r-
dagblad voor den helder en hollands noorderkwartier
Een Chineesch-Russisch
niet-aanvals-vcrdrag
Duitschers in
het buitenland
Engeland protesteert
ie Tokio
Anti-Japansche actie
te Amoy
De aanvaring van het
s.s. „Willemsplein
China bij het anti-fascistische blok
Weer een Britsch
koopvaarder beschoten
30 AUGUSTUS 1937
65e JAARG. No. 8090
Geen daadwerkelijke militaire steun van Rusland
Von Neurath eischt voor hen op
het recht tot vereeniging
Naar een groot-Mongolië
Dit nummer bevat 8 pagina's
Optreden van Japan
scherp gelaakt
EERBERICHT
HELDERSCHE COURANT
UITGAVE. N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ V/H C. DE BOER JR.. KONINGSTRAAT 78, DEN HELDER. TELEFOON 50 EN 412. POSTGIROREKENING 16066
MAANDAG
Officieel is gisteren te Nanking
het sluiten van een niet-aanvalsver-
drag tusschen China en Sovjet-Rus
land bevestigd. In de officieele des
betreffende Chineesche verklaring
wordt gezegd, dat dit pact reeds op
21 Augustus is gesloten.
Het behelst de volgende vier bepalingen:
1. De oorlog wordt als middel tot oplos
sing van internationale conflicten zoowel
als instrument der nationale politiek af
gewezen en de beide verdragsluitende par
tijen zien af van wederzijdsche daden van
agressie.
2. In geval van een aanval van den kant
Van een derde mogendheid op een der
verdragsluitenden verplicht zich de niet-
aangevallen partij den aanvaller noch te
ondersteunen, noch met hem welke ver
dragen ook aan te gaan, noch met hem
handelingen te ondernemen ten nadeële
van de aangevallen partij.
g 3. Rechten en verplichtingen, voort
vloeiende uit vroegere verdragen der beide
verdragsluitende staten, blijven bestaan.
4. De duur van het niet-aanvalsverdrag
is bepaald op vijf jaren. Het verdrag wordt
echter, wanneer het niet zes maanden voor
de afloop van dezen termijn opgezegd
wordt, telkens automatisch voor vijf jaren
verlengd.
De meening van buitenlandsche
kringen in China.
Buitenlandsche kringen te Sjanghai zijn
van meening, dat het Chineesch-Russische
pact niet gevaarlijk is, doch zij gelooven wel,
dat ieder samengaan van China en Sovjet
Rusland onder de tegenwoordige omstan
digheden ongetwijfeld prikkelend op de Ja-
panneezen ^al werken en de verslechtering
van de Japansch-Russische betrekkingen
tengevolge zal hebben.
Wat Japan ervan denkt.
De Japanneezen beweren, dat het Chi
neesch-Russische verdrag een einde maakt
aan de hoop van Japan, een Chineesch-.Ta-
pansch front tegen het communisme te vor
men, en in elk geval moet worden be
schouwd als een definitieve aanwijzing, dat
China zich bij het anti-fascistische blok
heeft aangesloten.
Geen daadwerkelijke militaire
steun.
Men is te Tokio algemeen van opinie, dat,
zoo 't Chineesch-Russische pact al geheime
clausules mocht bevatten, deze geen daad
werkelijken militairen steun op het slagveld
tegen Japan beoogen. doch eerder hulp in
den vorm van militaire leveranties.
In kringen van het Japansche departe
ment van buitenlandsche zaken beoordeelt
men het Chineesch-Russische pact als een
steeds duidelijker wordende overwinning
van de communistische en anti-Japansche
elementen in de Nanking-regeering. Men
verklaart in deze kringen verder, dat Japan
de door Nanking gegeven interpretatie van
dit pact ten scherpste van de hand wijst.
Deze afwijzing heeft vooral betrekking op
de passage, waarin van Chineesche zijde
verklaard wordt, dat het Chineesch-Russi-
schep act gedacht is als een basis voor een
collectief veiligheidssysteem in Oost-Azië.
De Duitsche Rijksminister van Buitenland
sche Zaken, Von Neurath, heeft gisteren op
het vijfde rijkscongres der Duitschers in
het buitenland te Stuttgart een redevoering
uitgesproken, waarin hij o.m. zeide:
Het ligt voor de hand, dat de uitvoering
der taken, dié ons gesteld zijn door het be
staan van de Duitschers in het buitenland,
afhangt van een principieele voorwaarde:
Duitschland, de Duitsche Staat, de Duitsche
volksgemeenschap moeten als een hecht ge
sloten onwrikbare, door denzelfden sterken
wil bezielde eenheid bestaan, wanneer wij
ons in het spel der krachten der wereldpo
litiek willen handhaven en doen gelden.
