President Roosevelt Zes getrouwen Posttarieven op vooiooilogscli peil Eén groote familie op het Witte Huis Drie gouden sleutels PETIAN en zijn De Zwaarste Werker van Amerika Roosevelt schrijft graag brie ven.. Gezellig thee-uurtje na afloop van de dagtaak. Men noemt Roosevelt te Washington „den zwaarsten werker van de natie''. Een be zoek aan zijn privé-bureau versterkt de meening, dat deze uitspraak niet ongegrond is. Wij meenen geen afbreuk te doen aan de grootte van Roosevelt's arbeidsprestatie als wij eraan toevoegen: deze ontzaglijke massa werk kan Roosevelt slechts verzetten omdat: hij bijgestaan wordt door zes getrou wen, die reeds vele jaren lang ten nauwste .verbonden zijn met zijn werk en ook met zijn particuliere leven. De dame, die dagelijks 5000 brie ven leest. Roosevelt is waarschijnlijk wel de man met de grootste particuliere corresponden tie 5000 persoonlijke brieven worden da gelijks in doorsnede aan zijn bureau be zorgd. De vrouw, die door Roosevelt werd uitverkoren, in dezen onoverkomelijk lijken- den stortvloed van correspondentie orde te scheppen, is Miss Le Hand en voor zoo ver het de post betreft, is zij dan ook in den waren zin van het woord de rechter hand van den President. In de kanselarij worden de brieven alvast vluchtig doorgekeken en gesorteerd, maai dan brengt een bode den heele berg corres pondentie naar Miss Le Ilar^d en zij is het die beslist, welke brieven den President per soonlijk zullen worden voorgelegd en welke door de afdeelingen zullen worden beant woord. Roosevelt is altijd een groot brief schrijver geweest en nooit is een brief van zijn hand „cliché", inte gendeel, een brief die zijn handtee- koning draagt, is ook werkelijk al tijd door hem persoonlijk gesteld en doordacht. Lang voordat hij* presi dent was, onderhield Roosevelt reeds een drukke briefwisseling met hon derden menschen en het is zeker niet in de laatste plaats hieraan te danken, dat hij altijd zoo goed als geen ander op de hoogte is van de ware stemming in het land. Hij acht deze briefwisseling van zoo groo te beteekenis, dat hij zijn Zaterdagavond in den regel geheel vrij houdt voor het afdoen van zijn particuliere correspondentie. Pat McKenna chef van ontvangst. Zooals Miss Le Hand de brieven .beoor deelt, beoordeelt Pat McKenna de bezoekers. Zijn taak is het, den stroom van bezoekers die dagelijks den President „dringend en beslist persoonlijk" wenschen te spreken, tot kalmte te brengen, en deze menschen te vreden te stellen. Voorzeker geen lichte taak! Uit alle staten van Amerika, uit alle lagen der samenleving stroomen zij hier bij een, ieder meent evenveel recht te hebben en ieder houdt zijn aangelegenheid voor de meest belangrijke. Mr. McKenna moet aan eiken bezoeker zijn volle aandacht schenken en toch mag hij nooit het „uurplan" van den President in de war sturen. Het ergst is het natuur lijk, als de President, zooals dat op „groote dagendikwijls het geval is, in 24 of soms ook wel 48 uur geen enkel bezoek ontvangt. Maar ook op gewone dagen is er evenvee) beslistheid als handigheid en beminneP/k- heid voor noodig, om een groot aanfctf be zoekers te verwijzen naar de insta.-ities, die met de afdoening van de betreffende aange legenheid belast zijn. „Kalmeeringspil" voor journa listen. Maar wat zijn „gewone stervelingen" nog, vergeleken bij de raaiheid en weetgierigheid van een schaar Amerikaansche reporters! Mr. Early is rfe man, die dag aan dag aan den stormloop van de pers bloot staat. El- ken morgen ontvangt hij de persvertegen woordigers in het Witte Huis om hen mede te deelcn, wat de President dien dag denkt te doen en eventueel ook om bepaalde re- gecriagsmaatregelen meer uitvoerig te be spreken Bij dit werk dat hij zelf als „trouble shóoter" aanduidt een woord, dat men niet zooiets als „kalmeeringspil" zou kun nen vertalen komt het Mr. Stephen Early 'natuurlijk uitmuntend te stade, dat hij zeil jaren lang een journalist van is geweest. De „genera] instruction" van de pers heeft Roosevelt zich echter zelf voorbehou den; gewoonlijk ontvangt hij Dinsdags en Vrijdags de journalisten, die in het Witte Huis „bivakkeerenom de loopende