Kan het aantal inwoners van
Nederland op peil blijven?
Abonneert U op
dit blad
Een interessante voorspelling
Export vroege
aardappelen
Radioprogramma
DE
EIMELIJKE
STRIJD
het geld
dinsdag 15 juni 1937.
door Michael Corvin
TUSSCHEN 1965 EN 2000 ZIJN GE
BOORTE- EN STERFTECIJERS
IN ONS LAND AAN ELKAAR
GELIJK.
Voor de Algemeene Nederlandsche Ver
een iging voor Sociale Geneeskunde hield
prof. mr. H. W. Methorst, directeur-gene
raal der Statistiek, Zaterdagmiddag in het
Orthopaedisch Instituut te Nijmegen, een
voordracht over het bevolkingsvraagstuk,
waarvoor hij tot titel had gekozen: „Leef-
tijdspyramide, de spil van het bevolkings
vraagstuk".
Spr. zeide, dat welvaart, verstande
lijke ontwikkeling, hygiëne, verkeer
alle factoren van onze Westersche
cultuur op den duur leiden tot
vermindering van geboorten en uit
eindelijk tot een stilstaande be
volking, terwijl niet vooraf te zeg
gen is hoe de geboorte, en sterfte-
curven zich verder zullen ontwik
kelen.
De vraag of onze aarde dicht bevolkt is,
is niet te beantwoorden bij gebrek aan ver
gelijkingsmateriaal. Een antwoord op de
vraag of onze aarde, met het oog op de
voedselvoorziening, reeds nu overbevolkt
is, heeft men trachten te benaderen.
Se vruchtbaarheid van onze aarde.
Onze aarde wordt thans bewoond door
ruim 2000 millioen menschen. Nauwkeurig
is dit aantal niet bekend. Zoo wordt de
bevolking van China geschat op 350 a 450
millioenen. zielen, een dubium van 100
millioen.
Statistici hebben berekend, dat onze aar
de onder zekere voorwaarden mogelijk vijf
maal zooveel personen zou kunnen voeden
kleeden en huisvesten. Zelfs indien deze
prognose over het algemeen juist ware dan
nog zijn er landen, die zeker niet vijf maal
dichter bevolkt zouden kunnen zijn, waartoe
we moeten rekenen geheel West-Europa,
Britsch-Indië, China, Japan en ons Java.
Ook Nederland zal nimmer in staat zijn
vijf maal acht millioen of 40 millioen in
woners te kunnen voeden.
Uitbreiding
bevolking?
of inkrimping der
Spr. wees er op, dat In Europa twee ge
heel tegenovergestelde opvattingen betref
fende het bevolkingsvraagstuk worden aan
getroffen. Spr. gaf de argumenten aan, op
grond waarvan sommigen het wenschelijk
achten dat de bevolking zioh niet verder
uitbreidt, en de tegenargumenten op grond
waarvan anderen het een ramp zouden ach
ten indien de bevolking van een land niet,
althans eenigermate, bleef toenemen.
In elk der tegenover elkaar staande argu
menten schuilt waarheid. Hierna werden
een 7-tal grafieken gedemonstreerd aange
vend den loop der bevolking in Nederland,
België, Engeland, Duitsohland, Frankrijk,
Italië en Japan waaruit bleek dat inFrank-
rijk de geboorte- en sterftecurven elkaar
reeds vele malen gekruist hebben en dat
In België, Engeland en Duitschland
de curven elkaar reeds sterk nade
ren en waarschijnlijk eerder dan in
Nederland elkaar zullen ontmoeten.
In Nederland wordt, dit niet ver-
waoht binnen de eerste 30 jaar,
doch vermoedelijk na 1965 en voor
het jaar 2000. Ook in Italië zijn de
beide curven elkaar reeds meer ge
naderd dan dit in Nederland het
geval is.
Japan heeft nog een grooteren natuurlij
ken bevolkingsaanwas dan Nederland, doch
het laat zich aanzien, dat dit jaarlijksch
accres eveneens geleidelijk zl verminderen,
naar gelang Japan in steeds grooter mate
de Westersche cultuur navolgt
Vervolgens behandelde spreker de methode
Burgdërfer en Kuckzynski voor de bereke
ning of een bevolking in staat ls zich in
aantal op peil te houden. Nederland is hier
toe nog in staat.
