Als gevaar dreigt de lucht uit Een hoofdprijs van 150 gulden in contanten Brief voor Indië Koninklijke dankbetuiging Zijn wij dan voorbereid? Maandag 20 September 1937 Tweede Blad MtadinieuuM Neen? De plaatselijke lucht bescherming dient dadelijk ter hand genomen 1 Een Melder sche af deeling opkomst? tfummride, jacJhl iranyt aan ofi Utoenódaq, a.l. Voor bijna vijfhonderd gulden aan geld- en andere prijzen Tweede prijs: een reis naar Zwitserland Burgerlijke Luchtbescherming Sarrasani is gekomen Burgerlijke Stand van Den Helder Engeland spreekt /l<}enda Museumiiieins. Nadat het vorige jaar een wet tot stand kwam, welke de regeling van de luchtbescherming beoogt, is thans het oogenblik gekomen den luchtbescher mingsdienst plaatselijk te organiseeren. Bij de wet is bepaald, dat de gemeenten verplicht zijn, de organisatie ter hand te nemen. Zulks kan echter niet ge schieden zonder de hulp van de g e- h e e i e burgerij. Wat de organisatie der luchtbescher ming beoogt, wordt in dit artikel uit eengezet. Luchtbescherming is de organisatie, welke in oorlogstijd de burgerij wil be schermen tegen gevaren uit de lucht. Nu de oorlogvoering geheel gewijzigd is, vor men de vliegmachines een geducht mis schien wel het meest geduchte wapen. Vijandelijke vliegtuigen kunnen bommen op onze huizen doen vallen, bommen, die een zeer vernielende werking hebben, brandbommen en.gasbommen. Vrooral de gasbommen zijn verderfelijk. Zij vergiftigen de stadsbevolking, mensch en dier, doodelijk. Daar heeft men b.v. het gemeene mosterdgas. Als dat op het lichaam inwerkt, moet de dokter er binnen 50 minuten bij zijn, wil de patiënt gered kunnen worden. Voorts zijn er tal van andere verschrikkelijke gassen, als het tot nu toe niet gebruikte i'ewisiet, een oorlogs-uitvinding, blauwzuurgas, enz. We noemden reeds de brandbommen, brand stichtende projectielen met een weinig door- slag-vermogen. Zij zullen wel door het dak slaan, maar niet verder dan den zolder door dringen. Het is niet bepaald „gezellig" wat we den lezer verteden, maar het is noodig om even een indruk te geven, aan welke gevaren onze stad bloot staat in tijd van oorlog. Vooral ónze stad, want niet ten onrechte is zij onder gebracht in de eerst e-g e v a r e n-k 1 a s s e. Die „eer" hebben we te danken aan het feit, dat hier de marine-basis gelegen is. Een verkeerde meening. Een ieder zal er, mede naar aanleiding van het bovenstaande, wel van overtuigd zijn, dat een luchtaanval op de stelling een verschrik kelijke uitwerking zou kunnen hebben. Let wel: zou kunnen hebben. Want het is abso luut niet noodig, dat we ons hier zonder meer zouden laten vergassen of onze huizen faten verbranden. We weten wel, dat onder de be volking de meening post gevat heeft: als ze hier met bommen beginnen te smijten, zijn we allemaal verloren. Waar die meening is absoluut onjuist en dient met wortel en al uitgeroeid te worden. Wij stellen ons hier op het stand punt van de regeering en zeggen met haar: er is wel degelijk wat tegen aan vallen uit de lucht te doen en het is absoluut niet noodig, dat gifgassen op ons inwerken en huizen door brand ver nield worden. Waar... daar zullen ook alle stadsgenooten, vrouwen en mannen van overtuigd moeten zijn. En wij zullen ook bereid moeten zjjn de handen uit de mou wen te steken. Een plaatselijk leider benoemd. Zij moeten weten, wat ze te doen hebben. In de eerste plaats is een organisatie noodig. Een organisatie, welke zich in vredestijd voor bereidt voor een taak, welke zij in oorlogstijd ter plaatse zal hebben te vervullen. Dat is de luchtbeschermingsorganisatie. In vele ste den van ons land is men met de oprichting