Romantiek in de Pyreneeën
De invoer van Deensch
vleesch
Radioprogramma
DE
EIMELIJKE
STRIJD
Leening provincie
N oord-Holland
door Michael Corvin
HET SPAANSCHE KRUGSRUMO ER HEEFT OOK DEN KLEINEN
IDYLLISCHEN STAAT ANDORRA BEREIKT.
Andorra, een historisch overblijfsel
uit den tijd van Karei de Groote,
dat aanvankelijk geheel afgesloten
lag van het groote verkeer, wordt
thans door vluchtelingen over
stroomd, die tot nu toe de neu
traliteit wisten te eerbiedigen, maar
over eenigen tijd
In de Pyreneeën begint thans eerst de
sneeuw te smelten, en de republiek An
dorra, die acht maanden van het jaar
ingesneeuwd is, is weer toegankelijk. Hier
mee begint dit jaar een moeilijk probleem
voor het bestuur van dit kleine landje.
Een dezer dagen trokken de 24 raadsheeren
van Andorra een paar stevige schoenen
aan en daalden door de smeltende sneeuw
de bergen af, tot zij den autobus naar
Perpignan bereikt hadden. Daar verhan-
digde, zooals dit trouwens ieder jaar ge
beurt, het hoofd van den staat Andorra,
Franciso Cairot, op plechtige wijze den
prefect van het departement, als den ver
tegenwoordiger van Léon Blum, een por
tefeuille met, 960 francs, en reciteerde daar
bij een formule uit het jaar 1278, die met
de woorden: „O Vorst" begint.
Een welkom maal.
Nadat, Andorra zich op deze wijze weer
voor een jaar van de machtige bescher
ming van de Fransche Republiek verze
kerd had, noodigde de prefect van het de
partement van de Oost-Pyreneeën, den heer
Cairot en de 24 raadsheeren tot een fees
telijke maaltijd uit, welke zeker veel_ meer
dan 960 francs kostte. De heeren uit An
dorra aten met groot genoegen, want ge
durende de acht wintermaanden hadden
■zij alleen maar schapenvleesch gehad; ver
volgens keerden zij per autobus naar huis
terug, het, laatste stuk moesten zij per voet
afleggen, naar hun klein, maar vrij landje,
maar toen begon de groote moeilijkheid.
De republiek Andorra is namelijk
niet alleen aan Frankrijk schat
plichtig, maar aan den anderen
kant van de Pyreneeën ook aan
den Spaansehen bisschop van Urgel.
Ook aan hem hadden zij nu eigen
lijk hun schatting moeten betalen:
twaalf kazen van geitemelk, twaalf
kippen, twaalf hammen en 75 gul
den. Maar nu doet het feit zich
voor, dat, de bisschop zich reeds lang
niet meer in Catalonië bevindt.
Aan wien moet Andorra zijn belas
ting nu betalen? Wanneer zij deze
schatting niet betalen, dan vreeizen
zij in conflict met hun buren, de
Cataloniërs' te komen, die zich toch
al voortdurend in de buurt van hun
landje bevinden.
Andorra's neutraliteit in gevaar.
Sedert de burgeroorlog in Spanje woedt,
heeft Andorra het buitengewoon moeilijk.
Nu er namelijk een autoweg dwars door
heen loopt, is het niet meer zoo ontoe
gankelijk als vroeger. Duizenden vluchte
lingen zij,n er dan ook binnen gekomen,
imaar steeds hebben zij de neutraliteit van
Andorra geëerbiedigd. Het leven in An
dorra is toch niet meer zoo vreedzaam
als vroeger. De onrustige, moderne tijden
zijn ook in dit landje, dat bestaat, sedert
Karei de Groote tegen de Saraceenen op
trok, doorgedrongen,
In het jaar 1929 brak er ïn An
dorra een heftige partijstrijd uit,
omdat een buitenlandsch syndicaat
het landje wilde opkoopen, om er
een casino in te richten. Een deel
van de 5500 inwoners was er voor,
omdat zij zagen welke voordeeien
er aan verbonden waren, de rest
was ertegen. Met de grootste
moeite werd een burgeroorlog ver
meden en het plan van een casino
liep op niets uit.
