Als
gevaar dreigt
de lucht
uit
Een hoofdprijs van 150 gulden in contanten
Brief voor Indië
Koninklijke
dankbetuiging
Zijn wij dan voorbereid?
Maandag 20 September 1937
Tweede Blad
MtadinieuuM
Neen? De plaatselijke lucht
bescherming dient dadelijk
ter hand genomen 1
Een Melder sche af deeling opkomst?
tfummride, jacJhl
iranyt aan ofi Utoenódaq, a.l.
Voor bijna vijfhonderd gulden
aan geld- en andere prijzen
Tweede prijs: een reis naar Zwitserland
Burgerlijke Luchtbescherming
Sarrasani is gekomen
Burgerlijke Stand van Den Helder
Engeland spreekt
/l<}enda
Museumiiieins.
Nadat het vorige jaar een wet tot
stand kwam, welke de regeling van de
luchtbescherming beoogt, is thans het
oogenblik gekomen den luchtbescher
mingsdienst plaatselijk te organiseeren.
Bij de wet is bepaald, dat de gemeenten
verplicht zijn, de organisatie ter hand
te nemen. Zulks kan echter niet ge
schieden zonder de hulp van de g e-
h e e i e burgerij.
Wat de organisatie der luchtbescher
ming beoogt, wordt in dit artikel uit
eengezet.
Luchtbescherming is de organisatie,
welke in oorlogstijd de burgerij wil be
schermen tegen gevaren uit de lucht. Nu
de oorlogvoering geheel gewijzigd is, vor
men de vliegmachines een geducht mis
schien wel het meest geduchte wapen.
Vijandelijke vliegtuigen kunnen bommen
op onze huizen doen vallen, bommen, die
een zeer vernielende werking hebben,
brandbommen en.gasbommen.
Vrooral de gasbommen zijn verderfelijk. Zij
vergiftigen de stadsbevolking, mensch en dier,
doodelijk. Daar heeft men b.v. het gemeene
mosterdgas. Als dat op het lichaam inwerkt,
moet de dokter er binnen 50 minuten bij zijn,
wil de patiënt gered kunnen worden. Voorts
zijn er tal van andere verschrikkelijke gassen,
als het tot nu toe niet gebruikte i'ewisiet, een
oorlogs-uitvinding, blauwzuurgas, enz.
We noemden reeds de brandbommen, brand
stichtende projectielen met een weinig door-
slag-vermogen. Zij zullen wel door het dak
slaan, maar niet verder dan den zolder door
dringen.
Het is niet bepaald „gezellig" wat we den
lezer verteden, maar het is noodig om even
een indruk te geven, aan welke gevaren onze
stad bloot staat in tijd van oorlog. Vooral
ónze stad, want niet ten onrechte is zij onder
gebracht in de eerst e-g e v a r e n-k 1 a s s e.
Die „eer" hebben we te danken aan het feit,
dat hier de marine-basis gelegen is.
Een verkeerde meening.
Een ieder zal er, mede naar aanleiding van
het bovenstaande, wel van overtuigd zijn, dat
een luchtaanval op de stelling een verschrik
kelijke uitwerking zou kunnen hebben. Let
wel: zou kunnen hebben. Want het is abso
luut niet noodig, dat we ons hier zonder meer
zouden laten vergassen of onze huizen faten
verbranden. We weten wel, dat onder de be
volking de meening post gevat heeft: als ze
hier met bommen beginnen te smijten, zijn
we allemaal verloren.
Waar die meening is absoluut onjuist
en dient met wortel en al uitgeroeid te
worden. Wij stellen ons hier op het stand
punt van de regeering en zeggen met
haar: er is wel degelijk wat tegen aan
vallen uit de lucht te doen en het is
absoluut niet noodig, dat gifgassen op
ons inwerken en huizen door brand ver
nield worden. Waar... daar zullen ook alle
stadsgenooten, vrouwen en mannen van
overtuigd moeten zijn. En wij zullen ook
bereid moeten zjjn de handen uit de mou
wen te steken.
Een plaatselijk leider benoemd.
Zij moeten weten, wat ze te doen hebben.
In de eerste plaats is een organisatie noodig.
