Oraadlooze uitzending van eiectriciteit? Radioprogramma Een ruim geweten Brand in grafkelder DE' EIMELIJKE STRIJD la ioiWA s avonds door Michael Corvin INTERESSANTE EXPERIMENTEN VAN IR. PHILLIPS THOMAS. WATERVAL DRIJFT STOOMSCHE PEN AAN In de Vereenigde Staten worden op het oogenblik na langdurige vooi bereidingen door den ingenieur Phillips Thomas practische' pogin gen ondernomenom electrische energie langs draadloozen weg over groote afstanden uit te zenden. Zouden deze experimenten op den duur met succes bekroond worden, dan zou daarmede voor de wereld een geheel nieuw tijdperk aanbre ken. In een groote electrische centrale, welke haar energie put uit het snel- vliedende water van een der enor me Afrikaansche watervallen, drukt de leidende Ingenieur op een hef boom. Op hetzelfde oogenblik zetten zich duizenden kilometers ver van de centrale verwijderd, in de fabrie ken van Eindhoven, Twente en Delft de machines in beweging. Benige oogenblikken later verlaat ln Rot terdam, door dezelfde geheimzinnige kracht aangedreven „de Statendam" de haven om den reis naar Amerika te ondernemen, ter wijl boven de huizenzee van de groote ha venstad eenige vliegtuigen cirkelen, waar van de motoren eveneens uit het schijnbare niets gevoed worden. Een fantastisch toe komstbeeld dat misschien eerder werke lijkheid zal worden, dan men op het oogen blik geneigd is aan te nemen. Reeds zoovele technische droomen men denke slechts aan de televisie zijn in de laatste jaren plotseling in vervulling gegaan. Waarom zou het dus niet mogelijk zijn, dat groote electrische centrales aan de Niagara- of Victoria-Watervallen, in Zwitserland of in Rusland de wereld van licht en energie voorzien? 'Exploitatie van overbodig. het zonlicht Dit alles schijnt des te eer mogelijk, wijl men bij de plannen van ir. Thomas geens zins met oncontroleerbare fantasieën, maar met geniale technische projecten, die reeds jarenlang in het middelpunt der belang stelling van deskundige kringen staan, te ïnaken heeft. Tot nog toe trachtte men het probleem van het draadloos uitzen den van goedkoope electrische ener- gie hoofdzakelijk door zonnema- chines op te lossen. Daarbij worden door een groot aantal spiegels de op een uitgebreide oppervlakte opge vangen zonnestralen samengetrok ken op een stoomketel, die door mid del van een dynamo een reeks accu mulatoren laadt. Reeds in het jaar 1901 heeft men in Californië een der gelijke machine geconstrueerd. Terwijl deze slechts 6 P.K. kon ont wikkelen, had een in het jaar 1913 bij El Maadi in Egypte gebouwde zonnemachine reeds een prestatie vermogen van 50 P.K. In den laat- sten tijd heeft men ook in andere landen dergelijke pogingen onder nomen. Ingenieur Thomas gaat Intusschen van geheel andere, minder kostbare en fantasti sche, gezichtspunten uit. Volgens Thomas zullen niet zonnemachines, maar door water aangedreven electrische centrales goedkoo pe energie voor de geheele wereld moeten leveren. Onzichtbare „luchtkanalen. Inplaats van enorm lange kabels, welke niet slechts in aanleg, maar ook in onder houd buitengewoon duur zijn, zouden in de toekomst zoogenaamde luchtkanalen voor het overbrengen van electrische energie )an de plaats van productie naar die van het verbruik moeten dienen. Thomas wil tot dit doel door „lonlsatie" de lucht kunstmatig in een toestand brengen, welke het mo- Relijk maakt, de electrische stroom zonder behulp van geleidende dra den van de eene plaats naar de andere over te brengen. Door on zichtbare luchtkanalen, waaruit geen electrische stroom kan ont snappen, zou de stroom in den vorm van zeer korte electrische gol ven van een zendstation uit door middel van daartoe geëigende spie gels evenals lichtstralen naar de plaats van verbruik worden uitge zonden. Men zou dus in de toekomst b.v. in Eind hoven honderdduizend P.K. uit Zwitserland kunnen betrekken, evenals men op het oogenblik b.v. de Lohengrin door het radio toestel uit Hilversum ontvangt. Voörwaarde daartoe is echter, dat men veel sterker dan tot nog toe gebruik gaat maken van de waterkracht, welke de wereld bergt. Kolen en petroleum overbodig? Welke