel harer is: „O, die vervelende afwasch". Borden, schalen, vorken, messen, lepels, dikwijls nog glazen; doch het ergste zijn wel de pannen. Voorzichtig en oplettend koken kan veel onnoodige moeite voorkomen, dat geven wij gaarne toe, doch een feit is, dat er veel te doen blijft. Indien men zorgt, dat de spijzen niet overkoken, spaart men zich zelf veel tijd en dit is mogelijk, indien men in de nabijheid blijft tot alles kookt en daarna stelt men gasstellen en fornuizen zoo klein moge lijk, desnoods met een opgevouwen doek of eenige couranten over de pan om de warmte zooveel mogelijk te bewaren. Het werk, dat na afloop aan het schoonmaken van het gasfor nuis of -stel besteed moet worden, is miniem, veelal kan men volstaan met er even een vette lap over te halen, waardoor tevens de glans van het email verhoogd wordt, hetgeen even eens onmiddellijk na het braden van vleesch, visch e. d. geschiedt. Alles wat gebruikt wordt en niet meer noodig is, wordt onmiddellijk weggezet. Een groote besparing van werk beteekent het gebruiken van vuurvaste scho tels, evenals de bekende glazen schalen, die tevens nog het voorrecht hebben, dat men steeds het kook- of bak-proces kan volgen. Groenten, die de meeste huisvrouwen reeds tijdig koken wordt zoo noodig op een vergiet gedaan (spruitjes, kool, andiivie, enz.) en overgebracht in de vuurvaste- of glazen schaal later op een asbestplaatje gezet of in den oven, tegelijk met enkele andere gerechten en in dezelfde schaal opgediend. Zulks beteekent be sparing van tijd om de schalen voor te war men, voorkomt schoonmaken van pannen en zorgt, dat alle gerechten goed warm worden opgediend. Vele huisvrouwen kennen deze vuurvaste geel of bruinachtige schalen, evenals de glazen schalen, die beide natuurlijk ook deksels hebben. De eerste hebben een bijpas send bord, de laatste een nikkelen onderstel en staan niet minder goed op een gedekte tafel, dan de gewone dekschalen. Verstandige huisvrouwen zullen goed doen, zooveel moge lijk besparing van werk te zoeken; de vrijko mende tijd kan dan op andere wijze besteed worden. Indien men een vetvlek op een japon maakt, bedekt men deze onmiddellijk met een laagje talkpoeder, dat men er een uur op laat inwer ken, daarna uitschudden en borstelen. In de meeste gevallen zal men succes hebben. Strijkpatronen, die op de stof overgebracht moeten worden voor het borduren van kleedjes japonnen enz., worien met den gewasten kant op het weefsel gelegd, daarna legt men er een doek overheen en strijkt hierover met een warm, doch niet heet ijzer, iWv' Eiervlekken op zilver. Eiervlekken op tafelzilver laten zich gemak, kelijk verwijderen door wrijven met vochtig tafelzout. Wanneer men aan huis een kleedingstuk verft, moet men met witte zijde groote steken rijgen in den zoom en tevens niet vergeten eventueele stofresten mee te verven. Men krijgt op deze wijze de niaaizijde in dezelfde kleur en tevens het verstel-materiaal. De zomertijd is er weer! Het heeft geen zin over de al of niet invoe ring te discussieeren. De tijd is algemeen ver zet en de breede massa houdt zich eraan. Op het platteland zijn het vooral de landbouwers, welke zich nog blijven verzetten en zulks op grond hunner werkzaamheden Indertijd heeft de plattelandsafgevaardigde, de heer Braat, herhaaldelijk het vraagstuk aan de orde ge bracht, zonder evenwel steun te vinden. Men zal zich afvragen, wat mij ertoe noopt, dit probleem opnieuw aan de orde te stellen? Laat ik het u zeggen. Niet zoodra is de zomertijd vastgesteld, of de ouders krijgen gezeur met hun kindéren. 