Noodweer in Amsterdam De Koninklijke familie in de hoofdstad DE El MELIJKE Zakkenrollers aan het werk Wie mag den wereldkam pioen schaken uitdagen? Kunstschilder-oplichter STRIJD door Michael Corvin Kortsluiting aan de gevel den Stadsschouwburg. van Een hevig onweer, gepaard met een kleine wolkbreuk, dat zich kort voor middernacht boven de hoofdstad ontlastte, heeft een on tijdig einde gemaakt aan de feestvreugde, aangezien de velen, die in den vooravond het minder gunstige weer getrotseerd had den, een goed heenkomen moesten zoeken, zoodat de binnenstad, de café's uitgezonderd, in minder dan geen tijd geheel verlaten was. Om kwart voor twaalf, tijdens het nood weer, werd de omgeving van het Leidsche plein opgeschrikt door sirenengeloei van de roode voertuigen der brandweer, die zich van alle kanten naar het gebouw van den stadsschouwburg spoedden. Er bleek gelukkig niets ernstigs aan de hand te zijn. Het alarm be trof een kortsluiting, welke door de groote hoeveelheid regen veroorzaakt was in een contact van een schijn werper, welke bevestigd is aan een balcon aan den zijgevel van den schouwburg in de Marnixstraat en dient voor de verlichting van het aan de overzijde gelegen American Hotel. Een passeerende nachtwaker had een blauwe steekvlam waargenomen en de poli tie hiervan in kennis gesteld, die op haar beurt de brandweer waarschuwde. Aange zien het hier den Stadsschouwburg gold, werd met groot materiaal uitgerukt, name lijk met drie motorspuiten en drie ladder wagens van de kazernes Honthorststraat, Prinsengracht en Nieuwe Achtergracht. Ook de commandant, dé h'eer C. Gordijn, ver scheen onmiddellijk ter plaatse. De brand weer kon evenwel dadelijk weer inrukken, nadat zij de electrische ètroom had uitge schakeld. De hulp van de brandweer werd overigens in verschillende deelen van de stad inge roepen in verband met vele dakgooten, die de watermassa niet konden verwerken. Klachten over ondergeloopen kelders zijn echter niet binnengekomen. Wel konden vele putten het water niet snel genoeg af voeren, waardoor overstroomingen ontston den. Dit was b.v. het geval op het Frederik Hendrikplantsoen, dat na korten tijd geheel blank stond, De dienst der stadsreiniging was onmiddellijk paraat om het euvel zoo snel mogelijk te verhelpen. De versieringen schijnen zich over het algemeen goed te hebben gehouden. Op verscheidene plaatsen zijn de houten blok jes tusschen de tramrails weggespoeld. Blik seminslag heeft zich, voor zoover valt na te gaan, niet voorgedaan. Te ongeveer half een was de onweersbui afgedreven. Bliksem stagneert treinenloop. Tijdens het zware en langdurige onweer, dat gisteravond ook boven Rotterdam geknetterd heeft, is op de lijn DordrechtRoterdam en op de lijn RotterdamHoek van Hol land, tengevolge van den bliksem storing ontstaan, die weliswaar niet van ernstigen aard was en den trei nenloop niet stagneerde, maar die toch voor verschillende treinen eenige minuten vertraging met zich meebracht. De bliksem deed n.1. eenige zekeringen der electrische leiding doorslaan, zoodat op de gedeelten, die via deze zekeringen van stroom voorzien worden, zeer lang zaam door de passeerende treinen moes- worden gereden. Tot herstel van de schade zijn twee motorwagens uit Rotter dam vertrokken, één naar Feijenoord en één naar Maassluis. Het schijnt, dat voor de reparatie veel werk moet worden ver richt. Behalve in de electrische leiding is de bliksem ook nog ingeslagen in het motorrijtuig van den ge- reedstaanden boottrein, die aan sluiting geeft op de nachtboot, die Donderdagmorgen binnenkomt. Het motorrijtuig werd hierdoor onbruik baar, weshalve in allerijl een ander motorrijtuig uit Rotterdam naar Hoek van