Een 18-jarige stierf aan de Noordpool!
De sabotage op H.Ms. „De Ruyter'
Dr* Deterding
beetgenomen
Brand in dc Hoofdstad
Op verlaging der Omzet-
belasting aangedrongen
Wat het dagboek van
Edgar Christian vertelde
Geen verkeerde geest
bij de Marine
Bloedvergiftiging
Slachtoffer van den koehandel
der Ned. Veehouderij-Centrale
Wissellooper bij Heerlen
beroofd
Acht redders te water
Tsjechen bestellen
Douglas-vliegtuigen
i
LAFFE BALDADIGHEID.
UITBREIDING VAN DE VLOOT.
EENHOOFDIGE LEIDING VAN
LEGER EN VLOOT EEN FICTIE
Schout-bij-nacht Ferwerda, regeeringsge-
machtigde voor marine, beantwoordde na
mens de regeering de opmerkingen inzake
de begrooting.
Hij deelt mede, dat de beslissing
van het opperbestuur, omtrent den
aanbouw van een kruiser en vier tor
pedo-motorbooten, spoedig zal val
len. Spreker behandelt zeer uitvoerig
de waarde van het zeevliegtuig; de
regeering staat echter boven een
eventueele controverse tusschen
land- en zeevliegtuigen.
De invoering van een defensie-belasting is
nog in onderzoek.
Het onderzoek inzake het ongeluk van
den motorsloep van de „De Ruyter", zal door
den Marineraad in het openbaar worden ge
houden.
Nadat de kruiser „Java" teruggekeerd zal
zijn, vaart de „Sumatra" huiswaarts om na
kleine reparaties in Nederland in dienst te
blijven o.a. voor de zee-opiefdirg van perso
neel. De machine-installatie van de „Suma
tra" voldoet thans goed. Inzake reddings
vesten op onderzeebooten wordt algemeen
aangenomen, dat op een diepte van 30 a 40
meter nog een redelijke kans op redding be
staat.
Indien mocht blijken, dat het aantal Euro-
peesche schepelingen in Indisch verband
niet kan worden bereikt, zullen door het op
perbestuur tijdig andere maatregelen wor
den voorgesteld om te voorzien in het tekort
van personeel.
Schout-bij-nacht Ferwerda verklaart dan
het volgende omtrent de sabotage op de „De
Ruyter",
Twee verdachten.
In den nacht van 27 op 28 Juli is
een geval van sabotage ontdekt. Aan
twee sloeptakels en twee sloep-vang
lijnen benevens aan eenige zeildoek-
sche kappen zijn lichte beschadigin
gen aangebracht met een mes oi an
der scherp voorwerp. Deze beschadi
gingen moeten zijn aangebracht tij
dens de nachtelijke oefeningen, waar
bij alle lichten gedoofd waren. Zoo
men deze beschadigingen niet had
ontdekt, zouden toch geen ernstige
gebeurtenissen het gevolg geweest
zijn. De sabotage maakt den indruk
van begaan te zijn uit laffe balda
digheid en vermoedelijk door slechts
één schepeling.
Bij het onderzoek onder de geheele équi
page is niets gebleken van ontstemming,
ontevredenheid of een verkeerden geest aan
boord. De dader is nog niet gevonden; wel
zijn verdenkingen gerezen tegen twee sche
pelingen, wien echter nog niets ten laste
kon worden gelegd. Het onderzoek gaat
thans voort. Alhoewel het schip eenigen tijd
geïsoleerd is geweest en dadelijk een ver
scherpte wacht werd ingesteld, bestaat
thans geen aanleiding meer om deze bij
zondere maatregelen te handhaven.
Het gebeurde behoeft geen ongerustheid
te wekken omtrent den geest bij de marine.
Be ramp van de „Van der Wijck",
Hierna neemt de hoofdinspecteur voor de
scheepvaart het woord, die zich aansluit
namens de regeering bij de hulde aan
wijlen den marconist Uytermerk gebracht.
Spr. zet chronologisch de berichtgeving
omtrent de „van der Wijck" en de verlee
ning van hulp uiteen en komt tot de con
clusie, dat niemand gebrek aan diligentie
kan worden verweten. Integendeel, de ver
leening van hulp verliep zoo vlot en doel
treffend als maar mogelijk was.
Toezicht op de prauwvaart.
