Melkwol-fabricage niet tonnend? Het verboden grondgebied Radioprogramma Uit rijdenden trein gestapt De Vogelschrik EDGAR RICEj BURROUGHS: door Dennis Wheatley GEÏLLUSTREERD VERVOLGVERHAAL I DOOR: No. 26. De hele dag volgde Tarzan Ku- longa. Nog twee maal zag hij hem zijn pijl gebruiken. Tarzan dacht veel over deze wonderlijke methode van doden na. H(j moest het feit onder de ogen zien. Die nacht sliep Kulonga in de kroon van een reus achtige boom en ver boven hem zat Tarzan van de Apen. Bij het ont waken bemerkte Kulonga dadelijk, dat zijn pijlen en boog verdwenen waren. De zwarte krijger was door deze ontdekking dodelijk verontrust. Hij was nu weerloos; enkel zijn mes had hij nog als wapen. Zijn enige kans op redding bestond in de moge lijkheid zijn dorp onopgemerkt te be reiken. Hij volgde daarom het pad. Tarzan liep op enige afstand rustig achter hem aan. Hij was gereed voor de aanval, maar nieuwsgierig om te weten, waar de krijgsman thuis hoorde. Opeens zag hij de neger- kraal liggen. Terwijl Kulonga snel huiswaarts vluchtte, werd er van een boom uit een stevig touw over hem heen gezwaaid, een ruk, en het sloot zich om zijn nek, daarna trok Tar zan de overwonnen vijand omhoog. Hij maakte het touw stevig aan een dikke tak vast en plantte vervolgens zijn mes in Kulonga's hart. Kala was gewroken! Hij onderzocht de zwarte nauwkeurig nooit had hjj een ander menselijk wezen gezien. Hij be wonderde de tatoeëring, de scherpe tanden. Hij zette de veren hoofdtooi op, deed de koperen enkelringen en de gordel af. Tarzan van de Apen wp- hongerig. Hier was vlees, de wetten van de jungle veroorloofden hem hiervan te eten. Zijn mes had hg in de hand om een stuk van Ku longa af te snijden. Plotseling hield een vreemde ingeving zijn hand tegen. Nooit te voren had hij geaar zeld om zijn slachtoffer op te eten. Maar was dit niet een mens? At men ook mensen? CASEÏNE ZOU TE DUUR ZIJN. PESSIMISTISCHE BESCHOU- WINGEN. Sedert de uitvinding van het gebruik van ondenmelk voor de fabricage van inelkwol hebben vrijwel alle bladen er zich aan bezondigd, tendentieuze berichten op te nemen over de groote toekomstmogelijk heden, welke hiermede voor de zuivel industrie hier te lande zouden zijn bloot gelegd, aldus het orgaan van den Alg. Ned. Zuivelbond. De F.N.Z. heeft aan deze pers campagne niet meegedaan, daar zij blijk baar ten doel had, de marktwaarde van de octrooien op te voeren, welk in ons land zelfs nog niet eens openbaar gemaakt zijn. Het blad publiceert dan een artikel over de melkwolfabricage, ontleend aan „Der Bund", een te Bern verschijnend blad, dat als volgt luidt: „Het is begrijpelijk, dat bij een nieuwe uitvinding of ontdekking, -4e verwachtin gen hoog zijn gespannen. Dit getuigt van het onwankelbare optimisme der mensch- heid. Het is eveneens duidelijk, dat vele voorstanders, die echter lang niet altijd des kundig zijn, van dergelijke uitvindingen fantastische resultaten verwachten, welke 't beoogde doel ver voorbijschieten. Dat dit vooral bij een Italiaansdhe uitvinding in bijzondere mate het geval is, is des te begrijpelijker, omdat het den Italiaan noch aan fantasie, noch aan optimisme ont breekt. Hieraan juist danken zij een deel van hun macht. Vooral voor insiders is het echter van het grootste belang, zich in dergelijke ge vallen niet al te zeer door hun fantasie mee te laten slepen. Zij moeten de zaken nuchter beschouwen. Zeker, het Lanital-Patent is aan zeer vele landen verkocht, v.n.1. aan die, welke een ineer of minder groot overschot aan melk hebben en eveneens aan landen, die ge brek aan melk hebben en practisch nooit de fabricage