kwes ties met hen te bespreken en zijn wenschen uiteen te zetten. De man aan de telefoon. Rudolph Forster is de man, die den ge- heelen technischen en huishoudelijken dienst van het Witte Huis beheert. Hij is de baas over de 162 secretarissen, boden en stenografen van het Huis en tegelijk is hij de officieele „schakel" met de andere re- geeringsinstanties. Naast de hier genoemde vormen nog twee mannen den laatsten hin derpaal, dien de bezoeker voor een onder houd onder vier oogen met den President heeft te overwinnen. Het zijn Marvin Mc Intyre, de „man aan de telefoon", die alle voor den President bestemde gesprekken eerst aanneemt en pas daarna, als hij het noodig oordeelt, doorverbindt ook spreekt hij met de wachtenden in de anti-chambre, geeft den anderen „privé-secretarissen" wen schen en opdrachten van den President door, is dus in één wöord een van de velen, die ervoor zorgen, dat in de omgeving van den President alles „op rolletjes" gaat, en verder sinds eenigen tijd ook de jonge James Roosevelt, de zoon van den Presi dent, die de werkkracht en de charme van zijn vader geëerfd heeft. Hij licht zijn vader in over alles wat deze wenscht te weten, hij wint „privé" informaties in, knoopt „parti culiere" betrekkingen aan, maar juist om dat hij niet als officieel persoon optreedt, is zijn werk voor den President dikwijls juist van zoo groote beteekenis. DE DRIE MUSKETIERS 285. DE REIS VAN DEN KONING. Eerst toen leerde d'Artagnan den dienst op waarde schatten, dien de kardinaal hem opgedragen had toen hij hem bij de muske tiers plaatste. Aramis had hem immers door zijn ken nissen in Tours de toestemming der ko ningin verschaft mevr. Bonacieux uit het klooster te Bethune te laten verwijderen. Maar deze toestemming had niet veel te beteekenen, zoolang hij in het leger van La Roebelle lag. De kennis, welke Aramis aan een onbeduidende linnenverkoopster had, die de koningin zelfs haar zuster noem de, was natuurlijk de bron van veel vroolijk heid. Toen Aramis echter verklaarde, dat hij zijn nicht niet meer met bemiddelings opdrachten zou belasten, als men niet met deze domme grappen ophield, spraken de musketiers niet meer over Marie Michon. De kardinaal begeleidde den koning tij dens den rit, doch nam reeds in Mauze af scheid van hem. Toen het gezelschap in Parijs was aan gekomen, bracht de koning De Treville zijn dank over en gelastte hij hem de muske tiers vier dagen verlof te geven. 285. D'ARTAGNAN'S BOOZE GEEST. De vier vrienden behoorden bij de eersten die verlof kregen en begaven zich zonder verwijl naar Bethune. 's Avonds stegen ze voor de herberg in Arras af en waren juist van plan een glas wijn te drinken, toen een ruiter het plein voor het post kantoor verliet, waar hij van paard gewis seld had. OfscfTöon het in Augustus was, was de man in een groote cape gehuld, Toen de wind onder dqn mantel blies èn op den koop toe den hoed van den ruiter nog had doen afwaaien, verbleekte d'Ar tagnan en liet het glas uit zijn hand val len. Het volgende oogenblik was hij al naar buiten gestormd op het trappenbalcon, Maar zijn vrienden trokken hem weer naar binnen. „Voor den drommel, waarom heb je zoo'n haast?" riep Athos. „Dat was die kerel" riep d'Artagnan, bleek van toorn, terwijl hem van opwinding het zweet op het voorhoofd parelde. „Wat voor een kerel"? vroeg Athos. Mr. Roosevelts schemeruurtje. Deze zes en hun „chef" zijn echter veel meer dan een van de grootste en best funó- tionneerende ambtelijke machinerieën der wereld zij zijn in den loop der jaren tot één groote familie samengegroeid. Hun sa menwerking dateert van het jaar 1920, toen Miss Le Hand secretaresse bij „een zekere mr. Roosevelt" werd en evenals zij, zijn ook de mannen Rooseveltsmedewerkers, ge weest, lang voordat liij zijn tegenwoordige hooge ambt bekleedde. En deze vriendschapsbanden, die er tus- schen den President en zijn staf van mede werkers, zoowel als tusschen deze laatsten onderling,, bestaat, zijn eerder nog hechter geworden, sinds Roosevelt zijn intrek in het Witte Huis nam. Als het werk het toelaat, verzamelt Roosevelt 's middags om 5 uur zijn kring van medewerkers om zich heen en