Een organisatie, welke zich in vredestijd voor
bereidt voor een taak, welke zij in oorlogstijd
ter plaatse zal hebben te vervullen. Dat is
de luchtbeschermingsorganisatie. In vele ste
den van ons land is men met de oprichting
daarvan reeds begonnen en ook in Den Hel
der is dat het geval. De Burgemeester heeft
een plaatselijk leider benoemd. Dat is de heer
G. M. Fey, gepensionneerd hoofdofficier; van
den marinestoomvaartdienst der 2e klasse,
een man, die zich buitengewoon voor de lucht
bescherming interesseert. De heer Fey
wenscht niets liever, dan de plaatselijke or
ganisatie zoo efficiënt mogelijk tot stand te
brengen. In groote lijnen is door dezen leider
een plan uitgestippeld, waarin hij de luchtbe
scherming wil gieten.
We zuilen daarvan thans het een en ander
mededeelen:
De plaatselijke organisatie.
De Luchtbeschermingsdienst wordt door
den luchtwachtdienst gewaarschuwd, dat er
gevaar uit de lucht in aantocht is. Onmiddel
lijk daarop loeien de sirenes, welke op verschil
lende punten in de stad opgesteld zijn. Ieder
een, die zich bij den luchtbeschermingsdienst
aangesloten heeft, snelt naar de hem van te
voren aangewezen post. De burgers worden
voor het naderend gevaar gewaarschuwd
(gasmaskers opzetten, enz.). De stad is in
5 wijken verdeeld, aan het hoofd waarvan een
wijkhoofd staat, dat door den pl&atselijken
leider aangewezen wordt. Huisduinen en Ju-
lianadorp vormen een „wijk" op zichzelf. Het
wijkhoofd beslist naar omstandigheden wat
er gedaan moet worden. Als hij de werkzaam
heden in zijn wijk niet afkan stelt hij zich in
verbinding met het Hoofd Luchtbeschermings
dienst.
Waaruit bestaan de werkzaamheden?
Het apparaat van de Luchtbescherming is
thans in volle actie. Wat valt er nu al zoo te
doen? Denken we ons eens in. dat de vijand
een aantal bommen hier heeft laten vallen.
Wellicht zullen daarbij menschen gekwetst
zijn. Zij, die aangewezen zijn om den Genees
kundigen Dienst te assisteeren, trekken er nu
op uit om de gewonden op te sporen en naar
veiliger plaatsen als barakken te brengen en
om hen eventueel een eerste verband te leg
gen. Zijn de slachtoffers door gas bedwelmd
dan moeten zij gescheiden blijven van andere
gewonden.
Bommen zullen wellicht ook schade berok
kenen aan leidingen van gas, electra en water.
De luchtbeschermingsdienst leidt in vredestijd
menschen op, die bij het herstellen hiervan be
hulpzaam kunnen zijn. Dan komt voorts de
brandweer ernstig in aanmerking voor assis
tentie. Brand zal uitbreken op drie, vier ver
schillende plaatsen in de gemeente. De vredes
organisatie van de brandweer is niet berekend
op het tegelijkertijd blusschen daarvan.
Meoestal zullen de branden, veroorzaakt door
brandbommen, niet dadelijk ernstig zijn. Door
vlug ingrijpen, b.v. door het smoren van het
vuur met zand, zal verder onheil voorkomen
kunnen worden. De Luchtbeschermingsdienst
bedoelt mede vrouwen en mannen te leeren
ingrijpen bij het inslaan van brand door bom
men. Om een eenvoudig voorbeeld te noemen:
men zal er bij U op aandringen om een bak
zand in voorraad te houden, teneinde zoo
spoedig mogelijk het vuur te kunnen smoren.
Men zal U ook wijzen op het nut van een
tuinslang-op-de-kraan, op welke wijze even
eens met alle kans van slagen een brandje
bestreden kan worden.
Het spreekt vanzelf, dat bij groote branden
de brandweer in actie komt. Dat van te vo
ren spuitgasten enz. aangewezen worden is
van het grootste belang!
Politioneele diensten.
Voorts zal ook het politiecorps, dat aange
wezen blijft voor het handhaven van de orde
in tijden van gevaar, assistentie zeer van
noode hebben. Menschen moeten dus opgeleid
worden in het gedeeltelijk overnemen van de
taak van agenten. Dit eischt allemaal gron
dige voorbereiding. Als de aanval des avonds
verwacht wordt, zal de stad verduisterd moe
ten worden. De politie en haar assistenten
zien toe, dat de stad werkelijk „duister" is
en dat nergens een lichtvlekje de aanwezig
heid van een stad verraadt. Zoo zal de bur
gerij ook onderricht moeten worden in het
lichtdicht afsluiten van de woningen.