van synthetische -wol uit ca seïne zelfs maar kunnen overwegen. Hoe staat het nu eigenlijk met de fabri cage van synthetische wol uit caseïne? Het eenige land, waar caseïne in werke lijk noemenswaardige hoeveelheden tot la- nital wordt verwerkt, is Italië. Hoe groot is nu de Italiaansche lanital-productie? De officieele statistiek bevat hieromtrent nauw keurige gegevens. In Juli 1937 bedroeg de aantal productie 127.000 kg. per maand, hetgeen zeer gering moet worden genoemd. Na den opbloei in het begin van dit jaar is zij nu weer geheel stil gelegd. Terwijl men had gehoopt reeds in het eerste productiejaar, dus in 1936, minstens 2.500.000 kg. te kunnen fabriceeren. Voor 1937 had men reeds op een dagelijksche productie van verscheidene tonnen gerekend. Deze berekeningen zijn niet uitgekomen. Hoe komt het nu, dat het niet. de Lanital- productie niet wilvlotten? De fabrieksmetho- den zijn zoo geperfecionneerd, dat wij wil len aannemen, dat tegenwoordig de fabri cage zonder storingen verloopt. Ook over de deugdelijkheid van het lanital behoeft niets meer te worden gezegd. Lanital is geen surrogaat, doch is een geheel nieuwe en waardevolle textielvezel geworden.. De fabricage steeds minder ren- d eerend. Als het met de fabricage niet wil vlotten, is ditenkel en alleen te wij ten aan de hooge productiekosten. De grondstof, de caseïne, is te duur! Vooral nu, nu de prijzen der melkproducten van week tot week stijgen, terwijl op de wolmarkt een nieuwe baisee-periode verwacht wordt, wordt de lanitalfabricage van week tot week duurder en te vens minder rendeerend. De Italiaansche regeering beeft er naar gestreefd, een vrij belangrijk gedeelte van haar melkproductie voor caseïne te gebrui ken. Dit streven heeft zeer weinig resul taat gehad. Waarom? Omdat caseïne nooit denzelfden prijs kan opbrengen, dien tegen woordig in Italië de magere kaas opbrengt, welke men in de plaats van caseïne uit on- dermelk bereiden kan. En daarbij komt nog, dat lang niet alle caseïne geschikt is voor den lanitalfabrica ge. Hiertoe zijn zeer bepaalde eigenschap pen vereischt, die niet alle caseïne bezit. De pogingen van Italië, om caseïne uit het buitenland te betrekken, hebben niet erg veel succes gehad. Het ziet er niet naar uit, dat de Lanital- productie in Italië zich binnen afzienfoaren tijd belangrijk zal uitbreiden. In Italiaan sche handelskringen gaan er steeds meer stemmen op, om het dure lanital-experi- ment op te geven. En hoe staat het hiermede in de andere landen? Het verst gevorderd is men onge twijfeld in Holland. En hoe ver is men daar dan gevorderd? De Nederlandsche maatschappij, welke 't Lanital-Patent heeft gekocht is er aller eerst mee begonnen, vier caseïnefabrieken op te richten, want voor Holland geldt hetzelfde als voor Italië. Het verwerken van ondermelk tot caseïne is minder rendeerend dan verwerking tot gecondenseerde melk Hierdoor komt het, dat de wekelijk- sche caseïne-productie in Holland 50.000 Kg. zelden overschrijdt. Zooals uit de uitvoer-statisiieken blijkt, wordt nagenoeg de geheele caseïne-op- brengst van Holland uitgevoerd en wel voor het grootste gedeelte anar Engeland, waar de caseïne hoofdzakelijk in de wapenindu strie (als kleefstof) verwerkt wordt, verder naar de Ver. Staten, die het voor dezelfde doeleinden gebruiken. En nu is door de wereldpers het nieuws verspreid, dat de A. K.U. te Arnhem de fabricage an syntheti sche wol uit caseïng, volgens een eigen me thode ter hand heeft genomen. Het product der A.K.U. wordt „Laktofil" genoemd. De fabricage van de „Laktofil" verkeert, als wij goed zijn ingelicht, echter pas in