Noodweer in
Amsterdam
De Koninklijke familie
in de hoofdstad
DE
El MELIJKE
Zakkenrollers aan
het werk
Wie mag den wereldkam
pioen schaken uitdagen?
Kunstschilder-oplichter
STRIJD
door Michael Corvin
Kortsluiting aan de gevel
den Stadsschouwburg.
van
Een hevig onweer, gepaard met een kleine
wolkbreuk, dat zich kort voor middernacht
boven de hoofdstad ontlastte, heeft een on
tijdig einde gemaakt aan de feestvreugde,
aangezien de velen, die in den vooravond
het minder gunstige weer getrotseerd had
den, een goed heenkomen moesten zoeken,
zoodat de binnenstad, de café's uitgezonderd,
in minder dan geen tijd geheel verlaten
was.
Om kwart voor twaalf, tijdens het nood
weer, werd de omgeving van het Leidsche
plein opgeschrikt door sirenengeloei van de
roode voertuigen der brandweer, die zich
van alle kanten naar het gebouw van den
stadsschouwburg spoedden.
Er bleek gelukkig niets ernstigs
aan de hand te zijn. Het alarm be
trof een kortsluiting, welke door de
groote hoeveelheid regen veroorzaakt
was in een contact van een schijn
werper, welke bevestigd is aan een
balcon aan den zijgevel van den
schouwburg in de Marnixstraat en
dient voor de verlichting van het
aan de overzijde gelegen American
Hotel.
Een passeerende nachtwaker had een
blauwe steekvlam waargenomen en de poli
tie hiervan in kennis gesteld, die op haar
beurt de brandweer waarschuwde. Aange
zien het hier den Stadsschouwburg gold,
werd met groot materiaal uitgerukt, name
lijk met drie motorspuiten en drie ladder
wagens van de kazernes Honthorststraat,
Prinsengracht en Nieuwe Achtergracht. Ook
de commandant, dé h'eer C. Gordijn, ver
scheen onmiddellijk ter plaatse. De brand
weer kon evenwel dadelijk weer inrukken,
nadat zij de electrische ètroom had uitge
schakeld.
De hulp van de brandweer werd overigens
in verschillende deelen van de stad inge
roepen in verband met vele dakgooten, die
de watermassa niet konden verwerken.
Klachten over ondergeloopen kelders zijn
echter niet binnengekomen. Wel konden
vele putten het water niet snel genoeg af
voeren, waardoor overstroomingen ontston
den. Dit was b.v. het geval op het Frederik
Hendrikplantsoen, dat na korten tijd geheel
blank stond, De dienst der stadsreiniging
was onmiddellijk paraat om het euvel zoo
snel mogelijk te verhelpen.
De versieringen schijnen zich over het
algemeen goed te hebben gehouden. Op
verscheidene plaatsen zijn de houten blok
jes tusschen de tramrails weggespoeld. Blik
seminslag heeft zich, voor zoover valt na te
gaan, niet voorgedaan.
Te ongeveer half een was de onweersbui
afgedreven.
Bliksem stagneert treinenloop.
Tijdens het zware en langdurige
onweer, dat gisteravond ook boven
Rotterdam geknetterd heeft, is op
de lijn DordrechtRoterdam en op
de lijn RotterdamHoek van Hol
land, tengevolge van den bliksem
storing ontstaan, die weliswaar niet
van ernstigen aard was en den trei
nenloop niet stagneerde, maar die
toch voor verschillende treinen
eenige minuten vertraging met zich
meebracht.
De bliksem deed n.1. eenige zekeringen
der electrische leiding doorslaan, zoodat
op de gedeelten, die via deze zekeringen
van stroom voorzien worden, zeer lang
zaam door de passeerende treinen moes-
worden gereden. Tot herstel van de
schade zijn twee motorwagens uit Rotter
dam vertrokken, één naar Feijenoord en
één naar Maassluis. Het schijnt, dat voor
de reparatie veel werk moet worden ver
richt.
Behalve in de electrische leiding
is de bliksem ook nog ingeslagen
in het motorrijtuig van den ge-
reedstaanden boottrein, die aan
sluiting geeft op de nachtboot, die
Donderdagmorgen binnenkomt. Het
motorrijtuig werd hierdoor onbruik
baar, weshalve in allerijl een ander
motorrijtuig uit Rotterdam naar
Hoek van Holland werd gedirigeerd.