En zoo zijn nog tal van maatregelen
te noemen, die eventueel getroffen zullen
moeten worden en waarvoor voorbereidin
gen noodig zijn. Voor alles diene men te
begrijpen, dat iedereen zooveel moge
lijk moet meehelpen om gevaar van gas-
besmetting en brand zoo gering moge
lijk te maken.
De plaatselijke Luchtbeschermingsdienst
stelt zich voor om in alle mogelijkheden, die
er zullen kunnen komen, adviezen te geven.
Vandaar dat we het noodzakelijk achten, dat
de burgerij zich voor de Luchtbescherming in-
tereseert niet alleen, maar ook lid wordt van
de plaatselijke organisatie. Zoodra zich een
voldoend aantal ingezetenen opgegeven zal
hebben kan definitief een afdeeling opgericht
worden. Wij hopen spoedig te kunnen berich
ten, dat deze afdeeling tot stand is gekomen.
Wij wenschen den heer Fey c.s. veel succes
toe!
Met nieuwsgierige belangstelling zien onze stadgenooten uit naar bizon-
derheden omtrent den winter-wedstrijd. We hebben er al iets van verteld, het
zal n.1. een jacht worden op een fietsendief, dien we zullen aanduiden onder
den naam Jan Rapalje.
Onze teekenaar heeft dit heerschap gevolgd op zijn duistere pad door
onze stad en zal nu in een twaalftal beelden de plaatsen aangeven, waar hij
den zwijntjesjager aan het werk zag. Het was natuurlijk avond. Wij volgen
hem nu op zijn weg en hebben niet anders te doen, dan op een kaart, die
Woensdag in de krant zal worden ingelegd, de plaatsen aan te geven, waar
de teekenaar „onzen vriend'' ontdekte.
Eenvoudig, nietwaar? Dat was ook onze bedoeling bij den opzet van
onzen winter-wedstrijd. Ieder moet er aan mee kunnen doen. Ieder moet de
kans hebben de 150 gulden, die als hoofdprijs ter beschikking wordt gesteld,
in zijn bezit te krijgen. Die kans bestaat!
Abonneert u nu op de Heldersche Courant. Onze colporteur komt u een
dezer dagen bezoeken en zal uw naam en adres gaarne noteeren.
Een abonnement op de Heldersche Courant kost per week 14 cent; per
kwartaal 1.75.
Voor nieuwe abonné's is er een speciale attractie, men zie daarvoor
pag. 2 van dit blad.
Over de toekenning van de prijzen zullen we in ons nummer van morgen
schrijven.
Als de nood eens aan den man komt,
Zijn wij allen dan paraat f
Weten we een goede schuilplaats
Als gevaar dreigt langs de straat f
Weten wij, wat te beginnen,
Als hier d'oorlogsfakkel laait
En een vliegmachine, ronkend,
Hier zijn gift-gas-bommen zaait
Als de nood eens aan dén man komt!
Staan de handen dan verkeerd?
Of zijn wij reeds van te voren
Daarvoor georganiseerd
Als de nood-sirene's loeien,
Weet ge waar U wezen moet?
Of loopt men dan, angstig dringend
Kinderen onder den voet?
Als de nood eens aan den man komt!
't Is helaas geen sprookje meer!
Al verliezen wij den moed niet,
Dat het neemt een and'ren keer!
SI VIS PACEM, PARA BELLUM!
Zij 't devies van onzen tijd!
Al beminnen wij den vrede,
Wees op oorlog voorbereid.
Philip B. Polak.
Si vis pacem, para bellum: indien gij vrede
wil, bereidt u voor op oorlog.
Vlissingen, 15 September 1937.
Beste Piet,
Deze week met „gezinsbezoek" thuiskomende,
was de kachel al weer aan. Tegenwoordig laat
je die gedurende den enkelen zomerdag, dien
je per jaar meemaakt, maar staan, direct ge
reed voor gebruik. Juli en Augustus zijn
tegenwoordig de maanden dat je haar niet
noodig hebt. Werkelijk, het klimaat verandert
hier in Holland, dat zal je wel opvallen als
je je zes jaar in Indië bent geweest en
daarmee je 1900 roepia's premie hebt ver
diend). Het wintergoed is ook weer uit de
kamfer koffer van „de Kling" gekomen en
ditmaal zaten er nog alleen maar heele kleine
kakkerlakken-lijkjes in, een restant van de
tropen, welke het vorige jaar nog over het
hoofd waren gezien.
