STAANDE SCIEMEELIMP
ftJan de Skeer "vandaag 97 jaar
Raadsoverzicht
Texel
3.45
5.26
De man, die heel Texel „bij den neus
genomen heeft
r
ViUeheMj,
ÏÏLaAJin^Ai^^
TESO's Helder's
agentschap vlagt
De meest frissche mond,
KEIZERSTRAAT 117
DEN HELDER
Zomermaatregelen
voor het reizigersvervoer der
Nederlandsche Spoorwegen
De verspreiding vam de
tonijn
Teraardebestelling generaal,
majoor dejosseling de jong
Ingezonden
Op Texel woont een patriarch.
Onder aan den Dijk te Oudeschild.
Vlak bg het Marsdiep, waar de zee
schurend en ruischend voorbijtrekt,
woont hg in een klein huisje: Jan
Roeper, beter nog bekend als „Jan de
Skeer", wien het door de Voorzienig
heid vandaag gegeven is zijn 97sten
verjaardag te vieren.
97 Jaar... een benijdenswaardige leef
tijd... als men gezond Is. En Jan Roeper
1 s gezond. Wel is de last der jaren ook
hem niet ongemerkt voorbijgegaan,
maar hij is voor iemand van zijn leeftijd
nog frappant vitaal en beschikt nog
over een opmerkelijke dosis gezond ver
stand.
De heden 97 jaar geworden Jan Roeper met
een tweetal kleinkinderen.
Bij Jan Roeper thuis.
Wrj hebben hem gisteren opgezocht in zijn
huisje aan den Dijk. Waar het Marsdiep zijn
lied zingt, iederen dag en iederen nacht en
waar de sternen in blanke vlucht overheen
zwieren.
HU zat daar in zijn leunstoel voor de
tafel. In de kamer, waar door het ge
opende venster het daglicht naar binnen
viel: het licht valt op dat oude gerim
pelde gezicht, waarin twee heldere blauwe
oogen ons onderzoekend aanstaren. Oogen,
waarin weliswaar een zekere moeheid te
bespeuren valt, doch die plotseling nog
verrassend kunnen schitteren.
In de oude kamer heerscht rust. De klok
aan den wand tikt kalm den tijd weg. Buiten,
in den tuin, waar vuurroode geraniums staan
te vlammen tusschen blanke margrieten, zit
een vogel' te pijpen. Die zingt zijn blije jeugd
uit. Gorgelt z'n uitbundigheid over het eiland.
Binnen, op z'n stoel, zit Jan Roeper. Een
bedaagde: iemand, die in 97 lange jaren de
wereld leerde kennen. Men moet wel wijs
worden, als men zóóveel heeft ondervonden,
als men zóólang met Moeder Aarde heeft
mogen meedraaien.
Met name de laatste tijd is voor Texel's
oudsten bewoner niet prettig geweest. 22 Mei
van dit jaar is zijn 82-jarige zuster over
leden, iets wat den ouden heer zich heeft
aangetrokken.
„Jan de Skeer".
Geboren en getogen is Jan de Skeer op
Texel. Er was een onderbreking van een jaar
of 12 in Den Helder, maar daarna kon hg
het niet langer uithouden. Het eiland trok...
het eiland riep en Jan Roeper nam een enkele
reis op de Texelsche boot en vestigde zioh
weer daar, waar hg in het jaar 1840 het
levenslicht aanschouwde.
Hij vertelt het ons: zijn nog mooie handen
liggen wijd-uit, met een zekere berusting, op
tafel. Spelen met de dikke zilveren horloge
ketting.
Hij vertelt ons uit zijn jeugd, deze 97-jarige.
Bijna een eeuw geleden! Hoe hij door het
leven moest gaan. De tijden waren moeilijk
en Jan Roeper pakte aan, wat hem iets op
leverde. Varen op visschersschuiten, hard wer
ken bjj boeren op het land, van alles wat.
Later was hg in staat de „scheerderij" van
z'n schoonvader over te nemen en nam zijn
carrière een aanvang. Hij werd Texel's bar
bier en op het eiland een vermaarde figaro.
Honderdduizenden heeft de, al spoedig „Jan
de Skeer" genoemde, „bij den neus" gehad en
hij vertelt er met zichtbaar pleizier van.
Hooggeplaatste heeren onder z ij n mes!
„De scheer-techniek is ook veranderd",
zegt de oude heer Roeper. „En èrg ook. Nou
zeepen ze in met een kwastje, maar da was
vroeger heel aars. Dat deje we met onze
vinger en 't ging bestig ök. Me konde toen
nog geen higejene...".