Slechts op deze basis kunnen ook de Duit
schers in het buitenland een bijzondere zen
ding vervullen. Zich hecht aaneensluiten in
eigen verband en zeker zijn van hun ver
bondenheid met het vaderland.
Voortgaande wees de minister op de suc
cessen van de Nat. Soc. buitenlandsche poli-
VON NEURATH.
CHINA
De Japansche admiraliteit heeft
medegedeeld, dat de 157ste Chinee
sche divisie zich meester heeft ge
maakt van Amoy, het garnizoen
heeft ontwapend en een anti-Ja-
pansche actie heeft ontketend. Op
het oogenblik wordt het Japansche
consulaat-generaal omsingeld. De
Japansche inwoners van Amoy zijn
geëvacueerd.
Twee Japansche legers naderen
elkander.
De Japansche generale staf deelt mede,
dat de Japansche troepen Tsjatsjangpoe in
de richting van Kalgan hebben bezet, ter-
de troepen van het Japansche Kwan-
toengleger. die Kalgan voorbijgetrokken
ziin, Swanwa hebben bezet, een belangrijke
stad op de lijn PeipingSoeijoean ten Zuid
oosten van Kalgan en op 30 K.M. ton
Noordwesten van Tsjatsjangoe. De beide
legers zijn dus nog slechts een dertigtal
silometers van elkander verwijderd.
Chineezen geven val van Kalgan
toe.
Van Chineesche zijde wordt gemeld, dat
de Chineesche troepen Kalgan hebben moe
ten ontruimen, omdat zij verschrikkelijk te
lijden hadden van het Japansche artille
rievuur. Zij hebben zich thans versterkt in
de omgeving van de stad. De Japansche
verliezen zijn aanzienlijk.
Dreigt opstand in Nanking?
Van Japansche zijde wordt medegedeeld,
dat te Nanking opstand dreigt tengevolge
van gebrek aan levensmiddelen. Een groot
aantal burgers zou zijn gearresteerd.
Sovjet-Russische vlootmanoeuvres.
Uit Yuvie in het noorden van Korea wordt
gemeld, dat het Japansche stoomschip ,.I\a-
suga Maroe" Zaterdag op weg naar Yuvie
is aangehouden door drie Sovjet-Russische
kruisers en een onderzeeër, 130 mijl benoor
den het eiland Toemagosjima. Men vermoedt
dat de Russische vloot groote manoeuvres
houdt in de omgeving van Wladiwostok.
Arrestaties in Japan.
In verband met den opstand van Februari
1936 zijn zestig personen gearresteerd. In
samenwerking met de plaatselijke politie
heeft de gendarmerie te Tokio een razzia
gehouden en hen gearresteerd, bij wie op
ruiende pamfletten werden gevonden, waar
in de discipline van het leger ondermijnd
wordt.
Mongolië ontwaakt.
Uit Tsjangpei wordt aan het Japansche
telegraafagentschap Domei gemeld, dat T. II.
Wang, de leider van het executief comité
van Binnen-Mongolië en opperbevelhebber
der Mongoolsclie troepen, en generaal Li, die
bevelvoerder is over het Mongoolsclie leger,
verklaart hebben tegenover vertegenwoor
digers van de pers, dat het Mongoolsclie
volk, dat sinds eeuwen ingeslapen was,
thans ontwaakt is om een Groot Mongolië
te herbouwen in samenwerking met Japan.
tiek, het verbreken der boeien van Ver
sailles, het herwinnen van de vrijheid van
bewapening, het herstel van de souvereini-
teit in het geheele staatsgebied cn zeide: op
dit alles kunnen wij ons voor de wereld
openlijk en met rustigen trots beroemen,
want wij hebben een goed geweten op bui-
tenlandsch politiek gebied.
Wij hebben met onze daden op
Buitenlandsch politiek gebied nie
mand iets ontnomen, dat hem toe
behoort. Wij hebben geen vreemd
land geschonden, geen vreemd volk
bedreigd. Dat zullen wij ook in de
toekomst niet doen.