In 1930—1931 was de bevolkingsaanwas
1,25 en in 1935 1,10. Elk jaar zal dit cijfer
door het Centraal Bureau voor de statistiek
worden berekend en gepubliceerd.
Prof. Methorst demonstreerde voorts twee
grafische voorstellingen, welke gegrond zijn
op hypothesen en daarom onder alle voorbe
houd moeten worden aanvaard.
De eerste hypothetische grafiek is een z.g.
sterftetafelbevolking van Nederland.
Hierin worden vergeleken de percentages
die ieder der leeftijdsjaren in 1930 uitmaakte
van de totale Nederlandsche bevolking van
dat jaar, met de percentages die ieder der
leeftijdsjaren zouden uitmaken in een totale
bevolking waarin:
le. doorloopend dezelfde sterfteverhou-
dingen golden als gemiddeld in Nederland
in 1921—1930, volgens de sterftetafel;
2e. het totaal aantal geborenen van jaar
tot jaar gelijk blijft en gelijk is aan het aan
tal overledenen.
Donkere toekomst.
Hieruit volgt dat de Nederlandsche bevol
king in de toekomst een zwaardere last zal
hebben te dragen, door de sterkere bezet
ting der leeftijdsklassen van 55—6i jaar,
de halfproductieven en de leeftijdsklassen
van 65 jaar en ouder, de onproductieven.
De tweede hypothese.
Nog sterker komt dit uit in de tweede hy
pothetische beeldengrafiek in kleuren.
Aanschouwelijk wordt hierin voorgesteld
het aantal 0—4 jarigen, 5—14 jarigen 15—
19 jaren, 20—54 jarigen, 55—54 jarigen, en
het aantal personen van 65 jaar en ouder,
welke aanwezig waren in 1935 en aanwezig
zullen zijn in 1955 en 1975. Daarbij is uit
gegaan van de veronderstelling dat de aan
was geleidelijk zal dalen tot 0,85, een cijfer
dat hooger is dan op het oogenblik geldt:
voor: Oostenrijk, Duitsohland, Estland,
Engeland en Wales, Zweden en Frankrijk.
Verder is verondersteld dat de sterftever-
houdingen gebleven zijn, zooals die in 1935
waren.
Hieruit zou volgen, angenomen dat de
vooronderstellingen niet onjuist zijn, dat in
de toekomst een steeds ongunstiger verhou
ding tusschen de productieve en de oude
improductive elementte zal gaan bestaan.
Maar het verloop is geleidelijk.
Tot slot betoogde spr., dat het bevolkings
vraagstuk niet op zich zelf staat, doch
slechts opgelost kan worden in verband met
een betere wereldorde.
Verdeeling van hef contingent
voor Duitschland.
Ter uitvoering van het aan de Neder
landsche Groenten- en Fruitcentrale ver
leende Uitvoermonopolie van Tuinbouwpro
ducten naar Duitschland heeft, volgens „de
Tuinderij" het Dagelijksch Bestuur dezer
centrale besloten om de ingevolge het Ne-
derlandsch-Duitsche handelsverdrag vastge
stelde in Juni en Juli 1937 in Duitschland
DE DRIE MUSKETIERS
201.
Maar," ging Aramis verder, „daar de
bediende, die dezen brief over zal brengen,
ons gemakkelijk kan wijsmaken, dat hij in
Engeland is geweest, terwijl hij in werke-,
lijkheid niet verder dan Chatelleraut is ge-i
weest, meen ik, dat we hem niet meer dan
de helft van het geld direct moeten geven
en de rest eerst, als hij het antwoord te
rug heeft gebracht. Heb je den diamant
ring, d'Artagnan?"
„Ik heb iets wat beter is, antwoordde
deze en wierp de zak met geld op tafel,
„Hoeveel zit daarin?" vroeg Athos.
„7000 Pond in goud!"
„Was deze kleine, ellendige diamant 7000
pond goud waard?" vroeg Porthos ver
baasd.