Tot zijn 70ste jaar bleef Jan Roeper de
„skeer" op Texel. Dan overvalt hem, onder
het werk, een beroerte en moet hg zijn arbeid
staken.
Aanvankelijk knipte hrj nog wat haar, maar
al spoedig werd ook hiermede gestopt.
Onder „Wullem drie".
Hg vertelt graag uit zijn jongensjaren, deze
97-jarige, ook uit den tijd, dat hij 's-konings
wapenrok droeg.
„Onder Wullem Drie was dat in Arnhem.
Een beste commandant, een vader voor.ons!"
Maar behalve „skeer" vervulde hg nog een
prominente functie op het eiland. Hij was
namelijk aangesteld tot nachtwaker en als
het gelukt Opa Roeper over dit chapiter te
interpelleeren, wordt men uren beziggehou
den.
Op 't oorlogspad.
Dan. vertelt hij van het vele geboefte
en de „bandieten", die hij in zgn „sterke"
jaren te grazen genomen heeft en opsloot
in „het kot". Hoe hij des nachts er op uit
toog, om voor de rust van slapend Texel
te zorgen en hoe hij gevechten leverde
met allerhand gespuis.
Als men zoo naar den ouden Roeper luistert,
moet het daar vroeger op Texel een soort
toevluchtsoord van duistere elementen ge
weest zijn, maar we mogen wel aannemen,
dat diverse historieën in den loop der jaren
min of meer aan welige entourage gewonnen
hebben.
Hij vindt het leuk als oude vrienden hem
niet vergeten: nog dezer dagen heeft hij een
brief gekregen van den zoon van burgemees
ter Strick van Linschoten. Toen deze een
kleine jongen was, speelde hij met hem tus
schen de Texelsche lammeren in... Opa ver
telt ervan en tuurt wijdweg over de hel-vlam-
Revue der magistraten.
Van burgemeesters gesproken: de oude Jan
Roeper heeft heel wat magistraten van het
continent zien oversteken om het eiland met
wijs beleid te bestieren. Als we namen vra
gen trekt de huid om de oogen samen: lang
zaam komen ze...
„Eerst was daar... burgemeester Key-
zer... toen Strick van Linschoten, daarna
kwam... laat 's denken... ja, burgerva
der Gaarland; die werd weer opgevolgd
door Hidding, die door Damstee... en nou
ben ik 'r geloof ik. Misschien een paar
overgeslagen, maar dat hindert niet...".
Ineens, midden tusschen de revue der Texel
sche burgemeesters, begint Opa Roeper weer
over z'n gevechten met het Texelsche uit
vaagsel. Vertelt van veldslagen in de buitenste
duisternis en waarin hij met agent Van der
Pal, na Roeper de eenige vertegenwoordiger
van Hermandad's corps, steeds de victorie be
vocht.
„Ja, ja, aldus onze patriarch, ik kon me
mannetje best zetten in die dagen... nou... of
it dat kon. En dat zou je nou niet meer an
me zeggen... wat?"
De schaduw der 97 jaren.
Hij vertelt ook van de minder prettige din
gen in z'n leven: van het noodlot, dat ook in
die jaren een trouw bezoeker van zijn huisje
was.
„Ik ben 97 nou... en ook m'n vader is heel
oud geworden. Het was een sterk geslacht,
dat van ons. 6 Kinderen kregen we: ze gongen
uit huus en trouwden. Een, een dochter, ging
heel wg'd weg, van Tessel naar Amerika gong
ze. Al mijn kinderen gongen weg, maar even
voordat ze me voorgoed verlieten kwamen ze
allemaal weer naar vader en moeder terug.
M'n dochter kwam er heelemaal voor uit
Amerika. Ze konnen niet sterven in den
vreemde, alleen op Tessel, onder het dak van
't ouwe huus. Nu zijn ze alle 6 dood: gestor
ven in de kracht van hun leven. Alleen ik...
ik... ben nog alleen over. Heelemaal alleen...
De blanke handen liggen gevouwen op
tafel: merkwaardige handen, zooals ze vele
malen door Toorop geschilderd zijn: handen,
die spreken kunnen en vertellen uit lang ver
vlogen tijden.
De tijd om te vertrekken is gekomen: nog
een vraag moet Texel's patriarch ons beant
woorden: wat is het geheim van zijn lang
leven geweest?