mogelijkheden daarbij nog open staan, bewijst reeds een kort overzicht over de in de wereld nog braakliggende waterkrachten. Op de eerste plaats staat in dit opzicht Afrika, het zwarte wereld deel, waar van de voorhanden zijnde 185 millioen P.K. slechts 0.07 pet., gebruikt wordt. De in Europa aanwezige water kracht wordt op ongeveer 52.5 millioen P.K. geschat. Hiervan is intusscben reeds 25.2 pet. aan de menschheid dienstbaar gemaakt. Ook Amerika en Azië bergen in dit opzicht enorme energieën. Zou de uitvinding van den Amerikaan- schen ingenieur in den loop der tijden wer kelijk ten uitvoer kunnen worden gebracht, dan zouden kolen en olie nog slechts een kleine rol behoeven te spelen. Want alleen reeds de Niagara-watervallen en de groote stroomversnellingen in Afrika zöudon een groot aantal landen van licht en energie kunnen voorzien. Op deze wijze zouden ltovendien de economische en koloniale problemen op de eenvoudigste manier uit de wereld kunnen worden geholpen. WOENSDAG 23 JUNI 1937. Hilversum I. NCRV-Uiteending. 6.80—7.00 fonds voor de scheepvaart. Onderwjjs- 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.). 8.30 Gramofoonmuizek. 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Ensemble van der Horst. 12.00 Berichten. Gramofoonmuziek. 12.30 Vervolg concert. I.30 Gramofoonmuziek. 2.00 Sopraan en piano. 3.00 Christ. lectuur. 3.30 Orgelspel. 4.45 Felicitaties. 5.00 Kinderuur. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.30 Causerie over het Binnenaanvarlngs- reglement en stoommachines. 7.00 Berichten. 7.15 Landbouwhalfuur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. Herh. SOS-Berichten. 8.15 De Arnhemsche Orkestvereeniging en solist. 9.00 Angst en vrees in het kinderleven, caus. 9.30 Vervolg concert. (Om 10.00 Berichten ANP). 10.25 Gramofoonmuziek. 10.45 Gymnastiekles. II.0012.00 Gramofoonmuziek. Hierna: Schriftlezing, Hilversum H. VARA-Uitzendlng. 7.30—8.00 VPRO. 10.0010.20 v.m. en MUSKETI 215. DE INSPECTIE. Hij bleef voor Mylady staan, keek haar doordringend aan, maar zei geen woord. Daarna verwijderde hij zich, wendde zich tot den kapitein en nam het commando over, waarbij hij het bevel tot het uitvoe ren van een manoeuvre gaf, waaraan on middellijk gevolg werd gegeven. Het schip voer verder door den oorlogsbodem gevolgd. Toen de officier Mylady vorschend aan gekeken had, had zij getracht zijn gedach ten te raden. Maar dat gelukte haar niet. Hij zou ongeveer 26 jaar zijn, had een iet wat schuin voorhoofd, zooals men veelvul dig bij dichters en voorvechters aantreft. Het haar was kort en dun, de oogen wa ren mat en lagen diep in haar kassen. De mooie mond was fijn geteekend, de krach tige kin verried groote wilskracht. In het geheele gezicht vertrok geen spier. Toen ze eindelijk de haven bereikten was het reeds nacht. 216. HET SCHIP. 8.00 Gramofoonmuziek, De nevel maakte het weer nog donkerder dan het reeds was. In de koude en grauwe lucht stonden de lantaarns als met een stralenkrans omgeven. Mylady, die toch niet bang was uitgevallen, huiverde onwil lekeurig. De officier liet haar bagage in de boot brengen, reikte haar vervolgens de hand en verzocht haar in te stappen. My lady talmde een oogenblik en vroeg: „Mijn heer, is het in Engeland gebruikelijk, dat de marine-officieren ter beschikking van hun landgenooten staan en ze zelfs in de haven brengen?" ,Het is een algemeene voorzorgsmaatre gel, die in tijden van oorlog altijd genomen wordt en U zult ieder verzoek om er van ontheven te worden, noodgedwongen moeten opgeven." „Goed, dan zal ik U volgen." „In de boot., liet de officier haar op een grooten mantel plaats nemen, die achterin uitgespreid was, en ging naast haar zit ten. „Voorwaarts!" commandeerde hij. De acht. riemen werden gelijktijdig in het water gelaten en weldra schoot de boot door het water. 9,30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20 „Les Ménétriers", declamatie en cau serie over reisindrukken van Amerika. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 „Les Ménétriers". 12.45—1.45 VARA-Orkest. 2.00 Cello, piano en gramofoonmuziek. 2.30 Gramofoonmuziek. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.00 Orgelspel. 6.30 Viool en piano. 7.00 Zang. 7.30 Vrijzinnig Protestanten in Nederland, causerie. 8.05 Herhaling SOS-berichten. 8.07 Berichten ANP. VARA-Varla. 8.15 „Fantasia". 9.00 Concert m.m.v. solisten, vrouwenkoor „Vox Jubilans" en het VARA-Theater- orkest. 9.30 „Johnie en Johnes". 9.40 Vasthouden en doorzetten, causerie. 9.50 „Johnie en Johnes". 10.00 Berichten ANP. 10.05 VARA-Groot-orkest en solist. 11.0012.00 Gramofoonmuziek. tot V, uur vóór zonsopgang zijn geluidssignalen verbo den: knippert dan met de koplichten ak attentiesein! GELU/DSSIGMAAL VERBODEM Jeugdige diefdie omgeving van Haren (Gr.) sinds lang onveilig maakte, gearresteerd. De politie in de gemeente Haren heeft de hand weten te leggen op den dader van verschillende diefstallen en een inbraak, welke in de jaren 19351937 in deze omge ving zijn gepleegd. Het vinden van een leeg spaarbusje, afkomstig van de coöp. Boe renleenbank te Haren (Gron.) leidde tot een huiszoeking bij de familie N. te Noordlaren, aan wie dit busje was afgegeven. De 18- jarige inwonende zoon D. N. bleek dit busje te hebben geopend en den inhoud ten eigen bate te hebben aangewend. Tevens bekende hij, dat hij een in dit perceel aanwezige electrische gramofoon het vorig jaar uit Meerwijk te Midlaren had ontvreemd. Toen hij nader aan de tand werd gevoeld, gaf hij ook toe de dader te zijn van een ge heele reeks diefstallen, n.1. nog te Noordla ren, uit automaten te Glimmen, diefstal van een rijwiel, hetwelk onbeheerd aan den weg stond te Haren, en van een fietslantaarn uit een garage te Haren. Tevens bekende hij de dader te zijn van een inbraak in een villa aan den Rijksstraatweg te Haren, waar hij echter, doordat de binnendeuren, welke hij moest passeeren om iets van zijn gading te vinden, gegrendeld waren, niets kon meenemen. De politie blijkt dus wel een goede vangst te hebben gedaan. Eenigen tijd geleden heeft de jongeman terecht gestaan wegens diefstal van een auto te Assen. Bliksem richt aan kerkgebouw te Goor groote schade aan. Boven Goor ontlastte zich Zondagmiddag omstreeks half drie een onweer, dat langdu rig aanhield. Precies zeven minuten voor vier werd de toren der Ned. Herv. Kerk door het hemelvuur getroffen. Hierdoor werden een stuk van een der wijzerplaten geslagen en de wijzers verbogen. Een der zware steenen gewichten van het uurwerk was naar beneden gevallen en had schade aangericht. In het dak van den grafkelder der Ripperda's welke aan den toren ge bouwd is, sloeg een gat. Hier werd een oogenblik na den inslag ook een begin van brand ontdekt, die gelukkig met eenige emmers water gebluscht kon worden. Ook een groot aantal leien van kerk en toren werden vernield. Waarschijnlijk door den luchtdruk waren in de kerk zelf stukken uit het plafond go- vallen. De antenne van de Goorsche radio centrale, welke aan den toren was beves tigd, werd vernield. Bij den radiocentrale- houder raakte een drietal toestellen defect, zoodat de aangeslotenen enkele uren zonder radio zaten. De schade is nogal aanzienlijk. 39. Esther aarzelde even, maar het nieuwe en ongewone van deze omgeving trok haar te sterk aan en daarbij moest Larker hier be neden wel geheel en al ongevaarlijk geacht worden. Zij stemde dus toe en volgde hem op den nieuwen weg. Ook deze gang was van een betimmering voorzien, maar van tijd tot tijd werd de houtbekleeding toch door het naakte gesteente onderbroken. Op een be paalde plaats maakte Larker haar opmerk zaam, op een aantal zwarte strepen ter dikte van een vinger, die zich parallel in het ge steente af teekenden. Het waren dunne kolen- lagen, die men als onbruikbaar had laten zit ten en Esther bekeek deze eerste .kolen, die zij in de mijn op de plaats waar zij waren ont staan, ontwaarde, oplettend Op dit oogenblik verscheurde een knal m de verte de lucht en veroorzaakte zulk een hevigen windstoot, dat hij hen den adem dreigde te beneden en hen haast van c e wierp. De knal werd gevolgd door een dof rommelenden donder, die regelrecht ui massieve inwendige van den berg sc ee" komen. Zij keek haar metgezel