Een robbenplaat die lééft!
T/
In Texel's Museum
Wat men uit de terp haalde
J
Texel behoort weer van de Texelaars
Het seizoen is voorbij en de stilte gekomen
f t» f n -•
Texel-Schiphol ook van den
winter
Verbod vee-invoer
Tevredenheid allerwegen
ijfe
Dc Texelsche jeugdherberg sluit
heden
Raadsvergadering
Nieuwe administrateur van
Defensie
Directeur Artillerie - inrichtingen
Oost Indië
Dc uitbreidingsplannen van
de K.N.I.L.M,
Demonstratie politiek in
Volksraad
Onze verslaggever vervolgt heden zgn
wandeling door Texel's Museum en ver
telt van een robbenplaat en andere na
tuurhistorische vondsten.
Ook aan scherven uit de grijze
oudheid is het Museum overrjjk. Ten
slotte vertelt de heer Kraay van zijn
toekomstplannen
Een robbenplaat, zóó levend, zóó vol
komen natuurgetrouw, dat ge b(j het bin
nengaan van deze zaal onwillekeurig
blijft staan en U verbaasd over dit waar
lijk bjjzonder knappe preparatie-werk.
Men ziet de zeehonden, de vogels, de krab
ben, het zeeschuim, de haaien en roggeneieren
en het is alles precies zóó of ge eenrobben-
idylle op een der waddeneilanden heimelijk
kunt gadeslaan. Bijzonder aardig en... knap
werk. Vlék bij de familie zeehond staat langs
den wand een gipsafgietsel van de Dolfijn,
welke in 1935 op de Texelsche kust aan
spoelde. Een zeer zeldzame vondst.
Interessante voorwerpen.
Voorts vindt men hier diverse specimina
van interessante voorwerpen: om er enkele
te noemen: walvischribben, walvischkaken,
een enorme potvischrib, enzoovoorts. Al
deze voorwerpen zijn door Texelaars in het
Marsdiep of omliggende wateren gevonden en
naar het museum opgebracht.
Ook de collectie zwerfsteenen, die dit mu
seum bezit, mag gezien worden: dezen wer
den goeddeels gehaald van het strand en de
Hooge Berg en biedt den archeoloog interes
sant materiaal.
Dan komen we bij de laatste afdeeling, de
levende natuur betreffende, en wel bij de
krabben en kreeften. Men ziet ze weer in di
verse variëteiten, evenals de weekdieren en
schelpen. Met name bij de laatsten treft men
eenige zeer zeldzame exemplaren aan. Ook
treft men hier tal van zeedieren aan, op
sterk water staande.
Materiaal uit de Terp.
Dan wordt ons oog geboeid door een ver
zameling scherven en voorwerpen, welke af
komstig zijn uit de vermaarde Terp aan den
Westerweg en die op last van den heer Jacob
Kikkert Nzn. opgegraven zijn geworden ge
worden.
Het onderzoek werd ingesteld door dr.
A. E. van Giffen, den bekenden Groning-
schen archaeoloog, die tot de conclusie
kwam, dat deze terp door menschen be
woond moet zijn in het begin onzer jaar
telling tot de zesde eeuw. Diverse typen
scherven treft men aan: zoowel uit de Ro-
meinsche, Gothische, Saksische als Mero-
vingsche periode.
Het is zeer interessant in deze zaal rond te
neuzen, vooral in gezelschap van den heer
Kraay, die over ieder voorwerp bijzonderheden
weet te vertellen en dat op een wjjze dat de
doode materie levend wordt.
Werk van P. v. Cuyck.
Langs den wand hangen oude prenten: ver
geeld en verbruind, maar ze staan ten name
van een bekende persoonlijkheid, die jaren
geleden (aan het einde van de achttiende
eeuw) op het eiland schilderde en er over
schreef: dat was P. van Cuyck.
Van Cuyck deed meer voor Texel: hjj was
ook de man, die de Sommeltjesberg bij de
Waal ohtdekte en last gaf deze af te graven.
