STAANDE SCIEMEELIMP ftJan de Skeer "vandaag 97 jaar Raadsoverzicht Texel 3.45 5.26 De man, die heel Texel „bij den neus genomen heeft r ViUeheMj, ÏÏLaAJin^Ai^^ TESO's Helder's agentschap vlagt De meest frissche mond, KEIZERSTRAAT 117 DEN HELDER Zomermaatregelen voor het reizigersvervoer der Nederlandsche Spoorwegen De verspreiding vam de tonijn Teraardebestelling generaal, majoor dejosseling de jong Ingezonden Op Texel woont een patriarch. Onder aan den Dijk te Oudeschild. Vlak bg het Marsdiep, waar de zee schurend en ruischend voorbijtrekt, woont hg in een klein huisje: Jan Roeper, beter nog bekend als „Jan de Skeer", wien het door de Voorzienig heid vandaag gegeven is zijn 97sten verjaardag te vieren. 97 Jaar... een benijdenswaardige leef tijd... als men gezond Is. En Jan Roeper 1 s gezond. Wel is de last der jaren ook hem niet ongemerkt voorbijgegaan, maar hij is voor iemand van zijn leeftijd nog frappant vitaal en beschikt nog over een opmerkelijke dosis gezond ver stand. De heden 97 jaar geworden Jan Roeper met een tweetal kleinkinderen. Bij Jan Roeper thuis. Wrj hebben hem gisteren opgezocht in zijn huisje aan den Dijk. Waar het Marsdiep zijn lied zingt, iederen dag en iederen nacht en waar de sternen in blanke vlucht overheen zwieren. HU zat daar in zijn leunstoel voor de tafel. In de kamer, waar door het ge opende venster het daglicht naar binnen viel: het licht valt op dat oude gerim pelde gezicht, waarin twee heldere blauwe oogen ons onderzoekend aanstaren. Oogen, waarin weliswaar een zekere moeheid te bespeuren valt, doch die plotseling nog verrassend kunnen schitteren. In de oude kamer heerscht rust. De klok aan den wand tikt kalm den tijd weg. Buiten, in den tuin, waar vuurroode geraniums staan te vlammen tusschen blanke margrieten, zit een vogel' te pijpen. Die zingt zijn blije jeugd uit. Gorgelt z'n uitbundigheid over het eiland. Binnen, op z'n stoel, zit Jan Roeper. Een bedaagde: iemand, die in 97 lange jaren de wereld leerde kennen. Men moet wel wijs worden, als men zóóveel heeft ondervonden, als men zóólang met Moeder Aarde heeft mogen meedraaien. Met name de laatste tijd is voor Texel's oudsten bewoner niet prettig geweest. 22 Mei van dit jaar is zijn 82-jarige zuster over leden, iets wat den ouden heer zich heeft aangetrokken. „Jan de Skeer". Geboren en getogen is Jan de Skeer op Texel. Er was een onderbreking van een jaar of 12 in Den Helder, maar daarna kon hg het niet langer uithouden. Het eiland trok... het eiland riep en Jan Roeper nam een enkele reis op de Texelsche boot en vestigde zioh weer daar, waar hg in het jaar 1840 het levenslicht aanschouwde. Hij vertelt het ons: zijn nog mooie handen liggen wijd-uit, met een zekere berusting, op tafel. Spelen met de dikke zilveren horloge ketting. Hij vertelt ons uit zijn jeugd, deze 97-jarige. Bijna een eeuw geleden! Hoe hij door het leven moest gaan. De tijden waren moeilijk en Jan Roeper pakte aan, wat hem iets op leverde. Varen op visschersschuiten, hard wer ken bjj boeren op het land, van alles wat. Later was hg in staat de „scheerderij" van z'n schoonvader over te nemen en nam zijn carrière een aanvang. Hij werd Texel's bar bier en op het eiland een vermaarde figaro. Honderdduizenden heeft de, al spoedig „Jan de Skeer" genoemde, „bij den neus" gehad en hij vertelt er met zichtbaar pleizier van. Hooggeplaatste heeren onder z ij n mes! „De scheer-techniek is ook veranderd", zegt de oude heer Roeper. „En èrg ook. Nou zeepen ze in met een kwastje, maar da was vroeger heel aars. Dat deje we met onze vinger en 't ging bestig ök. Me konde toen nog geen higejene...". Tot zijn 70ste jaar bleef Jan Roeper de „skeer" op Texel. Dan overvalt hem, onder het werk, een