In verband met te nemen maatregelen
voor het toezicht op de prauwvaart, deelt
spr. mede. dat thans vaststaat, dat van de
106 opvarenden en passagiers van de onzee
waardige prauw „Srislamet" 60 verdronken
zijn. Deze prauw is 27 Juli uit de Baai van
Bantam vertrokken.
De Volksraad gaat dan over tot de be
spreking van de begrooting van Oorlog in
tweeden termijn.
De heer Kruvne (V.C.) meent, dat de een
hoofdige leiding van leger en vloot thans
nog een fictie is.
De heer van Ardenne (I.E.V.) vindt de
bijdrage voor de weermacht te gering.
De heer Roeroso (nationalist) dient
een motie in. strekkende om een be
hoorlijk deel van de leidende be
trekkingen bij land- en zeemacht
DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN
PRINS EN PRINSES CHICHIBU.
Heden vertrekken H. K. H. naar
Zwitserland.
De gezondheid van Prins en Prinses Chi-
chibu is thans van dien aard, dat het Ja-
pansche Prinselijke Paar besloten heeft he
denavond te vertrekken.
Het ligt in het voornemen van Prins en
Prinses Chichibu met den trein, welke om
20.66 van het Hollandsche Spoorstation te
's-Gravenhage vertrekt, naar Grindelwald te
reizen.
De Prins en de Prinses hopen in de Zwit-
gersche bergen volkomen herstel te vinden.
binnen afrienbaren tijd uit Indo
nesische krachten te doen bestaan,
welke motie, evenals de motie-
Soetardjo omtrent de inheemsche
militie nog deze week zal worden
behandeld.
(De heer Soetardjo c.s'. diende gisteren
een gewijzigde motie in, betreffende de In-
landsche militie, waarbij de regeering wordt
uitgenoodigd, deze kwestie door een com
missie te laten bestudeeren, die op korten
termijn Van advies zal dienen. Red.)
De heer van Helsdingen (C.S.P.) acht een
spoedige beslissing inzake de inheemsche
militie gewenscht. Spreker vindt deze zaak
wat opgeblazen; straks zal blijken dat de
animo van inheemsche intellectueelen in
werkelijkheid niet zoo groot is.
De heer Sol (benoemd volksraadslid,
militair deskundige) pleit voor het houden
van legermanoeuvres. Spreker meent verder
dat de opleiding bij de K.M.A. te weinig
gespecialiseerd is voor de vorming van of
ficieren voor Indië.
Aanzienlijke garage-inventaris
voor de vuurzee behoed.
In de oudste trampaardenremise van Am
sterdam aan de Blankenstraat heeft van
nacht brand gewoed. Het gebouw, dat nog
steeds gemeente-eigendom is, is in tweeën
verhuurd. Het voorste gedeelte wordt ge
bruikt door den heer C. van der Haagen,
die er een auto-, motor- en rijwielstalling
heeft; het achterste stuk bevat de lijstenfa-
briek „Rembrandt" van de heeren Hoeke en
Baldinger.
Door gloeiing van den choorsteen is er
in het plafond tusschen het gelijkstraatsche
gedeelte en de 1ste verdieping broeiing ont
staan, en weldra sloeg het vuur door naai
de op deze eerste verdieping gelegen gips-
afdeeling en verder naar de vliering.
De echtgenoote van den heer van der
Haagen, welk gezin in de Blankenstraat te
genover de fabriek woont, zag omstreeks
één uur een vurigen gloed en zij waar
schuwde haar man, die zich juist ter ruste
had begeven, Deze schoot in de kleeren en
haalde den inhoud van zijn stalling, t.w. 6
automobielen, 8 zware en 5 lichte motoren,
alsmede een vijftigtal fietsen naar buiten.
Een andere omwonende alarmeerde inmid
dels de brandweer, die met de motorspui
ten van Kattenburg en van de Nieuwe Ach
tergracht, de personeelwagen en de gereed
schapswagen weldra aanwezig was. Hoofd
brandmeester Schuitemaker nam de leiding
van het blusschingswerk op zich, Zoowel
van de zijde van de Blankenstraat als van
den kant der Tweede Leeghwaterstraat
tastte men het vuur aan, dat in de omge
ving woedde, waar zeer brandbaar mate
riaal spoedig een groote uitbreiding van
den brand had kunnen opleveren. Gelukkig
lag het gebouw, door de aangrenzende
school beschut, buiten den vrij sterken wind
en de brandweer wist de vlammen in kor
ten tijd te bedwingen. Slechts de achter
kant van de gipsafdeeling brandde uit. De
nablussching vorderde nog veel tijd.