verschrikt aaon, maar Larker stelde haar gerust verzekering, dat het slechts een springlading was geweest, die geen gevaar met zie c bracht, of er moest op die plaats juist m j - gas aanwezig zijn. Het geluid herhaal (O en hoewel Esther dat reeds bijna had ver wacht. tuimelde zij toch een weinig achter uit. Zij beroerde daarbij Mr. Larker s schouder en plotseling trachtte hij haar te omhelzen. Verontwaardigd wilde zij hem van zich af stooten, maar Larker liet haar niet los. De gelegenheid had hem geheel en al uit zijn evenwicht gebracht; de eenzaamheid hier be neden, de nabijheid van het meisje en zijn ge voel van meerderheid en onmisbaarheid maak ten hem dol en deden hem elke voorzichtig heid vergeten. Hij had Esther brutaal bij de armen gepakt en probeerde haar met geweld op haar mond te kussen. Esther verzette zich zoo goed zij maar kon en eindelijk, toen zij geen anderen uitweg meer zag, hief zij haar rechterarm zoo hoog mogelijk op om met haar vuist Larker's opdringerigheid af te weren. Zij dacht er niet meer aan, dat zij haar lamp nog in de hand hield, die echter deze beweging meemaakte en met het zware onderstuk Lar ker met een harden slag tegen het hoofd trof. Hij liet haar los en viel om, terwijl Esther, nu geheel en al buiten haar zinnen en zonder lamp de duisternis in rende, die reeds zeer dicht voor haar uit geheel en al ondoordring baar werd. Zij bleef staan, toen de mijngang een bocht maakte en wilde nu, over alle leden bevend van opwinding, naar de plaats terug- keeren, vanwaar nog een matte lichtschijn tot haar doordrong. Zij keerde langzaam om en ging de bocht weder door, tot het rechte stuk van de gang weer voor haar lag. .Toen kon zij ook het licht zelf weer zien en be merkte zij, toen zij naderbij kwam, dat het van haar eigen lamp afkomstig was, die op den grond lag. Van den heer Larker viel geen spoor meer te ontwaren. Esther lachte hoo- nend, maar schrikte meteen van het geluid van dien lach, dat in deze ruimte zonderling hol en onwezenlijk klonk. Nu, het kon wel niet al te moeilijk zijn den weg naar de hoofd gang terug te 'vinden. Zij raapte haar lamp op en liep langzaam, met een gevoel van groote vermoeidheid, waarvan zij zich nu eerst bewust werd, den weg terug, dien zij met Larker gekomen was. Zij had nog geen hon derd meter afgelegd, toen de catastrophe plaats greep. Eerst klonk het precies eender als een gewone springlading en ook de druk van den windstoot en de rommelende donder van de exploisie waren normaal. Maar toen klonk er een nieuwe toon. De berg begon te dreunen en brullen en de luchtstoot veranderde in een orkaan, die op haar toestormde en haar dreigde neer te vellen onder het veroorzaken van een gillend gefluit, dat haar verdoofde en haast gevoelloos maakte. Daar doorheen deed zich een luide donder hooren, die den balk, waaraan zij zich voor steun vasthield, deed sidderen en overal kleine stukken steen deed lossspringen, die als hagel op den bodern neerkletterden. Toen werd het plotseling doodstil en die stilte was zoo groot, dat Esther haar hart kon hooren kloppen, naar het haar toescheen zoo luid als het tikken van een reusachtig uurwerk. Zij keek toevallig naar haar handen en bemerkte daardoor eerst hoe zij beefde. Nog begreep zij de mogelijke gevolgen van het febeurde slechts ten deele. Wat was een mijngasontploffing eigenlijk Zij had er geen vermoeden van, hoe men zich onder zulke omstandigheden behoort te gedragen en bo vendien wist rij ook volstrekt niet, wat er gebeurd was. Vast stond alleen, dat rij nog leefde en dat zij tot het laatste toe zou pro- beeren de oppervlakte der aarde weer te be reiken. Haastig en met knikkende knieën liep zij verder in de richting van de hoofd gang en onder het loopen voelde zij, dat er regelmatig iets tegen haar rechter henp sloeg. Nu herinnerde zij zich den flacon met cognac weder en, zonder haar vlucht ook slechts een oogenblik te onderbreken, haalde rij hem te voorschijn en nam zij er een paar slokken ut. De alcohol werkte kalmeerend en stimuleerend en oeftnde niet den geringsten dronkenmakenden invloed op haar uit. Zij kon integendeel bedaarder