beroerte en moet hg zijn arbeid staken. Aanvankelijk knipte hrj nog wat haar, maar al spoedig werd ook hiermede gestopt. Onder „Wullem drie". Hg vertelt graag uit zijn jongensjaren, deze 97-jarige, ook uit den tijd, dat hij 's-konings wapenrok droeg. „Onder Wullem Drie was dat in Arnhem. Een beste commandant, een vader voor.ons!" Maar behalve „skeer" vervulde hg nog een prominente functie op het eiland. Hij was namelijk aangesteld tot nachtwaker en als het gelukt Opa Roeper over dit chapiter te interpelleeren, wordt men uren beziggehou den. Op 't oorlogspad. Dan. vertelt hij van het vele geboefte en de „bandieten", die hij in zgn „sterke" jaren te grazen genomen heeft en opsloot in „het kot". Hoe hij des nachts er op uit toog, om voor de rust van slapend Texel te zorgen en hoe hij gevechten leverde met allerhand gespuis. Als men zoo naar den ouden Roeper luistert, moet het daar vroeger op Texel een soort toevluchtsoord van duistere elementen ge weest zijn, maar we mogen wel aannemen, dat diverse historieën in den loop der jaren min of meer aan welige entourage gewonnen hebben. Hij vindt het leuk als oude vrienden hem niet vergeten: nog dezer dagen heeft hij een brief gekregen van den zoon van burgemees ter Strick van Linschoten. Toen deze een kleine jongen was, speelde hij met hem tus schen de Texelsche lammeren in... Opa ver telt ervan en tuurt wijdweg over de hel-vlam- Revue der magistraten. Van burgemeesters gesproken: de oude Jan Roeper heeft heel wat magistraten van het continent zien oversteken om het eiland met wijs beleid te bestieren. Als we namen vra gen trekt de huid om de oogen samen: lang zaam komen ze... „Eerst was daar... burgemeester Key- zer... toen Strick van Linschoten, daarna kwam... laat 's denken... ja, burgerva der Gaarland; die werd weer opgevolgd door Hidding, die door Damstee... en nou ben ik 'r geloof ik. Misschien een paar overgeslagen, maar dat hindert niet...". Ineens, midden tusschen de revue der Texel sche burgemeesters, begint Opa Roeper weer over z'n gevechten met het Texelsche uit vaagsel. Vertelt van veldslagen in de buitenste duisternis en waarin hij met agent Van der Pal, na Roeper de eenige vertegenwoordiger van Hermandad's corps, steeds de victorie be vocht. „Ja, ja, aldus onze patriarch, ik kon me mannetje best zetten in die dagen... nou... of it dat kon. En dat zou je nou niet meer an me zeggen... wat?" De schaduw der 97 jaren. Hij vertelt ook van de minder prettige din gen in z'n leven: van het noodlot, dat ook in die jaren een trouw bezoeker van zijn huisje was. „Ik ben 97 nou... en ook m'n vader is heel oud geworden. Het was een sterk geslacht, dat van ons. 6 Kinderen kregen we: ze gongen uit huus en trouwden. Een, een dochter, ging heel wg'd weg, van Tessel naar Amerika gong ze. Al mijn kinderen gongen weg, maar even voordat ze me voorgoed verlieten kwamen ze allemaal weer naar vader en moeder terug. M'n dochter kwam er heelemaal voor uit Amerika. Ze konnen niet sterven in den vreemde, alleen op Tessel, onder het dak van 't ouwe huus. Nu zijn ze alle 6 dood: gestor ven in de kracht van hun leven. Alleen ik... ik... ben nog alleen over. Heelemaal alleen... De blanke handen liggen gevouwen op tafel: merkwaardige handen, zooals ze vele malen door Toorop geschilderd zijn: handen, die spreken kunnen en vertellen uit lang ver vlogen tijden. De tijd om te vertrekken is gekomen: nog een vraag moet Texel's patriarch ons beant woorden: wat is het geheim van zijn lang leven geweest? Een lachje speelt om den ouden mond; dan zegt hg: ik heb altijd om m'n lichaam gedacht, ik ben gezond en... Onze Lieve Heer liet me leven. Ziedaar de verklaring van Jan Roeper, voor de hem door de Voorzienigheid