daarvan reeds begonnen en ook in Den Hel der is dat het geval. De Burgemeester heeft een plaatselijk leider benoemd. Dat is de heer G. M. Fey, gepensionneerd hoofdofficier; van den marinestoomvaartdienst der 2e klasse, een man, die zich buitengewoon voor de lucht bescherming interesseert. De heer Fey wenscht niets liever, dan de plaatselijke or ganisatie zoo efficiënt mogelijk tot stand te brengen. In groote lijnen is door dezen leider een plan uitgestippeld, waarin hij de luchtbe scherming wil gieten. We zuilen daarvan thans het een en ander mededeelen: De plaatselijke organisatie. De Luchtbeschermingsdienst wordt door den luchtwachtdienst gewaarschuwd, dat er gevaar uit de lucht in aantocht is. Onmiddel lijk daarop loeien de sirenes, welke op verschil lende punten in de stad opgesteld zijn. Ieder een, die zich bij den luchtbeschermingsdienst aangesloten heeft, snelt naar de hem van te voren aangewezen post. De burgers worden voor het naderend gevaar gewaarschuwd (gasmaskers opzetten, enz.). De stad is in 5 wijken verdeeld, aan het hoofd waarvan een wijkhoofd staat, dat door den pl&atselijken leider aangewezen wordt. Huisduinen en Ju- lianadorp vormen een „wijk" op zichzelf. Het wijkhoofd beslist naar omstandigheden wat er gedaan moet worden. Als hij de werkzaam heden in zijn wijk niet afkan stelt hij zich in verbinding met het Hoofd Luchtbeschermings dienst. Waaruit bestaan de werkzaamheden? Het apparaat van de Luchtbescherming is thans in volle actie. Wat valt er nu al zoo te doen? Denken we ons eens in. dat de vijand een aantal bommen hier heeft laten vallen. Wellicht zullen daarbij menschen gekwetst zijn. Zij, die aangewezen zijn om den Genees kundigen Dienst te assisteeren, trekken er nu op uit om de gewonden op te sporen en naar veiliger plaatsen als barakken te brengen en om hen eventueel een eerste verband te leg gen. Zijn de slachtoffers door gas bedwelmd dan moeten zij gescheiden blijven van andere gewonden. Bommen zullen wellicht ook schade berok kenen aan leidingen van gas, electra en water. De luchtbeschermingsdienst leidt in vredestijd menschen op, die bij het herstellen hiervan be hulpzaam kunnen zijn. Dan komt voorts de brandweer ernstig in aanmerking voor assis tentie. Brand zal uitbreken op drie, vier ver schillende plaatsen in de gemeente. De vredes organisatie van de brandweer is niet berekend op het tegelijkertijd blusschen daarvan. Meoestal zullen de branden, veroorzaakt door brandbommen, niet dadelijk ernstig zijn. Door vlug ingrijpen, b.v. door het smoren van het vuur met zand, zal verder onheil voorkomen kunnen worden. De Luchtbeschermingsdienst bedoelt mede vrouwen en mannen te leeren ingrijpen bij het inslaan van brand door bom men. Om een eenvoudig voorbeeld te noemen: men zal er bij U op aandringen om een bak zand in voorraad te houden, teneinde zoo spoedig mogelijk het vuur te kunnen smoren. Men zal U ook wijzen op het nut van een tuinslang-op-de-kraan, op welke wijze even eens met alle kans van slagen een brandje bestreden kan worden. Het spreekt vanzelf, dat bij groote branden de brandweer in actie komt. Dat van te vo ren spuitgasten enz. aangewezen worden is van het grootste belang! Politioneele diensten. Voorts zal ook het politiecorps, dat aange wezen blijft voor het handhaven van de orde in tijden van gevaar, assistentie zeer van noode hebben. Menschen moeten dus opgeleid worden in het gedeeltelijk overnemen van de taak van agenten. Dit eischt allemaal gron dige voorbereiding. Als de aanval des avonds verwacht wordt, zal de stad verduisterd moe ten worden. De politie en haar assistenten zien toe, dat de stad werkelijk „duister" is en