Prins Bernhard Hei dure vleesch De middenstand als geestelijke schakel Radioprogramma bij de grenadiers De taak van minister Colijn DE EIMELIJKE STRIJD Voor tweeduizend gulden aan dameskleeding gestolen Honderd arbeiders geschorst Boerderij afgebrand door Michael Corvin Schraalhans, op de vlucht! In de vergadering van de Dagelüksche Besturen der Centrale Landbouworganisa ties, die dezer dagen te 's-Gravenhaqe plaats had, kwam de invoer van het Deén- sche vleesch in Nederland ter sprake. Genoemde besturen zullen pogingen doen em over dezen iniwer zekerheid te verkrij gen en dan de stappen doen, die door den ernst van het feit zouden worden voorge schreven. (Sch. Crt., 6 Juli 1937.) d Invoer van het Deensohe vleesob Geeft den boeren nieuwe vrees! 't Is reeds moeilijk 't Hollandsch vee, Te serveeren bij 't diner Daarbij nog de 10 procent „Dank U," zegt de consument, En leeft zonder karbona. Leeg is veeteelt's centenla, Rib en klapstuk zijn taboe, Hoogmoed stijgt in ied're koe; Levend of ter slacht gestikt, Aan het stuk of ingeblikt. Nooit zóó kostbaar in 't verleen Was haar vleesch, haar vet, haar been! Landbouw springt ras in de bres, 't Wordt een langnietmalsch proces! Zónder hulp van 't Deensche rund 't Onzen boerenstand gegund! Plaats voor 't binnenlands ehe vet! Teeltbeperking stopgezet! Koeienhoogmoed voor den val! Nieuwe vreugd aan Hollands stal! Tot óns geurige gebraad, Oók goedkoop op tafel staat! LIE. Rede van Prof. Casimir den K.N.M.B. voor In de buitengewone algemeene vergadering van den Kon. Ned. Middenstandsbond, die gisteren te Zwolle gehouden werd, hield prof. R. Casimir uit 's-Gravenhage een rede, waaraan wij het volgende ontleenen: De middenstand, aldus spr., vangt pro ductie zoowel als geestelijke stroomingen op en verhindert, een te snelle doorstroo ming, die een gevaarlijke kortsluiting zou kunnen veroorzaken. Hij vormt dat sta biele element, dat de regelmaat der pro ductie en afneming bevordert en het mo gelijk maakt, dat er ondernemingen zijn, die zich op het blijvende kunnen inrich ten en zich in technisch opzicht, zoowel als op het gebied van sociale voorzieningen voorbeeldig kunnen inrichten. Een zeker conservatief element in den middenstand, zoo betoogde spr. voorts, is noodig, anders vervult hij zijn eigenlijke taak niet in het maatschappelijk leven. Zoo als de middenstander de verbinding vormt met den consument, zoo moet hij ook een geestelijke schakel zijn. Hij moet trach ten zoowel zijn relaties als de leden van zijn personeel te dienen, omdat zij menschen, persoonlijkheden zijn, voor wier behoeften en nooden hij een open oog heeft. De mid denstand weet immers, hoe noodig het is, dat er behoorlijke levensvoorwaarden voor het geheele volk zijn. Brutale inbraak in modemaga zijn te Amsterdam. Den vorigen nacht hebben onbevoegden zich door opensluiting van de hoofddeur toegang verschaft tot een damesmodemaga- zijn aan de de Clerqstraat te Amsterdam, en daar voor groote waarde mantels en japonnen gestolen. Toen gisterenmorgen het personeel den winkel binnenkwam, vond het daar een groote wanorde. Overal waren kleedingstukken verdwenen. Naar voorloopige schatting bedraagt de geldwaarde van de gestolen mantels en japonnen ruim twee duizend gulden. Het juiste bedrag zal echter na het opmaken van den inventaris kunnen worden gevon den. VRIJDAG S JTLI 1937, Hilversum I. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.80 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.00 VARA. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Gramofoonplaten. 11.10 Vervolg declamatie. 11.30 Gramofoonplaten. 12.00 Kovacs Lajos' Orkest. In de pauze: Zang en orgel, en causerie: „Over trekken en jeugdherbergen". 2.15 Boekbespreking. 2.45 Viool en piano. 3.1r AVRO-Dansorkest. 4.00 Orgelspel. 4.30 Gramofoonmuziek. 5.00 Kinderuurtje. 5.30 „Fantasia" en gramofoonplaten. 6.30 Politiek Radiojournaal. 6.50 Gramofoonmuziek. 