Ik moet zeggen, Vlissingen is keurig be
deeld met week-end treinen, hetgeen hem
natuurlijk zit in de verbinding met Engeland.
Maar je bent toch maar even in ruim 2 uur
zonder overstappen in Den Haag en je
kunt 's Zondagsavonds nog om half tien weg.
En dan heb je het groote voordeel, dat je
hut op de „Noord-Brabant" vlak bij is en je
niet zooals in Nieuwediep nog een tocht door
„de Jutterij bij nacht" behoeft te maken.
Nu, ik moet zeggen de officier M.S.D.
Vreeke die in Vlissingen om zoo te zeggen
chef van de „geheele kouwe boel" is (chef
van het „boetje" noemen we dat in Nieuwe
diep) had de verwarming op de „Brabant"
en in het directiegebouw maar op laten
„firen", zoodat het werkelijk een genoegelijke
aankomst was. Maar het Zomerseizoen is
voorbij, zoowel te Vlissingen als te Nieuwe
diep en de zomerdienst en zomertijd is eigen
lijk het eenige wat ons nog aan dit jaarge
tijde doet herinneren.
Mijn vorige brief in de „Jutter" werd door
de Vlissingsche Courant overgenomen, zoodat
ze hem bij jullie aan boord wel dubbel gelezen
zullen hebben, want evenals de Nieuwediep-
sche marine gehecht is aan zijn „Heldersche
Courant", zoo zijn de Jantjes Kaas uit het
„Zuiden" gebrand op hun plaatselijk blad.
Het bezwaar van de Zuidelijke marine vind
ik, dat het marine-terrein zoo'n eind buiten
de stad ligt. Of je nu in Souburg woont
en dat doen hee.' wat marine-klanten of
dat je in Vlissingen zelf woont, dat is een
even groot eind fietsen. En waaien kan het
er ook hoor, net zoo hard als in Nieuwediep.
Om bij de schepen in de Buitenhaven te
komen, dat is daar in het Zuiden een heel
werk! Vooral als je met je speda bent en je
over al die sluizen moet klauteren. In dat
opzicht is Nieuwediep heel wat comforta
beler. Je hebt er bovendien een reusachtig
verval van een meter of vier, zoodat op de
marine-pontons een evenlange ijzeren ladder
i? aangebracht. Nu, dat is op de vlotten
„B 1 tot en met 23" in Willemsoord niet
noodig.
Er liggen anders heel wat scheepjes van
de Marine. In de eerste piaats de twee mij-
nenleggers „Douwe Aukes" en „Hydra", waar
we als jonker nog op gevaren hebben; dan
zijn er" nu weer 3 nieuwe mijnenvegers, Hr.
Ms. „Ewijck", „Pieter Florisz" en „Jan van
Gelder". De „Van der Hulst" is nog niet in
dienst, maar zal spoedig volgen en dan heeft
de overste Hekking weer een nieuwe divisie
vegersi Dan ligt de „Brinio" er en verder
'n groot aantal kanonneerbooten, de „Hadda",
„Bulgia", „Vidar" en nog de „Udur", welke
laatste geheel omgebouwd is voor logement
schip van de vaste bemanning van Hr. Ms.
„Noord-Brabant". Dit laatste schip is n.1. ge
heel door de groote opleidingen bezet.
Het bergingsvaartig, hetwe/k zoolang de
haven van Nieuwediep achterin heeft weten
op te luisteren, ligt nu ook in Vlissingen.
Zoo kom je er allerlei oude bekenden tegen
uit onzen adelborsten tijd.
Z.K.H. Prins Bernard heeft wederom met
Hr. Ms. „Gelderland" medegevaren. Thans
heeft Z.K.H. enkele schietoefeningen meege
maakt. De overtocht met dit schip naar En
geland is Onzen Prins blijkbaar goed bevallen.
Trouwens, over hooge belangstelling hebben
juh'ie in Indië ook zeker niet te klagen. Ook
bij jullie ging de landvoogd mee. Op G.S.O.
(gevechtschietoefeningen). Het doet altijd
goed als er aan boord gemerkt wordt, dat er
belangstelling voor de oefeningen bestaat en
je doet er nog geens extra „een schepje op".