Verkiezingen „onder gewapend
geleide".
In het jaar 1933 brak er een echte revo
lutie in Andorra uit. Sedert het jaar 1278
hadden daar alleen de grondbezitters het
kiesrecht. De politieke eerzucht van de jon
gelui, die geen politieke rol konden spelen,
vóór hun vader overleden was en zij zelf
grondbezitter geworden waren, werd daar
door pijnlijk getroffen. De opwinding was
zoo groot, dat Frankrijk troepen naar An
dorra sturen moest, die er net zoo lang
bleven, tot dat de verkiezingen de eerste vol
gens algemeen kiesrecht, afgeloopen waren.
Hierdoor werd echter wederom het want.rou
wen van Spanje opgewekt. Wilde Frankrijk
Andorra soms annexeeren? Gelukkig sneeuw
den echter juist op tijd de bergpassen dicht,
waardoor een ernstig conflict tusschen
Spanje en Frankrijk vermeden werd.
Het volgende voorjaar bracht
nieuwe opwinding. Een Amerikaan-
sche millionair bood een geweldig
bedrag, toch nog maar 54.000 dollar
voor de souvereiniteitsrechten in
het kleine land. Spoedig daarop las
het verbaasde Europa in de kran
ten: Een of andere vreemde avon
turier heeft zich tot Vorst van
Andorralaten uitroepen en zelfs
van geweld gebruik gemaakt."
Maar ook deze romantische onderne
ming mislukte.
Een leger van zes man.
Het hielp allemaal niets, in deze onrus
tige tijden moest zelfs Andorra tot bewa
pening over gaan. Er werd een leger van
politie-soldatep, aangesteld, met keurige
uniforms aan en met revolvers gewapend.
Het leger telt zes man
En nauwelijks hadden de boeren en
schaapherders, zij het dan ook noodgedwon
gen, aan de algemeene, groote, Europeesche
bewapemngsstrijd deelgenomen of daar klop
te reeds de furie van de Spaansche burger
oorlog aan de poorten van den oerouden
vrijstaat!
Deze poorten worden thans verdedigd,
door de zes bewapende mannen, maar zal
dit, voldoende zijn?
Het zou jammer zijn, wanneer in 't verloop
van de Spaansche beroeringen de „minia
tuur-vrijheid" van Andorra, het oude, his
torische plekje in de Pyreneeën, kostbaar
overblijfsel uit lang vervlogen tijden, ver
loren zou gaan.
Maatregelen der Hollandsche
vleeschgrossiers.
Men schrijft ons:
Het bericht, dat binnen enkele da
gen hier te lande wederom een
belangrijk kwam turn Deensch en
misschien ook buitenlandsch bevro
ren vleesch zal worden ingevoerd
heeft in de kringen van belangheb
benden nog al beroering gewekt.
In grossierskringen (handelaren ïn Hol-
landsch vleesch) ziet men met vrees den
aangekondigden invoer van buitenlandsch
vleesch tegemoet. Men verwacht daarvan
groote schade voor den handel in Hol-
landsch vleesch, omdat men met de hooge
vleeschprijzen niet op zal kunnen tegen de
DE DRIE MUSKET
209. WE HEBBEN HET VERLOREN.
Als je wacht, duurt de tijd alijd lang.
In 't bijzonder d' Artagnan verbeeldde zich,
dat de dag 48 uur had. Alleen Athos behield
zijn kalmte, terwijl al de anderen aan de
grootste spanning ten prooi, bijna dage
lijks den weg afkeken, langs welken Plan
chet terug moest komen.
„Men zou zeker niet denken, dat jullie
volwassen mensohen bent; doe toch zooals
ik, beur je zelf wat op en drink een goed
glas wijn.
„Zeer graag", antwoordde di Artagnan
„als men er maar zeker van was, dat het
niet uit den wijnkelder van Mylady kwam."
„Je bent moeilijk tevreden te stellen, be
denk toch eens, hoe mooi die dame is."