„Dat schijnt zoo", antwoordde Athos,
„want ik kan niet gelooven, dat d'Artagnan
zijn eigen vermogen daarbij gevoegd zal
hebben."
„Nu echter, mijne vrienden," nep d'Ar
tagnan, willen we ook nog in alle stilte de
Koningin en haar vriend Buckingham ge
denken."
202.
LIEVE NICHT,
„Je hebt gelijk," zei Athos, „maar Ara
mis kan daarbij zeker nog verdere dien
sten bewijzen."
Aramis greep de pen en nadat hij een
oogenblik had nagedacht, schreef hij den
volgenden brief: „Lieve Nicht!"
„Zoo, dus je bent nog met je vriendin in
Tours verwant," onderbrak Athos hem,
„Nu verder maar."
Aramis liet zich niet storen: .Zijne Emi
nentie, dien God voor het welzijn van Frank
rijk en voor de verdelging van zijn vijan
den nog lang moge sparen, doet tevens al
het mogelijke, de oproerige ketters van La
Rochelle te onderdrukken, Waarschijnlijk
zal de Engelsche vloot, die zal komen om
hen te ontzetten, nimmer voor de stad ver
schijnen, Ja, ik waag het zelfs te beweren,
dat de plannen van Buckingham door de
een of andere buitengewone gebeurtenis
doorkruist zullen worden. Zijne Eminentie
is de voornaamste politicus ter wereld. Hij
zou in staat zijn, de zon te doen verblee-
ken, indien deze het hem lastig zou maken"
te importeeren hoeveelheid vroege aardappe
len ,over de exporteurs te yerdeelen als
volgt:
I. Aan de groep exporteurs, wien in
1936 een machtiging tot uitvoer van aard
appelen naar Duitschland door de Neder
landsche Groenten- en Fi-uitcentrale is ver
leend, wordt 90 van de in totaal naar
Duitschland uit te voeren hoeveelheid aard
appelen toegewezen, welke hoeveelheid over
genoemde exporteurs wordt verdeeld in ver
houding tot het gemiddelde van de aan elk
hunner door de Centrale in 1936 voor de
maanden Juni en Juli in eerste instantie
toegewezen hoeveelheden naar Duitschland
uit te voeren aardappelen en de hoeveel
heid, welke die exporteur daadwerkelijk
met machtiging der Centrale heeft uitge
voerd. Bedoelde uitvoermachtiging kan door
haar bij gedeelten, verdeeld over verschil
lende termijnen, worden verleend,
II. De resteerende 10 wonfen verdeeld
naar gelang van de bij de Centrale ingeko
men aanvragen, met dien verstande dat:
a. de exporteurs, onder I bedoeld, hier
voor slechts in aanmerking komen indien
de hun krachtens het bepaaldae onder I
verleende machtiging is uitgeput;
b. aan geen exporteur een uitvoermach
tiging wordt verleend tot een hoeveelheid
grooter dan 10 ton jer dag.
III. De Centrale behoudt zich het recht
voor aan exporteurs, wien ingevolge het
bepaalde onder I of II een uitvoermachti
ging is verleend, een termijn te stellen, bin
nen welken de toegestane hoeveelheid zal
moeten zijn uitgevoerd, op straffe van ver
val van de machtiging, welke niet is ge
bruikt.
Hilversum I.
RRO-Uitzending. 4.005.10 HIRO.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur,
12.00 Berichten.
12.15 De KRO-Melodlsten en solist,
1.00 Gramofoonmuziek.
I.20 KRO-orkest.
2.00 Voor de vrouw.
3.00 Gramofoonmuziek.
3.10 KRO-Kamerorkest.
4.00 Gramofoonmuziek.
4.10 „Het theosofisch Plan van den Arbeid",
causerie.
4.35 De HIRO-post.
4.45 „Universeele religie", causerie.
5.10 KRO-orkest.
5.45 FeUcitatiebezoek.
6.00 De KRO-Melodisten, en solist,
(Van 6.156.30 Zwemcursus).
7.00 Berichten.
7.15 „Luchtbescherming op scholen, kloosters
internaten en weeshuizen", causerie.