7.00 „De beteekenis van arbeiders-verzeke ringsbanken voor de arbeidersklasse", cau serie. 7.20 Gramofoonplaten. 7.30 Berichten. 7.35 „Lezen in den Bijbel". 8.00 Trio Ligtelijn. 8.30 „Het Vondeljaar", causerie. 9.00 Gramofoonmuziek. 9.30 VARA-Groot-orkest en soliste. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwijding. 11.00 Jazzmuziek (Gr.pl.). 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II. Algemeen programma, verzorgd door den KRO. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten. 11.30 Bybelsche causerie. 12.00 Berichten. 12.15 De KRO-Melodisten en zang. (Om 1.00 Gramofoonplaten en Postduivennieuws. 2.00 Gramofoonmuziek. 2.15 KRO-orkest. 3.00 Gramofoonplaten. 3.15 KRO-Kamerorkest en gramofoonplaten. 5.00 Gromofoonmuziek. 5.15 De KRO-Melodisten en zang. (Om 6.00 Land- en Tuinbouwhalfuur). 7.00 Berichten. 7.15 „De KRO-Luchtlijn", causerie. 7.35 Musica catholica. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Gramofoonplaten. 9.15 Radiotooneei. 9.45 Gramofoonplaten. 10.00 L. Mathé en haar Zigeunerknapën- orkest. 10.30 Berichten ANP. 10.40 De KRO-Boys. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Nieuwe staking bij de kanaal- werken te Wierden. Nadat eenige weken geleden het conflict bij de kanaalwerken onder Wierden was bijgelegd en o.m. de Deventer arbeiders het werk hadden hervat, zijn deze laatste ten getale van ongeveer honderd, deze week opnieuw in staking gegaan, omdat zij niet bevredigd waren door de getroffen rege ling. De minister van Sociale Zaken heeft hen thans voor onbepaalden tijd geschorst en hen uitgesloten van eiken steun, in welken vorm ook. f5.000 kg. hooi mede een prooi der vlammen. Gisterenmorgen vroeg is brand uitgebro ken in de groote boerderij van den heer H. Habraken, bewoond door de familie van Hees en Bos, gelegen aan den Oirschotsche- dijk te Eindhoven. De boerderij is geheel in vlammen opge gaan. Het vuur greep zoo snel om zich heen, dat zoo goed als niets kon worden gered. In een schuur lag een partij hooi van ongeveer 15.000 kg. opgeslagen, welke voor raad totaal verbrandde. De oorzaak van den brand is onbekend. Verzekering dekt slechts gedeeltelijk de schade. DE DRIE MUSKETIERS 243. DE EERSTE ACTE. Felton draaide zich om. „Nu, is u opgeknapt, mevrouw", zei hij. „Ik heb hier dus niets meer te doen." „Oh, wat heb ik toch geleden," zei Myla dy halfluid en legde een klank in haar stem die een ieder moest betooveren en waarmede ze trachtte het medelijden van den officier op te wekken. Op dit oogenblik verscheen Lord Winter met een fleschje vlugzout in de hand. „Wat is hier gebeurd?" vroeg hij ïioo- nend, toen hij zag, dat de gevangene recht op zat en Felton op het punt stond heen te gaan. De doode is dus alweer ten leven opgestaan? Felton, mijn beste kerel, heb jé dan niet gemerkt, dat Mylady je voor een beginneling heeft aangezien? Thans heb je de eerste acte van de comedie meegemaakt, de rest zul je zonder twijfel nog te zien krijgen." 244. HOON. „Ik was me er van bewust, Mylord. Doch daar de gevangene eeiv vrouw is, meende ik alle voorzichtigheid in acht te moeten nemen dte een man in een dusdanig geval pleegt te betrachten, al doet hij dit dan ook met het oog op zichzelf." Mylady werd bleek. Deze woorden bewe zen haar overduidelijk, hoe moeilijk het haar zou vallen dezen man in haar netten te vangen. „Dus mijn beste", riep de Lord op opge- wekten toon, je bent dus nog niet in haar strikken verward, jij man met een hart als steen.' „Neen, Mylord," antwoordde de jonge man zonder eenige bewogenheid. „Nu, dan zullen we U de gelegenheid ge ven, eenige andere feiten te ontdekken Houd je maar rustig, ze bezit een groote fantasie en zal spoedig iets beters verzinnen. Wij zuilen in dien tusschentijd gaan eten." Met deze woorden vatte hij Felton bij den arm en trok hem lachend mee naar buiten. „Ja, wacht maar, siste Mylady, „ik zal spoedig genoeg Uw zwakke zijde