Het bezoek van den landvoogd bij jullie
bracht me opeens weer in herinnering die
aanvaring, toen we de „Wega" waar toen
de landvoogdelijke familie op geëmbarkeerd
was op Hr. Ms. „Zeven Provinciën" zagen
loopen. Toen ook was de geheele vloot bijeen,
en wat was het 's avonds een fantastisch
schouwspei, al die zoeklichten en al die sloe
pen bij het half gezonken schip. Dat is ook
alweer 10 jaar geleden, Piet, maar er zullen
toch nog heel wat marinemenschen zijn, die
zich dat herinneren.
Piet, ik ga nu deze week weer naar ons
geliefd Nieuwediep toe en hoop je vandaar
uit nog een paar maal op de hoogte te
houden.
So long,
HENK.
Voor de matrozen van Hr. Ms.
„Hertog Hendrik".
De commandant van Hr. Ms. „Hertog
Hendrik" ontving van den voorzitter van
de Technische Commissie belast met den
bouw van het Prinselijk Jacht, den heer
Ernst Crone, het volgende schrijven:
Z.K.H. Bernhard, Prins der Nederlan
den, Prins van Lippe Biesterfeld heeft
mü bij gelegenheid van de overdracht van
het Jacht „Piet Hein" op 28 Augustus
1937 opgedragen den dank van H.K.H.
Prinses Juliana en dien van Hem over te
brengen aan de matrozen le klasse In
opleiding voor kwartiermeester aan boord
van Hr. Dis. „Hertog Hendrik" voor het
geschenk, dat zjj ten behoeve van dit
jacht hebben aangeboden. Beleefd wilde
ik U verzoeken genoemde matrozen
le klasse met deze dankbetuiging bekend
te maken.
Hunne Koninklijke Hoogheden hebben
met bijzonder genoegen de gesjiekte mat,
die naar zeemansgebruik vervaardigd is,
bekeken en Zjj beschouwen deze mat als
een sieraad voor Hun Jacht. Het gegeven
bljjk van belangstelling stellen Hunne Ko
ninklijke Hoogheden op bijzonder hoogen
prys.
Vanmorgen half acht is Sarrasani geko
men!
Met een trein, zóó groot, dat zelfs de be
ambten der N.S. er stil van werden en minu-
tenland in verbazing deze enorme sleep op
namen. Het was ook geweldig, want als je bij
het „Vischtrapje" stond, bleek het niet moge
lijk het einde der monster-sleep te zien.
Het eerste uur bleef het opmerkelijk stil: hier
en daar stonden wat managers en andere cir
cus-kopstukken te beraadslagen in den stil
neerdruipenden regen, terwijl een groepje
mannen zich vast naar het terrein begaf.
Ook in de wagens, vuurrood, groen en bruin
geschilderd was het stil: in een enkele hoestte
een onzichtbaar dier, waarvan we niet wisten
of het een Bengaalsche tijger, dan wel een
Shetlandsche ponny was. Door het gat van een
open wagen gluurde een merrie: melancholieke
oogen, die Den Helder opnamen.
Zoo stond daar die kolossale trein. Oogen-
schijnlijk nog in ruste, maar de organisatoren
zijn reeds dagenlang bezig en vanavond reeds
wordt de eerste voorstelling gegeven.
Sarrasanidat is het moderne circus met
den ouden naam en faam. Dat beteekent iede-
ren avond een maximum aan spanning in een
omgeving, welke ons tegen wil en dank de
voorbije tijden der gulden romantiek voortoo-
vert.
van 18 September 1937.
BEVALLEN: A. WetzelKrabbendam, z.;
J. VissersBieze, z.; E, van der WalRaven,
d.; Th. J. M. VenselaarHuis in 't Veld, z.
OVERLEDEN Th. Tienstra (m.), 82 jaar.
t ngeland spreekt tegenwoordig een krach
tig woord mee in het Europeesch kapittel.
Het doet zijn stem onbeschroomd hooren, niet
als die van de dictators die meestal onbe
schaamd klinkt, maar bewust, dat het iets
te zeggen heeft aan de wereld en dat iets is
de stem van het materieele overwicht. Er is
een tijd geweest, wij behoeven daar njiet aan
te herinneren, dat Engeland innerlijk ver
zwakt was. Het was de tijd van den idealist,
die zijn deur niet sluit voor de dieven, omdat
hij meent, dat men zijn eigendommen niet
aan zal tasten. Maar komt hij dan tot de
ontdekking, dat hij leeft temidden van roovers
en moordenaars, dan gaat bij zijn deur toch
maar voor alle zekerheid sluiten, eerst op
het dagslot, maar daarna ook met stevige
grendels.