Holland werd gedirigeerd. De tweede dag van het vorstelijk verblijf. Zooals gewoonlijk, wordt ook dit verblijf van de Koninklijke Familie aan de hoofd stad zeer productief gemaakt. Gisterenmorgen opende H. M. de Konin gin de reeks officieele bezoeken met de be zichtiging van het instructie-vaartuig „Prin ses Juliana" van het Onderwijsfonds voor de Scheepvaart te Amsterdam, dat aan de De Ruyterkade gemeerd lag. Naast de officieele begroeting had men H. M. een welkom be reid door den toezang van driehonderd schipperskinderen, die bij den ingang van den steiger stonden opgesteld. Grondig heeft H. M., die gekleed was in een parelgrijs mantelcostuum, het instructie vaartuig, van de machinekamer tot het ach terschip, bezichtigd en zich over de zee- en binnenvaartopleiding laten voorlichten. De Landsvrouwe onderhield zich geruimen tijd met de leerlingen van de Zeevaartschool te Den Helder, die juist deze week aan boord van de „Prinses Juliana" een oefentocht maken. Op het schip bevond zich ook de burgemeester van Den Helder, de heer G. Ritmeester. Uitgeleide gedaan door het gejubel der schoolkinderen en vele belangstellenden op den steiger, aanvaardde de Koningin den terugtocht naar het Paleis. De Prins legt bezoeken af. Prins Bernhard heeft den ochtend besteed aan het bezoeken van de Diamantslijperij der firma Asscher in de Tolstraat en de Amsel- brouwerij. De Prins toonde zeer veel belang stelling voor het edelgesteente en liet zich de bijzonderheden door de directie nauwkeu rig uitleggen. Bij het verlaten van de slijperij speelde een pierement in de Tolstraat: „Lang zal hij leven",welke „serenade" door het pu bliek gretig overgenomen werd. Ook in de verschillende bedrijfsafdeelingen van de Amstelbrouwerij heeft de Prins ge- ruimen tijd doorgebracht. Des middags heeft Z. IC. H. Prins Bernhard evenals zulks Dinsdag het geval was, zich met zijn sportwagen naar de tennisbanen in het Vondelpark begeven en daar een kléin uur tennis gespeeld. Middagrijtoer. Des middags vereenigden de leden der Ko ninklijke Familie zich voor een bezoek aan de openluchtschool in het Oosterpark. Vier duizend schoolkinderen uit geheel Amster dam brachten Hun vervolgens vanuit de muziektent een zanghulde. Daarna ging het naar het landgoed Fran- kendaal, waar de Koninklijke gasten een oogenblik het daar plaats hebbende kinder feest bijwoonden. Evenals des morgens, werd de route, zoo wel heen als terug aan beide zijden be grensd door een dichte menschenhaag. Des avonds. Des avonds woonde de Koninklijke Fa milie in het Concertgebouw een gala-con cert bij, dat onder leiding van prof. Dr. Willem Mengelberg werd gegeven. Te kwart over achten arriveerden de hoo- ge gasten. Hare Majesteit was gekleed in een breede sleep eindigende avondjapon, van pauw blauw brocaat, doorweven met kleine, witte motieven; de Prinses een robe van witte charmeuse met een ivoorkleurige écharpe; beiden, moeder en dochter, droegen rijken tooi van diamanten, waarbij de diademen en bij de Prinses ook de armband, bruids geschenk uit Nederlandsch-Indië en de cor sage-versiering opvielen. Het toilet van H. K. H. kreeg een aparte toets door den weelderigen waaier van witte struisveeren, die de Koningin-Moeder van België als hu welijkscadeau had gezonden. Prins Ber- nard droeg de uniform der Marine. Op het moment, dat Koningin, Prinses en Prins de concertzaal betraden, verhieven alle aanwezigen zich van hun zetels en zette het orkest het praeludium over het oude Wilhelmus, voor orkest en orgel, ge componeerd door Prof. Dr. Willem Mengel berg, in. Op het paeludium over het oude Wilhel mus volgden drie coupletten van het Wil helmus, gezongen door het Koor van de Maatschappij