uitvin den, gij ongelukkige soldaat. Jij was in een klooster beter op je plaats geweest!" Z.K.H. Ontvangt de sabel, die koning Willem 'TH gédragen heeft, ten geschenke. Prins Bernhard bezocht gisteren avond de beide regimenten grena diers en jagers in het kamp Waals dorp, ter gelegenheid van den 108- sten verjaardag dezer regimenten. Precies half elf kwam de Prins te paard bij het kamp aan. Hij droeg de Uniform van kapitein der grenadiers en was vergezeld van majoor Phaff, adjudant van H. M. de Koningin en van Jhr. Roëll, adjddant van Zijne Koninklijke Hoogheid. Aan den ingang van het kamp waren ter begroeting van den Prins o.a. aanwezig de brigadecommandant, kolonel A. R. van der Bent. Toen de Prins met zijn gezelschap onder de poort doorreed zette de Kon. Militaire kapel het Wilhelmus in en werd de stan daard van den Prins geheschen. Na de in spectie van de eerewacht had op het plein de ipspectie en het défilé van de troepen plaats. Aan den voet van het monument der regimenten, welk monument is opgericht voor de grenadiers en jagers in den ticn- daagschen veldtocht gesneuveld, legde de Prins een palmtak met witte lelies neer, waaraan op een wit lint een gouden ge kroonde B. prijkte. Z.K.H. sprak hierna met duidelijke stem de volgende woorden: „Ik stel er prijs op de in 1830 gevallen grenadiers en jagers mijn hulde te betuigen door het neerleggen van een palmtak bij dit monument, dat te hunner eere is op gericht." Do brigadecommandant, kolonel van der Bent, betuigde den Prins hiervoor zijn eer biedigen dank en Verzekercle hem, dat de grenadiers en jagers van 1937 even bezield zijn als die van 1830 waren. Vervolgens bood de regimentscommandant luitenant—kolonel J. van Voorthuysen den Prins de sabel aan, die koning Willem III als kolonel der grenadiers heeft gedragen en door de Koningin—Moeder indertijd aan het museum van de grenadiers en jagers is geschonken. Nadat de Prins zijn sabel had afgelegd en de nieuwe sabel had omgegespt, sprak Z. K. H. als volgt: „Voor dit zeer bijzondere geschenk betuig ik u mijn grooten dank en ik beschouw het als een buitengewo ne eer den sabel van Z. M. Koning Willem III bij dezen uniform te mogendragen. Ik voel het als een nieuwe versterking van de banden tusschen deze beide regimenten en liet Huis van Oranje." De Prins proeft de kampsoep. De Prins heeft vervolgens het kamp be zichtigd. In de keukens proefde de Prins de soep, die hij zeer smakelijk vond. In liet vereenigingslokual der grenadiers heeft Priiis Bernhard, namens II. M. de Ko ningin, een schilderij aangeboden, bestemd voor het museum van de grenadiers en ja gers, voorstellende Koning Willem III, ge zeten te paard in de uniform van kolonel der grenadiers. In de officierscantine werd voorts een dronk gewijd aan het welzijn der regimen ten. Na liotverlaten van het kamp bracht Prins Bernhard nog een bezoek aan hét R.K. Militair Tehuis. De Regeeringspersdienst meldt, dat het K. B„ waarbij een departement van Alge meene Zaken wordt ingesteld, bepaalt, dat aan het hoofd van dit Departement de zorg. wordt opgedragen voor de zaken betreffen de: a. de samenstelling van de hoofdstukken I en II der Rifksbegrooting en het beheer dezer hoofdstukken; b. het voorzitterschap van de Eerste en Tweede Kamer der StatenGeneraal; c. het vice-presidentschap en het lid maatschap van den Raad van State en het lidmaatschap van de Algemeene Reken kamer, alsmede de zaken betreffende het personeel dier colleges, voor zooveel de be handeling dezer aangelegenheid niet aan het college zelf is voorbehouden; d. de behandeling van adelszaken en wa pens van publiek-rechtelijke lichamen; e. de ridderorden; f. den Regeeringspersdienst. Het besluit treedt heden in werking. 