De tweede dag van het vorstelijk
verblijf.
Zooals gewoonlijk, wordt ook dit verblijf
van de Koninklijke Familie aan de hoofd
stad zeer productief gemaakt.
Gisterenmorgen opende H. M. de Konin
gin de reeks officieele bezoeken met de be
zichtiging van het instructie-vaartuig „Prin
ses Juliana" van het Onderwijsfonds voor de
Scheepvaart te Amsterdam, dat aan de De
Ruyterkade gemeerd lag. Naast de officieele
begroeting had men H. M. een welkom be
reid door den toezang van driehonderd
schipperskinderen, die bij den ingang van
den steiger stonden opgesteld.
Grondig heeft H. M., die gekleed was in
een parelgrijs mantelcostuum, het instructie
vaartuig, van de machinekamer tot het ach
terschip, bezichtigd en zich over de zee- en
binnenvaartopleiding laten voorlichten.
De Landsvrouwe onderhield zich geruimen
tijd met de leerlingen van de Zeevaartschool
te Den Helder, die juist deze week aan boord
van de „Prinses Juliana" een oefentocht
maken. Op het schip bevond zich ook de
burgemeester van Den Helder, de heer G.
Ritmeester.
Uitgeleide gedaan door het gejubel der
schoolkinderen en vele belangstellenden op
den steiger, aanvaardde de Koningin den
terugtocht naar het Paleis.
De Prins legt bezoeken af.
Prins Bernhard heeft den ochtend besteed
aan het bezoeken van de Diamantslijperij der
firma Asscher in de Tolstraat en de Amsel-
brouwerij. De Prins toonde zeer veel belang
stelling voor het edelgesteente en liet zich
de bijzonderheden door de directie nauwkeu
rig uitleggen. Bij het verlaten van de slijperij
speelde een pierement in de Tolstraat: „Lang
zal hij leven",welke „serenade" door het pu
bliek gretig overgenomen werd.
Ook in de verschillende bedrijfsafdeelingen
van de Amstelbrouwerij heeft de Prins ge-
ruimen tijd doorgebracht.
Des middags heeft Z. IC. H. Prins Bernhard
evenals zulks Dinsdag het geval was, zich
met zijn sportwagen naar de tennisbanen in
het Vondelpark begeven en daar een kléin
uur tennis gespeeld.
Middagrijtoer.
Des middags vereenigden de leden der Ko
ninklijke Familie zich voor een bezoek aan
de openluchtschool in het Oosterpark. Vier
duizend schoolkinderen uit geheel Amster
dam brachten Hun vervolgens vanuit de
muziektent een zanghulde.
Daarna ging het naar het landgoed Fran-
kendaal, waar de Koninklijke gasten een
oogenblik het daar plaats hebbende kinder
feest bijwoonden.
Evenals des morgens, werd de route, zoo
wel heen als terug aan beide zijden be
grensd door een dichte menschenhaag.
Des avonds.
Des avonds woonde de Koninklijke Fa
milie in het Concertgebouw een gala-con
cert bij, dat onder leiding van prof. Dr.
Willem Mengelberg werd gegeven.
Te kwart over achten arriveerden de hoo-
ge gasten.
Hare Majesteit was gekleed in een breede
sleep eindigende avondjapon, van pauw
blauw brocaat, doorweven met kleine, witte
motieven; de Prinses een robe van witte
charmeuse met een ivoorkleurige écharpe;
beiden, moeder en dochter, droegen rijken
tooi van diamanten, waarbij de diademen
en bij de Prinses ook de armband, bruids
geschenk uit Nederlandsch-Indië en de cor
sage-versiering opvielen. Het toilet van
H. K. H. kreeg een aparte toets door den
weelderigen waaier van witte struisveeren,
die de Koningin-Moeder van België als hu
welijkscadeau had gezonden. Prins Ber-
nard droeg de uniform der Marine.
Op het moment, dat Koningin, Prinses en
Prins de concertzaal betraden, verhieven
alle aanwezigen zich van hun zetels en
zette het orkest het praeludium over het
oude Wilhelmus, voor orkest en orgel, ge
componeerd door Prof. Dr. Willem Mengel
berg, in.
Op het paeludium over het oude Wilhel
mus volgden drie coupletten van het Wil
helmus, gezongen door het Koor van de
Maatschappij tot Bevordering der Toon
kunst.