dat nergens een lichtvlekje de aanwezig heid van een stad verraadt. Zoo zal de bur gerij ook onderricht moeten worden in het lichtdicht afsluiten van de woningen. En zoo zijn nog tal van maatregelen te noemen, die eventueel getroffen zullen moeten worden en waarvoor voorbereidin gen noodig zijn. Voor alles diene men te begrijpen, dat iedereen zooveel moge lijk moet meehelpen om gevaar van gas- besmetting en brand zoo gering moge lijk te maken. De plaatselijke Luchtbeschermingsdienst stelt zich voor om in alle mogelijkheden, die er zullen kunnen komen, adviezen te geven. Vandaar dat we het noodzakelijk achten, dat de burgerij zich voor de Luchtbescherming in- tereseert niet alleen, maar ook lid wordt van de plaatselijke organisatie. Zoodra zich een voldoend aantal ingezetenen opgegeven zal hebben kan definitief een afdeeling opgericht worden. Wij hopen spoedig te kunnen berich ten, dat deze afdeeling tot stand is gekomen. Wij wenschen den heer Fey c.s. veel succes toe! Met nieuwsgierige belangstelling zien onze stadgenooten uit naar bizon- derheden omtrent den winter-wedstrijd. We hebben er al iets van verteld, het zal n.1. een jacht worden op een fietsendief, dien we zullen aanduiden onder den naam Jan Rapalje. Onze teekenaar heeft dit heerschap gevolgd op zijn duistere pad door onze stad en zal nu in een twaalftal beelden de plaatsen aangeven, waar hij den zwijntjesjager aan het werk zag. Het was natuurlijk avond. Wij volgen hem nu op zijn weg en hebben niet anders te doen, dan op een kaart, die Woensdag in de krant zal worden ingelegd, de plaatsen aan te geven, waar de teekenaar „onzen vriend'' ontdekte. Eenvoudig, nietwaar? Dat was ook onze bedoeling bij den opzet van onzen winter-wedstrijd. Ieder moet er aan mee kunnen doen. Ieder moet de kans hebben de 150 gulden, die als hoofdprijs ter beschikking wordt gesteld, in zijn bezit te krijgen. Die kans bestaat! Abonneert u nu op de Heldersche Courant. Onze colporteur komt u een dezer dagen bezoeken en zal uw naam en adres gaarne noteeren. Een abonnement op de Heldersche Courant kost per week 14 cent; per kwartaal 1.75. Voor nieuwe abonné's is er een speciale attractie, men zie daarvoor pag. 2 van dit blad. Over de toekenning van de prijzen zullen we in ons nummer van morgen schrijven. Als de nood eens aan den man komt, Zijn wij allen dan paraat f Weten we een goede schuilplaats Als gevaar dreigt langs de straat f Weten wij, wat te beginnen, Als hier d'oorlogsfakkel laait En een vliegmachine, ronkend, Hier zijn gift-gas-bommen zaait Als de nood eens aan dén man komt! Staan de handen dan verkeerd? Of zijn wij reeds van te voren Daarvoor georganiseerd Als de nood-sirene's loeien, Weet ge waar U wezen moet? Of loopt men dan, angstig dringend Kinderen onder den voet? Als de nood eens aan den man komt! 't Is helaas geen sprookje meer! Al verliezen wij den moed niet, Dat het neemt een and'ren keer! SI VIS PACEM, PARA BELLUM! Zij 't devies van onzen tijd! Al beminnen wij den vrede, Wees op oorlog voorbereid. Philip B. Polak. Si vis pacem, para bellum: indien gij vrede wil, bereidt u voor op oorlog. Vlissingen, 15 September 1937. Beste Piet, Deze week met „gezinsbezoek" thuiskomende, was de kachel al weer aan. Tegenwoordig laat je die gedurende den enkelen zomerdag, dien je per jaar meemaakt, maar staan, direct ge reed voor gebruik. Juli en Augustus zijn tegenwoordig de maanden dat je haar niet noodig hebt. Werkelijk, het klimaat verandert hier in Holland, dat zal je wel opvallen als je je zes jaar in Indië bent geweest en daarmee je 1900 roepia's premie hebt ver diend). Het wintergoed is ook weer uit de kamfer koffer van „de