53. Esther staarde hem met ontzetting in de oogen aan, terwijl hjj naar haar keek alsof hij een spook zag. Eindelijk fluisterde zij: „Jij, George? Hoe kom je aan die lui?" „Sedert wanneer ben je in de stad, Esther, en in dit café?" Inplaats van een rechtstreeksch antwoord, zeide zij slechts op een zachten, doch geen tegenspraak gedoogenden toon: „Ik verwacht je in de kleine confiserie in de Joachimstrasse, versta je? Laat in 's hemelsnaam die papieren teruggeven en kom dan zoo gauw als je maar kunt. Zeg dien beiden geen woord over mij." Hij knikte slechts, verward en overweldigd. Esther betaalde snel en verliet het café. Zij voelde haar hart in haar keel kloppen. Wat was er toch met George gebeurd? Eén ding was zeker: deze Japannees scheen hem op de smadelijkste wijze misbruikt en met de be ruchte Ray Jeffers een fraai plan uitgevoerd te hebben. Maar hoe was de feitelijke toe stand Zou George zich hebben laten verleiden tot het doen van compromitteerende open baringen? Maar hoe zou zoo'n jongen, een student, dan wei in het bezit van gevaarlijke wetenschap gekomen kunnen zijn? zy had de confiserie gereikt en nam plaats om op George te wachten. Zij twijfelde er geen oogenblik aan, of geen der beide met gezellen van George zou bij hem terugkomen, daar zij gezien had, dat Ray Jeffers bij het heengaan behalve haar handtaschje ook haar sigarettenkoker meegenomen had, wat voor een korte afwezigheid ten eenenmale over bodig geweest zou zijn. Zjj behoefde niet lang te wachten. Na on geveer een kwartier verscheen George, die jachtig in de zaal om zich heen keek en toen op haar tafeltje toesnelde. Hij nam plaats en zy zag, dat hy geheel en al in de war was. Weer viel zyn blonde haar op en daar vroeg zij hem het eerste naar. Hij vertelde haar, dat dit een gevolg was van zijn werken met chemicaliën, die hij tegenwoordig moest be handelen en vertelde haar toen, hoe hij door bemiddeling van Tsun in professor Berger's laboratorium gekomen was en welke proeven daar genomen werden. Ieder woord van hem trof haar als een slag; zy 2ag haar ergste vermoedens bewaarheid. George Herdemerten had zich, zonder het flauwste denkbeeld van de mogelijke gevolgen te hebben, tot een industriespion van den Japannees laten maken. Z(j had hem laten uitspreken en keek een poos voor zich heen, voor zij vroeg: Zijn de stukken, die die Japannees meege nomen heeft, erg belangrijk? Ik bedoel, staan er resultaten van nieuwe onderzoekingen in?" „Tsun van mij meegenomen Esther, ben je dwaas? Mijn vriend Tsun..." „Jouw vriend Tsun is een agent voor Japan. George. En die dame aan je tafeltje is een gevaarlijke spion van den Britschen geheimen dienst. „Groote hemel! Maar dat is toch totaal on mogelijk? Hoor eens, Tsun heeft mij wei duizendmaal bewezen, dat hij een fatsoenlijke kerel is. Als je eens wist, welke tips hij mij al gegeven heeft en hoe hy my heeft geholpen! Ik dank het juist aan hem, dat professor Berger mij in al deze werkzaamheden in wijdde, daar hij mij voor buitengewoon be gaafd hield." „Die mijnheer Tsun is in ieder geval een uitstekend scheikundige en hoogst waarschijn lijk een specialiteit voor de vervaardiging van giftgassen. Heb je er eenig vermoeden van in welk een verschrikkelijk gevaar je zweeft?" „Maar dat is nu toch belachelijk, Esther! Wat wil je hier eigenlijk van weten? Je komt regelrecht van Londen hierheen en je weet niets af van wat hier gebeurt. Maar toch, ineens, binnen de vijf minuten, wil je zulke dingen opgemerkt hebben. Ik begrijp je niet." „Zijn mijnheer Tsun en mevrouw Jeffers dan teruggekomen?" „Neen, maar Tsun heeft zich door den kellner laten excuseeren en een ontmoeting met mij voor morgen bepaald." „Prachtig. Mevrouw Jefers is dus ook niet teruggekomen en jouw aanteekeningen zijn nog in handen van die achtenswaardige luidjes, nietwaar? Maar zyn het zelfs wel jouw aanteekeningen? Waar heb je ze van daan? Moet jij in het laboratorium notulen van de werkzaamheden maken, of...?" „Die aanteekeningen behooren aan profes sor Berger. Hy heeft ze gemaakt en ik was daarbij tegenwoordig. Ik moest ze nog eens nakijken. Zij zijn natuurlyk