DE DRIE MUSKETIERS
195. DE DIAMANTEN RING WORDT
VERKOCHT,
Den anderen morgen om acht uur kwam
de bediende van Des Essart aan d'Artag-
nan 7000 pond brengen. Dit was de waarde
van den ring der Koningin.
Hoewel nu allen reeds een voorstel had
den gedaan betreffende de manier waarop
men het beste Mylady van het lijf kon hou-
den, was d'Artagnan de eenigste geweest,
die tot nu toe gezwegen had, terwijl hij
anders altijd direct met een goed voorstel
klaar stond. Het was alsof hij reeds bij het
hooren van den naam van zijn vijandin
totaal van zijn stuk was gebracht.
Maar hij had nu dan toch een reeds lang
gezochte kooper voor zijn diamant ge
vonden.
Het ontbijt, dat hij bi.i den heer Des Es-
sart gebruikte en waarbij hij in zijn nieuwe
uniform gekleed was, verliep uitstekend.
196.
DE NIEUWE UNJFORM
D'Artagnan was bijna zoo groot als Ara
mis en daar deze zijn geldschieter flink
te pakken had gehad bezat hij altijd twee
uniformen. De eene leende hij aan d'Artag
nan. Als hij nu maar niet steeds Mylady
vanuit de verte had gezien, dan was hij de
gelukkigste man ter wereld geweest, maar
ze leek een onweerswolk, welke elk oogen
blik kon losbarsten.
De rest van den middag bracht d'Artag
nan door met het wandelen in zijn nieu
we uniform door de verschillende straten
der legerplaats, waarbij hij van allerlei zij
den gelukwenschen in ontvangst had te
nemen.
Des avonds kwamen de vrienden weer
bijeen om te overleggen wat men aan lord
Winter en aan den persoon in Tours .\ou
schrijven, die tot den kennissenkring van
Aramis behooren. Verder moest mien een
besluit nemen, door wiens bediende de brief
bezorgd zou worden. Ieder meende hierbij,
dat zijn bediende er het meest geschikt voor
was.
Daarna werd onder groote aandacht van
vorstelijke personen en genoodigden een
klassiek programma uitgevoerd.
Gedurende het gala-concert was boven de
hoofdstad een onweer losgebarsten, zoodat
er, toen de Koninklijke Famidie het concert
gebouw verliet, slechts weinig publiek
stond, in tegenstelling met de heenrit, toen
duizenden zich langs den weg geschaard
hadden.
De groote drukte in verband met het Ko
ninklijk bezoek, maakt de hoofdstad tot een
welkom operatie-terrein voor zakkenrollers.
Bij de politie zijn gisteren dan ook ver
scheidene aangiften binnengekomen van
menschen, die in de drukte het slachtoffer
van zakkenrollerij waren geworden.
Aan een trampassagier van lijn 2 is een
zilveren horloge ontrold.
Een 77-jarige inwoner van Hilversum en
een 72-jarige bewoner van de Marnixstraat,
raakten op het Damrak hun gouden horloges
kwijt.
Een 76-jarigen bewoner van de Keuche-
niusstraat is op het Damrak een portemon-
naie, inhoudende zeven gouden tientjes, ont
rold, en een 46-jarigen bewoner van de Van
Baerlestraat werd op den Nieuwendijk een
portemonnaie, inhoudende zestien gulden
ontrold.
Capablanca no. 1 op de lijst.
Reeds geruimen tijd houdt men zich in
de internationale schaakwereld bezig met
het vraagstuk welke meester het eerst in
aanmerking komt om den winnaar van de
in dit najaar te houden revanchematch
tusschen Euwe en Aljechin, voor een kamp
om den wereldtitel uit te dagen. Was het
organiseeren van een titelmatch tot nu toe
een particuliere aangelegenheid, na de
revanchematch tusschen Euwe en Aljechin
zal de internationale schaak bond (F.I.D.E.)
in de organisatie van dergelijke ontmoetin
gen een belangrijk aandeel verkrijgen.
Nu is eenigen tijd geleden een commis
sie door de F.I.D.E. ingesteld, die een rang
lijst zou opmaken van de spelers, die voor
een titelmatch tegen Euwe of Aljechin in
aanmerking zouden komen.
