In het bosch een jageres, in de bergen een herderinnetje 's avonds en entredeux Waar is de vrouw, die zich niet met het grootste genoegen in een andere, een ge- heel nieuwe vrouw omschept 's Middags De sierlijke blaasvaren Vierde blad vrouw o M\ Het ideale ]achtoo®t«um. Neen, 'deze dame oefent zfcK niet met het vuurwapen om straks, in de gelederen van een vrouwenleger plaats te nemen en goed en bloed voor het vaderland te offeren zooals op dit oogenblik de arme, dappere Chineesche .vrouwen doen. Louter yoor haar pleizier hanteert dit juffertje het geweer; zij is nl. op de jacht en kleedde zich dien- *0 overeenkomstig. Het practi- Jp sche tweedcostuum rok- broek en Norfolkjasje in $êRE~MëF* een bruingrijze diagonaal kan if .HmH tegen een stootje. De jageres -<-,F M draagt daarbij een kleinen wrm SjjF vilthoed, die stevig op het -jyjjjis hoofd blijft zitten. mE&m T Vier royale zakken aan -Mi MËTia den voorkant van het jasje aangebracht, maken het dra- '^^KS5S5SasBs^88Ste- :3saa. gen van een handtaschje overbodig. ^ÊÈk De weitascK ontbreekt; j *T iÉi IllHlllSg^BBK blijkbaar is die op een .vei lig plekje neergelegd. »B| 1 i f :ljÉf||M§P^ Het avondkleed moet zich bij onze persoonlijkheid aanpassen DE MOF WEER IN DE MODE. Er is altijd een betrekkelijk groot .verschil tusschen het kleed van de yrouw-overdag en dat van de .vrouw-'s avonds geweest, maar nooit was het grooter dan in het seizoen, dat weldra een aanvang neemt, De mode-voor-overdag heeft mét die voor den-avond volstrekt niets gemeen. Wij heb ben, als wij aan de voorschriften van Ma dame Mode gehooi'zamen willen, er voor te waken dat onze uiterlijke verschijning tus schen zonsop- en zonsondergang zooveel mo gelijk van die tusschen zonsonder- en zons opgang verschilt. Als onze vrienden en kennissen, die ons, zeg, om tien uur 's mor gens of om drie uur 's middags zagen, ge negenheid hebben ons dienzelfden dag om tien uur 's avoncls te begroeten, moeten zij, Wil het goed zijn, van louter verbazing de handen ineenslaan en ons met oogen, groot van verwondering, vragen: „Is het moge lijk? Vergis ik me of is 't werkelijk zoo? iHeb ik waarlijk het genoegen dezelfde Vrouw te ontmoeten, die i vanmorgen... Vanmiddag Op een rups leek en zich nu plot- jseling als vlinder heeft ontpopt", zoudt u kunnen antwoorden. Maar de voldoening bver uw geslaagde gedaanteverwisseling be hoeft u niet te verbergen. De korte rok werkt mede aan de jeugdige allure. Zoo is het nu maar. In deze dagen, Waarin iedere vrouw er naar streeft er zoo ijong mogelijk uit te zien, behoeft het waar lijk niet te verwonderen dat de rokken al- Weer een beetje korter geworden zijn. Het leven-overdag duldt trouwens geen andere j-ok dan de korte. Wij zijn sportief en wij (dragen dus korte rokken, die ons in geen enkel opzicht in onze bewegingen belemme ren kunnen; wij zijn werkende vrouwen en hoe practischer en eenvoudiger wij gekleed gaan, hoe gemakkelijker en prettiger dat voor ons is; simpele lijnen en stoffen, die legen een stootje kunnen, zijn ons ideaal. De couturiers hebben er in toege stemd ons bij de verwezenlijking van dat ideaal zoo goed mogelijk de be hulpzame hand te bieden; zij heb ben ons alles gegeven wat wij wenschen en wat wij wel wenschen moeten, omdat het bedrijvige snelle leven ons eenvoudig geen keus laat, maar zij hebben een voorwaarde gesteld, deze dat wij dan 's avonds ook, als het werk en de beslommeringen van den dag achter den rug zijn, weer de vrou wen worden, zooals zij ze zich in hun scheppersfantasie denken: too- verachtige, bijna onaardsche we zens, verleidelijk als sirenen en omhangen met de mooiste voort brengselen, die stoffenfabrikanten en zij dewevers op de markt hebben kunnen brengen. En ik vraag het u waar Is de vrouw lelie deze voorwaarde niet met twee handen aanvaard heeft? Waar is de vrouw, die zich niet met het grootste genoegen in een jandere, in een geheel nieuwe vrouw, om- Schept? Waar is de vrouw, die, als zij ze den geheelen dag gedragen heeft, niet met vreugde haar eenvoudige blousje en haar korte rokje uittrekt om