Aan een staaldraad gewond.
In het Antonius-Ziekenhuis te IJmuiden is
Woensdagavond overleden de 28-jarige J.
v. d. Plas, wonende te Katwijk aan Zee, die
des middags met de politiekruiser „Van
Ewijk" te IJmuiden aan wal was gebracht.
v. d. Plas had aan boord van den logger
K. W. 42 op de Noordzee een ernstige bloed
vergiftiging opgeloopen, doordat hij zich
aan een staaldraad gewond had. Hij laat
een weduwe met een kind achter.
DE HEER DETERDING BETAALT
WEL!
REGEERINGSCOMMISSARIS LOU-
WES GECOMPROMITTEERD?
Het Hdbld. vestigt de aandacht op
een merkwaardige bejegening, die
Dr. Deterding onlangs van de Neder-
landsche Veehouderij Centrale moest
ondervinden.
Hebben de feiten zich toegedragen
zooals het blad schrijft, dat is hier
sprake van een misbruik maken
door een officieele Crisisinstantie
van het goed vertrouwen èn de
credietwaardigheid van den heer De
terding.
In December aldus het Hdbld., con
tracteerde Dr. Deterding met Regeeringscom-
missaris Louwes de overneming van 30.000
varkens van gemiddeld 120 kilo tegen een
prijs van veertig cents per kilo levend
gewicht.
Twee maanden daarna, gedurende wel
ken tijd de prijzen het tegendeel van een
daling te zien hadden gegeven, werden aan
een bepaalde firma rond 6600 varkens over
gedragen, bestemd voor export naar Zwitser
land, tegen een prijs van v i e r-e n-d e r t i g
cents p. kilo levend gewicht en bovendien
werd vier kilo korting toegestaan per
varken.
Dr. Deterding betaalde dus voor
een varken van 120 kilo een prijs van
f 48, doch bedoelde firma behoefde
slechts f 39.50 te betalen. Dr. Deter
ding moest derhalve f 8.50 of twee en
twintig procent méér per varken be
talen dan de bedoelde firma (die de
varkens eerst slachtte, alvorens ze
naar Zwitserland te zenden).
Aanvallers trokken zijn fiets
onder hem weg. Leege tasch
in een beek gegooid.
Gistermorgen om tien minuten
voor vijf is een 50-jarige wisselloo
per van de Amsterdamsche Bank
te Heerlen op den weg tusschen
Hoensbroek en Nuth onder de ge
meente Wijnandsrade door twee
personen overvallen.
Deze waren, evenals de wissellooper, per
rijwiel, Zij haalden den man in en gaven
hem opeens een hevigen klap achter het
oor. De wissellooper hield toen in; van de
ze gelegenheid maakten de beide mannen
gebruik om de fiets van den wissellooper,
waarop een tasch was gebonden, welke drie
tot vijfhonderd gulden het juiste bedrag
is nog niet bekend inhield, weg te trek
ken. De tasch rukten zij van de fiets los
en hiermede reden zij ijlings heen. De be
roofde looper riep luidkeels om hulp, doch
toen deze kwam opdagen, waren de beide
roovers te ver weg om hen nog in te ha
len. Van het gebeurde werd aangifte ge
daan bij de marechaussee van Hoensbroek,
die het onderzoek in deze zaak leidt.
Later op den middag heeft men in de
Molenbeek te Hoensbroek de leege tasch
van den wissellooper gevonden
De beroofde, die er goed afgekomen is,
heeft zelf nog anderhalf uur geholpen om
de daders op te sporen, doch hierin is men
nog niet geslaagd.
Door een tooval kwam Dr. De
terding er achter.
De gemachtigden van Dr. Deterding heb
ben door een louter tooval n.1. een ver
gissing van de Veehouderijcentrale dit
meten met twee maten ontdekt, bij welke
gelegenheid zij tevens de schriftelijke be
wijzen van dezen „koehandel" in handen
kregen.
Dr. Deterding was hierover terecht
zeer verbolgen en heeft toen persoon
lijk ingegrepen en den aanvankelijk
weifelenden Regeeringscommissaris
mondeling voor een alternatief ge
steld, waarvan de ééne helft was,
dat deze zou goedkeuren, dat van de
nog openstaande vorderingen van 't
Landbouwcrisisfonds op Dr. Deter
ding voor èndere producten, een be
drag zou worden ingehouden van
ruim een ton.