Ieder lid van de commissie heeft een lijst
samengesteld met een vijftal candidaten.
Zoo heeft Aljechin eveneens een dergelijke
ranglijst opgesteld, waarop Capablanca als
nummer 1 voorkomt. Vervolgens worden in
deze volgorde genoemd Botwinnik, Fine,
Flohr en Reshevski. Wij vernamen, dat de
door de vijf commissieleden individueel sa
mengestelde lijsten nogal verschilden, iets
wat eigenlijk vanzelfsprekend mag worden
geacht.
Naar wij echter van welingelichte
zijde vernamen, hebben alle commis
sieleden Capablanca als nummer 1
op de lijst geplaatst, dit In verband
met zijn resultaten in 1936 behaald
op de groote tournooien te Moskou
en Nottingham,
De beslissing valt In Augustus a.s. op be'(
a.s. congres v. d. Int. Schaakbond te Stock
holm.
Men mag aannemen, dat de eerstvolgende
ontmoeting om het wereldkampioenschap
niet eerder dan in 1939 zal plaats vindens
Ajnsterdamsche politie slaat goe«
den slag.
Door de Amsterdamsche politie is aange
houden en naar Rotterdam overgebracht de
in het algemeen politieblad gesignaleerde
29-jarige -J. A. A., gedomicileerd te Ban-
doeng, die zich alhier heeft uitgegeven als
kunstschilder of als koopman, maar die er
zijn werk van maakte, bij een groot aantal
goed gesitueerden aan te kloppen onder
voorwendsel, dat hij gelden inzamelt voor
zijn terugreis, Op deze wijze heeft de man
bij verschillende personen geldsbedragen
en goederen weten los te krijgen, niet alleen
te Rotterdam, maar ook in andere plaatse^
als Den Haag en Arnhem.
De man heeft in totaal zooveel geld ver«
zameld, dat hij de reis naar Indië wel eeni
ge malen had kunnen maken.
Maar hij moest ook leven, weshalve hij
het geld daartoe bestemde. Bij de politie;
gaf hij voor dat hij de beschikking had over
contanten, die hij evenwel niet kon laten
zien, noch bewijzen, dat hij erover beschik
te. De man is in het hoofdbureau van poli
tie te Amsterdam opgesloten.
29.
Toen juffrouw Cohen, die aan den brief
van Burg slechts weinige conventioneele groe
ten aan Esther had toegevoegd, thuis geko
men was, uitten haar angst en ongerustheid
zich eerst in een onbedaarliik weenen. Burgs
ongewondenheind, zijn woorden tot haar en
voor alles zijn brief, dien hij haar haar voor
Esther dicteerde, waren voldoende om haar
het ergste voor de toekomst van haar vrien
din te doen vreezen. Wat had Burg aan de
jonge correspondente geschreven? Hij had
haar nogmaals voor de Information Service
gewaarschuwd, hij had haar meegedeeld, welke
rol de heer Hardley in een reeks hem bekende
gevallen gespeeld had en haar opnieuw inge
scherpt om bij alle ondernemingen vóór het
voortgaan aan het verzekeren van den aftocht
te denken. Wat hij haar niet geschreven had,
niet had kunnen schrijven, was zijn eigen
groote bezorgdheid geweest. De toon van zijn
stem, het rustelooze heen en weer loopen van
den zwaren man, zijn nauwelijks beheerschte
zenuwachtigheid, dast alle kon Ester uit haar
brief zoo niet opmaken, zooals zij, juffrouw
Cohen, het beleefd had. En de kleine, mis
maakte secretaresse, die behalve een paar on
duidelijke brieven van haar zelf haar geheele
leven slechts naar het dictee van anderen ge
schreven had en slechts de beweegredenen, de
verwachtingen en de wenschen van andere
menschen op papier had gebracht, zette zich
nu in haar kleine kamer neer om een langen
en waarschuwenden brief aan Esther op te
stellen. Zij worstelde met den aanhef. Wat
waren die eerste woorden moeilijk! Hoe moest
zij beginnen?
Zij slikte, mompelde, Kauwde vertwijfeld op
haar penhouder, dien zij zoo weinig gewoon
was te hanteeren en haar in den loop der
jaren geheel vreemd geworden was, en begon
toen stpf en met bevende letters te schrijven.