De oudheden, aldaar gevonden, werden door
hem op keurige wjjze nageteekend en het zijn
deze schetsen en teekeningen, die men thans
nog de muren van dit museum ziet sieren.
Men is hier niet spoedig uitgekeken: oude
scheepjes roepen herinneringen aan vervlogen
jaren op, cronycken en paperassen liggen in
nieuwsgierig makende geslotenheid op de
tafels...
Unieke foto's.
Voorts is er een unieke verzameling foto's,
vervaardigd door den heer C. Ponger, een
archeoloog, die juist tijdens ons bezoek in het
museum werkzaam was. De heer Ponger foto
grafeerde een 54-tal van de oude Texelsche
gebouwen (o.a. de kerken), welke foto's uit
den aard der zaak voor de latere geschied-
schrijving groote waarde bezitten.
Texels geldkist
Een der meest typische stukken onder
de antiquiteiten ls ongetwijfeld de uit de
17e eeuw afstammende Texelsche geld
kist van het gemeentebestuur.
Van zwaar ijzer... met ongelooflijk
zware sloten: de vreemdeling zou zich hier
gevoeglijk kunnen afvragen of het met de
eerlijkheid der Texelsche burgers in vroe
ger dagen minder gunstig gesteld was...
i. h*
De heer P. RITECO,
die de oudheidkundige afdeeling van
Texel's Museum, leidt.
Plannen en idealen!
Na dit bezoek hebben wij nog een uurtje
met den heer Kraay zitten babbelen. Deze
vertelde ons, dat de natuurhistorische afdee
ling onder zijn leiding staat en de oudheid
kundige onder die van den heer P. Riteco, het
voor kort benoemde nieuwe hoofd aan de R.K.
school, terwijl ook de reeds genoemde heer
Ponger zooveel mogelijk assisteert.
Of er plannen zijn? Inderdaad, aldus de
heer Kraay, dit is slechts het begin. De
bedoeling is te komen tot een locaal
museum, waarin men alles wat de Texel
sche flora en fauna te bieden heeft (en
ook in de onmiddellijke omgeving) kan
waarnemen.
Met de groepen is men thans bezig, doch
daar er meer dan 100 vogels op Texel broeden
zal het nog langen tijd duren aleer men in het
bezit is van een familiegroep van ieder van
hen.
De medewerking, aldus de heer Kraay, die
wjj van de menschen op Texel ondervinden, is
enorm. Vooral de boeren en visschers schijnen
volkomen te begrijpen het belang van dit
museum en komen met alles, wat maar even
interessant lijkt, naar de Nieuwstraat toe.
Dat de, Texel bezoekende, vreemdeling het
belang van het museum inziet, dat bewijst de
statistiek wel zeer duidelijk: tot nu toe is
alleen dit seizoen het aantal namelijk reeds...
circa 4000!
Naar wij thans vernemen, is inder
daad besloten de luchtdienst Texel
Schiphol, ook gedurende de winter
maanden doorgang te doen hebben,
zoodat onze veronderstelling in het
nummer van Maandag bewaarheid is.
In de wintermaanden wordt met 2
diensten per dag gevlogen, terwijl de
avonddienst vervroegd wordt.
Van succes gesproken!
Zooals we in ons nummer van gisteren
reeds mededeelden, ls in de gemeente Texel
vanaf Maandag de invoer van vee verboden.
Hieronder laten we den officieefen tekst van
dit verbod volgen:
VEEINVOER.
Burgemeester en Wethouders van Texel
doen te weten, dat in hun vergadering van
heden is vastgesteld het volgende besluit:
Burgemeester en Wethouders van Texel;
Gelet op de veeverordening voor de ge
meente Texel;
Besluiten:
lo. te verklaren, dat naar hun oordeel we
gens het optreden van mond- en klauwzeer in
Nederland door den in- of doorvoer in deze
gemeente van herkauwende dieren, paarden
en schapen gevaar voor besmetting van den
veestapel te Texel zal ontstaan;
2o. onder de aandacht van belanghebben
den te brengen, dat het derhalve ingevolge
artikel 7 der genoemde verordening na af
kondiging van dit besluit, tenzij met vergun
ning van hen, Burgemeester en Wethouders,
verboden is in de gemeente Texel herkau
wende dieren, paarden en varkens in te voe
ren, doch dat zij, Burgemeester en Wethou
ders, vóór 1 November 1937 dergelijke ver
gunningen voor invoer niet zullen verleenen.