Een lachje speelt om den ouden mond;
dan zegt hg: ik heb altijd om m'n lichaam
gedacht, ik ben gezond en... Onze Lieve
Heer liet me leven.
Ziedaar de verklaring van Jan Roeper, voor
de hem door de Voorzienigheid geschonken
97 levensjaren.
In verband met het heden te vieren 30-jarig
jubileum van TESO zagen wij ook van het
agentschap te Den Helder zoowel de Texel
sche als Nederlandsche vlag wapperen.
Juffrouw: „Hebt U soms een kleine man
met een dophoed gezien?"
Strandvonder: „Ik heb wel een dophoed
gezien, maar ik heb er toevallig niet in ge
keken."
indien U poetst met wat goeds, dus met
Tube 60 en 40 ct. Dom 20 et. IVO ROL
Ondanks een agenda van slechts zeven pun
ten heeft de vergadering van den Raad gis
teren toch nog bijna drie uur geduurd. Het
begon al met de lezing der notulen, die dit
maal meer dan een half uur duurde. Inge
komen stukken waren er weinig, alleen over
een schrijven van den Minister, aangaande
tijdelijk stopzetten van de steunregeling, door
vervanging van werkverschaffing, van een 50-
tal werklieden aan den inlaagdijk bij Eier-
land, werd even gesproken. De heer Parle-
vliet informeerde n.1. of er nu, met verbete
ring der werkloosheid, in den winter geen
stopzetting van steunregeling mogelijk zou
worden. Het Gemeentebestuur wil niets liever
dan dat, zei de Burgemeester, doch wij kun
nen hieraan Veinig doen.
De, om de drie jaren terugkeerende benoe
ming van een gemeente-vroedvrouw te Oos
terend, werd nog aan de agenda toegevoegd,
met algemeene stemmen werd mejuffr. Hen-
kes, als gewoonlijk, herbenoemd.
De laatste uitgaven voor het vlieg
veld.
Tot den aankoop van grond bjj het Vlieg
veld, werd wel zonder stemming, doch niet
zonder discussie besloten. De heer Dogger
vroeg, of hiermede nu de uitgaven voor het
Vliegveld „stop" stonden. De Burgemeester
zeide: „dit is het laatste".
De heer Bruin meende, dat men nu ook
eens aan andere uitgaven, dan voor het vlieg
terrein moest denken. Spr. wees in verband
hiermede, op de verpestende lucht, die ver
oorzaakt wordt door uitwatering van de puf-
fabriek en de zuivelfabriek „De Eendracht",
en waaraan iedere vreemdeling, die op Texel
komt, zich ergert.
Deze zaak was misschien niet, zooals de
voorzitter opmerkte, aan de orde, doch is niet
temin urgent, de slooten in het z.g. Haven-
land, vanaf Brakenstein en vanaf „De Een
dracht", verspreiden tot Oudeschild een on-
draaglijken stank. Oplossing van deze kwes
tie is evenwel, zooals uit de verdere bespre
king bleek, moeilijk en uiterst kostbaar.
De heer Epe in de oppositie.
Nog dreigde uit deze besprekingen een
moeilijk incident te ontstaan, toen de heer
Epe terugkwam op den strijd, die hij en de
heer Lap indertijd hadden gevoerd om het
vliegveld naar Everstekoog over te brengen.
„Burgemeester heeft gezegd," zei de heer
Epe, dat dit de laatste uitgave is, ik'geloof
dit niet, en ge zult zien, dat, hoe grof en on
onaangenaam men ons hier indertijd heeft
bestreden, het vliegveld daar ter plaatse nog
heel wat meer zal kosten."
Deze opmerking lieten de heeren Parle-
vliet en Leber niet zoo maar passeeren, bei
den kwamen hiertegen in verzet, eerstge
noemde wierp den heer Epe toe: „Ook in
Everstekoog kwamen natuurlijk bijkomende
kosten".
De voorzitter maakte evenwel direct een
einde aan deze discussie met de opmerking,
dat deze zaak allang achter den rug was en
napraat hierover onvruchtbaar zou zijn.
Tot in gebruikname van het vlieg
veld besloten.