nadenken en matigde als gevolg daarvan in de eerste plaats haar snelheid, die zinneloos was. Volgens haar berekening moest rij de hoofd gang welhaast bereikt hebben, maar juist op dat oogenblik kwam zij plotseling tot stil stand, want vlak voor haar eindigde de gang. Een ruïne van steen, groote blokken en gruis, licht en donker gekleurde stukken sloot als een massieve muur de gang volkomen af. Zij was gevangen. Maar dat was onmogelijk! Dat mocht niet! Zij keerde zich om en dwong zichzelf uit alle macht om helder na te denken en zich niet door een paniekstemming te laten over- heerschen. Zij vond geen andere mogelijkheid, dan het onbekende in te gaan. Daar de terug weg afgesneden was, bleef er slechts één an dere weg over: voorwaarts. Esther Raleigh begon haar tocht door het doolhof van de onderste gangenverdieping der mijn, negenhonderd meter beneden de aard oppervlakte, alleen en zonder eenig begrip der haar omringende gevaren. Zij was zoo voor zichtig de vlam van haar lamp zeer laag te draaien en liep toen met de standvastigheid der vertwijfeling steeds rechtuit naar zij meende. Twee of driemaal passeerde zij kleine zijgangen, die ook minder hoog waren dan haar gang. Toen kwam er weer een nieuwe vertakking. Of was het de voortzetting der gang, die zij volgde? En was de gang niet slechts een zijtak? Zij aarzelde een oogenblik voor zij besloot den weg aan haar linkerkant te kiezen, daar deze een weinig scheen te stijgen. Na een half uur viel het haar op, dat het aanzien der gang volkomen veran derd was. Was het houtwerk in de groote hoofdgang reeds tamelijk brokkelig geweest, hier was het door en door vervallen. Overal lagen verrotte balken op den grond en hier en daar maakten hoopen steenblokken en gruis den doortocht zoo nauw, dat zij diep moest bukken om die plaatsen te kunnen passeeren. Daarbij werd het hoe langer hoe vochtiger en hadden zich vele modderpoelen op den ongelijken bodem gevormd. De indruk van deze gang in haar verlatenheid en verval was ontzettend deprimeerend. Omkeeren kon Esther evenwel niet. Om- keeren beteekende op dit oogenblik niet alleen iets lichamelijks, maar ook iets geestelijks. Zij wist als rij nu zou omkeeren en terug zou willen kruipen, dat rij zich dan na misschien honderd schreden eenvoudig zou laten neer vallen of krankzinnig zou worden. Zij liet het licht weder zoo goed mogelijk voor zich uit schijnen en zocht zicht tastend een weg door den chaos der nu een phosphoresceerend, dan weer süjmerig vochtig verrottende balken en paaltjes. Haar volharding scheen beloond te zullen worden. Zij vond een doorgang van nauwelijks een meter wijd, die steil omhoog voerde. Op handen en knieën kroop zij naar boven, bij elke schrede de lamp voor zich opheffend en neerzettend. Zij verbeeldde zich reeds hon derden meters gestegen te zijn, toen rij in derdaad slechts vijftig meter hooger, weder in een gewone mijngang uitkwam. Hier was het niet meer mogelijk zich ten aanzien der richting te oriënteeren en er viel niet het minste teeken te bespeuren, waaruit zij had kunnen afleiden naar welken kant rij moest gaan. Zij liet haar licht zoo ver mogelijk naar links en rechts in de gang schijnen en liep toen op goed geluk af naar rechts weer verder. Als Esther later over deze ervaring sprak, beweerde zjj steeds, dat haar schreden op dezen weg, bij dit dwalen door een ledigen nacht, door een hoogere ingeving geleid moes ten zijn geweest. Eerst na zes en twintig uren zou Esther Raleigh een uitweg vinden, maar voor het zoover zou rijn zij kon het zich na haar redding niet meer herinneren wanneer dit ge beurde en de plaats had zij natuurlijk nooit geweten zou zij nog een verschrikking moeten doorstaan, die haar haast in de duis ternis der onderwereld teruggejaagd had. Zij had reeds spoedig begrepen, dat zjj in het oudste gedeelte van het gangencomplex ge raakt was, het gedeelte, dat reeds lang ge leden verlaten en sedert meerdere generaties door geen levend wezen meer betreden was. Dit waren dus de niet opgevulde afgewerkte gangen, waarvan de hertog gesproken had. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 7