En is hiervan afkondiging geschied waar
het behoort, den dertienden September 1937.
BIJZONDERE VRIJWILLIGE
LANDSTORM.
Gistermiddag werd alhier een vergadering
gehouden van het plaatselijk bestuur van
den B.V.L., waarbij tegenwoordig waren
voorzitter en secretaris van de gewestel.
afdeeling. In deze vergadering werd besloten
in het laatst van October een bijeenkomst te
houden, waarin de prijzen van de schietwed
strijden over 1935, 1936 en 1937 zullen wor
den uitgereikt. Ook zullen op deze bijeen
komst enkele landstormfilms worden ver
toond.
TEXEL'S SCHATKIST.
Anno zestienhonderd zooveel.
Fcto F<mge*.
Het wordt eenzaam op Texel, nu het
eiland weer alleen met zichzelf overge
bleven is en de horden der vele duizenden,
by scheepsladingen vol door de T.E.S.O.-
booten aangevoerd, de weg naar huis weer
gezocht hebben.
Aan de blonde stranden zoeken de meeu
wen vergeefs naar de helgekleurde baduit-
rustingen van badend Nederland, in de
café's speelt de radio voor stoelen en ban
ken en op de wegen zijn het nog alleen de
hoogbeladen boerenwagens, die de oogst
binnenbrengen.
Texel is weer met zichzelf alleen.
Want de herst staat voor de deur en de
winter is komende.
De metamorfose is volkomen.
Zóó volkomen, dat men zich haast op een
ander eiland waant: niets meer is er overge
bleven van die vroolijke scharen menschenkin-
deren, die in de voorbije maanden hier levens
lust en levensdurf kwamen putten, niets meer
van de troepjes jongens en meisjes, die gesto
ken in sportieve kleurige kleeding van dorp tot
dorp togen, zingend en fluitend.
In de café's, in de restaurants, in de kamp
huizen is de stilte teruggevallen. Ineensde
radio's spelen nog opgewekte wijsjes, maar er
is geen sterveling die mee-zingt. De biljart
lakens zijn met witte kleeden omhoesd en in
de hoeken staan de queu'en: als het ware
droefgeestige uitroepteekens, die hun verdriet
m den schemer verbergen.
Langs de wegen strekken zich de slooten:
daarin wuivend en fluisterend het riet, de
groote pluimen er tusschen. De wind jaagt er
door en buigt de ranke stengels tot op het
water. Een herfstsymphonie. Daarboven, ijlend
en voortjagend al vele dagen het wolkenleger:
in machtige stapeling drijven de banken voort,
den heelen dag, den heelen nacht. Ze hebben de
zon Ingepakt en maar een heel enkele maal
straalt die nog neer op de roode dakjes der
huisjes in de dorpen.
Op den noord staat de Eierlandschen vuur
toren: ook daar is het eenzaam geworden. Aan
het strand komt geen sterveling meer en de
opzichter heeft z'n rust teruggevonden. Die
staart nu naar de witte brekers, die over de
gronden rollen en dansen en luistert naar het
herfstlied.
De oogst is weer voorbij, tenminste voor het
grootste deel. De velden zijn kaal en vlak.
Bruin en grouw tot aan den kim. Stoppels
steken er mistroostig bovenuit en niets is er
meer te bespeuren van den sappigen waschdom
die de zomerweken kenmerkte.
Zoo is het op het land, zoo is het in de
groote dorpen. In den Burg, waar nu geen
vreemdelingen meer komen: waar alleen
Texelaars Texelaars ontmoeten en zich on
ledig houden met het bespreken van dat
gene, wat voorbij is. En dat stemt dit jaar
wel zeer tevreden.