De brief werd lang, veel langer, dan zij eerst
gedacht had. Zij verzweeg niets, niets van
alles, wat zij in de redactie gezien en ge
hoord had, en niets van hetgeen zij slechts
vermoedde of voelde. Zij bezwoer Esther haar
leven niet in gevaar te brengen, hoewel zij niet
wist, hoe zij zich daarvoor behoeden moest.
Zij stelde zich tot haar beschikking. De kleine,
arme juffrouw Cohen bood Esther een vrij
plaats aan, een asyl, waar zjj veilig zou zijn,
een toevluchtsoord, dat altijd, altijd, voor haar
open stond. Zij besloot deed dit daarna
ook werkelijk Esther in den brief meteen
den sleutel van haar woning te zenden, en
toen schreef zij weer verder. Zij legde er den
nadruk op, dat Estter zich met even groote
zekerheid op Burg kon verlaten als op haar
zelf. Maar zij verzweeg haar niet, dat zij Burg
zelf in gevaar geloofde. Zijn betrekking in de
redactie en de uitgeverij was een onophoude
lijke en zelfs dezen kolos uitputtenden strijd.
Toen juffrouw Cohen haar brief ondertee
kend had, sloot zij hem snel in het couvert,
waar zij ook den sleutel had ingelegd, zonder
haar geschrijf nog eens over te lezen, alsof zij
bang was voor hetgeen zij zelf gezegd had.
Het schemerde reeds toen zij met roodge
schreide oogen opstond om naar haar slaap
kamer te gaan en voor den aanvang van haar
nieuwe werkzaamheden nog eenige uren te
rusten.
Dr. Dongen had de portretten, die Dr.
Mersheim hem bezorgde, dadelijk doorgegeven
om hen te laten verveelvoudigen. De controle
der op de rugzijden aangebracht gegevens had,
dat de Duitsche contra-spionnagedienst, over
welke Selfride zoo geringschattend had ge
sproken, toch beter functionneerde dan de
geheime chef van de United Service aangeno
men had. De familie Patterson was bekend.
Aan de hand van eenige beschieden herinner
de men zich hunner nog recht en goed uit den
tijd, dat de gebeurtenissen uit den Chinee-
schen oorlog de toenmaals uiterste zwakte en
wankelbaarheid van het Russische prestige
vormden. Het onpsychologische optreden in
Azië had aan Engeland, dat aanvankelijk door
de revolutionaire successen te Kanton en
Nangkin ten zeerste verontrust was en daar
door zelfs tot het doen van belangrijke con-
cesises geneigd scheen, later weder een veel
sterker en haast onaantastbare stelling ge
geven. Reeds de eerste besprekingen, die de
Russische gezant met de leidende persoonlijk
heden van de Labour Party en de Indenpents
had, bewezen hem zeer duidelijk, dat het En-
gelsche arbeiderdom niet meer gezind was
twijfelachtige experimenten te steunen. Bin
nen weinige daarop volgende dagen had hij
verscheidene persoonlijkheden gesproken, wier
handelsbelangen een Russischen tendens be
zaten en met wie de relatie nimmer geheel
afgebroken geweest was. Zij allen beklaagden
er zich over, dat de trouw bij het naleven van
overeenkomsten ontbrak en over een zekere
illoyaliteit in zakelijke aangelegenheden, die
met particulier kapitalistische zoomin als met
socialistische grondstellingen iets te maken
had, maar slechts eenvoudig een onverdrage-
lijke incorrectheid vormde. Trots al zijn be
drevenheid als onderhandelaar had Jury Za-
gainoff groote moeite deze lieden ervan te
overtuigen, dat de commercieele vooruitzich
ten tegenwoordig grooter dan ooit waren en
dat de Russische koers weliswaar ook in de
toekomst het bolsjewistische „front" niet zou
kunnen prijs geven, maar toch elke „étappe"
en het „achterland" meer dan vroeger met
West-Europa zouden samenwerken.
Zoo kwam het, dat Zagainoff voor het feest
van hertogin Joan geen tijd meer vond om
Esther te spreken. Eerst op den ochtend na
het bal in het Herford Palace was het hem
gelukt zich voor korten tjja vrij te maken, en
liet hij, met eenige bloemen, die hij naar haar
kamer zond, miss Raleigh vragen, of zij hem
wilde toestaan met haar te ontbijten. Esther,
die zich na een doffen en weinig verkwikke-
lijken slaap niet erg opgewekt gevoelde, ver
heugde zich hem weder te ontmoeten en on
der een lichte conversatie vele dingen te
kunnen afschudden, die haar op het oogen
blik hinderden, zoodat zij hem liet verzoeken
zich in de kleine lunchzaal te vervoegen.