Den laatsten avond zat hij, zooals ge
woonlijk tezamen met den dragonder in
de gelagkamer en speelde, toen er taptoe ge
blazen werd. De klok wees half acht aan.
„We hebben het verloren," fluisterde
d' Artagnan Athos toe.
„Nu ja," antwoordde deze volkomen rus
tig' en haalde een paar goudstukken uit
zijn zak en gooide deze op tafel.
210. DE SPANNING WORDT VERBROKEN
„Zullen we maar naar bed gaan," zei
Athos en verliet arm in arm met d' Artag
nan de kroeg, Aramis volgde met Porthos,
die zich af en toe uit vertwijfeling een
haar uit zijn baard trok.
Daar <dook plotseling voor hen in het don
ker een gestalte op. d' Artagnan herkende
ze direct en hoorde een welbekende stem
zeggen: „Ik heb Uw jas meegenomen, me
neer, want het is vanavond koud."
„Planchet," riep 1' Artagnan stralend
yan vreugde uit.
„Planchet", riepen ook Porthos en Ara
mis.
„Waarachtig, Planchet. Maar is dat dan
zoo merkwaardig. Hij zei immers, dat hij
vanavond om acht uur hier terug zou zijn,
en nu slaat de klok immers precies acht
uur. Maar Planchet, je woord houden, dan
kun je wanneer je je heer een keer verla
ten wilt, kun je zeer zeker bij mij in dienst
komen," zei Athos.
„Neen, dat doe ik niet," antwoordde Plan
chet, „ik verlaat d' Artagnan nooit."
lagere prijzen welke voor het Deensche
vleesch zullen worden genoteerd.
De „Hollandsche" grossiers achten het nu
billijk, dat ook zij in de gelegenheid worden
gesteld iets aan den invoer van buiten
landsch vleesch te verdienen, omdat men
anders in de onmogelijkheid zou verkeeren
van den Hollandschen vleeschhandel, welke
toch al zoo slecht gaat, te leven.
Maandag-avond kwam het bestuur van
den Ned. grossiersbond voor den vleesch
handel te Rotterdam in een spoed-bestuurs-
vergadering bijeen,
Men besloot te trachten, den in
voer, van Deensch vleesch zelf in
handen te krijgen op grond van het
feit, dat de groote meerderheid van
grossiers in dien bond vereenigd
zijn en de importeurs, die ook in
Hollandsch vleesch grossieren,
slechts een gering percentage vormen
Naar de bevoegde Deensche instantie
werd een telegram verzonden waar in ge
vraagd werd de geheele import van Deensch
vleesch in handen van den Ned. grossiers-
bond voor den vleeschhandel te geven.
Indien dit zou lukken zou de bond dit
vleesch via zijn afdeelingen doen distribu-
eeren. Naar wij vernemen heeft ook het be
stuur van den Ned. Slagershond, welke or
ganisatie te Hilversum congresseert, een
spoedvergadering van het bestuur over dit
onderwerp belegd.
Be uitgifte een groot succes.
Naar wij vernemen, is bij gisteren ge
houden emissie der provincie Noord-Hol
land (uitgifte van f 4.833.000, 3M> procent
obligatiën tot den koers van IOOV4 pet.) voor
een zoodanig bedrag ingeschreven dat op de
vrije inschrijvingen een zeer belangrijke re
ductie zal moeten plaats vinden.
ZATERDAG 19 JUNI.
Hilversum I.
KRO-uitzending.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 De KRO-Melodisten en soilst. (Om 1.00
gramofoonmuziek en postduivenberichten)
2.00 Voor de rijpere jeugd.
2.30 KRO-Orkest.
3.00 Kinderuurtje.
4.00 KRO-Orkest en gramofoonmuziek.
5.30 Esperanto-nieuws.
5.45 Voor Kath. Padvinders.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.,
6.45 Gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 „R.K. Vredeslegioen, Vredesbond voor
R.K. Jongeren.".
7.35 Causerie over de a.s. T.T.-Races.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting.
8.35 Jamboree-Avond der Katholieke Verkent
ners.