In de pensions staan de ramen open: de
wind komt er in en speelt een dol spel met
het overgebleven vacantiestof. Bedden en
matrassen hangen over de hekken en bal-
lustraden. Schoon schip!
Zoo is het overal op Texel: de rust is geko
men, een rust, welke velen wel zeer weldadig
aan zal doen.
Want er is hard gewerkt op het eiland, har
der wellicht nog dan anders, en daarom is het
juist zoo verheugend dat de uitkomsten alles
zins bevredigend zijn. Ook in het vreemdelin-
genbedrijf.
Moge het zijn, dat het seizoen 1938 een der
gelijk beeld geeft.
Het seizoen voor de Texelsche Jeugdher
berg „Panorama" sluit heden. Naar wij ver
nemen is het bezoek dit jaar weder zeer
groot geweest, ln den druksten tijd was de
aanvrage zoo groot, dat men velen heeft
moeten afwjjzen. Naar een ruwe schatting
bedraagt het aantal overnachtingen dit jaar
4000, ongeveer 100 meer dan in 1936. Opval
lend groot is het aantal maaltijden^ dat dit
jaar is verstrekt. Tot dit jaar waren er veel
trekkers, die op Texel geen warme maal
tijden gebruikten, doch dit jaar was dit
anders.
Gedurende de Kerstdagen zijn er wel ge
woonlijk logé's in de jeugdherberg, doch dit
gaat voor rekening van den vader en moeder.
Zaterdagmiddag.
De agenda van de vergadering van den
Raad der gemeente Texel op Zaterdag 18 Sep
tember 1937, des namiddags te 2.15 uur, ten
raadhuize, bevat de volgende te behandelen
onderwerpen:
Notulen.
Ingekomen stukken. Mededeelingen.
Goedkeuring rekening Algemeen Weeshuis
over 1936.
Idem Algemeen Armbestuur over 1936.
Voorloopige vaststelling gemeente-rekening
over 1936.
Onslag-aanvrage van den heer J. Wester
huis als gemeente-geneesheer.
Jaarwedde-regeling gemeente-geneesheer te
De Cocksdorp.
Benoeming gemeente-geneesheer te De
Cocksdorp.
Buitengewone aflossing en conversie van
geldleeningen.
Bijdrage in de kosten van omlegging bocht
Boschweg te Oosterend.
Deelneming in de Fraude-onderlinge van
gemeenten.
Loopbaan van den heer T. A. Appels.
Binnenkort is de benoeming te verwachten
van den hoofdofficier van administratie 2e
klasse, den heer T. A. Appels, tot opvolger
van den heer C. Ringeling, als administrateur
van het departement van defensie en hoofd
van de afdeeling comptabiliteit.
De heer T. A. Appels is 22 April 1885 te
Amsterdam geboren. Na het eindexamen 5-j.
H.B.S. met goed gevolg te hebben afgelegd,
kwam hij in 1903 op het Wachtschip te
Amsterdam in opleiding voor officier van
administratie. Bij K. B. van 2 Augustus 1905
werd hij benoemd tot adjunct-administrateur,
welke rang thans wordt aangeduid met offi
cier van administratie derde klasse.
Bij K. B. van 1 Januari 1928 werd de heer
Appels benoemd tot hoofd der afdeeling
Comptabiliteit van het Departement van
Marine. Toen „Oorlog" en „Marine" in Sep
tember van datzelfde jaar één werden (het
departement van Defensie), werd de heer
Appels waarnemend hoofd dezer afdeeling,
welke functie hij thans nog vervult.
In September 1933 werd hij benoemd tot
hoofdofficier van administratie 2de klasse.
De heer Appels is ridder in de orde van
Oranje-Nassau.
HOOGERE MARINE-KRIJGSSCHOOL.
Luit. ter zee eerste klasse F. S. W. de
Ronde, leeraar aan de Hoogere Marine-krijgs
school in Den Haag, zal worden benoemd tot
waarnemend directeur van die inrichting.
