Landhuishoud-
kundig congres
Jonken onder
In Bergen
slaat de wichelroede neer
MI ««M '«uas%ss? zo°
bommenwerpers
Het eiland der
dienstweigeraars
Postvluchtcii op Indië
Wettelijke regeling der zaaizaad- en
pootgoed-voorziening noodig?
Vier gewonden bij
auto-ongeluk
Interessant experiment met een stukje magisch
staaldraad
Wichelroedeloopers, die met
beide beenen op den grond staan
Dc vrije tijd van den
jongen boer
Te0„erSJtYPe'?a«e™ P^r™"' ,e
Suikerbietenteelt wordt door
de suikerconventie niet belem
merd. De heilzame werking
der pluimveeteeltregeling.
Te 's Hertogenbosch werd gisteren en he
den het 89ste Nederlandsch landhuishoud-
kundig congres gehouden.
Dr. P. J. H. van Ginneken uit Bergen op
Zoom sprak over „De Londensehe Suiker-
conventie 1937 en haar gevolgen voor de
Nederlandsche suikerbietenteelt
Na critiek uitgeoefend te hebben op de
bestaande conventie drong spr. aan op een
regeling, die minder op een tijdelijke voor-
Eiening is gesteld, die minder een bevrie
zend karakter heeft voor de teelt, die meer
eenvoudig is in de uitvoering en niet be
lemmerend werkt op de industrie".
Aan de uitbreiding van de tegen
woordige bietenteelt (die nu be
perkt is tot 72 pet. der vroegere pro
ductie) tot het vroegere niveau, nl.
tot de totale verbruiksmogelijkheid
in Nederland, legt de conventie
geen enkelen hinderpaal in den
weg.
De vraag of, en tot welken omvang in
komende jaren een gedeelte der voorziening
in de totale verbruiksmogelijkheid in Ne
derland aan Java moet blijven toegewezen,
kan geheel vrij in Nederland worden be
slist.
Pluimveeteeltbeperking.
De heden voortgezette zitting ving aan
met een inleiding van Ir. J. G. Tukker,
rijkspluimveeconsulent, over het onder
werp: „Welken invloed hebben de crisis
maatregelen gehad op de verbetering van
den Nederlandschen hoenderstapel?"
Sinds vanaf de oorlogsjaren het gebruik
[van broedmachines met een voortdurend
opgevoerde capaciteit zulk een groote vlucht
heeft genomen, is het aanbod van kuikens
steeds toegenomen, waardoor de prijzen
daalden. De „massa-fabricage" van kui
kens leidde bovendien tot een groote achter
uitgang in de kwaliteit. Ziekten onder het
pluimvee waren het onvermijdelijk gevolg.
Ingrijpen bleek noodzakelijk om verderen
achteruitgang te voorkomen. Bij de teeltre
geling werd hieraan de noodige aandacht
geschonken.
De maatregelen welke genomen werden,
zijn de volgende: Vaststelling van een be
paald broedseizoen.
Bepaling van een minimum gewicht voor
broedeieren. Bevordering om zooveel moge
lijk eieren van goede stammen als broedei
te gebruiken.
Voor het broedseizoen werd de gunstigste
'tijd van het jaar uitgekozen. Te lichte
broedeieren leveren gewoonlijk kleine, zwak
ke kuikens.
De invloed van de genomen maat
regelen ter verbetering van den
stapel uit zich door betere opfok-
resultaten van de kuikens, gunsti
ger productieverdeeling over het
geheele jaar, toeneming van de ge
middelde productie per hen, en ver-
hooging van het gemiddelde eige-
wicht.
In 1937 werden verkregen: 14.861.697 kui
kens, hetgeen overeenkomt met een gemid
delde broed'uitkomst van 64.2 pet. (vorig
jaar 62.3 pet.)
12.954.702 kuikens kwamen uit eieren be
trokken van fok- en vermeerderingsbedrij-
ven (gemiddelde broed uitkomst 65,1 pet., vo
rig jaar 63 pet.) cn 1.906.995 stuks uit eieren
van andere pluimveebedrijven (gemiddelde
broeduitkomst 58.8 pet. vorig jaar 61 pet.)
Over de broeduitkomst in de jaren voor
de teeltregeling bestaan geen nauwkeurige
gegevens, doch er werd algemeen aangeno
men. datd eze zeker niet hooger zou zijn
dan 55 pet.
Zaaizaad- en pootgoedvoorziening.