Wij hebben ons slechts bevrijd van de
ketenen, die kortzichtige, door haat ver
blinde staatslieden meenden een volk van
65 millioen voor alle eeuwigheid te kunnen
opleggen. Nadat alle pogingen langs den
weg der onderhandelingen de onzalige ban
den uit den weg te ruimen vergeefsch ge
bleken waren, hebben wij inderdaad ons lot
in eigen hand genomen en hebben, zonder
anderen te vragen ons de vrijheid zelf ver
schaft. Het ontoegeeflijke onbegrip tegen
over onzen onvervreemdbaren eisch tot
rechtsgelijkheid heeft er toe bijgedragen
ons tot een sneller ontwaken te helpen en
daar, waar men ons onrechtvaardig wil be
handelen, of zelfs aanvallen, oefenen wij
niet meer het zwakke geluid van een voor
bije naoorlogsperiode. Deze houding van
Duitschland echter is in waarheid het sterk
ste bolwerk voor de beveiliging van den
vrede en zal dit in een onrustig bewogen
omringende wereld steeds meer blijken te
zijn.
Juist omdat wij het gevaar van
zekere ontbindende tendenties, die
trachten te doen gelden in Europa,
duidelijk ingezien hebben, streven
wij niet naar het scheidende, maar
naar het verbindende tusschen de
staten en volken. Wij denken niet
aan politiek isolement. Wij streven
naar een politieke samenwerking
der regeeringen, die wanneer zij
succes wil hebben, inderdaad niet op
theoretische collectiviteitsideëen,
maar op de levende werkelijkheid
moet berusten en zich tot de concre
te taken van het heden moet wenden.
Met genoegdoening kunnen wij constatee-
ren, dat wij in de nastreving van een dus
danige reëele vredespolitiek hand in hand
gaan met het met ons bevriende Italië. Dat
rechtvaardigt de hoop, dat wij ook met de
andere regeeringen zullen komen tot een
vriendschappelijke overeenstemming over
de^ belangrijke actueele vraagstukken der
buitenlandsche politiek.
Vervolgens wees de rijksminister op de
natuurlijkheid van het feit dat het geweldi
ge gebeuren in Duitschland niet zonder re
actie kon blijven op de buiten de rijksgren
zen wonende Duitschers en merkte op: Het
is nauwelijks te begrijpen, dat men er in
zekere deelen van het buitenland aanstoot
aan heeft kunnen nemen, dat ook onder de
Duitschers in het buitenland de wensch le
vend werd innerlijk aandeel te hebben aan
de nieuwe vorming der dingen in het rijk
cn uitdrukking te geven aan dit aandeel
door een aaneensluiting met andere, gelijk
gezinde volksgenooten. Wij weten natuurlijk
dat het gastrecht, dat aan onderdanen van
vreemde staten toegekend wordt, hen ver
plicht zich ten strengste te onthouden van
iedere inmenging in de binnenlandsche ver
houdingen van het gastvrijheid gevende
land cn de daar geldende algemeene wet
ten in acht te nemen.
Geschiedt dit echter, dan kan hun
niet ontzegd worden zich op de ba
sis en met het doel getuigenis af te
leggen van een gemeenschappelijk
nationaal standpunt, zich aaneen te
sluiten tot gemeenschappen en in
contact te treden met de organisa
ties in het vaderland.
De aanstelling van een chef der buiten
landsche organisatie in het departement
van buitenlandsche zaken vormt er een
waarborg voor, dat de door de verantwoor
delijke binnenlandsche Duitsche ipstanties
voor de verzorging der Duitschers in het
buitenland gestelde principes en richtlijnen
zullen blijven binnen de door mij zooeven
aangegeven grenzen en door de organisaties
der Duitschers in het buitenland zelf nauw
keurig zullen worden geëerbiedigd. Ik hoop
derhalve ten stelligste, dat de moeilijkhe
den, die in dit opzicht hier en daar in het
buitenland zijn ontstaan, nu spoedig voor
altijd zullen verdwijnen. Zoo weinig wij er
aan denken, geen rekening te houden met
de algemeene erkende regels van het vreem
delingenrecht, even weinig zullen wij toe
staan, dat Duitschers in het buitenland om
hun nationaal socialistisch standpunt door
vreemde regeeringen onder een soort uit-
zonderingsrccht gesteld worden.
Ook Bohle pleit voor vrijheid
der Duitschers in het buiten
land.
Bij de opening van het vijfde congres van
de buitenlandsche organisatie der N.S.D.
A.P., heeft Gouwleider Bohle een rede ge
souden, waarin hij o.a. betoogde, dat vaak
getracht wordt tegen de Duitschers in het
buitenland wantrouwen te zaaien.