Kling" gekomen en ditmaal zaten er nog alleen maar heele kleine kakkerlakken-lijkjes in, een restant van de tropen, welke het vorige jaar nog over het hoofd waren gezien. Ik moet zeggen, Vlissingen is keurig be deeld met week-end treinen, hetgeen hem natuurlijk zit in de verbinding met Engeland. Maar je bent toch maar even in ruim 2 uur zonder overstappen in Den Haag en je kunt 's Zondagsavonds nog om half tien weg. En dan heb je het groote voordeel, dat je hut op de „Noord-Brabant" vlak bij is en je niet zooals in Nieuwediep nog een tocht door „de Jutterij bij nacht" behoeft te maken. Nu, ik moet zeggen de officier M.S.D. Vreeke die in Vlissingen om zoo te zeggen chef van de „geheele kouwe boel" is (chef van het „boetje" noemen we dat in Nieuwe diep) had de verwarming op de „Brabant" en in het directiegebouw maar op laten „firen", zoodat het werkelijk een genoegelijke aankomst was. Maar het Zomerseizoen is voorbij, zoowel te Vlissingen als te Nieuwe diep en de zomerdienst en zomertijd is eigen lijk het eenige wat ons nog aan dit jaarge tijde doet herinneren. Mijn vorige brief in de „Jutter" werd door de Vlissingsche Courant overgenomen, zoodat ze hem bij jullie aan boord wel dubbel gelezen zullen hebben, want evenals de Nieuwediep- sche marine gehecht is aan zijn „Heldersche Courant", zoo zijn de Jantjes Kaas uit het „Zuiden" gebrand op hun plaatselijk blad. Het bezwaar van de Zuidelijke marine vind ik, dat het marine-terrein zoo'n eind buiten de stad ligt. Of je nu in Souburg woont en dat doen hee.' wat marine-klanten of dat je in Vlissingen zelf woont, dat is een even groot eind fietsen. En waaien kan het er ook hoor, net zoo hard als in Nieuwediep. Om bij de schepen in de Buitenhaven te komen, dat is daar in het Zuiden een heel werk! Vooral als je met je speda bent en je over al die sluizen moet klauteren. In dat opzicht is Nieuwediep heel wat comforta beler. Je hebt er bovendien een reusachtig verval van een meter of vier, zoodat op de marine-pontons een evenlange ijzeren ladder i? aangebracht. Nu, dat is op de vlotten „B 1 tot en met 23" in Willemsoord niet noodig. Er liggen anders heel wat scheepjes van de Marine. In de eerste piaats de twee mij- nenleggers „Douwe Aukes" en „Hydra", waar we als jonker nog op gevaren hebben; dan zijn er" nu weer 3 nieuwe mijnenvegers, Hr. Ms. „Ewijck", „Pieter Florisz" en „Jan van Gelder". De „Van der Hulst" is nog niet in dienst, maar zal spoedig volgen en dan heeft de overste Hekking weer een nieuwe divisie vegersi Dan ligt de „Brinio" er en verder 'n groot aantal kanonneerbooten, de „Hadda", „Bulgia", „Vidar" en nog de „Udur", welke laatste geheel omgebouwd is voor logement schip van de vaste bemanning van Hr. Ms. „Noord-Brabant". Dit laatste schip is n.1. ge heel door de groote opleidingen bezet. Het bergingsvaartig, hetwe/k zoolang de haven van Nieuwediep achterin heeft weten op te luisteren, ligt nu ook in Vlissingen. Zoo kom je er allerlei oude bekenden tegen uit onzen adelborsten tijd. Z.K.H. Prins Bernard heeft wederom met Hr. Ms. „Gelderland" medegevaren. Thans heeft Z.K.H. enkele schietoefeningen meege maakt. De overtocht met dit schip naar En geland is Onzen Prins blijkbaar goed bevallen. Trouwens, over hooge belangstelling hebben juh'ie in Indië ook zeker niet te klagen. Ook bij jullie ging de landvoogd mee. Op G.S.O. (gevechtschietoefeningen). Het doet altijd goed als er aan boord gemerkt wordt, dat er belangstelling voor de oefeningen bestaat en je doet er nog geens extra „een schepje op". Het bezoek van den landvoogd bij jullie bracht me opeens weer in herinnering die aanvaring, toen we de „Wega" waar toen de