het sta dium der laboratorium-experimenten, zegt „Der Bund", Wapen-industrie gaat voor lanital fabricage. En voor de overige staten, welke het pa tent verkregen hebben, resp. verkregen zou den hebben, geldt hetzelfde. De beste voor uitzichten voor de fabricage zou Frankrijk wel gehad hebben, op Argentinië na de grootste caseïne-producent der wereld. Maar de caseïne wordt in zulke geweldige hoe veelheden van de wereldmarkt afgenomen, ten behoeven van de wapen-industrie en vindt zulk een gereeden aftrek, dat er voor de lanital fabricage in het geheel niets meer overblijft. Nog afgezien hiervan, dat de Franschman van nature reeds eenigszinse sceptisch tegenover dergelijke experimenten staat. Dit nu zijn de nuchtere feiten omtrent het lanital en de fabrifcage ervan. Het is niet onwaarschijnlijk, dat bij den huldigen stand van zaken, de lanital-productie binnen af- zienbaren tijd een belangrijke uitbreiding zal ondergaan. De schapenwol heeft op het lanital één ding voor: zij kan sterke prijs- schommelingen doorstaan, zonder dat ide fabricage minder loonend zou worden. Bij het lanital is de marge der rentabilteit uiterst gering". ZATERDAG 9 OCTOBER 1937. Hilversum I. KRO-uitzending. 8.00—9.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest (Om 1.00 Gramofoonmuz.) 2.00 Jeugdhalfuur. 2.30 Gramofoonmuziek. 3.00 Kinderuur. 4.05 De KRO-Melodisten, solist en gramo foonmuziek. 5.30 Esperantocursus. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Katholieke RVU. 7.35 Actueele aetherflitsen. 7.55 Esperantopraatje en gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 KRO-orkest, de KRO-Boys, de 4 Goos- sensens, solisten en gramofoonmuziek. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Filmpraatje. 10.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H. VARA-uitzending. 10.0010.20 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Orgelspel, declamatie en VARA-Maand- revue (gr.pl.) 12.001.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Filmpraatje. 2.15 H. Norman's Celeste-Kwintet. 3.15 Damcurus. 3.30 Residentie-orkest. 4.30 „100 jaar wetenschappelijk socialisme", causerie. 4.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Orgelspel. 6.30 Groningsche uitzending. 7.00 „Filmland". 7.30 Bijbelvertellingen. 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 Bonte avond. 9.30 Toespraak. 9.40 Gramofoonmuziek. 9.45 Radiotooneel. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Vervolg bonte avond. 11.15 Berichten. 11.2012.00 Gramofoonmuziek. 11.4012.00 Gramofoonmuziek. Beide beenen afgereden. Dinsdagavond toen. de trein, welke te kwart over zeven van Epe in de richting Zwolle vertrekt, reeds in beweging was, trachtte een reizigster, de 65-jarige weduwe van Breugel, wonende te Nieuwendam, uit Ik zag hem ergens op het land, Met slap ge,haar en slappe hand, Hij stond als een vergeten held Te staren over 't stoppelveld, Als een volmaakte vogelschrik, Met een wat onbestemden blik, Maar toch met het voldaan gevoel: lk ken mijn plicht, ik ken mijn doel! Er gleed een glimlach van de zon Langs zijn vervallen pantalon, Zijn hoedje was een mal geval, Zijn handen waren niemendal, Zijn voeten stonden afgerond Geplant in vaderlandschen grond, En kwistig hing er rond zijn lijf Veel fantasie als tijdverdrijf! Zoo bleef hij daar maar roerloos staan En keek de wijde wereld aan. Al was zijn haar ook wat verwaaid, Het koren lang reeds afgemaaid, Al was er niets voor hem te doen In 't vergevorderd na-seizoen, Tóch stond hij roerloos, waar hij stond, Een starren glimlach om zijn mond! Toen ben ik naar hem toegegaan. Ik keek den vogelschrik