geschonken 97 levensjaren. In verband met het heden te vieren 30-jarig jubileum van TESO zagen wij ook van het agentschap te Den Helder zoowel de Texel sche als Nederlandsche vlag wapperen. Juffrouw: „Hebt U soms een kleine man met een dophoed gezien?" Strandvonder: „Ik heb wel een dophoed gezien, maar ik heb er toevallig niet in ge keken." indien U poetst met wat goeds, dus met Tube 60 en 40 ct. Dom 20 et. IVO ROL Ondanks een agenda van slechts zeven pun ten heeft de vergadering van den Raad gis teren toch nog bijna drie uur geduurd. Het begon al met de lezing der notulen, die dit maal meer dan een half uur duurde. Inge komen stukken waren er weinig, alleen over een schrijven van den Minister, aangaande tijdelijk stopzetten van de steunregeling, door vervanging van werkverschaffing, van een 50- tal werklieden aan den inlaagdijk bij Eier- land, werd even gesproken. De heer Parle- vliet informeerde n.1. of er nu, met verbete ring der werkloosheid, in den winter geen stopzetting van steunregeling mogelijk zou worden. Het Gemeentebestuur wil niets liever dan dat, zei de Burgemeester, doch wij kun nen hieraan Veinig doen. De, om de drie jaren terugkeerende benoe ming van een gemeente-vroedvrouw te Oos terend, werd nog aan de agenda toegevoegd, met algemeene stemmen werd mejuffr. Hen- kes, als gewoonlijk, herbenoemd. De laatste uitgaven voor het vlieg veld. Tot den aankoop van grond bjj het Vlieg veld, werd wel zonder stemming, doch niet zonder discussie besloten. De heer Dogger vroeg, of hiermede nu de uitgaven voor het Vliegveld „stop" stonden. De Burgemeester zeide: „dit is het laatste". De heer Bruin meende, dat men nu ook eens aan andere uitgaven, dan voor het vlieg terrein moest denken. Spr. wees in verband hiermede, op de verpestende lucht, die ver oorzaakt wordt door uitwatering van de puf- fabriek en de zuivelfabriek „De Eendracht", en waaraan iedere vreemdeling, die op Texel komt, zich ergert. Deze zaak was misschien niet, zooals de voorzitter opmerkte, aan de orde, doch is niet temin urgent, de slooten in het z.g. Haven- land, vanaf Brakenstein en vanaf „De Een dracht", verspreiden tot Oudeschild een on- draaglijken stank. Oplossing van deze kwes tie is evenwel, zooals uit de verdere bespre king bleek, moeilijk en uiterst kostbaar. De heer Epe in de oppositie. Nog dreigde uit deze besprekingen een moeilijk incident te ontstaan, toen de heer Epe terugkwam op den strijd, die hij en de heer Lap indertijd hadden gevoerd om het vliegveld naar Everstekoog over te brengen. „Burgemeester heeft gezegd," zei de heer Epe, dat dit de laatste uitgave is, ik'geloof dit niet, en ge zult zien, dat, hoe grof en on onaangenaam men ons hier indertijd heeft bestreden, het vliegveld daar ter plaatse nog heel wat meer zal kosten." Deze opmerking lieten de heeren Parle- vliet en Leber niet zoo maar passeeren, bei den kwamen hiertegen in verzet, eerstge noemde wierp den heer Epe toe: „Ook in Everstekoog kwamen natuurlijk bijkomende kosten". De voorzitter maakte evenwel direct een einde aan deze discussie met de opmerking, dat deze zaak allang achter den rug was en napraat hierover onvruchtbaar zou zijn. Tot in gebruikname van het vlieg veld besloten. Vóór het punt „Ingebruikname van het vliegterrein" werd de openbare zitting, blijk baar ook voor besprekingen voor de beide vol gende punten: „Benoeming Havenmeester Luchtvaartterrein" en „Verpachting gras gewas luchtvaartterrein" opgeheven. De bur gemeester deelde ons mede, dat de geheime besprekingen lang zouden duren, zoodat we voorloopig naar huis konden gaan. Eerst on geveer IV2 uur later werd de openbare ver gadering heropend, en direct zonder verdere besprekingen het besluit genomen tot in ge