Vóór het punt „Ingebruikname van het
vliegterrein" werd de openbare zitting, blijk
baar ook voor besprekingen voor de beide vol
gende punten: „Benoeming Havenmeester
Luchtvaartterrein" en „Verpachting gras
gewas luchtvaartterrein" opgeheven. De bur
gemeester deelde ons mede, dat de geheime
besprekingen lang zouden duren, zoodat we
voorloopig naar huis konden gaan. Eerst on
geveer IV2 uur later werd de openbare ver
gadering heropend, en direct zonder verdere
besprekingen het besluit genomen tot in ge
bruikname van het vliegveld „Texel", waarna
met algemeene stemming tot Havenmeester
MET PERKA KAP - EIKEN POOT
COMPLEET GEMONTEERD t
DITO MET ZIJDEN KAP 4
N
V
van het Luchtvaartterrein benoemd werd de
heer K. van der Kooy Gz.
De nieuwe havenmeester is tevens exploi
tant van het restaurant in het stationnetje
en ontvangt provisie voor de levering van
benzine van verschillende maatschappijen. Sa
laris is aan deze functie niet verbonden.
Dat men het ook over de verpachting van
het grasgewas van het omstreeks 36 hectaren
groote vliegterrein eens was geworden in
de geheime zitting, bleek wel uit het feit,
dat zonder stemming de heer C. de Wit te
Eierland pachter werd voor de som van
1725.per jaar. Het land mag uitsluitend
met schapen beweid worden.
De rondvraag leverde heel weinig op.
Alleen bleek hierbij uit de mededeellng van
den voorzitter, dat er toch nog gang komt in
de reeds zoo lang hangende rioleeringskwestie
te Oudeschild (zie voorts Raadsverslag in het
nummer van morgen).
Naar Den Helder en Texel
In den zomer van 1937 zullen 108 (in zomer
1936, 85) goedkooper treinen loopen en wel
tusschen 7 Juli en 21 September.
Op den langen afstand zijn de prijzen voor
deze treinen lager gesteld dan in den zomer
1936.
Bij wijze van proef zullen op een werkdag
en op een Zondag goedkoope treinen loopen
van de vier grootste steden naar Hoogeveen,
Assen en Groningen naar Almelo, Hengelo,
Enschede en Maastricht, Heerlen en Valken
burg.
De relatie goedkoope trein naar Den
Helder met aansluitende boottocht naar
Texel, desgewenscht met rondrit der
V.V.V. „Mooi Texel" op dit eiland, zal
wederom bjj alle vijf treinen worden op
genomen.
De gelegenheid wordt hier geboden
ruim acht uren op Texel rustig te kunnen
doorbrengen.
Voor goedkoope treinreizigers bestaat
de gelegenheid op vertoon van hun
plaatsbewijs reducties te krijgen op ver
schillende attracties.
Het ministerie van marine van Portugal
houdt zich sedert jaren bezig met oceanogra-
fische studieën betreffende de beweging en
de verspreiding van de tonijn (groote krach
tige visch van de familie der makreelen). Tot
dit doel is een zeker aantal van deze visch-
soort voorzien van een metalen plaatje, dat
bevestigd is in een riempje, hetwelk om den
staart van de visschen is bevestigd. Het
plaatje draagt het inschrift „Aquario (Lis
boa), Portugal 1937" en is voorzien van een
volgnummer. Tevens is door de Portugeesche
regeering aan verschillende visschers met den
hengel in de verschillende havens aan de kust
eveneens deze plaatjes verstrekt, teneinde
deze te bevestigen aan de rugvin der vis
schen, deze plaatjes hebben het navolgende
inschrift: Aquario,lxa Portugal" en zijn
eveneens van een volgnummer voorzien.
Het Portugeesche ministerie van Marine
verzoekt daarom alle marine- en douane
autoriteiten, visscherijdiensten, oceanografi-
sche inrichtingen, eigenaars van visschers-
schepen en visschers, om, wanneer een der
hierbedoelde visschen gevangen wordt, het
plaatje wel te willen terugzenden, met de
mededeeling omtrent den dag, het uur en de
plaats waar de tonijn gevangen is. Alle ver
dere mededeelingen en nadere bijzonderheden,
die voor het doel van belang kunnen zijn, zul
len ten zeerste gewaardeerd worden.
Het ministerie stelt dan ook een premie
beschikbaar voor den visscher, die het geluk
heeft een der visschen te vangen en het
plaatje met de gevraagde inlichtingen terug
zendt aan „Aquario Vasco Dagama Lis-
boa-Portugal", en zal de premie dan ook door
de bemiddeling van dit instituut aan de be
langhebbende worden overgemaakt.
Uitbreiding van de IJ mulder traw-
Iervloot.