zich te hullen in een avondkleed, dat in een of anderen vorm binnen het bereik van de meest be scheiden beurs is en waarvan zooveel ver rukkelijke suggesties uitgaan? Straks komen de herfstregens.... Het komt er zoo weinig op aan wat wij overdag dragen. Straks komen de herfst regens en het meest-onmisbare kleeding- stuk wordt een mantel die waterdicht is. Onder dien mantel laten wij geen mode- wonderen schuil gaan. Waarom zouden wij ons licht onder een korenmaat zetten? Ons licht moet stralen en dat kan het alléén 's avonds, niet tijdens de lichtschaarsehe dagen, die wij in het vooruitzicht hebben. Zoo is er waarlijk alle reden onze aandacht te geven aan het kleed voor den avond, het éénige kleed waarin wij prijken kunnen, bewondering afdwingen en al onze vrou welijke ijdelheid bevredigen. Het standaardkleed heeft afge daan. Dat avondkleed is geen standaardkleed, al is de rok er van in alle gevallen lang. Standaardkleedingstukken hebben afge daan, zooals de geplatineerde haren en de roze kousen afgedaan hebben, en vooral de japon, die na zonsondergang gedragen wordt, moet zich bij onze persoonlijkheid aanpassen. Daartoe geeft de avondjapon ook alle gelegenheid. Wie het zich veroorloven kan kieze een model dat de lichaamslijnen op den voet volgt; niets flatteert meer dan een kleed dat nergens ruimte laat. Maar wanneerU het niet in zóó strakke lijnen wenscht te zoeken, dan staat u nog over vloed van andere modellen ten dienste. Schiaparelli geeft een serie avondjapon nen, waarvan een der voornaamste karak teristieken is dat de stof in zware „torsa- des" rond de heupen gelegd is; voor over- slanke vrouwen is deze dracht bijzonder aanbevelenswaardig. Men houde in het oog dat de lange avondjapon op zich zelf altijd een slankmakend effect heeft. De wat ge zette vrouw heeft dus alleen tot kunstgre pen haar toevlucht te nemen als 't er op aan komt plaatselijk een minder-gelukkige lijn grondig te wijzigen. De versieringen kunnen niet rijk genoeg zijn Versieringen kunnen op avondjaponnen in rijke mate worden aangebracht. Voor dezen herfst nemen de couturiers vooral tot bloem-guirlandes en kleine matte pa rels hun toevlucht. Maar er zijn ook zware goudborduursels, die relief vertoonen, en die aan de ornamenteele gewaden doen denken, die bij kerkelijke plechtigheden van sommige eerediensteh plegen te wor den gebruikt. Verder wordt bont in de zonder lingste kleuren toegepast. Roze- .violet. molbont, zwart hermelijn, groen-brons vossenbont. Geen en kele tint schijnt te gedurfd, geen enkel effect, ook niet het meest extravagante, wordt versmaad als het er om gaat een avondjapon op te sieren. De mof komt niet voor den dag 1 wat zouden wij overdag met een handmof moe ten uitvoeren, behalve haar overal verge ten? in de mode, maar wel voor den avond. Het nieuwe model is klein, meest al van fluweel vervaardigd en met bloemen versierd. Maggy Rouff vooral brengt ver rukkelijke modelletjes, vooral bij avond- japonen zonder décolleté te dragen. Het avondkleed dat den hals bloot laat kan ook de mof wel missen. Mantelmode. Typische nationale of provinciale kleeder dracht uit het buiten land? Mis! de zeer mo dieuze combinatie van wit batisten blouse, bonten overgooier en coquet schortje, die zelfs in de stad gedra gen wordt!, Ij:i schillig op wat voor grond men haar plant, overal groeit ze welig. En zoo is het ook met de standplaats. Wil men een kale plek onder boomen wat opsieren, dan is de blaasvaren daarvoor de aangewezen plant. Waar niet anders groeien wil, onder dicht struikgewas, daar „doet" de blaasvaren het nog best. Bovendien kan men ze dicht op elkaar planten, want ze nemen hun buur man heel weinig voedsel af. Doch ook op den rotstuin is de blaas varen op haar plaats. Hier trotseert ze de zon, zooals ze dat ook in de natuur pleegt te doen, want men ziet de blaasvaren even goed op in de felle zon gelegen rotsen, als in diepe, schaduwrijke bergkloven. De eenige eisch, die deze in alle opzichten zoo bescheiden plant stelt, is, dta zij aan den voet niet uitdroogt. Zelfs op een zonnige