bruikname van het vliegveld „Texel", waarna met algemeene stemming tot Havenmeester MET PERKA KAP - EIKEN POOT COMPLEET GEMONTEERD t DITO MET ZIJDEN KAP 4 N V van het Luchtvaartterrein benoemd werd de heer K. van der Kooy Gz. De nieuwe havenmeester is tevens exploi tant van het restaurant in het stationnetje en ontvangt provisie voor de levering van benzine van verschillende maatschappijen. Sa laris is aan deze functie niet verbonden. Dat men het ook over de verpachting van het grasgewas van het omstreeks 36 hectaren groote vliegterrein eens was geworden in de geheime zitting, bleek wel uit het feit, dat zonder stemming de heer C. de Wit te Eierland pachter werd voor de som van 1725.per jaar. Het land mag uitsluitend met schapen beweid worden. De rondvraag leverde heel weinig op. Alleen bleek hierbij uit de mededeellng van den voorzitter, dat er toch nog gang komt in de reeds zoo lang hangende rioleeringskwestie te Oudeschild (zie voorts Raadsverslag in het nummer van morgen). Naar Den Helder en Texel In den zomer van 1937 zullen 108 (in zomer 1936, 85) goedkooper treinen loopen en wel tusschen 7 Juli en 21 September. Op den langen afstand zijn de prijzen voor deze treinen lager gesteld dan in den zomer 1936. Bij wijze van proef zullen op een werkdag en op een Zondag goedkoope treinen loopen van de vier grootste steden naar Hoogeveen, Assen en Groningen naar Almelo, Hengelo, Enschede en Maastricht, Heerlen en Valken burg. De relatie goedkoope trein naar Den Helder met aansluitende boottocht naar Texel, desgewenscht met rondrit der V.V.V. „Mooi Texel" op dit eiland, zal wederom bjj alle vijf treinen worden op genomen. De gelegenheid wordt hier geboden ruim acht uren op Texel rustig te kunnen doorbrengen. Voor goedkoope treinreizigers bestaat de gelegenheid op vertoon van hun plaatsbewijs reducties te krijgen op ver schillende attracties. Het ministerie van marine van Portugal houdt zich sedert jaren bezig met oceanogra- fische studieën betreffende de beweging en de verspreiding van de tonijn (groote krach tige visch van de familie der makreelen). Tot dit doel is een zeker aantal van deze visch- soort voorzien van een metalen plaatje, dat bevestigd is in een riempje, hetwelk om den staart van de visschen is bevestigd. Het plaatje draagt het inschrift „Aquario (Lis boa), Portugal 1937" en is voorzien van een volgnummer. Tevens is door de Portugeesche regeering aan verschillende visschers met den hengel in de verschillende havens aan de kust eveneens deze plaatjes verstrekt, teneinde deze te bevestigen aan de rugvin der vis schen, deze plaatjes hebben het navolgende inschrift: Aquario,lxa Portugal" en zijn eveneens van een volgnummer voorzien. Het Portugeesche ministerie van Marine verzoekt daarom alle marine- en douane autoriteiten, visscherijdiensten, oceanografi- sche inrichtingen, eigenaars van visschers- schepen en visschers, om, wanneer een der hierbedoelde visschen gevangen wordt, het plaatje wel te willen terugzenden, met de mededeeling omtrent den dag, het uur en de plaats waar de tonijn gevangen is. Alle ver dere mededeelingen en nadere bijzonderheden, die voor het doel van belang kunnen zijn, zul len ten zeerste gewaardeerd worden. Het ministerie stelt dan ook een premie beschikbaar voor den visscher, die het geluk heeft een der visschen te vangen en het plaatje met de gevraagde inlichtingen terug zendt aan „Aquario Vasco Dagama Lis- boa-Portugal", en zal de premie dan ook door de bemiddeling van dit instituut aan de be langhebbende worden overgemaakt. Uitbreiding van de IJ mulder traw- Iervloot. Het Dagblad voor IJmuiden brengt het be langrijke bericht, dat de V.E.M. te IJmuiden haar vloot met drie schepen gaat uitbreiden