onder het genot van een kop thee bren gen zij dan gezamenlijk het schemeruurtje door. Daar zijn ze allen present: „Missy" tMiss Le Hand) en „Mac", en „Steve" en „James"-.cmmeestal ontbreekt ook de ware meesteres van het Witte Huis niet de echtgenoote van den President, die niet al leen de onafscheidelijke medewerkster van den President, maar van diens heelen staf is geworden. De nieuwe tarieven. Zooals wij Zaterdag reeds meldden zullen met ingang van 1 September a.s. de post- tarieven worden verlaagd. Het porto voor brieven zal dan 5 cent dat voor briefkaar ten 4 cent bedragen. Over dit belangrijke besluit der P.T.T. vernemen wij nader: Bij de aankondiging der tariefsverlagin gen in Februari van dit jaar voor binnen- landsche telegrammen en interlocale ge sprekken over korte afstanden is er reeds op gewezen dat de bedrijfsleiding van P.T. T. er naar streefde om, zoodra de omstan digheden daarvoor gunstig zouden zijn, ook het binnenlandsche briefport te verla gen. Be P.T.T.-dienst zal hiermede de binnenlandsche tarieven voor post, teler/raaf en telefoon weder op voor- oorlogschen grondslag hebben ge steld, t.w.: Een binnenlandsch telegram (10 woorden): een kwartje. Een telefoongesprek tot 15 km.): een dubbeltje. Een brief (tot en met 20 gram): een stuiver. Hieronder volgt een overzicht der nieu we tarieven: A. BINNENLAND. Brieven tot en met 20 gram 5 cent, bo ven 20 t./m. 200 gram 10 cent, boven 200 t./m. 500 gram 15 cent, boven 500 t./m. 1000 gram 20 cent, boven 1000 t./m. 1500 gram 25 cent, boven 1500 t../m. 2000 gram 30 cent. Briefkaarten: 4 cent. Gedrukte stukken: tot en met 500 gram VA cent voor elke 50 gram of gedeelte daarvan, boven 500 t./m. 750 gram 17 A cent, boven 750 t./m. 1000 gram 20 cent, en voorts voor elke 500 gram of gedeelte daar van 5 cent meer. Voor spoedbehandeling t./m. 50 gram 2 cent, voor drukwerken boven 50 gram ver valt de mogelijkheid tot spoedbehandeling. Monsters: 3 cent voor elke 100 gram of gedeelte daarvan. B. LOCAAL VERKEER. Brieven boven 20 t./m. 100 gram 6 eent, boven 100 gram interlocaal tarief. C. NEDERLANDSCH-INDIë (Alleen land mail en zeepost.) Postbladen 5 cent, briefkaarten 4 cent, Monsters 3 cent voor elke 100 gram of ge deelte daarvan. D. SURINAME EN CURACAO. Brieven 5 cent voor elke 20 gram of ge deelte daarvan, postbladen 5 cent, brief kaarten 4 cent. Monsters 3 cent voor elke 100 gram of gedeelte daarvan. E. BELGIë EN DUITSCHLAND. (Grensverkeer). Brieven 5 cent voor elke 20 gram of ge deelte daarvan, briefkaarten 4 cent. FEUILLETON. DOOR; Na een paar uren durfden zij' zelfs een poos rust te nemen, om een stuk van. het keiharde en uitgedroogde brood te eten en een flinke slok water te* nemen. De maan ging vóór hen onder, en de zon kwam achter hen we/er op. Plotseling lag het rijke Braziliaansche koffieland in den ochtendgloed vóór hen. „Hé, hé", zei Joajo, ,,en strekte zich behaaglijk uit in het zonnetje. Ik g.eloof, dat we nu een slaapje kunnen doen. Wij zijn nu ver genoeg uit de.: buurt, om nog te worden achterhaald. Zij hebben anderen te zoeken dan ons". En, meteen viel hij in een gerusten slaap. Maar Gongaio bleef liggen, zonder een oog dicht te doen. Een overweldigend gevoel van geluk beving hem. om de vrijheid, die hij had herkregen. Kauwend op een grassprietje keek hi^naar het oneindige land, dat voor hem lag. Hij gevc/elde zich. als ging hij het veroveren. „Vrij ben ik", juichte het in hem^ „nooit meer zal ik een slaaf zijn". Langzamerhand vergleden zijn geddchten, en viel ook hij in een diepen en gezonden slaap. JÓajo wekte hem, en na een stevig ontbijt van geschimmeld brood trokjeen zij verder, vroolijk wuivend tegen de arbeiders in de tuinen. Teg en den avond bereikten zij het stadje Jundialy. „Ziezoo zei Joajo, „nu gaan wij een hotel zoeken. Ik wil wel weer eens in een behoorlijk bed slapen". ..