niet van mij." „Zeg eens, wat dacht je nu eigenlyk te doen? Begrijp je je positie? Begrijp je, wat je gedaan hebt?" „Ja, het is natuurlijk verschrikkelyk, maar Tsun geeft mij morgen die papieren terug. Maar wet je daar vertelde Esther, je bent zeker wel een uitstekende redactrice en je hebt stellig in die paar weken te Londen heel veel geleerd, maar je beweringen over Tsun en die dame hoe weet je dat allemaal?" „George, ik verzoek je, stel mij nu op het oogenblik toch geen overbodige vragen. Ik heb je vroeger nog nooit voorgelogen en je kunt er zeker van zyn, dat ik dit nu nog minder doe dan ooit. Ik weet nauwkeurig, wie Ray Jeffers is, en ik wee nu ook, wat de heer Tsun hier uitvoert. George, als deze geschiedenis bekend wordt en je kunt er zeker van zyn, dat dat gebeurt dan heb je een proces wegens landverraad aan je hals en is je bestaan vernietigd." George staarde haar aan en Esther be merkte, dat haar woorden nu geleidelijk toch niet meer geheel zonder invloed op hem bleven. Hy was nu doodsbleek geworden en klemde krampachtig de handen in elkaar. Zij nam hem met deernis op, maar radeloos en haast even vervuld van angst als hijzelf. Zij stelde hem voor nog even door den Tier- garten te wandelen. De koele buitenlucht Verfrischte hen beiden, hoèwel zij noch Esther, noch George kon kalmeeren. Onder het wandelen, dat zij eerst zwijgend deden, overlegde Esther krampachtig hoe zij George zou kunnen helpen. Het zou doelloos zyn, als hi nu zich zelf ging aangeven, want de Japannees zou hem natuurlijk niet verschoonen. Ook zou het doelloos zyn als zij hem geld gaf om te kun nen vluchten, want zijn vlucht zou de beste bekentenis zyn, dat hij als agent gewerkt had. Er was slechts één ding te doen, een jammerlijk en waarschijniyk middel, en dat was tyd winnen. Plotseling schoot haar iets te binnen, een uitweg, welks tweesnijdigheid echter voor haarzelf niet minder gevaarlijk zou zijn dan voor George. Zij ried hem aan'zich zoo snel mogeiyk met Tsun in verbinding te stellen en hem een" voudig te zeggen, dat men hem vervolgde. Haar naam mocht hij natuurlijk niet noemen. Het was aan te nemen, dat de Japannees. als hij plotseling zou bemerken, dat George de reden van zijn verblijf te Berlijn kende, dadeiyk zyn conclusies zou. trekken en zich uit de voeten zou maken. En dat was waar schijniyk de eenige kans op redding voor George. Hy stemde in alles toe en verrouwde haar na zyn aanvankelijk ongeloof weer even ten volle als vroeger. De zoo plotseling gekomen catastrophe maakte hem blind voor al het overige en ook Esther kon op dit oogenblik aan niets anders als aan de redding van den vriend van haar jeugd denken, Hij wilde den geheelen avond voor Tsun's huis wachten; eens moest de Japannees toch thuiskomen en dan zou George hem dadeiyk aanklampen en de zaak in het reine brengen voor zoover dat dan mogeüjk zou zijn. Zy scheidden met een handdruk als vroeger, hoewel de kinderlijke kameraadschappeiykheid, die daar vroeger in placht te liggen, nu ver te zoeken was. George snelde dwars door den Tiergarten naar het Lützow Plein, in welks nabijheid Tsun woonde. Esther keerde langzaam en in sombere ge dachten verdiept naar huis terug. Zij had niet verwacht George zoo terug te zullen vinden. Was het niet iets als tooverij? Had de weg, op welken zyzelf geraakt was en waarlangs zij nog frisch en welslagend voorwaarts schreed, werkelijk een magische macht, waar aan men niet kon ontkomen Welk boos gesternte had juist George, den onschade- lijken en onverbruikten George Herdemerten, met deze kringen in aanraking gebracht? Het was zoo onwaarschijniyk, dat deze affaire zonder gevolgen zou blijven, hoezeer zy dit ook hoopte en wenschte. Weer dacht zij aan haar afspraak voor morgen met Selfride. Zy zou hem vragen haar dadelijk de middelen in de hand te geven om Ray Jeffers on schadelijk te maken. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 3