De heer Deterding was zoo bereidwillig
het prijsverschil te deelen en dus genoegen
te nemen met een prijs van 37 cents en dat
hij de Rotterdamsche conditiën van vier
kilo korting buiten het geding liet, opleveren
de aldus een terugstorting van rond f 110.000.
Hij had aldus het blad met evenveel
recht ruim het dubbele kunnen eischen en
ook dat zou hem dan moeten zijn toege-
staan.
Het Hdbld. dat dezer dagen de hoop uit
sprak, dat de Veehouderijcentrale in een
communiqué onthullingen over deze kwestie
zou doen, had daarop als eenig resultaat,
dat de Centrale in een officieel persbericht
de schuld op regeeringscommissaris S. L.
Louwes schoof, die „eigenlijk" den koop met
den heerDeterding zou hebben gesloten. Het
blad schrijft thans:
Een eventueel nog te verschijnen commu
niqué van Regeeringscommissaris Louwes
zal er thans dus mee kunnen volstaan, den
naam van de firma te noemen en een ver
klaring te geven voor den lagen prijs, die
aan deze werd berekend. (Dr. Deterding
heeft n.1. niet te veel betaald).
Doch bovendien zal de Regeeringscommis
saris goed doen, een verklaring te geven
voor het feit, dat de transactie van den var
kensexport naar Zwitserland is verricht
door e enparticuliere firma en niet door de
Veehouderij-centrale, welke immers het
export-monopolie bezit.
Tevergeefs.
De 43-jarige schuitevoerder C. Niezen uit
Amsterdam, die gisterenmiddag met zijn
met cokes geladen schip door de Nieuwe
Vaart nabij de Funenkade aldaar voer,
kwam te struikelen en viel in het water.
Onmiddellijk begaven een achttal voorbij
gangers zich te water. Geen van allen lukte
het den schipper op te halen.
Tenslotte twintig minuten na het ge
beurde is men er in geslaagd met een
dreg den drenkeling op te halen. De levens
geesten waren toen evenwel reeds geweken.
Het stoffelijk overschot is naar het Bin
nengasthuis vervoerd.
De schipper bevond zich met zijn schuit
onder de brug, toen hij overboord sloeg.
Het schip kon door de hooge laag cokes niet
onder de brug door. De schipper kwam
hard toeloopen, teneinde de lading te ver-
deelen. Hij gleed daarbij over eenige kolen
met het gemelde gevolg.
Bij de NederL Fokkerfabrieken.
Naar wij vernemen, heeft de N.V. Neder-
landsche Vliegtuigenfabriek Fokker als
vertegenwoordigster van Do-uglas Aircraft
Company Inc. van de Tsjehische Luchtver-
keersmaatschappij C.L.S. opdracht ontvan
gen tot levering van twee verkeersvliegtui
gen type Douglas D.C.-3. welke vliegtuigen
tegen het voorjaar van 1938 zullen worden
afgeleverd. De C.L.S. gaf reeds eerder op
dracht tot levering van een D.C.-3, welk
vliegtuig begin volgende maaid in Europa
wordt verwacht.
Adres van de Utrechtsche
K. v. K- aan den minister.
Naar aanleiding van het feit, dat de om-
zetbelastingwet op 1 Januari 1939 zal komen
te vervallen, heeft de kamer van koophan-
del en fabrieken voor het gebied Utrecht,
zich in een adres tot den minister van fi.
nanciën gewend.
De wet aldus adressante draagt eea
crisiskarakter, weshalve haar werking te-
recht aan een bepaalden termijn is ge.
bonden.
Het bedrijfsleven vertrouwt erop,
dat de regeering geen maatregelen
zal voorbereiden, welke tot voort
zetting van de wet in eenigerlei
vorm zouden voeren.
Hiertoe lijkt des te meer reden aanwe
zig, wanneer men rekening houdt met het
algemeen gunstiger aspect, hetwelk de toe
stand van de inkomsten van het Rijk nage-
noeg over de geheele lijn te zien geeft.
De kamer meent, dat de regeerinjg het
heffingspercentage geleidelijk zou kunnen
verminderen, daar door de toegenomen be
drijvigheid en de stijging der marktprij
zen de opbrengst der belasting bij voort
during stijgende is.
Zulk een vermindering biedt gezien de
aanzienlijke toeneming van de inkomsten,
naar de meening der kamer ongetwijfeld
feitelijke mogelijkheden.