eens aan, En sprak: Vertel eens, stille vriend, Jij hebt je kost nu toch verdiend, Wat sta je eigenlijk nog hier. Of doe je dat voor je plezier? De vogels zijn allang naar htiis, Eén kijkt er zelfs ai uit je buis! En peinzend sprak de vogelschrik: Zie, in Uw woorden heb ik schik. Ik bén een wat vreemdsoortig feit, En ook misschien wat uit den tijd! Iets meer te doen, dan strikt zijn plicht, Is thans een tamelijk vreemd gezicht, Maar tóch, onthoudt mijn wijze les: Zóó heeft de wereld MEER SUCCES!! KROES Ootober 1937. (Nadruk verboden.) te stappen. Zij kwam daarbij in aanraking met een verhoogd perron, bestemd voor het in- en uitladen van vee en viel onder den trein. De machinist stopte vrijwel onmid dellijk, waarna de vrouw, die er ernstig aan toe bleek te zijn, kon worden bevrijd. De doktoren Loeff en van Twisk verleen den geneeskundige hulp. Gisternacht is de ongelukkige, wier beide beenen waren afgereden, in het ziekenhuis te Apeldoorn overleden. Gebleken is. dat mevrouw Breugel een bezoek zou brengen aan haar in Epe wo nende dochter, die op het perron stond. Waarschijnlijk heeft zij eerst toen de trein vertrok, bemerkt, dat zij op de plaats van bestemming was. Feuilleton Vertaling Eva Raedt de Canter 30. Dit gebeurde zoo plotseling en zoo onver wacht, dat de man .liet goed wist wat hij doen moest. Voor hij zich bewust was wat hij deed, had hij zijn schouders achteruit ge trokken en zijn geweer voor zich gezet. Het volgende oogenblik kwam hij weer tot bezin ning, maar het was te laat. Een moment keek hij den Amerikaan niet aan en terwijl Rex een slag tegen zijn geweer gaf, sprong hg bovenop hem en zij rolden samen op den grond. Gelukkig ging het geweer niet af. Simon en de hertog sprongen uit de slee, Rex en de Roode Gardist worstelden op den grond, nu eens was de een boven, dan weer de ander. „Schiet niet!" schreeuwde de hertog ang stig, toen hij zag, dat Simon zijn groot auto matisch pistool voor den dag haalde. De worsteling duurde maar kort. De sol daat was een flinke knaap, maar hij was niet groot en sterk genoeg om het tegen Rex op te nemen in een ernstig gevecht. Spoedig hield Rex hem dan ook 'in een krachtige greep vast. In minder dan een minuut zat hg op zgn rug en van Ryn's handen omsloten zijn strot. Simon aarzelde niet. De les, die hij geleerd had te Sverdlovsk, had hij niet vergeten. De man moest op de een of andere manier on schadelijk gemaakt worden. Deed hij het niet, dan zou de Reichleau's lang mes hem door steken. Hg' sloeg den man op het hoofd met de greep van zijn pistool. De Roode Gardist bleef bewusteloos liggen, een grauwe massa op de vlekkelooze sneeuw. „Wat moeten wjj met dien kerel begin nen?" vroeg Rex. „Wij kunnen hem hier niet laten", zei Si mon. „Hij zou alarm kunnen slaan wanneer hij weer bijkwam." „Gooi hem op den bodem van de slee", stelde de Reichleau voor. „Later zullen wij wel verder zien." „Dat is zeker", zei Rex ïachend. „Kom op, groote jongen", zei hij tegen den soldaat, die buiten kennis was, en hg nam hem aan een been en een arm op. „Wij gaan een ritje met je maken. Reken er maar op, dat jouw laar zen juist voor rfifj geschikt zgn." Hij legde den man in de slee en klom er toen zelf in. De Reichleau zat alweer op den bok, de paarden zetten zich in beweging, de slee reed den hoek om en zij namen hun weg naar het Noorden. De lichten werden in de houten huizen zichtbaar en een voor een kwamen de sterren te voorschijn. Toen zg de stad achter zich gelaten had den, waren Simon en de hertog met eenzelfde gedachte bezield: zij waren reeds half in hun onderneming geslaagd. Nu stonden zij van