„De pogingen, het te doen voorkomen, als
of nationaal-socialisten in het buitenland
uitsluitend spionnen of politieke agenten
zouden zijn. treft men, aldus Bohle, den
laatstcn tijd zelfs aan in kranten, die er
zelf prijs op stellen serieus te worden ge
nomen. Daar er in het buitenland echter
toch nog menschen zijn, die zoo iets geloo
ven, wil ik hier uitdrukkelijk verklaren,
dat wij de vrouwelijke huisbedienden niet
tot spionnen opleiden en geen nazi's in het
buitenland opdracht hebben gegeven vreem
de landen te veroveren. Zulke onzinnige
beweringen behoefde men in het geheel niet
ernstig op te nemen, wanneer zij er niet toe
bijdroegen, de internationale atmosfeer te
vergiftigen en de betrekkingen tusschen
Duitschland en andere landen te vertroe
belen. De wereld weet thans na vier jaar na
tionaal socialistisch bewind, dat Adolf Hitier
en zijn land niets liever wenschen, dan in
vrede en eendracht met alle andere volken
te leven.
De Duitschers in het buitenland deelen de
zen wensch van ganscher harte. Het eerste
gebod voor de nationaal-socialistische Duit
schers in het buitenland schrijft hun de
strikte eerbiediging voor der wetten van
het land, welks gastvrijheid zij genieten en
partij en Rijk zien nauwlettend toe, dat dit
gebod wordt nagekomen.
Evenzeer moeten wij echter verlangen,
dat ook de Duitscher in het buitenland zijn
eigen leven kan inrichten volgens de begin
selen, die in zijn vaderland gelden.
De Britsche zaakgelastigde hij de
Japansche regeering heeft gister
middag om twee uur de reeds aan
gekondigde nota der Engelsche re
geering betreffende de beschieting
en verwonding van den Britschen
gezant Hugessen overhandigd.
In de nota der Britsche regeering wordt
er op gewezen dat de stelling dat het hier
een ongeluk betreft, evenmin kan worden
aanvaard, als die welke zegt, dat de vlag
gen, die op de auto's waren aangebracht,
te klein waren om zichtbaar te zijn.
Waar het in wezen om gaat is,
dat het non-combattanten waren. De
vliegtuigen hadden ongetwijfeld
niet de bedoeling, den Britschen
ambassadeur als zoodanig aan te
vallen. Blijkbaar wilden zij non
combattanten aanvallen, en dit
vormt op zichzelf reeds iets onwet
tigs.
De Britsche regeering wijst dan op de die
pere beteekenis van deze gebeurtenis. Het is
een treffend voorbeeld van de gevolgen die
kunnen ontstaan uit een willekeurig uitge-
voerden luchtaanval. Dergelijke gebeurtenis
sen zijn onafscheidelijk verbonden aan de
even onwettige als onmenschelijke praktijk,
na te laten, bij het uitvoeren der vijandelijk
heden een duidelijk onderscheid te maken
tusschen combattanten en non-combattan
ten, hetgeen het internationale recht, even
zeer als het menschelijke geweten, steeds ge-
eischt heeft.
Het feit, dat in het onderhavige geval
door een der partijen in het geheel niet den
werkelijken staat van oorlog is verklaard of
uitdrukkelijk erkend, onderstreept het onver
geeflijke karakter van hetgeen is gebeurd.
Bijgevolg ziet de Britsche regeering zich
verplicht, te eischen:
1. Formeele aanbieding van verontschuldi
gingen door de Japansche regeering aan
de Britsche regeering.
2. Behoorlijke bestraffing van degenen, die
voor den aanval verantwoordelijk zijn.
3. De verzekering van de Japansche autori
teiten, dat de noodige maatregelen geno
men zullen worden, teneinde een herha
ling van incidenten van dezen aard te
voorkomen.
Eischen in Britsche nota aan Ja
pan vormen een minimum.
In diplomatieke kringen te Londen werd
gisterenavond gewezen op het gematigd ka
rakter van de eischen, die Groot-Brittannië
geformuleerd heeft in de te Tokio overhan
digde nota. Uit dit commentaar blijkt vol
doende, dat de Britsche eischen een mini
mum vormen, en dat men er wel op rekent,
dat de regeering te Tokio de gematigdheid
ervan zal erkennen, door ze ten volle in te
willigen.
De derde binnen twee dagen.
Zaterdag is het Britsche s.s. „Bram-
hill", door twee gewapende rechtsche
treilers gebombardeerd ter hoogte
van Gijon aan de Spaansche Noord
kust, waarbij het echter niet werd
getroffen.
Dit is al het derde Engelsche schip,
dat binnen twee dagen met rechtsche
granaten werd bestookt.