Het Dagblad voor IJmuiden brengt het be
langrijke bericht, dat de V.E.M. te IJmuiden
haar vloot met drie schepen gaat uitbreiden
en daarvoor drie groote Engelsche trawlers
heeft aangekocht. Een er van is Donderdag
reeds te IJmuiden aangekomen.
Hoewel het blad daarvan geen bevestiging
heeft kunnen krijgen, verluidt, dat de schepen
zijn gekocht met financieel en steun van de Re
geering.
De vraag doet zich in dit verband voor of
deze aankoop dan reeds een uitvloeisel is van
de proef, welke de Marine onlangs met drie
treilers van de V.E.M. heeft genomen, n.1. of
dit soort vaartuigen geschikt zijn om eventueel
marinediensten te kunnen verrichten.
Is dat zoo, dan is er dus de mogelijkheid ont
staan, dat de Regeering, zooals we toen reeds
schreven, voor uitbouw van de visschersvloot,
bereid zal zijn gelden daarvoor te fourneeren.
Belangstelling van Belgische zjjde
voor onze kotters.
In België, waar men te Zeebrugge indertijd
een paar Spaansche vaartuigen heeft aange
kocht, waarmee nu de z.g. parejasvisscherij
wordt uitgeoefend en welke visscherij een bui
tengewoon succes oplevert, wil men deze vis
scherij gaan uitbreiden en zoekt nu een type
schip, dat geschikt is voor deze vischmethode.
Daarom wil men een paar kotters (of log
gers) in Holland gaan huren, waarmee men
voor deze parejasvisscherij, gedurende eenigen
tgd, proef visscherij wil houden.
Waar zoo'n groot succes met de parejasvis-
scherg in Belgie is verkregen, doet zich on
willekeurig de vraag op of ook hier te lande
geen proeven kunnen worden genomen
Men zou dan Spaansche instructeurs aan
boord moeten nemen, zooals men indertiid
boord mim?UrreVaa<1
Onder buitengewoon groote belangstellin
werd gisterenmiddag op Oud Eik en Duinen t
's-Gravenhage teraardebesteld het stoffel^
overschot van den gep. generaal-majoor cte
mariniers J. C. J. B A. de Josselin de Jon/
Op de begraafplaats werden o.m. opgemerkt
de Minister van Financiën mr. P. j. oU(j
chef van den generalen staf, luit.-generaai
Reynders, de chef van den Marinestaf, schout
bij nacht Furstner, de kapitein-luitenant ter
zee Termijtelen, sous-chef van dien staf, rje
kolonel van Santen, namens den commandant
van het veldleger, de vice-admiraals Quant
Schreuders, De Graaff, Sluys, Mouton, Graaf
van den Bosch, Kruijs en zeer vele hoofd- e»
subalterne officieren en oud-officieren van
land- en zeemacht.
In den stoet kwamen o.m. mede oud-minister
van Dijk, de oud-commandant van het vei,j.
leger, luit. jhr. W. Roell, de luit.-generaal L. F
Duymaer van Twist en de vice-admiraal p
Bauduin.
In de aula, waar het orgel treurmuziek Un
gehoore bracht, sprak een broeder van den
overledene, prof. de Josselin de Jong, namena
de familie een treffend afscheidswoord, yice-
admiraal Bauduin bracht als vriend een laat-
sten groet, waarna luit.-generaal Duymaer van
Twist bij afwezigheid van den voorzitter der
legercommissie den overledene herdacht als lid
dier commissie.
Hierna herdacht oud-minister van Dijk den
overledene als lid van de vlootcommissie. Spr.
noemde wijlen de Josselin de Jong een man van
onbegrensde toewijding, een nobele figuur, die
in grooten eenvoud zijn werk verrichtte en in
breeden kring sympathie genoot.
Tenslotte bracht de luit.-kolonel der mari
niers F. Lugt, namens het korps mariniers den
overleden korpsmakker een laatsten groet.
De kist werd grafwaarts gedragen nadat op
het orgel het Wilhelmus ten gehoore was ge
bracht.
Geachte Redactie!
Mag ik voor een wederwoord aan den heer
Pfeiffer nog even gebruik maken van de
gastvrijheid in Uw blad?
Waarde heer Pfeiffer.
Het doet wel een beetje vreemd aan, dat
U meent de strijdbijl voor den heer Uithol te
moeten opnemen, doch laat ik daaruit mogen
concludeeren, dat de raadgeving doel heeft ge
troffen. Wat Uw raadgeving aan mijn adres
betreft, daarvoor ben ik U zeer erkentelijk,
mits... het een raadgeving ware en geen
insinuatie.