■Waar wil je dat bed van betalen?" vroeg Gongaio gemelijk, die juis.t bij zich zelf had overwogen hoe heerlijk het zou zijn, de leden weer eens uit te strekken op een zachte matras. t.Van mijn spaarduitjes" antwoordde de ander opgewekt, „een goed toerist gaat nooit op weg zonder een behoorlijke reiskas „We hebben nog al flink verdiend op die ellendige plantage '„Onze oppasser kreeg een behoorlijk loon. En omdat hij er toch niets meer aan had, toen ze hem daar voor in de loods hadden neer gelegd, heb ik zijn beurs maar meegenomen, tegelijk met de pistolen". Gongaio rilde even om de koelbloedigheid van zijn metgezel. Het is maar goed, dat hij mijn vriend is, dacht hij, ik geloof niet dat hij erg veel gewetensbezwaren heeft. Maar ze stapten dan toch maar den herberg in, bestelden een goed maal, met rijkelijke wijn. en een behoorlijke kamer. Den volgenden ochtend gingen zij naar den barbier, die hen ontdeed van hun baarden, die een fantastische lengte hadden bereikt. Verjongd liepen zij het stadje door, tot zij kwamen aan den oever van de Tielé, die uitstroomt in de Parana. Een scheepje lag zeilklaar op stroom. „Waar ga je heen, schipper?" schreeuwde Joajo. „Naar Hapura". „Waar ligt die negorij?" „Aan de Parana!" „Hoeveel is de vracht?" „Veertig milreis tot Hapura". „Kan je twee passagiers gebruiken?" „Kom maar aan boord". En zoo stegen de zwervers aan boord van het goede schip „Dolores". dat hen zou brengen naar Hapura aan de Parana. Zeven dagen en zeven nachten voeren zij langs de Tieté, die allengs breeder werd, naarmate meer zijriviertjes haar water toevoerden. Bij elk plaatsje, bij elke Indiaansche nederzetting legde het scheepje aan; dan werden koffie ingeladen, en huiden, en lijnzaad en cacao. De schipper kende allen, die woonden langs den waterkant, en hij was gul met zijn kwink slagen. Het was vredig reizen zoo over die gladde rivier, waar het scheepje traag, maar gestadig afdreef naar de uitmonding in de vorstelijke Parana. Zij werden dik, Joajo en Gongaio van de goede soepjes, die de schipper met eigen hand bereidde, en van de schapebouten, die hij zoo fijn met uien en knoflook in rijkelijk vet gaar zudderde. „Wij leven als prinsen", zuchtte Joajo, die achterover lag op het dek. en met zijn oogen knipperde tegen de zonnestralen, „ik wil schipper worden op deze plezierige rivier. Hé schipper, heb je geen compagnon noodig?" Maar de schipper had het te druk met zijn schapeboutje om te ant woorden, die knipoogde maar; dat kon alles beteekenen. Na een week kwamen zij in Hapura, en van hun laatste geld feest ten zij den schipper in de vele kroegen langs den waterkant, tot zij alle drie op de straat in slaap rolden, en den volgenden ochtend onder het geschreeuw van de straatjongens door een deftigen Indiaanschen diender werden gewekt, en danig uitgefoeterd. Toen namen zij voor de honderdste maal afscheid, en ieder ging zijns weegs: de schipper weer naar zijn zaken met de walleklanten, de beide vluchtelingen, die nu welgedane toeristen leken in hun lompen, op zoek naar een middel van bestaan. IV. Zij vonden gemakkelijk werk in dat gastvrije stadje Hapura in de binnenlanden van Brazilië. En waren altijd wel schepen te lossen en te laden, die de majestueuze Parana bevoeren van la Plata tot Minas Geraes. Zij namen hun intrek in het kleine kroegje aan de rivier waar het uithangbord met den gouden eenhoorn uithing en na een paar weken beschouwden de herbergier Runo en zijn dikke schommel van een vrouw Luisa hen als hun eigen zoons. Den ganschen dag rolden zij de tonnen in de kelders en stapelden zij de balen in de pakhuizen, en 's-avonds zaten zij rustig achter hun kruik wijn op de bank voor het huis aan de rivier. Dat was een ander bestaan dan het slavenleven op de plantage bij Santos. Gongaio vooral voelde zich hier thuis, alsof hij in Hapura was geboren. Hij wierp steelsche blikken naar het zes tienjarige dochtertje van de buren, de slanke Juanita. En op een avond, toen zij alleen wegtrippelde, en hem over haar schouder toelachte, sloop hij haar achterna. Waar het stadje eindigde en de Parana zich ver loor in de avondnevels haalde hij haar in, en kuste haar, en kuste haar. Zij stribbelde tegen en lachte, maar hij nam haar in zijn armen, en zoende haar oogen en haar wangen en haar mond. Gearmd en fluisterend keerden zij langs den verlaten weg terug, en spraken af voor den volgenden avond. (Wordt vervolgd.)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 3