De rechtsche treilers waren van meening,
dat het schip zich in de Spaansche territo
riale wateren bevond en losten een waar
schuwingsschot om het te laten stoppen. De
Bramhill was van meening, dat hij zich niet
in de territoriale wateren bevond en ver
volgde zijn tocht.. De treilers losten daarop
opnieuw waarschuwingsschoten. Het Brit
sche oorlogsscnin De Fearless" kwam spoe
dig ter plaatse aan voor een onderzoek en
na het uitwisselen van signalen werd het
incident gesloten.
DE BILT SEINTi
Verwachting: Zwakke tot mati
ge Noordoostelijke tot Noord
westelijke wind, meest lic'ht
tot half bewolkt, weinig of
geen regen, koeler.
Verdere vooruitzichten: Nog
weinig verandering.
tt
EEN ONDERHOUD MET DEN
KAPITEIN.
Zaterdagnacht is in de Rotterdamsche ha
ven gearriveerd het s.s. Willemsplein van de
N.V. v. Milligen, welk schip in den vroegen
ochtend van den 18en Augustus j.1. tijdens
een plotseling opgekomen dikken mist 25
mijl ten westen van Oporto is aangevaren
door het Griksche ss.. Eudoxia.
Wij hadden bij aankomst een onderhoud
met den kapitein van de Willemsplein, ge
zagvoerder R. Schaap, die ons omtrent de
aanvaring het volgende vertelde:
„In den morgen van den lSen Augustus te
ongeveer zeven uur wij waren reeds vier
dagen in ballast op de uitreis met bestem
ming Melilla in Spaansch Marokko kwam
er plotseling een dikke mist opzetten. De
eerste stuurman had de wacht en stond der
halve op de brug. Onmiddellijk gaf hij de
vereischte mistsignalen, terwijl hij tevens
vooruit een ander schip hoorde aan bak
boord. Op hetzelfde moment zette de stuur
man de machines op langzaam.
Inmiddels zoo zeide de kapitein was
ik ook op de brug gekomen, teneinde het
commando over te nemen. Het geluid van
het eerste schip, dat de stuurman had ge
hoord, kwam echter niet nader, doch nu
hoorden wij een miststoot van een ander
schip, recht vooruit. Achtereenvolgens liet ik
daarop de Willemsplein langzaam vooruit
gaan, stoppen en achteruit slaan. Toen wij
zoo ongeveer geen vaart meer liepen, hoor
den wij de laatstgenoemde boot inplaats van
één, twee lange stooten geven, hetgeen be-
teekent: „Ik lig stil in het water, gij kunt
mij veilig voorbij varen" en dit was voor ons
het sein om uit te wijken, teneinde het schip
te passeeren Telkens als de Willemsplein 'n
lange stoot gaf dit beteekende het gewone
mistsignaal liet het hier bedoelde schip,
dat later bleek te zijn het Grieksche s.s.
„Eudoxia" twee lange stooten hooren.
De Eudoxia seinde verkeerd.
In de veronderstelling levend, gezien de
twee lange stooten van de Eudoxia, dat wij
veilig konden voorbijvaren, hoorden wij plot
seling het boegwater van het Grieksche schip
en bijna op hetzelfde moment kwam het
schip met groote vaart op de Willemsplein
toevaren. Een aanvaring was onmogelijk,
meer te vermijden. Wij hebben nog getracht
den sloot zoo schuin mogelijk op te vangen.
Met een geweldige klap liep de
Eudoxia met het voorschip in onze
machinekamer. Vlak tegen het wa
terdichte schot, waarop het schip
afstuitte. De Willemsplein kreeg een
groot gat boven de waterlijn, ter
wijl verschillende platen en spanten
werden verbroken. Gevaar heeft er
gelukkig geen oogenblik bestaan.
De zee was vrij rustig. De Eudoxia waar
van de voorsteven was plat gedrukt en ge
heel naar bakboord omgebogen, terwijl het
stuurboordanker in den boeg was wegge
drukt, heeft nog een kleine werkboot uitge
zet, waarmede de eerste stuurman naar de
Willemsplein is gevaren. Ook onze stuur
man heeft nog buitenaf de schade van het
Grieksche schip opgenomen.
Daar de Willemsplein na de aanvaring
water begon te maken, hebben wij aan de
binnenzijde, waar het gat was geslagen met
bussen, bedden en keggen, het schip zoo
veel mogelijk gedicht, Wij zijn daarop op
eigen gelegenheid naar Lissabon gestoomd,
waar het schip voorloopig is gerepareerd.
Een groote ijzeren plaat werd verticaal aan
de buitenzijde van het schip aangebracht,
terwijl aan de binnenzijde werd zorggedra
gen voor een sterke bekisting.
Het s.s. Willemsplein ligt momenteel aan
boei 25 op de rivier in nadere afwachting
van de volledige reparatie.