Hoewel de wet uitgaat van de bedoeling,
dat de lasten, uit de wet voortvloeiende,
uiteindelijk voor rekening van den consu
ment zullen komen, heeft de ervaring wel
geleerd, dat dit beginsel niet overal toe
passing heeft gevonden, doch dat. de impo
pulariteit der wet en de vooral in de
crisisjaren toegespitste concurrentie, er
toe geleid heeft, dat verschillende bedrijven,
inzonderheid ook het middenstandsbedrijf,
de belasting voor eigen rekening hebben
moeten nemen en deze mitsdien voor de be
trokken bedrijven opnieuw een verzwaring
van druk beteekende.
De Kamer is van oordeel, dat de
verlaging van het heffingspercen
tage aan de koopkracht van den
consument ten goede komt, terwijl
zü tevens leidt tot vergrooting van
de bedrijvigheid in handel en in
dustrie en tot vermindering van de
ook thans nog aanzienlijke werk
loosheid.
De Kamer heeft de vaste over
tuiging, dat een verdere verhooging
van de inmiddels gelukkig reeds
gestegen economische activiteit in
den lande ten nauwste verbonden is
met een vermindering van rem
mende lasten en dat geen middel
om deze verbetering te stimuleeren
doeltreffender kan zijn dan een zoo
spoedig mogelijke likwidatie van al
die maatregelen, welke in crisis
jaren genomen zijn,
Resumeerend verzoekt de Kamer 'den
minister met aandrang deze gedachte in
ernstige overweging te willen nemen en ter
zake de noodige voorstellen zoo spoedig
mogelijk te willen voorbereiden.
ZELDZAME BRUTALITEIT.
Dezer dagen deed een dertigjarige stuca-
door bij het politiebureau Pieter Aertzstraat
te Amsterdam aangifte van diefstal van zijn
rijwiel. Nadat het rijwiel inmiddels was op
gespoord, bleek het, dat de aangever op zijn
beurt dit rijwiel zelf had gestolen in Jan.
van dit jaar uit de Ferdinand Bolstraat.
De stucadoor, die blijkbaar niet op een der
gelijke activiteit van de politie gerekend had,
is in bewaring gesteld.
EEN VERASSENDE VONDST
Precies 10 jaar na zijn tragischen
dood aan de Noordpool, heeft men
dezer dagen het dagboek van een
achttienjarige gevonden een 18-ja-
rige die aan de Noordpool zijn leven
liet maar die moedig den dood in de
oogen zag en die tot den laatsten
ademtocht zijn aanteekeningen
maakte.
(Van een bijzonderen medewerker)
Een vermetel plan.
Het moet het oude avonturen-bloed van
Fletcher Christian geweest zijn de man
die destijds de bekende muiterij op de Boun-
ty moet hebben ontketend, dat nog in de
adoren van den jongen Edgar Christian
stroomde, toen deze ondernemende jonge
man op zekeren dag zijn beide vrienden Jack
Hornby en Harold Adlard er toe wist te
bewegen, met hem een tocht naar de Noord
pool te ondernemen. Men stelle zich even
voor, een Noordpooltochtvan een acht
tienjarige! Het avontuurlijke bloed en de
ontdekkingszucht verloochenden zich dit
maal niet.
Edgar had het onverzettelijke plan in zijn
hoofd gehaald om te trachten een nieuwen
weg te vinden tusschen de Hudson-Baai en
de „Groote Slaven zee". Om dat doel te be
reiken moest men ergens in het Thelon-ge-
bied overwinteren om vervolgens tegen het
aanbrekende voorjaar het laatste gedeelte
van den tocht af te leggen. De jongelui had
den alles nauwkeurig berekend en voorbe
reid. Men nam ook voldoende mondvoorraad
mee wanneer alles lukte wat de berekenin
gen omtrent het weer en de jacht betrof.
Maar juist in dat opzicht heeft toen de na
tuur een streep gehaald door de rekening
van deze stoutmoedige jonge menschen. Een
huiveringwekkend lot bleek hen beschoren.
Strenge koude en geen jachtbuit.
De winter begon al vroeg, vroeger dan de
berekeningen luidden. Bovendien hield hij
ook veel langer aan dan volgens de weer
berichten te verwachten geweest was. De
drie jeugdige Noordpool-helden zaten vol
komen werkeloos in hun kleine dichtge-
sneeuwde tent gevangen.