7.35 Sportpraatje.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen,
8.15 De KRO-Melodisten en solist,
9.00 Gramofoonplaten.
9.30 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP.
10.40 De KRO-Boys, solist en gramofoonmu
ziek.
II.3012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum H. '1
AVRO-Uitzendlng. 11.0011.30 v.m. en 6.80
—7.00 RVU.
8.00 Gramofoonplaten. GJ
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonplaten.
10.30 Jetty Cantor's ensemble.
11.00 Lezing: Moderne Voeding in ruimen zin,
11.30 Vervolg concert.
12.30 Kovacs Lajos' orkest,
1.00 AVRO-Dansorkest,
I.30 Omroeporkest.
2.05 Gramofoonplaten.
2.20 Omroeporkest en solist.
3.00 Orgelspel, het Sylvestre-Trio en gramo
foonplaten.
4.30 Kinderkoorzang.
5.00 Kinderhalfuur.
5.30 AVRO-Aeolian-orkest.
6.30 Cursus „De ontwikkeling van het den
ken". J
7.00 AVRO-Dansorkest.
7.30 Reportage opening van de Volksraad ÜJ
Ned.-Indië door Z. Exc. den G.-G.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen,
8.15 Gramofoonplaten.
8.30 Bonte Dinsdagavondtreln,
9.30 Padvinders-Koorconcret.
10.00 Vervolg Dinsdagavondtreln.
10.45 Actualiteitsflitsen.
II.00 Berichten ANP, Hierna Ensemble f«-
renezy. J
11.3012.00 Gramofoonplaten, 4 i
1
32.
Esther wilde het hoofd schudden en op
staan. Het kwam haar voor alsof haar stoel
van lood was en haar ledematen waren zon
derling machteloos. Zij probeerde de leuning
van den stoel vast te omklemmen, om zich
zelf weder meester te worden, maar het mis
lukte haar. Haar handen waren krachteloos
en geleken verdoofd. Zij hoorde een voort
durend naderbij komend ruischen en toen be
gonnen de lichten in de zaal langzaam groo
ter en nevelachtig te worden. Zij bemerkte
het zelf niet meer, dat zij ineen zonk, dat
Zagainoff op haar toesprong en haar naar
haar kamer bracht.
Nadat hij zich ervan overtuigd had, dat het
slechts een ongevaarlijke onmacht was, had
hij haar op een divan gelegd. Toen krabbelde
hij haastig een paar regels op een van haar
eigen vellen schrijfpapier, deed het blad in een
couvert en gaf het aan het kamermeisje, dat
bij Esther zou blijven tot zij weder bijkwam.
Zagainoff ging naar zijn eigen kamer en be
gaf zich kort daarop naar de eerste der vele
conferenties, die hem wachtten.
Esther ontwaakte. Haar blik viel op het
kamermeisje, dat met den rug naar haar toe
zat en een oogenblik nam zij zonder begrijpen
de dingen om haar heen op, tot al het gebeur
de weder voor haar opdoemde en zij zich met
een hopeloozen zucht oprichtte. Het meisje,
opmerkzaam geworden, kwam naar haar toe,
vroeg naar haar wenschen en ging toen. na
dat zij Esther den brief gegeven had, de kamer
uit. Esther scheurde den omslag open en las
de weinige regels:
Lieve Esther Raleigh,
Ik moest weg en kom eerst tegen den
avond weder in het hotel terug. Laat je niet
overweldigen door een noodlot, dat wij steeds
slechts denken te kunnen overzien. Het komt
gewoonlijk anders uit dan wij verwachten of
vreezen, maar hoe het ook uit mag komen,
je weet, dat je niet alleen staat, doch altijd
iemand hebt, op wien je onder alle omstandig
heden kunt rekenen. Ik zal mij aandienen,
zoodra ik weer in het hotel terug ben. Wees
zoo goed bij den portier de boodschap achter
te laten, waar ik je kan vinden.
Jury Zagainoff.