Het is geen vriendelijke vergelijking, maar
Engeland is inderdaad tot de ontdekking ge
komen, dat het met zijn idealisme voor ont
wapening, den rondsluipende dieven, tot een
grage prooi werd. Van alle kanten werd een
brutale mond opgezet en werden roof-
grage handen naar het ^ngelsche bezit uit
gestrekt. Toen is het de deur gaan sluiten,
eerst op het dagslot en daarna is het gaan
grendelen, met zware sloten en nu klinkt
bijna uitdagend de stem van Engeland: „Kom
maar op."
De vrees van Engeland is verminderd, naar
mate zijn bewapening vermeerderde. Enge-
lands optreden van b.v. de laatste week, het
opheffen van de non-interventie en het
krachtdadig uitvoeren van het verdrag van
Nyon, waar het betreft het optreden tegen
piraten, is te danken aan zijn sterke vloot en
luchtmacht, al is Engeland dan ook nog niet
klaar voor al te groot risico.
Maar er is toch vermoedelijk ook nog een
andere reden voor het resolute optreden
van Engeland en „De Maasbode" meent,
dat het verre van onwaarschijnlijk is, dat
die gezocht moet worden in de geweldige
binnenlandsche moeilijkheden van Duitsch-
land.
Het blad schrijft naar aanleiding van deze
veronderstelling o.m.:
Hoe hermetisch dit land zich ook voor de
doorsijpeling van berichten over den werke-
lijken toestand zooals die daar heerscht, af
sluit, zoo weet men in officieele kringen te
Londen toch voldoende, dat een oorlog het
allerverschrikkelijkste is, wat het Derde Rijk
en zjjn regiem onder de bestaande omstan
digheden zou kunnen overkomen. Het vol
komen gebrek aan grondstoffen, dat in de
komende weken en maanden tot sluiting van
vele groote fabrieken zal leiden, is de aller
ongunstigste conditie, waarin Duitschland in
een oorlog zou meegesleurd kunnen worden.
Alleen reeds om dit motief zal het offcieele
Berlijn tot zelf beheersching» gedwongen zijn,
zal het ook verplicht zijn zijn bondgenooten
tot zelfbeheersching te manen. Daaraan is
eenvoudigweg geen ontkomen, als het Derde
Rijk geen openlijken zelfmoord wil plegen.
Dit laatste nu wenscht ook Engeland
allerminst. En daarom zet het, zelfs bij
zijn krachtiger houding, zijn ernstige
pogingen voort om een toenadering met
Berlijn en Rome na te streven.
Engelands hoogste belang is een gepacifi
ceerd Europa, en het zal daarvoor belangrijke
offers brengen; maar tegelijkertijd zal het
trachten enkele onstuimige machten, welke,
mede omdat zij in een noodtoestand verkeeren,
op een gegeven oogenblik meer heil in geweld
dan in vrede zouden kunnen zien, te be
dwingen.
Aquarium Zoöl. Station. Voor het publiek
geopend: dagelijks van 912 en van 13.30—
17 u. Zaterdags van 912 uur.
Bioscopen
Rialto-theater, Spoorstraat, aanvang half ach.
„In 't witte Paard" en „Carnaval in Wee-
nen".
Tivoli-theater, Spoorstraat: aanvang half 8:
„Massa justitie".
Witte Bioscoop, Koningstraat, aanvang half 8:
„De Wolga-bootsman" en „Jenny".
Circus Sarrasani, terrein tusschen Singel en
Javastraat.
Aanvang 8 uur: Sensatieprogramma.
Opgenomen om 8 uur hedenmorgen.
Barometerstand Den Helder 746.9
Temperatuur zeewater 14.8
Temperatuur lucht 14.5
Hoogste temp. lucht gisteren 17.2
Laagste temp. lucht gisteren 11.2
Hoogwater (heden)
Laagwater
Hoogwater (Zondagf)
Laagwater
Licht op (heden)
6.15 19.15
17.05
1.00
19.55
13.55
19.39
De wederopenstelüng van het Museum, die
aanvankelijk was vastgesteld op half Septem
ber, zal eerst plaats hebben begin October. De
oorzaak hiervan is, dat bij het in orde brengen
van den gang en het leslokaal enkele andere
verbeteringen en herstellingen konden worden
aangebracht die eenigen eenigen tjjd vorderen.