landvoogdelijke familie op geëmbarkeerd was op Hr. Ms. „Zeven Provinciën" zagen loopen. Toen ook was de geheele vloot bijeen, en wat was het 's avonds een fantastisch schouwspei, al die zoeklichten en al die sloe pen bij het half gezonken schip. Dat is ook alweer 10 jaar geleden, Piet, maar er zullen toch nog heel wat marinemenschen zijn, die zich dat herinneren. Piet, ik ga nu deze week weer naar ons geliefd Nieuwediep toe en hoop je vandaar uit nog een paar maal op de hoogte te houden. So long, HENK. Voor de matrozen van Hr. Ms. „Hertog Hendrik". De commandant van Hr. Ms. „Hertog Hendrik" ontving van den voorzitter van de Technische Commissie belast met den bouw van het Prinselijk Jacht, den heer Ernst Crone, het volgende schrijven: Z.K.H. Bernhard, Prins der Nederlan den, Prins van Lippe Biesterfeld heeft mü bij gelegenheid van de overdracht van het Jacht „Piet Hein" op 28 Augustus 1937 opgedragen den dank van H.K.H. Prinses Juliana en dien van Hem over te brengen aan de matrozen le klasse In opleiding voor kwartiermeester aan boord van Hr. Dis. „Hertog Hendrik" voor het geschenk, dat zjj ten behoeve van dit jacht hebben aangeboden. Beleefd wilde ik U verzoeken genoemde matrozen le klasse met deze dankbetuiging bekend te maken. Hunne Koninklijke Hoogheden hebben met bijzonder genoegen de gesjiekte mat, die naar zeemansgebruik vervaardigd is, bekeken en Zjj beschouwen deze mat als een sieraad voor Hun Jacht. Het gegeven bljjk van belangstelling stellen Hunne Ko ninklijke Hoogheden op bijzonder hoogen prys. Vanmorgen half acht is Sarrasani geko men! Met een trein, zóó groot, dat zelfs de be ambten der N.S. er stil van werden en minu- tenland in verbazing deze enorme sleep op namen. Het was ook geweldig, want als je bij het „Vischtrapje" stond, bleek het niet moge lijk het einde der monster-sleep te zien. Het eerste uur bleef het opmerkelijk stil: hier en daar stonden wat managers en andere cir cus-kopstukken te beraadslagen in den stil neerdruipenden regen, terwijl een groepje mannen zich vast naar het terrein begaf. Ook in de wagens, vuurrood, groen en bruin geschilderd was het stil: in een enkele hoestte een onzichtbaar dier, waarvan we niet wisten of het een Bengaalsche tijger, dan wel een Shetlandsche ponny was. Door het gat van een open wagen gluurde een merrie: melancholieke oogen, die Den Helder opnamen. Zoo stond daar die kolossale trein. Oogen- schijnlijk nog in ruste, maar de organisatoren zijn reeds dagenlang bezig en vanavond reeds wordt de eerste voorstelling gegeven. Sarrasanidat is het moderne circus met den ouden naam en faam. Dat beteekent iede- ren avond een maximum aan spanning in een omgeving, welke ons tegen wil en dank de voorbije tijden der gulden romantiek voortoo- vert. van 18 September 1937. BEVALLEN: A. WetzelKrabbendam, z.; J. VissersBieze, z.; E, van der WalRaven, d.; Th. J. M. VenselaarHuis in 't Veld, z. OVERLEDEN Th. Tienstra (m.), 82 jaar. t ngeland spreekt tegenwoordig een krach tig woord mee in het Europeesch kapittel. Het doet zijn stem onbeschroomd hooren, niet als die van de dictators die meestal onbe schaamd klinkt, maar bewust, dat het iets te zeggen heeft aan de wereld en dat iets is de stem van het materieele overwicht. Er is een tijd geweest, wij behoeven daar njiet aan te herinneren, dat Engeland innerlijk ver zwakt was. Het was de tijd van den idealist, die zijn deur niet sluit voor de dieven, omdat hij meent, dat men zijn eigendommen niet aan zal tasten. Maar komt hij dan tot de ontdekking, dat hij leeft temidden van roovers en moordenaars, dan gaat bij zijn deur toch maar voor alle zekerheid sluiten, eerst op het dagslot, maar