Ir. J. Siebenga, secretaris van den Neder
landschen Algemeenen Keuringsdienst te
.Wageningen, besprak vervolgens het onder
werp: „Welke vragen treden bij de zaaizaad-
en pootgoedvoorziening in Nederland naar
voren?"
De zaaizaad- en pootgoedvoorzie
ning aldus betoogde hij is voor
de geheele land- en tuinbouw een
zeer belangrijk vraagstuk, dat telken-
jare weer de aandacht vraagt, omdat
de hoedanigheid van het gebruikte
voortkweekingsmateriaal mede be
slist over de grootte en de waarde
van de oogst van het komende jaar.
De eischen, die aan behoorlijk zaai- en
pootgoed zijn te stellen: rasechtheid, raszui
verheid, kiemkracht, gezondheid, zuiverheid
en vochtgehalte, zijn algemeen bekend. Toch
is blijkbaar nog onvoldoende doorgedrongen,
dat de garanties omtrent deze eischen uit
sluitend verkreeen kunnen worden door 'n
behoorlijke controle op de herkomst ,ecn
veld- en parfijkeurine, al dan niet gepaard
met een attest van het rijksproefstation voor
zaadcontrole.
Naarmate de belangstelling voor behoorlijk
geregelde zaaizaad-verwisseling toenam, is
gezocht naar middelen om de belangen van
tien gebruiker te beschermen.
Onder deze maatregelen kunnen worden
genoemd:
de oprichting van het rijksproefstation
voor zaadcontrole;
de instelling der gewassenkeuringen sedert
1903;
de jaarlijksche uitgifte van een beschrij
vende rassenlijst, en de wettelijke maatre
gelen, als de wet tot bestrijding van bedrog
in den handel in meststoffen, zaaizaad en
veevoeder in 1920;
de landbouwuitvoerwet 1929 en de poot-
aardappélwet 1932, died aarop berust en de
plant enziektenwet.
Bij het treffen van maatregelen ten be
hoeve van de zaaizaadvoorziening zijn der
halve onderscheidene instanties betrokken
cn de vraag mag daarbij opgeworpen worden
of er voldoende coördinatie is, waardoor de
zuiVerste richtlijnen algemeen worden ge
volgd en of de wettelijke voorziening vol
doende is om deze te kunnen doorvoeren.
In het bijzonder zal overwogen dienen te
worden of: bedrog bij de handel in zaaiza
den voldoende is te voorkomen of te ach
terhalen.
Het doel waarvoor de pootaardappehvet
is ingesteld voldoende wordt bereikt.
Er voldoende waarborgen aanwezig zijn.
dat ter bevordering van de zaaizaadvoorzie-
ninig op de sedert 1903 ingeslagen weg kan
worden doorgewerkt.
Met de meerdere belangstelling, die er is
ontstaan voor de zaaizaadverwisseling, de
rassenkeuze, etc. is gepaard gegaan een stre
ven om daar kruising of selectie nieuwe
rassen te verkrijgen, welke in opbrengst en
kwaliteit uitmunten boven de vroegere al
gemeen gebruikte landrassen. Aan deze
nieuwe rassen, derhalve aan den arbeid van
de kweekers heeft de land- en tuinbouw zeer
veel te danken.
Bij de vraag of in Nederland gecentra
liseerde zaaizaad-voorziening in de toe
komst gepropageerd zal dienen te worden,
zal ernstig dienen te worden overwogen
of de groote ideëele waarden, die aan de
bestaande gedecentraliseerde regeling ver
bondon zijn, niet verloren gaan.
Uit de groeiende belangstelling voor het
kweeken van nieuwe aardappelrassen, mag
worden afgeleid, dat de gedurende drie ja
ren gedane uitbreidingen gunstig hebben
gewerkt.
Ondanks het verschil van inzicht in de
richting waarin de zaaizaadvoorziening
zich zal dienen te bewegen, zal getracht
dienen te worden om aan het begrip „ori
gineel zaad" een dusdanige definitie te ge
ven, dat het begrip wederom voor alle ras
sen en kweekers een zelfden inhoud krijgt.
WaniMr de verschillende inzich
ten onvereenigbaar blijken, zal de
zaaizaadvoorziening er mede gebaat
zijn, Indien aan de overheid rege
len worden gesteld, opdat het door
de erkende keuringsdienst af te
geven certificaat worde verstrekt
naar algemeene normen en de ga
ranties van alle rassen en kweekers
dezelfde waarde vertegenwoordigen.