tot Bevordering der Toon kunst. DE DRIE MUSKETIERS 195. DE DIAMANTEN RING WORDT VERKOCHT, Den anderen morgen om acht uur kwam de bediende van Des Essart aan d'Artag- nan 7000 pond brengen. Dit was de waarde van den ring der Koningin. Hoewel nu allen reeds een voorstel had den gedaan betreffende de manier waarop men het beste Mylady van het lijf kon hou- den, was d'Artagnan de eenigste geweest, die tot nu toe gezwegen had, terwijl hij anders altijd direct met een goed voorstel klaar stond. Het was alsof hij reeds bij het hooren van den naam van zijn vijandin totaal van zijn stuk was gebracht. Maar hij had nu dan toch een reeds lang gezochte kooper voor zijn diamant ge vonden. Het ontbijt, dat hij bi.i den heer Des Es- sart gebruikte en waarbij hij in zijn nieuwe uniform gekleed was, verliep uitstekend. 196. DE NIEUWE UNJFORM D'Artagnan was bijna zoo groot als Ara mis en daar deze zijn geldschieter flink te pakken had gehad bezat hij altijd twee uniformen. De eene leende hij aan d'Artag nan. Als hij nu maar niet steeds Mylady vanuit de verte had gezien, dan was hij de gelukkigste man ter wereld geweest, maar ze leek een onweerswolk, welke elk oogen blik kon losbarsten. De rest van den middag bracht d'Artag nan door met het wandelen in zijn nieu we uniform door de verschillende straten der legerplaats, waarbij hij van allerlei zij den gelukwenschen in ontvangst had te nemen. Des avonds kwamen de vrienden weer bijeen om te overleggen wat men aan lord Winter en aan den persoon in Tours .\ou schrijven, die tot den kennissenkring van Aramis behooren. Verder moest mien een besluit nemen, door wiens bediende de brief bezorgd zou worden. Ieder meende hierbij, dat zijn bediende er het meest geschikt voor was. Daarna werd onder groote aandacht van vorstelijke personen en genoodigden een klassiek programma uitgevoerd. Gedurende het gala-concert was boven de hoofdstad een onweer losgebarsten, zoodat er, toen de Koninklijke Famidie het concert gebouw verliet, slechts weinig publiek stond, in tegenstelling met de heenrit, toen duizenden zich langs den weg geschaard hadden. De groote drukte in verband met het Ko ninklijk bezoek, maakt de hoofdstad tot een welkom operatie-terrein voor zakkenrollers. Bij de politie zijn gisteren dan ook ver scheidene aangiften binnengekomen van menschen, die in de drukte het slachtoffer van zakkenrollerij waren geworden. Aan een trampassagier van lijn 2 is een zilveren horloge ontrold. Een 77-jarige inwoner van Hilversum en een 72-jarige bewoner van de Marnixstraat, raakten op het Damrak hun gouden horloges kwijt. Een 76-jarigen bewoner van de Keuche- niusstraat is op het Damrak een portemon- naie, inhoudende zeven gouden tientjes, ont rold, en een 46-jarigen bewoner van de Van Baerlestraat werd op den Nieuwendijk een portemonnaie, inhoudende zestien gulden ontrold. Capablanca no. 1 op de lijst. Reeds geruimen tijd houdt men zich in de internationale schaakwereld bezig met het vraagstuk welke meester het eerst in aanmerking komt om den winnaar van de in dit najaar te houden revanchematch tusschen Euwe en Aljechin, voor een kamp om den wereldtitel uit te dagen. Was het organiseeren van een titelmatch tot nu toe een particuliere aangelegenheid, na de revanchematch tusschen Euwe en Aljechin zal de internationale schaak bond (F.I.D.E.) in de organisatie van dergelijke ontmoetin gen een belangrijk aandeel verkrijgen. Nu is eenigen tijd geleden een commis sie door de F.I.D.E. ingesteld, die een rang lijst zou opmaken van de spelers, die voor een titelmatch tegen Euwe of Aljechin in aanmerking zouden komen. Ieder lid van de commissie heeft een lijst samengesteld met een vijftal candidaten. Zoo