's Morgens kunnen ze de kleinen niet uit het bed krijgen en 's avonds niet erin! Men kan zijn kinderen des avonds wel om zeven uur naar bed sturen volgens de zonnetijd is het dan pas zes uur en dus nog volkomen dag! maar dan kömt de slaap nog niet en vooral niet, wanneer het een warme dag geweest is! De kinderen kunnen onrpogelijk in "slaap ko men: ze liggen te draaien en te woelen, ze hooren buiten n'og alle drukte, van den dag de dag begint voor velen pas des avonds om zes uur! en zoo is het dan ook geen wonder, dat kinderen, die om zes uur zonnetijd naar bed gebracht werden, om, negen uur zonnetijd nog niet slapen. De slaap moet evenwel ingehaald worden en dientengevolge kunnen de kinderen des ochtends niet uit. bed. Zoo hebben de ouders dan 's avonds en 's morgens allerlei gezeur. Een Engelsche schoolarts heeft indertijd duidelijk te kennen gegeven, dat de invoering van den zomertijd heel wat kinderen slaap ontroofd heeft. Op de scholen, waar hij zijn onderzoek ingesteld had, bleek den onderwij zers, dat de kinderen onder ochtendlessen zeer slaperig waren, hun vermogen tot het- opne men van leerstof verminderde en over het algemeen in de zomermaanden minder goed leerden dan in de wintermaanden be.n. weHuigd. dat heel wat moeders en vaders bij het lezen dezer woorden instemmend uc lïn, ïen' Maar ja: wat doen we eraan? het feit ligt er nu eenmaal. Men heeft gezegd, dat ouders, die over deze moeilijkheden klagen, geen voldoende over wicht op hunne kinderen hebben. „Bij mij gaan fk 3, IT" UUr naT bed"' zei iemand, zfker. hef vl+ T^en' dat veIen hun hinderen op de yur naar bed sturen, doch zeer de gehoorzame kinderen liggen dan ook een uur of wat in bed te luisteren naar hun kame* raadjes, die op straat aan het spelen zijn. Een kind is een kind en begrijpt zijn bestwil niet. Ook in dit geval is het dan ook vaak, da,t de kinderen mopperend naar boven gaan en vader en moeder in gedachten niet vriende lijk beoordeelen. Ik weet wel, dat mag en moet niet voorkomen, maar laat men nu ook eens begrijpen, wat het zeggen wil, eenige uren slapeloos op bed te liggen draaien en woelen van de warmte, van de lastige muggen en het drukke geroezemoes en gerumoer op straat; Na eenige weken van martelen geven dan ook sommige ouders aan het verlangen van het kind, wat later naar bed te mogen gaan toe! Men heeft gezegd, dat de zomertijd de ge zinnen voordeeliger uitkomt: men bespaart op zijn lichtrekening. Goed, dat was zeer nood. zakelijk in de achter ons liggende oorlogsjaren. Maar wat zien we nu? Terwijl aan den eenen kant de overheid de menschen helpt, door het invoeren van den zomertijd, op hunne lichtui - gaven te besparen, zien we aan den anderen kant, dat electriciteitsbedrijven hun tarieven in de avonduren verlagen, hiermede de men schen als het ware uitnooidgend, later op blijven Wanneer we het vraagstuk dan ook bekijken uit oogpunt van het belang voor onze kinderen, dan verdient invoering van den zomertijd niet onze medewerking. Maar zooals ik reeds zeide, heeft het geen zin over dit vraagstuk te discus- sieeren: de invoering is ook dit jaar weer een feit en zij zal wel blijven. Doch het heeft wel, zijn beteekenis over dit probleem na te denken Wanneer straks de rapporten uwer kinderen weer door u geteekend moeten worden en zjj minder goed zijn, dan de vorige, geeft dan niet allereerst de schuld aan de leerkrachten en het kind, maar denkt ook even na over den invloed van den zomertijd, die uw kinderen heel wat nachtrust berooft! Ik kan u helaas in dit vraagstuk geen ad- v-4. iiviuo-o -Lil UIL Vlflttgoiun O - vies geven: Ik weet zelf te goed hoe gro0t de moeilijkheden zijn. alleen zou ik dit willen opmerken: Wftt mij betreft verdwijnt morgen aan den dag" de zomertijd. Ik geloof, er weer gauw aan gewend zouden zijn en d lichamelijke welstand van vele kinderen er wei bij zou varen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 8