Zelfs verdient het aanbeveling na te gaan
of het niet gewenscht is om de nomencla
tuur, welke bij de opname in de rassenlijs-
ten en bij de keuringen wordt toegepast,
wettelijk te sanctionneeren in een algemee
ne wet op de keuring en handel in zaaiza-
zaden en pootaardappelen, opdat tegen mis
bruiken van de gebruikte termen kan wor
den opgekomen, in navolging van hetgeen
op dit gebied in andere landen geschiedt.
Het congres werd hierna gesloten.
Minister beantwoordt vragen
van den heer Albarda.
Op schriftelijke vragen van den heer Al
barda in verband met het voornemen der
Regeering dienstweigeraars onder te bren
gen in een kamp op het eiland Rozenburg
en betreffende den aard van den door hen
aldaar te verrichten arbeid heeft de minis
ter van Defensie geantwoord:
Het ligt in het voornemen de
dienstweigeraars wier gewetensbe
zwaren overeenkomstig de wet van
13 Juli 1923, zijn erkend, te werk te
stellen in een speciaal voor hen in
te richten werkkamp op het eiland
Rozenburg. Hun arbeid aldaar zal
bestaan in het vastleggen van sterk
in verstuiving verkeerende duin-
groepen in bebossching, in verbe
tering van den zomerpolder, enz.
Werk van militairen aard zal, gelijk
wel vanzelf spreekt, van hen niet
worden gevorderd. Het noodige toe
zicht in het kamp zal niet door mi
litairen worden uitgeoefend. De di
rectie van het kamp zal berusten
bij den rentmeester der domeinen
te Klundert.
Krachtens artikel 3 van het Kon. besluit
van 3 Mei 1924, houdende maatregelen ter
uitvoering van de wet van 13 Juli 1923, be
treffende dienstweigering, geschiedt de na
dere regeling van de in die wet bedoelde
tewerkstelling door den minister van De
fensie. De noodige wettelijke grondslag
voor de hierboven geschetste tewerkstelling,
waaromtrent voor zooveel noodig overleg
wordt gepleegd met den minister van Fi
nanciën, onder wien het werkkamp zal
ressorteeren, is derhalve aanwezig en eeni-
ge wijziging of aanvulling van de dienst-
weigeringswet is niet noodig.
De voor de tewerkstelling noodige kre
dieten zullen, zooals steeds, in de ontwerp-
Rijksbegrooting worden aangevraagd.
Chauffeur van één der wagens
sloeg plotseling naar links af.
Gistermiddag reed een Friesche personen
auto, bestuurd door den 29-jarigen J. Kampe
naar, van Groningen naar Twijzelerheide.
Even buiten de stad, op den Frie-
schen straatweg, ter hoogte van de
melkfabriek Ommelanden, wilde de
chauffeur een voor hem rijdende
vrachtauto passeeren, doch deze laat
ste die bestuurd werd door den 28-
jarigen expediteur J. Kazemier uit
Aduard, sloeg plotseling linksaf in
de richting Leegkerk. Daardoor
kwam de personenauto in de knel en
botste eerst tegen den vrachtauto en
vervolgens tegen een boom.
In de auto zaten zes personen. Van hen
werd de 56-jarige mevr. Gr. van der Veen
uit Dantumawoude ernstig aan het hoofd
gewond, terwijl zij bovendien een hersen
schudding kreeg. De 52-jarige mevrouw
Tj. van der Kooi uit Zwaagwesteinde brak
het Jinkersleutelbeen en liep eveneens een
ernstige hoofdwonde op. De 54-jarige mevr.
G. A. de Vries, eveneens uit Zwaagwesteinde
en haar 15-jarig dochtertje Cornelia kwa
men er met niet ernstige hoofdwonden af.
De vijfde inzittende van deze auto en de
beide chauffeurs bleven ongedeerd.
De twee zwaargewonden zijn, na ter
plaatse te zijn verbonden, naar het Acade
misch Ziekenhuis te Groningen overgebracht
De personenauto werd zoo goed als ver
nield. De verkeersbrigade heeft het onder
zoek ter hand genomen.
Oorlog, handel en( zeerooverij.
Het einde der Hoangho-piraten.