standplaats in den rotstuin is hieraan heel goed te voldoen door de planten in water houdende aarde te zetten, dus in grond die flink met turfmolm is vermengd. i i Overal op haar plaats. r Door Heel Europa, van het Hooge Noor den tot aan de Middellandsche Zee, treft men een van de mooiste varensoorten aan, de blaasvaren met zijn prachtig lichtgroen blad, zoo geheeten, naar de als blaasjes aandoende sporen aan de onderzijde der bladeren. Wat sierlijkheid van blad betreft vindt de blaasvaren in de heele planten wereld haars gelijke niet en de tuinlieden maken van deze sierlijke waaiers dan ook gaarne gebruik, om ze te schikken tus schen bouquetten, bij voorkeur tusschen roode rozen, hetgeen een bijzonder mooi ef fect geeft. Doch ook in de tuinliefhebber vindt deze varen een dankbare vriend. Want de blaas varen stelt in tegenstelling met vele andere varensoorten niet de minste eischen aan den grond, noch aan de standplaats. Onver- Aan wat ik in mijn vorige beschouwing over de mantels schreef kan ik thans nog toevoegen dat de meeste ruimte in den rug hebben en dat er een groot aantal is met kragen model-„postillon". Bij mantelpakjes schijnen teerkleurige satijnen blouses zich in de gunst te zullen verheugen; zij sluiten om den hals met een strik, die voortreffe lijk tegen koude luchtstroomen beveiligen moet. De „sweaters" hebben sobere lijnen, heldere kleuren, ronde halzen; het meeren- deel is van een eenvoud, welken we tot dusver alleen voor het kostschoolmeisje passend vonden. Avondhoeden In het rijk der hoeden treffen wij een groot aantal puntmutsen van korthafig bont en van astrakan aan. Andere hoeden hebben den vorm van steken, die een mar tiale allure geven. De modistes trachten ons ook 's avonds een hoed op te zetten. Of haar dat gelukken zal weet ik niet; zoo lang zijn we nu al gewend naar feestjes en andere genoegelijke gebeurtenissen „in onze haren" te gaan. 't Is waar dat de avondhoeden nagenoeg geen gewicht heb- heb en zich van ons kapsel geen vijanden toonen; vele hoedjes voor den avond heb ben den vorm en het uiterlijk van een vlin der of een waterjuffer met doorzichtige vleugels. Maar kan men zulke hoofdtooi sels nog hoeden noemen? GERTRUDE. niet slechts voor japonnen, blouses en mantelgarnee ring, waaraan wij nu zoo langzamerhand gewoon zijn geraakt, maar óók wederom, héél ouderwetsch, 0 voor dessous, zakdoekjes, kinderjurkjes, ba- by-nachthemdjes, sloop- afwerking en jabots, Het spreekt vanzelf dat de „make up" van de oogen bescheiden moet zijn. Niets is zoo afschuwelijk als „geverfde" oogen. Het gaat er uitsluitend om den oogen een schaduw te geven, die hun schoonheid en glans ver hoogt. Die schaduw moet eerder vermoed dan gezien worden. Het juiste effect wordt eerst na eenige oefening bereikt. Wat uw wenkbrauwen betreft zou ik u .dit willen raden: scheer ze niet af. Trek hoogstens door middel van een tangetje de overbodige haren uit, maar zorg er voor dat u een zoo lang mogelijk gebogen lijn van echte haren overhoudt. Vrees ook niet het bijzondere karakter van uw oogen te accen- tueeren. Staan uw oogen, bij voorbeeld, wat schuin? Onderstreep dien stand en laat de lijn van uw wenkbrauwen die van uw oogen geheel volgen. Dat verleent u originaliteit en karak ter. Dat onderscheidt u. en zeker niet on gunstig. Is het niet van belang voor iedere vrouw dat zij zich van anderen onder scheidt? Nog één opmerking. Wat ik hierboven over de „make up" der oogen schreef geldt niet alleen voor het jonge meisje doch ook voor de vrouw xfan geposeerden leeftijd. Beiden hebben er belang- bij haar oogen en oogleden vrij van alle verf te houden. GERTRUDE. Als het waar is "dat de oogen 'de spiegel der ziel zijn dan is het onge twijfeld van belang, dat die spiegel er zoo aantrekkelijk mogelijk uitziet. Van mooie aantrekkelijke oogen naar een schoone aantrekkelijke ziel is er dan maar één klein stapje. X Er zijn maar al te veel vrouwen die niet goed weten hoe ze haar oogen moeten op maken. Dat is trouwens ook zoo eenvoudig

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 11