Luit. ter zee der eerste klasse jhr. H. A.
van Foreest, werkzaam bij den Marinestaf te
's-Gravenhage, wordt binnenkort tijdelijk be
last met de functie van leeraar bij de
Hoogere Marine-krijgsschool.
LICHTING 1938 VOOR DE MARINE.
De dienstplichtigen van de lichting 1938
bestemd voor de Zeemacht, zullen in 2 ploe
gen ter eerste-oefening worden ingelijfd; de
duur der eerste-oefening is bepaald op twin
tig maanden.
De le ploeg mot dus dienen van 1 Maart
193828 October 1939, en de 2e ploeg blijft
in dienst van 1 September 193827 April
1940.
DE REIS DER DIVISIE MIJNENVEGERS.
Rome, 14 Sept. De vier Nederlandsche
mijnenvegers, die op weg zijn naar Neder
landsch-Indië, zijn de haven van Napels bin-
nengeloopen en zullen daar vijf dagen blijven.
De kapitein ter zee K. W. F. M. Doorman
en de luit. ter zee le kl. B. J. ten Brink, aan
gewezen voor den dienst in Oost-Indië, zul
len hun bestemming volgen per m.s. „Baloe-
ran", dat 29 September van Rotterdam zal
vertrekken.
De officier van den marine-stoomvaart-
dienst le kl. C. L. H. Vincken. wegens lang
durig verblijf in Oost-Indië, in Nederland
teruggekeerd, is ter beschikking gesteld.
£e^&idetiCcAéen
Tijdelijke benoeming van Ir. Groot-
hoff te verwachten.
Naar het Hbl. van bevoegde zijde verneemt
is binnenkort een K. B. te verwachten, waar
bij de heer ir. A. Groothoff, regeeringscom-
misaris aan de industrieele verdedigingsvoor
bereiding, voor den tijd van een jaar wordt
benoemd tot directeur, voorzitter der directie
van het staatsbedrijf der artillerie-inrichtin
gen.
De benoeming, van tijdelijken aard en bui
ten bezwaar van de schatkist, is geschied
met de bedoeling om dat a.i. volkomen en snel
in te passen in de industrieel-economische ver
dedigingsvoorbereiding van ons land.
Zoodra, dit doel bereikt is, zal de aanvulling
van de directie der artillerie-inrichtingen we
der op normale wijze plaats vinden.
GEDENKBOEK KON. NED. VER.
„ONS LEGER".
Ten einde de viering van het 25-jarig be
staan in de herinnering levendig te houden,
heeft de Kon. Ned. Ver. „Ons Leger" een
keurig Gedenkboek doen verschijnen. Een be
langrijk deel van den goed geillustreerden
inhoud is gewijd aan de historie van de vijf-
-en-twintig jarige, welke historie verteld
werd door kolonel K. E. Oudendijk. Uit dit
in sobere woorden weergegeven relaas komt
Geen druktemaker, ook geen
betweter, maar een mensch
met een practischen kijk op
het leven, een man die zich
eigen ervaring ten nutte weet
te maken.
Hij doet zich voorzooals hij is
en beschouwt het alledaag.
sche leven nuchter en logisch
Hij zal tot U spreken
Let dus op de volgende Goe.'
deraad-advertenties, die.
steeds op deze plaats zullen
verschijnen.
duideljjk tot uiting, hoeveel de vereeniging
reeds gepresteerd heeft ter propageering van
de ,,leger"-gedachte.
Voorts is in dit Gedenkboek plaats inge
ruimd voor een aantal Nederlanders, die hun
meening over onze weermacht ten beste ge
ven. Hoewel niet al deze artikelen belang
wekkend zijn, vormen zij te zamen toch een
stuk proza, dat in het kader van deze uit
gave veel van beteekenis is. De uitgave werd
verzorgd door de drukkerij „Bevedeem" in
Den Haag.
Uitbreiding van het personeel.