heeft Aljechin eveneens een dergelijke ranglijst opgesteld, waarop Capablanca als nummer 1 voorkomt. Vervolgens worden in deze volgorde genoemd Botwinnik, Fine, Flohr en Reshevski. Wij vernamen, dat de door de vijf commissieleden individueel sa mengestelde lijsten nogal verschilden, iets wat eigenlijk vanzelfsprekend mag worden geacht. Naar wij echter van welingelichte zijde vernamen, hebben alle commis sieleden Capablanca als nummer 1 op de lijst geplaatst, dit In verband met zijn resultaten in 1936 behaald op de groote tournooien te Moskou en Nottingham, De beslissing valt In Augustus a.s. op be'( a.s. congres v. d. Int. Schaakbond te Stock holm. Men mag aannemen, dat de eerstvolgende ontmoeting om het wereldkampioenschap niet eerder dan in 1939 zal plaats vindens Ajnsterdamsche politie slaat goe« den slag. Door de Amsterdamsche politie is aange houden en naar Rotterdam overgebracht de in het algemeen politieblad gesignaleerde 29-jarige -J. A. A., gedomicileerd te Ban- doeng, die zich alhier heeft uitgegeven als kunstschilder of als koopman, maar die er zijn werk van maakte, bij een groot aantal goed gesitueerden aan te kloppen onder voorwendsel, dat hij gelden inzamelt voor zijn terugreis, Op deze wijze heeft de man bij verschillende personen geldsbedragen en goederen weten los te krijgen, niet alleen te Rotterdam, maar ook in andere plaatse^ als Den Haag en Arnhem. De man heeft in totaal zooveel geld ver« zameld, dat hij de reis naar Indië wel eeni ge malen had kunnen maken. Maar hij moest ook leven, weshalve hij het geld daartoe bestemde. Bij de politie; gaf hij voor dat hij de beschikking had over contanten, die hij evenwel niet kon laten zien, noch bewijzen, dat hij erover beschik te. De man is in het hoofdbureau van poli tie te Amsterdam opgesloten. 29. Toen juffrouw Cohen, die aan den brief van Burg slechts weinige conventioneele groe ten aan Esther had toegevoegd, thuis geko men was, uitten haar angst en ongerustheid zich eerst in een onbedaarliik weenen. Burgs ongewondenheind, zijn woorden tot haar en voor alles zijn brief, dien hij haar haar voor Esther dicteerde, waren voldoende om haar het ergste voor de toekomst van haar vrien din te doen vreezen. Wat had Burg aan de jonge correspondente geschreven? Hij had haar nogmaals voor de Information Service gewaarschuwd, hij had haar meegedeeld, welke rol de heer Hardley in een reeks hem bekende gevallen gespeeld had en haar opnieuw inge scherpt om bij alle ondernemingen vóór het voortgaan aan het verzekeren van den aftocht te denken. Wat hij haar niet geschreven had, niet had kunnen schrijven, was zijn eigen groote bezorgdheid geweest. De toon van zijn stem, het rustelooze heen en weer loopen van den zwaren man, zijn nauwelijks beheerschte zenuwachtigheid, dast alle kon Ester uit haar brief zoo niet opmaken, zooals zij, juffrouw Cohen, het beleefd had. En de kleine, mis maakte secretaresse, die behalve een paar on duidelijke brieven van haar zelf haar geheele leven slechts naar het dictee van anderen ge schreven had en slechts de beweegredenen, de verwachtingen en de wenschen van andere menschen op papier had gebracht, zette zich nu in haar kleine kamer neer om een langen en waarschuwenden brief aan Esther op te stellen. Zij worstelde met den aanhef. Wat waren die eerste woorden moeilijk! Hoe moest zij beginnen? Zij slikte, mompelde, Kauwde vertwijfeld op haar penhouder, dien zij zoo weinig gewoon was te hanteeren en haar in den loop der jaren geheel vreemd geworden was, en begon toen stpf en met bevende letters te schrijven. De brief werd lang, veel langer, dan zij eerst gedacht had. Zij verzweeg niets, niets van alles, wat zij in de redactie