Kort voor zij naar beneden ging, schelde
haar telefoon. De heer Larker belde op. Hij
informeerde naar haar. welzijn en vroeg of hij
haar voor den tocht met hertog Eric nog
eens mocht spreken. Hij geloofde, dat het
aanbeveling zou verdiehen, dat hij haar vooraf
het een en ander omtrent detechniek van
het mijnwezen en de methoden van deze in
dustrie ophelderde en zij eerst daarna om zoo
te zéggen practisch onderricht daarin ging
nemen. Eenigszins verbaasd wilde Esther
reeds weigeren, toen het haar te binnen schoot,
dat zij tegen den tijd voor het diner ongeveer
een half uur voor hem beschikbaar had en
verzocht zij hem haar dan in het hotel te ko
men bezoeken. Daarna stapte zij in de licht
om zich naar de ontbijtzaal te begeven en
ontmoette op de gang een piccolo, die een
mand bijzonder mooie rozen droeg. Tot haar
verwondering bleef de boy voor haar staan
en overhandigde haai een klein couvert, dat
hij gelijk met de mand ^bloemen ontvangen
hau. Esther liet hem hoofdschuddend den
korf in haar kamer brengen en las onder het
dalen der lift spottend de uit het couvert ge
nomen kaart van Eric, hertog van Gloucester
die haar schreef hoezeer het hem verheugde
haar een deel van zijn ondernemingen te mo
gen laten zien. Met een gewaarwording van
honende vroolijkheid, gemengd met heimelijke
angst, stak Esther de kaart in haar taschje
en begroette zij Zagainoff, die haar reeds in
de hal opwachtte.
Zij namen plaats en bestelden tamelijk ver
strooid beiden beheerscht do^^ het bewust
zijn, dat zij elkander belangrijke dingen te
zeggen hadden en daarbij vooraf gevoelen^
hoe moeilijk dit zou zijn. Zagainoff begon. Hij
vertelde van alles wat hij de laatste dagen
beleefd had, keuvelde een weinig verward
over allerlei door elkander en sloeg onderwijl
onafgebroken Esther gade. De kellner ser-
veerde. Dit gaf een welkome afleiding. Zij
aten en probeerden daarbij hun bevangenheid
meester te worden. Jury had ondanks de on
beduidende onderwerpen van hun gesprek al
dadelijk bemerkt, dat Esther's stemming
geenszins zoo kalm en lijdzaam was als zij
het gaarne wilde doen voorkomen. Aan Esther
kwam het daarbij voor, alsof haar tafelge
noot onder zijn ijver om haar allerlei belangen
looze dingen te vertellen, de bedoeling en
tegelijkertijd den angst verborg om tot be-
langrijker onderwerpen over te gaan. Zij over*
legde nog een oogenblik voor zij vrij onver
wacht Zagainoff's gekeuvel onderbrak met de
vraag:
„Kent u den heer Larker meer van nabij
„Larker?" Onmiddellijk was Zagainoff ern-
en zakelijk geworden. Hij-had het een of ander
van dezen aard verwacht, maar de naam;
Larker verraste hem toch.
„U hebt hem op het feest van hertogin
Joan leeren kennen?"
Esther knikte. Zagainoff bekeek onderzoei
kend de snede van zijn mes.
„Larker hm. U kent zijn afkomst? EenS
was hij de hoop der arbeiders. Jong, eergie
rig, buitengewoon werkzaam. Men had het
gevaar zeer spoedig bemerkt bij de ande
ren. De montaan industrieelen Larker was
toen mijjnwerker zagen, dat hier een man
opwies, wiens werkelijke gevaarlijkheid stellig
niet een der zoo juist genoemde eigenschap
pen bestond, maar daarmede vereenigd in zijn
grenzenlooze ijdelheid. Nu, men verstaat het
aan dien kant om met menschen om te sprin
gen. Men trachtte volstrekt niet hem te
„koopen", o, hemel, neen.' Deze lompe methode
laat men aan de Amerikanen over."
(Wordt vervolgd.)