en daarvoor drie groote Engelsche trawlers heeft aangekocht. Een er van is Donderdag reeds te IJmuiden aangekomen. Hoewel het blad daarvan geen bevestiging heeft kunnen krijgen, verluidt, dat de schepen zijn gekocht met financieel en steun van de Re geering. De vraag doet zich in dit verband voor of deze aankoop dan reeds een uitvloeisel is van de proef, welke de Marine onlangs met drie treilers van de V.E.M. heeft genomen, n.1. of dit soort vaartuigen geschikt zijn om eventueel marinediensten te kunnen verrichten. Is dat zoo, dan is er dus de mogelijkheid ont staan, dat de Regeering, zooals we toen reeds schreven, voor uitbouw van de visschersvloot, bereid zal zijn gelden daarvoor te fourneeren. Belangstelling van Belgische zjjde voor onze kotters. In België, waar men te Zeebrugge indertijd een paar Spaansche vaartuigen heeft aange kocht, waarmee nu de z.g. parejasvisscherij wordt uitgeoefend en welke visscherij een bui tengewoon succes oplevert, wil men deze vis scherij gaan uitbreiden en zoekt nu een type schip, dat geschikt is voor deze vischmethode. Daarom wil men een paar kotters (of log gers) in Holland gaan huren, waarmee men voor deze parejasvisscherij, gedurende eenigen tgd, proef visscherij wil houden. Waar zoo'n groot succes met de parejasvis- scherg in Belgie is verkregen, doet zich on willekeurig de vraag op of ook hier te lande geen proeven kunnen worden genomen Men zou dan Spaansche instructeurs aan boord moeten nemen, zooals men indertiid boord mim?UrreVaa<1 Onder buitengewoon groote belangstellin werd gisterenmiddag op Oud Eik en Duinen t 's-Gravenhage teraardebesteld het stoffel^ overschot van den gep. generaal-majoor cte mariniers J. C. J. B A. de Josselin de Jon/ Op de begraafplaats werden o.m. opgemerkt de Minister van Financiën mr. P. j. oU(j chef van den generalen staf, luit.-generaai Reynders, de chef van den Marinestaf, schout bij nacht Furstner, de kapitein-luitenant ter zee Termijtelen, sous-chef van dien staf, rje kolonel van Santen, namens den commandant van het veldleger, de vice-admiraals Quant Schreuders, De Graaff, Sluys, Mouton, Graaf van den Bosch, Kruijs en zeer vele hoofd- e» subalterne officieren en oud-officieren van land- en zeemacht. In den stoet kwamen o.m. mede oud-minister van Dijk, de oud-commandant van het vei,j. leger, luit. jhr. W. Roell, de luit.-generaal L. F Duymaer van Twist en de vice-admiraal p Bauduin. In de aula, waar het orgel treurmuziek Un gehoore bracht, sprak een broeder van den overledene, prof. de Josselin de Jong, namena de familie een treffend afscheidswoord, yice- admiraal Bauduin bracht als vriend een laat- sten groet, waarna luit.-generaal Duymaer van Twist bij afwezigheid van den voorzitter der legercommissie den overledene herdacht als lid dier commissie. Hierna herdacht oud-minister van Dijk den overledene als lid van de vlootcommissie. Spr. noemde wijlen de Josselin de Jong een man van onbegrensde toewijding, een nobele figuur, die in grooten eenvoud zijn werk verrichtte en in breeden kring sympathie genoot. Tenslotte bracht de luit.-kolonel der mari niers F. Lugt, namens het korps mariniers den overleden korpsmakker een laatsten groet. De kist werd grafwaarts gedragen nadat op het orgel het Wilhelmus ten gehoore was ge bracht. Geachte Redactie! Mag ik voor een wederwoord aan den heer Pfeiffer nog even gebruik maken van de gastvrijheid in Uw blad? Waarde heer Pfeiffer. Het doet wel een beetje vreemd aan, dat U meent de strijdbijl voor den heer Uithol te moeten opnemen, doch laat ik daaruit mogen concludeeren, dat de raadgeving doel heeft ge troffen. Wat Uw raadgeving aan mijn adres betreft, daarvoor ben ik U zeer erkentelijk, mits... het een raadgeving ware