9.35 Gramofoonplaten.
9.50 De KRO-Melodisten en solist,
10.30 Berichten ANP.
10.40 Filmpraatje.
10.55 De KRO-Boys en solist.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum H.
VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.39
—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voordracht en bonf programma (gr.pl.)',
12.001.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Filmpraatje.
2.15 „In de operatiekamer",
3.00 Zang.
3.40 Boekbespreking.
4.00 VARA-Groot-orkest.
4.45 Causerie namens „Tavona",
5.00 Vervolg orkestconcert.
5.40 „De oorzaken der tooneelmalaise", cailt
serie.
6.00 Orgelspel. -
6.30 Ramblers.
7.00 „Filmland".
7.30 „Van Evangelie tot gemeente", causerie,
8.05 Herh. SOS-beriehten.
8.07 Berichten ANP. VARA-Varia.
8.15 „De Acht Brox", accordeon-orkest.
9.00 VARA-Orkest, en solisten.
10.00 Berichten ANP.
10.05 „Fantasia".
10,20 Radiotooneel.
10.35 „Fantasia",
11.00 Orgelspel.
11.30 Berichten.
11.3512.00 Gramofoonplaten.
36.
Esther scheen voor deze uitlegging van
Larker veel belangstelling te toonen. Natuur
lijk had zij van allerlei over den industrieelen
wedijver tusschen de landen gehoord, maar
toch wist zij er niet veel meer van, dan men
er in de couranten over kon lezen. Als de
verhoudingen echter waren, zooals de heer
Larker zeide, was het toch eigenlijk veel ver
standiger, dat Engeland voor deze dingen
met Duitschland samenwerkte, maar dan niet
slechts voor enkele afzonderlijke vraagstuk
ken, maar geheel en al. Larker lachte droog
en keek zijn gezellin van terzijde aan. Esther's
blik was open als van een kind, de van de
zee komende frissche wind had een zacht
rood op haar wangen gebracht en haar on
willekeurig een krachtigen tred doen aan
nemen en zij zag er in haar sportief win-
tercostuum zoo bekoorlijk uit, dat waar-
schijlijk ook een minder ijdel man dan
Larker wel aan geen harer woorden had
kunnen twijfelen. En toen zij nu haar ge
zicht naar Larker keerde en hem na haar
vraag recht in de oogen keek, hield hij het
bijna voor zijn plicht haar te toonen welke
rol hij speelde en hoe schitterend hij over
de omstandigheden georiënteerd was. Hij
nam de pose aan, die hij voor zichzelf het
voordeelgst oordeelde en praatte er weer op
los.
„Waarlijk, een zeer voor de hand liggende
gedachte en een zeer verstandige opmerking,
miss Raleigh. Zeer voor de hand liggend, in
derdaad en toch zouden mogelijk slechts wei
nig menschen in Engeland in staat zijn u een
duidelijk en ter zake kundig antwoord te ge
ven. Ik mag natuurlijk vooraf aannemen, dat
u alles, wat ik nu ga zeggen, in vertrouwen
mededeel. U hebt de drie Duitsche heeren
leeren kennen, die we verzochten hier te ko
men en u hoorde reeds, dat wij met hen wil
len samenwerkeh. Dit is natuurlijk slechts een
klein onderdeel van het geheele groote plan.
Men heeft in Duitschland gelukkig ook ont
dekt, dat een splendid isolation tot niets leidt.
Men erkende dit niet in de laatste plaats ten
gevolge der toelichtingen er onbetaalbare be
moeiingen, die de eerste Britsche gezant na
den oorlog, de tegenwoordige viscount d'Aber-
non, in Berlijn presteerde. Thans zijn de in-
dustrieele en politieke betrekkingen met
Duitschland en Engeland ondanks het conti
nentale ijzerpact met Frankrijk en ondanks
andere relaties, zoo stevig geworden, dat zij
ook in het geval van het ergste eenige draag
kracht zullen blijken te bezitten."