Esther vouwde den brief op en ging weer
op den divan liggen. Met een vermoeid lachje
bekeek zij de figuren van het plafond en
volgde gedachtenloos de smalle, witte sierlijs
ten, die boven haar hoofd allerlei overdadige
krullen en slingers vormden. Een oogenblik
dacht zij met vagen weemoed aan Berlijn, aan
George en den ouden Burg. Dan zag zij Jury's
oogen weer voor zich en moest zij onwillekeu
rig lachen. Zij keek op de klok. Het was nog
geen tijd om de West Indian Rubber Company
op te bellen. Na de opwinding van het laatste
uur trad nu de reactie in. Zij gaf door de huis
telefoon order haar om drie uur te wekken en
lag reeds enkele oogenblikken daarna in een
diepen slaap verzonken.
Zagainoff had de vraag van den bediende
aan de deur, of hij een auto voor hem zou
roepen, ontkennend beantwoord. Den korten
weg van de plaats van zijn eerst aan de beurt
zijde conferentie wilde hij te voet afleggen om
met zichzelf en zijn gedachten in het reine te
komen. Om hem heen jachtte het Londensche
verkeer met regelmatige, korte onderbrekin
gen en rolde als een machtige deining, aan
welker rhytmus men zich niet kon onttrekken,
voort. Wat was er gebeurd?
Hij was verliefd geworden, dat was alles.
Verliefd? Jury neuriede onwillekeurig voor
zich heen en keek met schitterende oogen den
somberen dag in, als waren de taxi's, autobus
sen en jachtige menschen in een stralend
licht gehuld. Hij moest aan den ouden Chaplin
film „The Kid" denken, aan Charley in den
hemel. Daarbij herinnerde hij zich tevens,
waar hij de film gezien had Dat was in Kijew
geweest, al een heele rij jaren geleden, die nu
bij het terugzien eindeloos lang scheen te zijn.
Zijn gedachten dwaalden een korten tijd in
het verleden rond ontwaarden hier en daar
de verschijning van een vrouw,, die hij ge
kend had en weer vergeten was en dat
voerde hem terug naar Esther.
Hij was verliefd. Groote hemel, welk een
dilemma! Hij was verliefd. Welk een geluk!
Jury moest van neuriën tot fluiten overgaan,
om ook uiterlijk met zijn stemming gelijken
tred te houden. Wat was Esther Raleigh
mooi! Maar dat was onzin. Zij was een
mensch en hij meende haar zoo goed te kun
nen begrijpen. Een jong, krachtig mensch, ge
laden met alle energie eener onverbruikte
je igd, en gespannen van verwachting het volle
leven nog voor zich te hebben.
En weder drong de gedachte zich bij hem
op ana het leven, waar zij nu in zou geraken,
waar zij in gedreven werd, onvermijdelijk en
bestuurd door een duister noodlot. Zij was
tot dit bereop gekomen, zooals een ander
mensch tot dat van boekhandelaar of dominee
komt. Hij moet lachen. Het was zoo onschul
dig en volstrekt niet gecompliceerd of deca
dent. Esther Raleigh was slechts jong, dat
was alles.
Het was Jury volkomen duidel, welke ge
varen de toekomst voor Esther verborg en
ook maakte hij er zich geen illusies over, dat
zij juist door haar onverbruiktheid een vree-
selijk wapen in de hand van bekwame strate
gen kon zijn en van de kranigheid van Sel-
fride wist zij genoeg.
Een verbintenis met Esther hij hield op
met fluiten en zag plotseling hoe nevelig en
kleurloos de straat om hem heen was en
hoe grauw de hemel daar boven hing. Hij
klemde zich vast aan het woord „kameraad"
maar hoe erbarmelijk was dat woord voor
zjjn gevoel. Hjj zwoer bij zichzelf aan haar
zijde te blijven, wat er ook mocht gebeuren,
zelfs op gevaar af
Daar stond hij voor het gebouw, waar hij
moest zijn en trad binnen; de deelnemers aan
de bespreking wachtten hem reeds. De meeste
van deze weldoorvoede, blozende heeren kende
Jury reeds en hij wist hoe gaarne zij tot
zakendoen met het Oosten wilden komen. Hij
begroette hen, nam plaats en was vijf minu
ten later in de meest zakelijke debatten ge
wikkeld, zonder daarbij echter ook maar een
seconde lang Esther te vergeten. Het gelukte
hem de conferentie snel te doen eindigen
de heeren verzocht nog enkele dagen be
denktijd en alle uitnoodigingen voor de
eerstvolgende uren te voorkomen. Hij riep
een taxi en was reeds kort na tweeën in het
hotel terug, waar hij vernam, dat miss Ra
leigh zich om drie uur wilde laten wekken.