gezien en ge hoord had, en niets van hetgeen zij slechts vermoedde of voelde. Zij bezwoer Esther haar leven niet in gevaar te brengen, hoewel zij niet wist, hoe zij zich daarvoor behoeden moest. Zij stelde zich tot haar beschikking. De kleine, arme juffrouw Cohen bood Esther een vrij plaats aan, een asyl, waar zjj veilig zou zijn, een toevluchtsoord, dat altijd, altijd, voor haar open stond. Zij besloot deed dit daarna ook werkelijk Esther in den brief meteen den sleutel van haar woning te zenden, en toen schreef zij weer verder. Zij legde er den nadruk op, dat Estter zich met even groote zekerheid op Burg kon verlaten als op haar zelf. Maar zij verzweeg haar niet, dat zij Burg zelf in gevaar geloofde. Zijn betrekking in de redactie en de uitgeverij was een onophoude lijke en zelfs dezen kolos uitputtenden strijd. Toen juffrouw Cohen haar brief ondertee kend had, sloot zij hem snel in het couvert, waar zij ook den sleutel had ingelegd, zonder haar geschrijf nog eens over te lezen, alsof zij bang was voor hetgeen zij zelf gezegd had. Het schemerde reeds toen zij met roodge schreide oogen opstond om naar haar slaap kamer te gaan en voor den aanvang van haar nieuwe werkzaamheden nog eenige uren te rusten. Dr. Dongen had de portretten, die Dr. Mersheim hem bezorgde, dadelijk doorgegeven om hen te laten verveelvoudigen. De controle der op de rugzijden aangebracht gegevens had, dat de Duitsche contra-spionnagedienst, over welke Selfride zoo geringschattend had ge sproken, toch beter functionneerde dan de geheime chef van de United Service aangeno men had. De familie Patterson was bekend. Aan de hand van eenige beschieden herinner de men zich hunner nog recht en goed uit den tijd, dat de gebeurtenissen uit den Chinee- schen oorlog de toenmaals uiterste zwakte en wankelbaarheid van het Russische prestige vormden. Het onpsychologische optreden in Azië had aan Engeland, dat aanvankelijk door de revolutionaire successen te Kanton en Nangkin ten zeerste verontrust was en daar door zelfs tot het doen van belangrijke con- cesises geneigd scheen, later weder een veel sterker en haast onaantastbare stelling ge geven. Reeds de eerste besprekingen, die de Russische gezant met de leidende persoonlijk heden van de Labour Party en de Indenpents had, bewezen hem zeer duidelijk, dat het En- gelsche arbeiderdom niet meer gezind was twijfelachtige experimenten te steunen. Bin nen weinige daarop volgende dagen had hij verscheidene persoonlijkheden gesproken, wier handelsbelangen een Russischen tendens be zaten en met wie de relatie nimmer geheel afgebroken geweest was. Zij allen beklaagden er zich over, dat de trouw bij het naleven van overeenkomsten ontbrak en over een zekere illoyaliteit in zakelijke aangelegenheden, die met particulier kapitalistische zoomin als met socialistische grondstellingen iets te maken had, maar slechts eenvoudig een onverdrage- lijke incorrectheid vormde. Trots al zijn be drevenheid als onderhandelaar had Jury Za- gainoff groote moeite deze lieden ervan te overtuigen, dat de commercieele vooruitzich ten tegenwoordig grooter dan ooit waren en dat de Russische koers weliswaar ook in de toekomst het bolsjewistische „front" niet zou kunnen prijs geven, maar toch elke „étappe" en het „achterland" meer dan vroeger met West-Europa zouden samenwerken. Zoo kwam het, dat Zagainoff voor het feest van hertogin Joan geen tijd meer vond om Esther te spreken. Eerst op den ochtend na het bal in het Herford Palace was het hem gelukt zich voor korten tjja vrij te maken, en liet hij, met eenige bloemen, die hij naar haar kamer zond, miss Raleigh vragen, of zij hem wilde toestaan met haar te ontbijten. Esther, die zich na