en geen insinuatie. Want anders kan ik het niet noemen, wan neer wordt geschreven als door U, over een gebeurtenis, welke ook door ons werd en nog wordt betreurd en deze gebeurtenis te willen voorstellen als een daad, door de S.D.A.P. uit volle borst toegejuicht. Als trouw lezer van het Volksdagblad kan ik U verzekeren, dat daarin destijds geen enkele „instemming" stond ten opzichte van het gebeurde met "de „Zeven Provinciën". Wat er echter wel in stond en waarover U zwijgt was dit: de werkelijke oorzaak van het gebeurde moet worden opgespoord en de daders gestraft en zie, heer Pfeiffer, ware dat gebeurd, dan hadden wij een ander beeld gekregen van werkelijke oorzaak en gevol gen en dan had „de kleine man" der partij niet alleen als slachtoffer rond geloopen, doch dan hadden ook enkele groote mannen, maar andere dan door U bedoeld, ter verant woording geroepen moeten worden. Dit alles kan ook U weten en nochthans stelt U deze zaak onwaar voor. Waarom? Toch niet om Uw wijze van „nationaal voelen en denken" te demonstreeren, want deze wordt gelukkig door vele „waarachtig nationaal voelende" Nederlanders niet ge deeld. (Zie uitslag laatste verkiezingen). Weet U ook, zoo schrijft verder de heer Pfeiffer, dat de verklaringen van Ir. Albarda enz. ten spijt, de wettige regeering de S.D.A.P. en dus ook mij voor „Defensie" nog steeds niet vertrouwt? Als antwoord een we dervraag. Weet de heer Pfeiffer niet, dat verschei dene leden van de S.D.A.P. belangrijke en verantwoordelijke regeeringsfunctie's beklee- den, teveel om in dit kort bestek te noemen en is het hem ook niet bekend, dat een der bekwaamste Departements-ambtenaren en rechterhand van Min. Colijn tot voor kort was een... S.D.A.P.-er (Van niet vertrouwen gesproken!) Voelt nu d» heer Pfeiffer goed, dat hrj, door deze hatelijke opmerkingen, zichzelf en zijn beweging een slechten dienst bewijst? Weet de heer Pfeiffer ook niet wat laatst aangaande de houding der regeering ten op zichte der S.D.A.P., bij monde van min. Co- lijn is gezegd? En ik mag toch aannemen, dat min. Colijn door U niet wordt ingedeeld bij de onnoozelen als waarover U schrijft. Voor het vele goede wat door de S.D.A.P. gedaan en ook door U op prijs wordt gesteld, zijn wij zeer erkentelijk, doch maakt U zich geen zorgen omtrent onbekookte besluiten onzerzgds, want al onze besluiten worden ge nomen, niet dan na rijpe overweging en ern stige studie. En zoo zou ook ik nog wel een poosje kun nen doorgaan, maar dan zou ik misbruik ma ken van de gastvrijheid der Redactie en dat wil ik niet. Op deze plaats een lans breken voor de „grooten", welke hun roode pakje verwissel den voor een oranje is niet noodig, want zo" zeker als dat „rood" inplaats van oranje een der kleuren is van onze „officieel vastgestelde vlag", zoo zeker zal spoedig de tijd komen, dat onze „roode beweging" de plaats krijgt» welke haar rechtens toekomt. Tenslotte nog dit. U weet, dat de S.D.A.P- iedere vorm van dictatuur afwijst, dus ook de verkapte vorm van een „Koninklijk Ka binet" als werd voorgestaan door Natlonaa Herstel en welks zaad niet gedijt in onze samenleving. Uit het experiment in Frankrijk trekken wij on z e les. Ziedaar, heer Pfeiffer, een ont- woord op Uw welgemeende raadgevingen- Laat ik eindigen met de volgende opmerking- Indien U zich geroepen voelt te antwoor den op een ingezonden stukje, goed, ma?f dan oprecht en naar waarheid, doch trach niet de S.D.A.P. op eenigerlei wijze veran woordelijk te stellen voor iets wat haar mm mer kon of kan worden aangerekend. U, geachte Redactie, hartelijk dankend v de verleende plaatsruimte, teeken ik, W. HELFENSTEIJtf- Den Helder, 1« Juni 1937.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 6