Als verschrikte kippen zijn de jon
ken, die in rustige tijden Ghina's
rivieren bevolken, onder het gedon
der der ontploffende bommen en
granaten uit elkaar gevlogen. Ve
len van deze schepen werden in den
grond geboord. Andere jonken heb
ben hun bemanning verloren, wijl
deze meer of minder vrijwillig bij
het Chineesche leger is ingelijfd!.
Maar verreweg de meeste booten
zijn toch naar het uiterste zuiden
van China gevlucht, naar de omge
ving van het Britsche Hongkong
en het Portugeesche Macao. Het
schijnt, dat de dagen van het onbe
kommerd visschen enrooven
op de jonken van de Gele Rivier en
de Jangtsekiang voor eeuwig voor
bij zijn.
Het leven op een Jonk.
Het visschersvolk op de Chineesche ri
vieren vormde reeds lang een wereld op
Daar is veel zwendel bij de wichel-
roede-beoefening, en waar het geen
zwendel betreft en men tóch frappante
uitkomsten krijgt, is het meestal zóó,
dat de wichelroede evengoed vervangen
kan worden door een pook of een
mattenklopper.
Om een voorbeeld te geven: een
veldwachter was op zoek naar een
boer, die een koe gestolen had. Hij
kon de rampzalige niet vinden en wilde
z'n pogingen juist opgeven, toen hij een
wichelroede-looper, een kennis van hem,
tegenkwam.
Hij verzocht dezen den dief aan te
wijzen, de ander haalde z'n roede van
huis en... wees precies den weg aan
waarlangs de dief geloopen had. Het
eindigde met de arrestatie.
Het is verbluffend, maar ook dit
heeft niets met nuchter wichelroede-
werk te maken. Het is zuiver een
kwestie van telepatische overbrenging
van gedachten.
Op weg naar de oplossing.
Onze vereeniging is niet zoo heel groot,
alsdus de heer van Tengbergen, maar de
kern bestaat uit zuiver wetenschappelijke
personen, die het mysterie (want een
mysterie is het nog steeds) pogen te door
gronden, doch, let wel, ontdaan van iedere
vorm, die naar het occulte zweemt.
Aan onze vereeniging zijn toegevoegd
adviseerende leden, doctoren en geleerden
en het is buiten kijf, dat we thans steeds
dichter komen bij de oplossing van het
vraagstuk. Wanneer men daar echter
zal zijn... dat ligt nog in de nevelen van
het ongewisse verborgen.
De invloed der golven.
De proeven, die mjjgienteel genomen worden
door geleerden, zijn Zeer interessant. Het zijn
proeven, die bewijzen, dat zeer veel in het
leven op aarde berust op het golf-wezen. Ver
moedelijk berusten ontelbare functies van
menschen en dier op aarde op de werking van
deze golven en het is dit gebied, dat licht zal
moeten doen schijnen ook over het wichel
roede-probleem.
Dat deze golven-veronderstelling niet
uit de lucht gegrepen is, wordt door tal
van bewijzen gestaafd: postduiven, bij
voorbeeld in de nabijheid van radio-zend
masten losgelaten, raken volkomen de
kluts kwijt en verliezen de richting. Met
trekvogels is het precies eender gesteld.
Eerst als ze op een goeden afstand hier
van zijn gekomen, vinden ze hun posi
tieven weer terug.
Het is een gebied, waarvan we nog zeer
weinig weten, doch dat thans intensief be
studeerd wordt, met name door den geleerden
Lakhovsky, een Franschman, die reeds tot tal
van interessante resultaten kwam.
Het magnetistische gedeelte.
Voorts heeft men ook te maken met het
magnetistische gedeelte van het vraagstuk:
ieder lichaam, ook het menschelijk, straalt
en met een klein stukje staaldraad van een
H millimeter dikte demonstreert de heer van
Tengbergen dit: het draadje slaat herhaalde
lijk om, echter bij ieder onderdeel van het
lichaam op andere wijze. Bijv. tweemaal bij
de neus, eenmaal bij de armen, 3 maal bij de
voeten. Deze stralingen oefenen, ook vanuit
de aarde, een kracht uit, waarmede de
wichelroede-looper rekening moet houden en
welker verklaring men nog zoekende is.
Het schijnt mogelijk te zijn zekere ziekten-
gevallen aan te duiden; het is zeer waar
schijnlijk, dat verreweg het grootste aantal
ziekten het gevolg is van afwijkingen in de
lichaams-stralingen en zelf heeft de heer van
Tengbergen eens een dergelijke interessante
proef kunnen nemen.