Larker maakte een kleine pauze en Esther
haastte zich hem nadrukkelijk en begeerig
naar verdere voorlichting, gelijk te geven. De
arbeidersleider en mijndirecteur ging, terwijl
zij door weilanden en kort geschoren gazons
de stad weder naderden, met volle zeilen
voort:
„De voorbereidselen zjjn dus zoo goed als
voltoond. Nu wordt er begonnen. Wacht u
maar eens af, hoe de toestanden na twee, drie
jaren zullen zijn. Wij moeten ons toerusten.
De concurrentiestrijd zal steeds scherper wor
den en op het oogenblik, dat Rusland weder
toegankelijk zal zijn, ontstaat er een wedren,
waarbij wij niet de laatsten willen worden.
U hebt er zeker wel van gehoord, hoe belang
rijk de chemische industrie thans en in de toe
komst voor elk land moet worden. Juist op
het nuttig gebruiken van de residuen van elke
soort, op het verleenen van waarde aan stof
fen, die in groote massa's aanwezig zijn, doch
aan welke men thans nog nauwelijks aan
dacht wijdt, berust waarschijnlijk de toekomst
der menschheid. Het is geen compliment, wan
neer men erkent, dat Duitschland op al deze
gebieden de vindingrijkste koppen en de voor
treffelijkste inrichtingen bezit. Uw lands
lieden, die hier zijn, kwam natuurlijk niet
uits uitend om de uitbreiding van de cokes-
fabriek te bespreken en het is niet moeilijk
te raden, dat daarvoor het bezoek van een
enkelen ingenieur reed3 voldoende geweest
zou zijn. Ik mag u wel verraden, dat juist op
ditzelfde oogenblik, dat wij hier door de hoofd
straat wandelen, in het directiegebouw van de
Gold Gate een bespreking plaats heeft, van
welker resultaat veel zal afhangen voor de
snelheid, waarmede de Engelsche mijnindu
strie in het algemeen gemoderniseerd en
strijdbaar gemaakt zal worden."
Larker pronkte als een pauw, wiens waaier
vormig opgestoken staart tallooze vlammen
de spiegels bevat en in waarheid spiegelde
zich voor Esther ook heel wat daarin af. De
onthullingen van haar geleider waren haar
in den grond niet nieuw geweest, maar het
feit, dat het bezoek van Dr. Messelmann en
diens collega's bij den hertog van een zoo
groo* belang was, electriseerde haar. Men
had stellig geen enkele verdenking van welke
aard ook tegen haar, althans tot nu toe nog
niet. Dat men haar bij het nu plaats vindende
onderhoud buitenshuis wilde weten, was be
grijpelijk. Zij twijfelde er nu geen oogenblik
meer aan, of in de gele actetasch van den
hertog moesten documenten geborgen zijn,
die voor haar van on chatbare waa ie waren.
Maar hoe zou zij de gelegenheid vinden die
papieren te zien te krijgen en zelfs te foto
graf eeren
Terwijl zij naast Larker voortliep en zij
geleidelijk de mijn weder naderden, overlegde
zij onder het levendige gesprek an haar ge
leider door koortsachtig bij zichzelf, hoe zij
te werk zou moeten gaan.
Toen de beide wandel-s in het directie
gebouw terugkeerden, waren de besprekingen
reeds afgeloopen en zaten de vier heeren in
de hal te rooken en whisky te drinken. De
hertog vroeg Esther of zij over haar gids
tevreden was en of het hem gelukt was haar
een poëtischen indruk van de vrij vervelende
stad te geven. Esther verklaarde lachend,
dat zij een prettige wandeling gemaakt had
den en dat zij vooral den weg langs de zee
zeer romantisch gevonden had.
„Weet u wel, dat enkele van mijn mijngan
gen zich tot vrij ver onder de zee uitstrekken?
Deze mijn is reeds meer dan honderd jaar
oud en reeds de eerste boringen „ewezen, dat
er zich onder den zeebodem enkele rijke ko-
lenlagen bevonden. Fet geht le systeem der
groeve is overigens zo gecompliceerd, dat
slechts een paar oude opzichters er overal
goed bekend zijn. Men heeft vroeger," hij
richtte zich nu tot de drie heeren, „helaas
niet altijd met de noooige zorgvuldigheid de
afgewerkte gangen opgevuld. Ik weet, dat er
nog een reeks vei laten en half ingestorte
gangen bestaat, wat evenwel, tot nu toe
althans, nog nooit tot onaangename gevolgen
aanleiding gegeven heeft".