een doffen en weinig verkwikke- lijken slaap niet erg opgewekt gevoelde, ver heugde zich hem weder te ontmoeten en on der een lichte conversatie vele dingen te kunnen afschudden, die haar op het oogen blik hinderden, zoodat zij hem liet verzoeken zich in de kleine lunchzaal te vervoegen. Kort voor zij naar beneden ging, schelde haar telefoon. De heer Larker belde op. Hij informeerde naar haar. welzijn en vroeg of hij haar voor den tocht met hertog Eric nog eens mocht spreken. Hij geloofde, dat het aanbeveling zou verdiehen, dat hij haar vooraf het een en ander omtrent detechniek van het mijnwezen en de methoden van deze in dustrie ophelderde en zij eerst daarna om zoo te zéggen practisch onderricht daarin ging nemen. Eenigszins verbaasd wilde Esther reeds weigeren, toen het haar te binnen schoot, dat zij tegen den tijd voor het diner ongeveer een half uur voor hem beschikbaar had en verzocht zij hem haar dan in het hotel te ko men bezoeken. Daarna stapte zij in de licht om zich naar de ontbijtzaal te begeven en ontmoette op de gang een piccolo, die een mand bijzonder mooie rozen droeg. Tot haar verwondering bleef de boy voor haar staan en overhandigde haai een klein couvert, dat hij gelijk met de mand ^bloemen ontvangen hau. Esther liet hem hoofdschuddend den korf in haar kamer brengen en las onder het dalen der lift spottend de uit het couvert ge nomen kaart van Eric, hertog van Gloucester die haar schreef hoezeer het hem verheugde haar een deel van zijn ondernemingen te mo gen laten zien. Met een gewaarwording van honende vroolijkheid, gemengd met heimelijke angst, stak Esther de kaart in haar taschje en begroette zij Zagainoff, die haar reeds in de hal opwachtte. Zij namen plaats en bestelden tamelijk ver strooid beiden beheerscht do^^ het bewust zijn, dat zij elkander belangrijke dingen te zeggen hadden en daarbij vooraf gevoelen^ hoe moeilijk dit zou zijn. Zagainoff begon. Hij vertelde van alles wat hij de laatste dagen beleefd had, keuvelde een weinig verward over allerlei door elkander en sloeg onderwijl onafgebroken Esther gade. De kellner ser- veerde. Dit gaf een welkome afleiding. Zij aten en probeerden daarbij hun bevangenheid meester te worden. Jury had ondanks de on beduidende onderwerpen van hun gesprek al dadelijk bemerkt, dat Esther's stemming geenszins zoo kalm en lijdzaam was als zij het gaarne wilde doen voorkomen. Aan Esther kwam het daarbij voor, alsof haar tafelge noot onder zijn ijver om haar allerlei belangen looze dingen te vertellen, de bedoeling en tegelijkertijd den angst verborg om tot be- langrijker onderwerpen over te gaan. Zij over* legde nog een oogenblik voor zij vrij onver wacht Zagainoff's gekeuvel onderbrak met de vraag: „Kent u den heer Larker meer van nabij „Larker?" Onmiddellijk was Zagainoff ern- en zakelijk geworden. Hij-had het een of ander van dezen aard verwacht, maar de naam; Larker verraste hem toch. „U hebt hem op het feest van hertogin Joan leeren kennen?" Esther knikte. Zagainoff bekeek onderzoei kend de snede van zijn mes. „Larker hm. U kent zijn afkomst? EenS was hij de hoop der arbeiders. Jong, eergie rig, buitengewoon werkzaam. Men had het gevaar zeer spoedig bemerkt bij de ande ren. De montaan industrieelen Larker was toen mijjnwerker zagen, dat hier een man opwies, wiens werkelijke gevaarlijkheid stellig niet een der zoo juist genoemde eigenschap pen bestond, maar daarmede vereenigd in zijn grenzenlooze ijdelheid. Nu, men verstaat het aan dien kant om met menschen om te sprin gen. Men trachtte volstrekt niet hem te „koopen", o, hemel, neen.' Deze lompe methode laat men aan de Amerikanen over." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 8