Een arts verzocht met behulp van de
wichelroede een kanker-patiënt in de om
geving aan te wijzen. Hij ging aan het werk
en zie, de roede volgde een tweetal sporen.
Bij de kruising hiervan lag, in de onmiddel
lijke nabijheid, een woning en het bleek, dat
in deze woning een kankerpatiënt ziek te bed
lag.
Demonstratie met de roede.
Na deze bespreking noodigde de heer van
Tengbergen ons uit met hem mee te gaan in
den tuin en aldaar werd ons gedemonstreerd
waartoe een simpel stukje ijzerdraad, op een
bepaalde manier gebogen en dat de zelfde
eigenschappen blijkt te bezitten als de haze
laar, in staat is.
Na eerst in horizontalen stand gebleven
te zijn, sloeg de draad plotseling met een
hoek van 45 graden naar beneden. Even
later nog iets meer en vervolgens draai
de zij om haar eigen as. In den grond,
waarlangs wij thans loopen bevindt zich
een waterader en proefondervindelijk is
bewezen dat dit water er inderdaad zit.
Op de zelfde wijze, uit de bewegingen van
de draad, valt af te leiden waar zich
ijzeraders in de aarde bevinden.
Niet iedereen is het gegeven op deze wijze
te ontdekken waar zich water of ijzer in den
grond bevindt. Men moet over een zekere
geestelijke constellatie beschikken, men moet
goed kunnen concentreeren en gevoelig zijn
voor de meest subtiele aandoeningen. Dan
lukt het!
Wij zelf hebben het ook geprobeerd en zie:
zij het in belangrijk mindere mate, er kwam
leven in de roede. Op enkele plaatsen drong
zij met zachten drang naar beneden en dat op
de zelfde plaats als waar dit gebeurde bij den
heer van Tengbergen.
Men moet het zelf hebben meegemaakt om
zich een denkbeeld te kunnen vormen van deze
sensatie. Het is een wonder en wij kunnen ons
volkomen de reactie begrijpen die wichelroede-
loapers uit de middeleeuwen kregen.
Geen occultisme!
Maar van occult bedrijf wil de heer van
Tengbergen en zijn vereeniging niets weten:
dat gedeelte van het vraagstuk is weer in
handen van een ander. Ir. Koopman in Am
sterdam, voorzitter van de afdeeling Psycho-
logical Research. Ook dat heeft weer niets te
maken met hetgeen somnabule's, clair-voyante
dames, in het kader van madame Sylvia, ons
trachten te doen gelooven en voor hun ont
dekkingen geeft de Nederlandsche Vereeni
ging tot Bescherming van het Wichelroede
Vraagstuk geen cent. Z(j adviseert alleen
maar: laat de ontdekkingen proefondervinde
lijk bewijzen. En dan blijkt doorgaans dat het
schwindel is.
Alzoo sprak de heer van Tengbergen in het
lieflijke dorpje Bergen, waar niets is wat aan
lugubere nachtelijke omzwervingen van
wichelroede-loopers herinnert. Waar geen
katuilen worden geslacht en waar de volle
maan schijnt om late vacantiegangers bij te
lichten.
Vertrek van Aankomst te
Reiger JBasra 13 Sept. Alahab. 14 Sept,
(heenreis)
Specht [Rangoon 13 Sept.
(terugreis)
Ibis I Schiphol 15 Sept
(heenreis) I
Valk Band. 15 Sept.
(terugreis)l 1
Bagdad 14 Sept,
Op het te 's Hertogenbosch giste
ren en lieden gehouden 89e Neder
landsche Landhuishoudkundig con
gres zette Ir. C. van Meel, consulent
van den Noord-Brabantschen Chris-
telijken Boerenbond uiteen, hoe vol
gens hem de jonge boer zijn vrijen
tijd moet gebruiken.
Met groote voldoening mag ge
constateerd worden, zeide spr. vol
gens liet Hbl., dat de jonge boeren
niet met de werkloosheid te kam
pen hebben, dus niet met een ge
dwongen vrijen tijd.
De normale vrije tijd zijn de Zon
dagen, heilige dagen, vrije avonden
in den winter. Men moet dien vrijen
tijd besteden met:
a. studie, het op hooger peil bren-
gen van zijn algemeene ontwikke
ling,
b. ontspanning, welke hem past,
en die met staat en stand overeen
komt.