Een der heeren schraapte zich de keel. De
hertog keek hem aan en ging haastig voort:
„Nu ja, natuurlijk heeft er hier en daar wel
eens een kleine instorting plaats. Dan zakt
er ergens buiten tusschen de groeve en de
kust een stuk weiland in. Maar ik verzeker
u. dat is zoo zelden voorgekomen, dat men
daarmede waarlijk geen rekening behoeft te
houden. Overigens is de mijn in uitstekenden
toestand. Daar zult u zich morgen zelf van
kunnen overtuigen."
Hier greep Larker in, die opgemerkt meen
de te hebben, dat de Duitschers over den
toestand der groeve niet zoo gerust waren als
de hertog. Het gelukte hem met behulp van
een aantal klinkende phrasen een ongevaar
lijke wending aan het gesprek te geven. Men
praatte nu over allerlei willekeurige onder-
TfPf' Esther werd °°k in de conversatie
betrokken en hertog Eric toonde zich een
zeer onderhoudend causeur. Het °-eluktp
Esther zelfs, toen het gesprek over de ge
makken liep, die de stad aanbood, naar holel
The Crown te informeeren en dé voor haar
belangrijke beschrijving te verkrijgen van de
plaats, waar het stond. Middelerwijl peinsde
zij er echter voortdurend over hoe en om
hoe laat zij het best de gelegenheid zou kun
nen vinden om die documenten eens in te zien
Men scheidde tamelijk vroeg en sm-sv 7e
den volgenden morgen tegen negen uur met
de bezichtiging der groeve te beginnen. De
drie bezoekers waren reeds naar hun kamers
gegaan, toen Esther nog met den hertog en
Larker in de hall stond. Hertog Eric vroeg of
zij geen lust had nog wat te keuvelen; nu de
„zakelijk" gasten" zich teruggetrokken had
den, zou hij zich gaarne nog wat met haaf
over minder ernstige dingen onderhouden.
Daarbij keek hij Larker aan, die evenwel de
bedoeling van zijn woorden niet scheen te
begrijpen en niet van zijn post scheen te
willen wijken. Esther amuseerde zich in stilte
over deze schermutseling, die haar niet anders
dan aangenaam kon zijn. Zij hoopte, dat
Larker ondanks zijn stellig groote serviliteit
voor den hertog, het in dit geval onmogelijk
zou achten zich weg te laten zenden.
Zij had gelijk. Larker was de belangstelling
van den hertog voor Esther evenmin ontgaan»
als den hertog Larker's sympathie voor deze
jongedame. Hertog Eric vervloekte zichzelf
achteraf heftig, maar te laat, wegens zijn
genialen inval om juist Larker met miss
Raleigh uit wandelen te sturen. Maar voor
zulke overwegingen wa.JÏ het nu de tijd niet
meer, en bovendien kon de hertog zijn laatste
voorstel niet plotseling terugnemen, omdat
ook Larker lust scheen te hebben aan het
„niet ernstige" onderhoud deel te nemen.
Het werd een van de meest vermakelijk0
gesprekken, die Esther ooit bijgewoond had.
Larker hoedde er zich weliswaar voor om nu,
in tegenwoordigheid van zijn patroon, niet als
straks buiten geheimen los te laten, maar
des te meer spande hij zich in om zijn schit
terende wereldkennis in alle mogelijke kleuren
ten toon te spreiden. De hertog daarentegen
geloofde de beste gevolgen te zullen bereiken
door het aanslaan van een vaderlijken toon en
zoo verkreeg het gesprek een grotesk
karakter, dat tusschen de lichte frivoliteit van
Larker en de eenigszins oom-achtige vroolijk"
heid van den hertog heen en weer schommelde.
Toen Esther op de klok keek, bemerkte z«.
dat het reeds middernacht was en maakte zo
er een einde aan, door erop te wijzen, d
men den volgenden morgen vrij vroeg zo
moeten opstaan.
(Wordt vervolgd