Slechts van tijd tot tijd waagden zij zich
naar buiten om te trachten een stuk wild te
verschalken. Maar bij de strenge koude die
er heerschte werd ook dat steeds schaar-
scher.
„Wij slaagden er vandaag in om
een heel klein vosje te vangen; het
was erg mager. Aan het beestje
hebben wij met zijn drieën niet zoo
heel veel gehad. Toen ik naar bui
ten ging om opnieuw een val klaar
te maken, bevroren allebei mijn knie
ën. Bovendien moeten wij nu al heel
zuinig met onze kaarsen omsprin
gen; wij hebben er nog maar acht
tien. Het meel zal nog hoogstens
voor een dag of 20 voeldoende zijn.
Vleesch en beenen hebben wij nog
maar voor een dag."
Aldus luidden de aanteekeningen in het
dagboek betreffende de laatste dagen.
Het weer bleek nogal wispelturig te zijn.
Even werd het wanner maar plotseling
weer bitter koud, zoodat de hoop van de
jonge menschen om spoedig te kunnen op
breken, regelmatig den bodem werd inge
slagen.
Neus en vingers bevroren.
Intusschen was het April geworden en des
ondanks striemde nog altijd een ijzige koude
over het poolgebied. De jongens hadden hun
kaarsen al lang verbruikt. Zelfs de oude
beenderen waren al weer eens opgegraven
om opnieuw te worden uitgekookt, ten einde
daaruit nog een ietwat versterkende vloeistof
te trekken. Allen hadden te lijden van be
vroren ledematen en lichaamsdeelen. Harold
bleek er in het bijzonder slecht aan toe. Zijn
neus en verschillende vingers van zijn lin
kerhand waren bevroren.
Op 17 April luidde de aanteekening in het
dagboek:
„Gisteravond is de arme Jack vre
dig gestorven. Ik meende mij tot het
laatste toe te kunnen beheerschen!
ik hield mij zoo goed mogelijk
Het ging ook. Maar toen Harold
heeft mij zoo goed en zoo kwaad als
het ging geholpen om den dooden
Jack naar buiten te brengen en hem
een graf te delven in de sneeuw. Wij
beiden zijn zeer zwak."
De bestaansmogelijkheden werden voor de
beide overblijvenden steeds moeilijker. Eerst
trachtte Edgar Christian nog een poosje
wat visch te vangen door gaten in het ijs te
hakken, maar de visschen die hij nog ving
waren te klein om als voedsel beteekenis te
hebben. Bovendien waren beide jongens ook
te verzwakt.
„28 April. Nu is ook Harold aan de ontbe
ringen gestorven en ik ben nog maar alleen
over. Ik heb hem in een zeildoek genaaid en
buiten onder het ijs begraven. Als ik alleen
maar iets brandbaars vond. De heele inven
taris van de tent is intusschen al opgebrande
Ik moet het volhouden, zoolang het nog
gaat."
Vermagerd tot op het gebeente,
„10 Mei. Of is het vandaag pas de 8ste?
weet het niet meer precies. Ik ben zoo
even wakker geworden en blijkbaar heb ik
goed geslapen. Maar tot mijn ontzetting
moest ik vaststellen dat ik als een gcraam-
e vermagerd ben. Ook mijn ledematen be
ginnen dienst te weigeren. Zoo is het bij
acR en Harold ook begonnen. Nu komt ook
voor mij het einde."
Maar Edgar Cristian hield zich nog een
paar dagen staande. Ilij verdedigde het be-
ïouct van zijn jonge leven met alle kracht
tan df! Jeu8d die nog in hem was. Toen,
I®- ,t0.Cn het .niet lan*er ging,
met '"spanning van zijn laatste
krachten een brief aan zijn moeder. Zij
moest meende hij, niet te veel om hem treu
w'vl'il 2 slechts het goede gewild. Nu
schuld 6 gegaan was« was dat niet zijn
hJ;rnJ„aar 'atef luist dezer dagen
«rhp '"^hecteur der bereden Canadee-
den in a - 0Ven in het ho°k'e Noor-
tent' nn. .Z?ne van het eeuwige zwijgen eert
genaaide daa.rnaast twee in linnen
raamto M ,en cle eert gr
een daêi?r!olfr "l 7 een s'eenhoop vond hij
van rlen 4e laa,ste aanteekeningen
drevpn rirn T'T dgar Christian, die, ge-
naar ip v avontuur en verlangen
ven opofferde!! .1 *Un J°nf? bloeicnd le"