In verband met de uitbreidingsplannen van
de K.N.I.L.M., met name de a.s. opening van
de luchtlijn naar Astraïië en de aanzienlijke
vermeerdering der dienst, welke in Mei j.1.
reeds is ingegaan, heeft de K.N.I.L.M. haar
"korps vliegers met vijf vliegers uitgebreid,
t.w. de heeren L. J. Fritz, R. Ph. A. van
Rees, P. Badings, C. ten Katen en G. J.
Schipper.
Begin October zullen deze vliegers naar In
dië vertrekken.
Om dezelfde reden heeft de K.N.I.L.M. vijf
werktuigkundigen aangenomen, welke deze
week naar Indië zullen vertrekken.
De K.N.I.L.M. heeft zich in alle opzichten
verzekerd van een vlotten gang van zaken,
zoodra tot definitieve opening van de nieuwe
lijnen kan worden overgegaan.
De drie door de K.N.I.L.M. bestelde Lock-
heed-vliegtuigen, type Super Electra 14, wor
den tegen het einde van dit jaar in Indië
verwacht. Dan zal de K.N.I.L.M. gereed zijn
om terstond nadat de vergunningen zullen
zijn verleend, niet alleen de lijn naar Austra
lië, maar ook de lijnen op Manilla en Saigon
te openen.
In een overzicht over de zitting van den
Indischen Volksraad zegt de koloniale mede
werker van het „Hbl." o.m. het volgende:
Een heele serie moties over wat ik zooeven
noemde de voortgezette indianisatie is voorts
in discussie geweest: politiek nogal onzuivere
en verwarrende debatten zijn het gevolg ge
weest van de nogal stijllooze pogingen om
zorg te dragen, dat de „Indonesiërs" nu ook
hun plaats onder de zon zouden krijgen. In
de practijk bleek dit meestal hierop neer te
komen, dat voor hen een bepaalde reservee-
ringspolitiek werd gevraagd. Er is op aange
drongen, Inlandsche burgemeesters te benoe
men, er is op aangedrongen, een Inlandschen
adviseur voor Iniandsche Zaken te benoemen
en er is gepleit voor de benoeming van In
landsche officieren.
Tot welke zotte consequenties het leidt,
wanneer men eenvoudig op grond van 't feit,
dat een aantal betrekkingen, die in hoofdzaak
door Europeanen worden bekleed, dergelijke
aanspraken doet gelden, kan b.v. blijken uit
den tekst van de motie inzake het officiers
corps bij de land- en zeemacht. De voorstel
lers, allen natuurlijk uit het radicale kamp,
stelden in hun motie vast, dat de „leidende
betrekkingen" vrijwei' geheel door Europee-
sche krachten bezet zijn en vroegen „een be
hoorlijk deel der formatie van de leidende be
trekkingen bij de land- en zeemacht binnen
afzienbaren tijd uit Indonesische krachten"
te doen bestaan. Men begrijpt waartoe het
zou leiden, wanneer men nu inderdaad dezen
weg eens opging, het criterium der geschikt-
heid eenvoudig ter zijde schoof en zei: zoo en
zooveel Inlandsche officieren moeten er nu
eenmaal bij het leger zijn, in leidende betrek
kingen nog wel. Om nu nog maar te zwijgen
van het feit, dat de Indische regeering aan
de formatie van het officierscorps der marine
niet veel kan doen.
Het mooiste van de grap is, dat het
aantal candidaten voor de officiersoplei
ding uit de Inlandsche jongelingschap elk
jaar hoogst onbevredigend is en dat men
slechts door toepassing van eenige consi
deratie (die natuurlijk op zichzelf al fout
is) er in slaagt, om er althans eenige
naar Nederland te sturen. De animo voor
die met zooveel emphase opgeëischte
kans voor „leidende betrekkingen" is n.L
zeer gering en voor de marine zelfs vrij
wel nihil.
Tenslotte is er nu weer eens een motie aan
genomen voor de Inlandsche militie, eveneens
met Europeeschen steun en hiermede hebben
wy het onze over dit deel van de Volksraads-
zitting weer gezegd.