daarna ook met stevige grendels. Het is geen vriendelijke vergelijking, maar Engeland is inderdaad tot de ontdekking ge komen, dat het met zijn idealisme voor ont wapening, den rondsluipende dieven, tot een grage prooi werd. Van alle kanten werd een brutale mond opgezet en werden roof- grage handen naar het ^ngelsche bezit uit gestrekt. Toen is het de deur gaan sluiten, eerst op het dagslot en daarna is het gaan grendelen, met zware sloten en nu klinkt bijna uitdagend de stem van Engeland: „Kom maar op." De vrees van Engeland is verminderd, naar mate zijn bewapening vermeerderde. Enge- lands optreden van b.v. de laatste week, het opheffen van de non-interventie en het krachtdadig uitvoeren van het verdrag van Nyon, waar het betreft het optreden tegen piraten, is te danken aan zijn sterke vloot en luchtmacht, al is Engeland dan ook nog niet klaar voor al te groot risico. Maar er is toch vermoedelijk ook nog een andere reden voor het resolute optreden van Engeland en „De Maasbode" meent, dat het verre van onwaarschijnlijk is, dat die gezocht moet worden in de geweldige binnenlandsche moeilijkheden van Duitsch- land. Het blad schrijft naar aanleiding van deze veronderstelling o.m.: Hoe hermetisch dit land zich ook voor de doorsijpeling van berichten over den werke- lijken toestand zooals die daar heerscht, af sluit, zoo weet men in officieele kringen te Londen toch voldoende, dat een oorlog het allerverschrikkelijkste is, wat het Derde Rijk en zjjn regiem onder de bestaande omstan digheden zou kunnen overkomen. Het vol komen gebrek aan grondstoffen, dat in de komende weken en maanden tot sluiting van vele groote fabrieken zal leiden, is de aller ongunstigste conditie, waarin Duitschland in een oorlog zou meegesleurd kunnen worden. Alleen reeds om dit motief zal het offcieele Berlijn tot zelf beheersching» gedwongen zijn, zal het ook verplicht zijn zijn bondgenooten tot zelfbeheersching te manen. Daaraan is eenvoudigweg geen ontkomen, als het Derde Rijk geen openlijken zelfmoord wil plegen. Dit laatste nu wenscht ook Engeland allerminst. En daarom zet het, zelfs bij zijn krachtiger houding, zijn ernstige pogingen voort om een toenadering met Berlijn en Rome na te streven. Engelands hoogste belang is een gepacifi ceerd Europa, en het zal daarvoor belangrijke offers brengen; maar tegelijkertijd zal het trachten enkele onstuimige machten, welke, mede omdat zij in een noodtoestand verkeeren, op een gegeven oogenblik meer heil in geweld dan in vrede zouden kunnen zien, te be dwingen. Aquarium Zoöl. Station. Voor het publiek geopend: dagelijks van 912 en van 13.30— 17 u. Zaterdags van 912 uur. Bioscopen Rialto-theater, Spoorstraat, aanvang half ach. „In 't witte Paard" en „Carnaval in Wee- nen". Tivoli-theater, Spoorstraat: aanvang half 8: „Massa justitie". Witte Bioscoop, Koningstraat, aanvang half 8: „De Wolga-bootsman" en „Jenny". Circus Sarrasani, terrein tusschen Singel en Javastraat. Aanvang 8 uur: Sensatieprogramma. Opgenomen om 8 uur hedenmorgen. Barometerstand Den Helder 746.9 Temperatuur zeewater 14.8 Temperatuur lucht 14.5 Hoogste temp. lucht gisteren 17.2 Laagste temp. lucht gisteren 11.2 Hoogwater (heden) Laagwater Hoogwater (Zondagf) Laagwater Licht op (heden) 6.15 19.15 17.05 1.00 19.55 13.55 19.39 De wederopenstelüng van het Museum, die aanvankelijk was vastgesteld op half Septem ber, zal eerst plaats hebben begin October. De oorzaak hiervan is, dat bij het in orde brengen van den gang en het leslokaal enkele andere verbeteringen en herstellingen konden worden aangebracht die eenigen eenigen tjjd vorderen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 7