Jury gebruikte dit hem nog overblijvende
uur om zich de daarop volgende tien minuten
voor te stellen, wat hem onverwacht moeilijk
bleek te zijn. Een oogenblik dacht hij eraan
eenvoudig voor Esther te treden en haar met
de onthulling van zijn toestand te verras
sen. Daarna overwoog hij wel een dozijn di
plomatieke manieren, die hij alle weder ver
wierp, daar zij hem onmogelijk, belachelijk en
veel te gecompliceerd toeschenen. Eindelijk
besloot hij alles maar aan het toeval over
teo laten en wachtte hij, zich met geweld tot
kalmte dwingend, tot het drie uur werd. Toen
liet hij zich van zijn kamer uit met Esther
verbinden, die juist gewekt was, en vroeg hij
of hij haar een oogenblik mocht komen be
zoeken.
Esther was door den slaap een weinig op-
gefrischt ontwaakt, toen zij precies om drie
uur door den portier opgebeld werd. Kort
daarna kwam Jury aan de telefoon en zij ver
zocht hem zonder uitstel bij haar te komen.
Zij had nog bijna een uur tijd, voor haar ont
moeting met den heer Larker zou plaats
hebben.
Er werd op haar deur geklopt en op haar
„Binnen.' verscheen Jury Zagainoff met een
houding, die zij nog nooit van hem gezien
had. Hij gedroeg zich als een dilettant op
het tooneel, zette een verlegen gezicht en
was door en door het toonbeeld van den be<
dremmelden man, die niet goed weet, hoe hij
in een netelige positie geraakt is. Esther ver-
zocht hem plaats te nemen en glimlachte
hem vragend toe. Haar bezoeker school zej
nuwachtig op zijn stoel heen en weer en zei
eindelijk met een beneden stem, dat het m>s'<
schien totaal verkeerd van hem geweest was,
om daar straks zocj te spreken, maar ea
hij keek haar met een hulpeloozen blik aan
en haalde de schouders op.
Zijn verlegenheid dreigde Esther aan t»
steken, maar zij voelde, dat het gesprek op
deze wijze niet voortgezet kon worden ea
stond op. Jury, die deze beweging blijkbaar
verkeerd begreep, sprong dadelijk van zijn
stoel, aarzelde toch nog een oogenblik, m3f.
greep toen plotseling haar beide handen, di^
hij bleef vasthouden, terwijl hij haar aan
staarde.
Een moment dacht Esther eraan zich 1°
te rukken, maar toen ontmoetten hun bilkken
elkander. Half onbewust boog zij haar
naar hem toe en voelde zich het volg®'1'r,
oogenblik vast gestrengeld. Een laatste ha
afwerende beweging had slechts tot £ev°.S
dat Zagainoff haar nog heftiger tegen zi
aan drukte en haar gezicht waar hij J11 n
kon met kussen overdekte, tot hun hPP
elkander vonden.
De woorden, die zij en Jury het volg®*!
halve uur gesproken hadden, vergat
nimmer meer. Altijd bleeft het haar later P
hoe hij haar in dat oogenblik omarmd had, n
hij haar nabij geweest was, een knaap en. e
een man. Zij bleef zich altijd herinneren,
zwaar het hen gevallen was om vier uur
scheid te nemen en zij toch op den afgesp
ken tijd met Larker moest spreken; en w
een smart het haar gekost had, Jury op
onvermijdelijke van dat gesprek °P™erkz®ar
toe maken en hem te zeggen, dat zij nu n
de hal moest gaan. Maar zoowel tot h
verbazing als verlichting begreep hij ze erl
deze oogenblik, dat zij niet aan zichzelf a
toebehoorde, en maakte hij haar het mom
der eerste scheiding licht.
'{Wordt vervolgiJ