Want anders kan ik het niet noemen, wan
neer wordt geschreven als door U, over een
gebeurtenis, welke ook door ons werd en nog
wordt betreurd en deze gebeurtenis te willen
voorstellen als een daad, door de S.D.A.P.
uit volle borst toegejuicht.
Als trouw lezer van het Volksdagblad kan
ik U verzekeren, dat daarin destijds geen
enkele „instemming" stond ten opzichte van
het gebeurde met "de „Zeven Provinciën".
Wat er echter wel in stond en waarover U
zwijgt was dit: de werkelijke oorzaak van het
gebeurde moet worden opgespoord en de
daders gestraft en zie, heer Pfeiffer, ware
dat gebeurd, dan hadden wij een ander beeld
gekregen van werkelijke oorzaak en gevol
gen en dan had „de kleine man" der partij
niet alleen als slachtoffer rond geloopen,
doch dan hadden ook enkele groote mannen,
maar andere dan door U bedoeld, ter verant
woording geroepen moeten worden.
Dit alles kan ook U weten en nochthans
stelt U deze zaak onwaar voor. Waarom?
Toch niet om Uw wijze van „nationaal
voelen en denken" te demonstreeren, want
deze wordt gelukkig door vele „waarachtig
nationaal voelende" Nederlanders niet ge
deeld. (Zie uitslag laatste verkiezingen).
Weet U ook, zoo schrijft verder de heer
Pfeiffer, dat de verklaringen van Ir. Albarda
enz. ten spijt, de wettige regeering de
S.D.A.P. en dus ook mij voor „Defensie" nog
steeds niet vertrouwt? Als antwoord een we
dervraag.
Weet de heer Pfeiffer niet, dat verschei
dene leden van de S.D.A.P. belangrijke en
verantwoordelijke regeeringsfunctie's beklee-
den, teveel om in dit kort bestek te noemen
en is het hem ook niet bekend, dat een der
bekwaamste Departements-ambtenaren en
rechterhand van Min. Colijn tot voor kort
was een... S.D.A.P.-er (Van niet vertrouwen
gesproken!)
Voelt nu d» heer Pfeiffer goed, dat hrj,
door deze hatelijke opmerkingen, zichzelf en
zijn beweging een slechten dienst bewijst?
Weet de heer Pfeiffer ook niet wat laatst
aangaande de houding der regeering ten op
zichte der S.D.A.P., bij monde van min. Co-
lijn is gezegd? En ik mag toch aannemen,
dat min. Colijn door U niet wordt ingedeeld
bij de onnoozelen als waarover U schrijft.
Voor het vele goede wat door de S.D.A.P.
gedaan en ook door U op prijs wordt gesteld,
zijn wij zeer erkentelijk, doch maakt U zich
geen zorgen omtrent onbekookte besluiten
onzerzgds, want al onze besluiten worden ge
nomen, niet dan na rijpe overweging en ern
stige studie.
En zoo zou ook ik nog wel een poosje kun
nen doorgaan, maar dan zou ik misbruik ma
ken van de gastvrijheid der Redactie en dat
wil ik niet.
Op deze plaats een lans breken voor de
„grooten", welke hun roode pakje verwissel
den voor een oranje is niet noodig, want zo"
zeker als dat „rood" inplaats van oranje een
der kleuren is van onze „officieel vastgestelde
vlag", zoo zeker zal spoedig de tijd komen,
dat onze „roode beweging" de plaats krijgt»
welke haar rechtens toekomt.
Tenslotte nog dit. U weet, dat de S.D.A.P-
iedere vorm van dictatuur afwijst, dus ook
de verkapte vorm van een „Koninklijk Ka
binet" als werd voorgestaan door Natlonaa
Herstel en welks zaad niet gedijt in onze
samenleving.
Uit het experiment in Frankrijk trekken
wij on z e les. Ziedaar, heer Pfeiffer, een ont-
woord op Uw welgemeende raadgevingen-
Laat ik eindigen met de volgende opmerking-
Indien U zich geroepen voelt te antwoor
den op een ingezonden stukje, goed, ma?f
dan oprecht en naar waarheid, doch trach
niet de S.D.A.P. op eenigerlei wijze veran
woordelijk te stellen voor iets wat haar mm
mer kon of kan worden aangerekend.
U, geachte Redactie, hartelijk dankend v
de verleende plaatsruimte, teeken ik,
W. HELFENSTEIJtf-
Den Helder, 1« Juni 1937.