Een van de vormen van ontspan
ning is de sport. Ook hiervoor zeker
geldt dat gewaakt moet worden te
gen overdrijving. Er is maar één
sport, die bij uitstek geschikt is
voor den jongen boer: dit is de lan
delijke ruitersport,
zichzelf, waarin belastingambtenaren, po
litieambtenaren, politie agenten en een bur
gerlijke stand volkomen onbekende dingen
waren. Slechts eenige malen per jaar kwam
dit visschersvolk met de buitenwereld in
aanraking: kort voor den vischtijd kooht
men groote hoeveelheden zout op crediet
en na den vischtijd verscheen men dan
weer in de kantoren, om zijn schulden met
gezouten visch te vereffenen en nog wat
geld toe te krijgen. De vischtijd duurt steeds
van October tót Mei, daar in de zomermaan
den de wind te onbetrouwbaar is. Maar de
zen winter zal er van het visschen wel
weinig komen. Want zelfs dicht onder de
kust zullen de Japanneezen het Chineesche
visscherijbedrijf wel onmogelijk trachten te
maken.
Het visschen op de groote jonken betee-
kent toch al reeds een soort geluksspeL
Soms vangt men voor een waarde van 3000
dollar aan visch maar het gebeurt ook dik
wijls, dat men met een leege boot naar
huis terugkeert. Vreugde en leed worden
door alle families, welke zich aan boord
bevinden, gedeeld. De grootste ondanks
gelapte zeilen zeer zeewaardige schepen
herbergen dikwijls tien families en bet was
niets ongewoons, indien men jongens en
meisjes van drie jaren naast de ouderen
een jonk zag voortroeien. Den jongens werd
gewoonlijk een houten blok op den rug ge
bonden, opdat zij niet konden verdrinken,
wanneer zij in het water vielen. Vrouwen:
zijn onder dit visschervolk niet zeer in
tel en bij de meisjes nam men dergelijke
voorzichtigheid&maatregelcn dan ook nim
mer!
Ontbrak er aan boord een arbeidskracht,
dan werd er van een naburige jonk een
kleine jongen gekocht of gestolen. Het ver
dwijnen van dezen kinderhandel zal ten
minste een voordeel van de nieuwe situatie
in de Chineesche wateren zijn, want reeds
thans ziet een Chinees liever een eter min
der dan meer in zijn familie. Bovendien is
er thans ook wel een eind gekomen aan de
minder nobele nevenbedrijven der jonken
bewoners, zooals opiumsmokkel, menschen-
roof ter afpersing van een losgeld en over
vallen op koopvaardijschepen.
De Hoklo-booten, de haaien vart
de Janqtse.
Gevaarlijker dan de groote jonken waren
voor de veiligheid van de Chineesche ri
vieren sinds oudsher de kleine booten van
ongeveer zes meter lengte met hoogen boeg
en zeer geringen diepgang. Hun eigenaars
belmoren tot den stam der Iloklo, een soort
waterzigeuners, die in kleine paalwoningen
aan de oevers van de groote rivieren leven,
up den dag zitten deze gevaarlijke gezel-
en vredig op het strand in de zon en her-
K«. K-ihu,n notten' Wanneer er een politie-
ambte komt en vraagt, wie wel in den
on',"'n nac'>t de pleizierjonk van den
J!" '11 hoopman Li-sing overvallen heeft,
-iijnzen zij en zweren, dat het een „poen-
}an.. een Sr°ote visschersjonk geweest
stam Pn heslist niemand van hun
«Vreemdelingen" heeten deze Chi-
He fnn\WI -hUn volk onder de Tsin-dvnas-
ènu Jaar 2/19 voor Christus uit het
rivieren'leeft" en sindsdien °P de
snelle V.n'"!0 bun Weine, maar pijl-
den nacht lil» P -R<!n in hot donkcr van
der Hok n eigenaardige rieten hutten
sche riv oro t oevers van alle Chinee-
sjoekwo T on. i a.an de grcils van Mand"
sche Vee VangS dekus,cn van de Chinec-
aenden HnU ÜU de Iaa,Rte weken dui
trokken no?." naar Zuid-China ge-
gers van rn i Gn-Z1Jn versierd met slin-
Ietters saatte PaPier- waarop in gouden
blijft verre lü ^°n "Koen" Tai hier -
is n 1 ,i„ k J geesten!" Koeng Tai
Maar 7il'vprnTlmhp1Kder Iloklo.
Pen niets teg-en politie Koudcn ,cttcrs hel"
<e hopen dat lle li hommen. Het is