aangezicht tot aangezicht tegenover het -.veede gedeelte van hun taak, hetgeen veel moeilijker was, namelijk om hen beiden en Rex veilig uit Sovjet Rusland te krijgen. Rex verbrak hun sombere gedachtengang. „Zeg eens, jongens", riep hij met zijn opge wekte lach, „zouden jullie niet in een straatje als Broadway even goed en mooi de sterren zien, als hier?" De hertig vierde de teugels. Het waren prachtbeesten, welgevoed en vol vuur. Een uur hard rijden zou hen voor verdere dien sten niet ongeschikt maken, en het was in hun aller belang zoo spoedig mogelijk de stad zoo ver mogelijk achter zich te laten. De drie vrienden verspilden geen tgd met spreken. Rex vroeg welken weg zij namen. Simon verteide hem, dat zij op weg waren naar de Noordelijke wouden en hg scheen gerustgesteld. De weg voerde voornamelijk langs den Westelijken oever van de bevroren Irtysh- rivier; op somm:ge plaatsen ging de weg van den stroom af en liep langs den localen spoorweg, die Tobolsk met kleine, Noorde lijke plaatsen verbond. Hij was breed en in veel betere conditie dan die waarop zij ge reisd hadden van Turinsk naar Tobolsk. Hier uit konden zij afleiden, dat deze weg de minst belangrijke van de twee was. Het viel den hertog wel op, maar hij verdiepte er zich niet in. Hij was er alleen dankbaar voor, dat deze betere weg geschikter was om vlug vooruit te komen, dan de andere. Na een uur hielden zjj stil ora hun paarden te laten rusten. De plaats was woest en verlaten. Aan beide kanten van den weg strekten zich sombere wouden uit, en een bgna onverdragelijke stilte hing over deze duisternis, alleen verbroken door het eentonig gekraak en gepiep van de ontelbare takken der pgnboomen, die door den nachtwind rusteloos heen en weer ge schud werden. De maan was nog niet opge komen en het Acht der sterren verlichtte maar spaarzaam den smallen weg. Zij waren zoo fortuinlijk geweest geen mensch tegen te komen sedert zij Tobolsk verlaten hadden. Het eenige afgelegen dorp, dat zij waren gepasseerd, scheen van alle leven verstoken te zijn geweest. De daklooze huizen en de treurige overblijfselen van menig groot bouwwerk kenmerkten de jaren van bittere ellende in Rusland. Zij waren besloten den geheelen nacht door te rijden om op een rustiger plaats hun paarden nog eens te laten rusten. Hun gevangene begon te kreu nen en vertoonde teekenen van terugkeerend leven. Zij bonden zijn handen en voeten zorg vuldig vast en legden hem weer op den bodem van de slee. Rex, die de laarzen van de Roode Gardist had afgenomen, nam de teugels van de Reichleau over. Simon en de hertog kropen onder de dekens, want zij wilden wat gaan slapen. Het volgende uur was zeer moeilijk. Dichte wouden verrezen aan iederen kant van den weg en het schaarschte sterrenlicht drong nauwelijks den tunnel van duisternis binnen waardoor zij nu reden. Wat later, toen de bosschen langs den weg verdwenen en de maan opkwam, maakten haar stralen het ge heele landschap zoo helder alsof het dag was. Het gelukte Rex zonder de paarden te zeer te vermoeienj hen harder te laten loopen. Niettegenstaande zij Tobolsk steeds verder achter zich lieten, bleef de weg opmerkelijk effen en goed onderhouden. Even voordat het begon te dagen reden zij door de stad Uvatsk. De staJ was geheel in duister gehuld en gelukkig sliep de bevolking nog. De Reichleau had de sleeheden van den boog verwijderd en met uitzondering van de hoefslagen van de paarden op de bevroren sneeuw was hun doortocht bijna geruischloos. Eenige kilometers voorbij Uvatsk reed van Ryn de slee op een zijweg. Er stonden veel boomen en toen hij er zeker van was dat zij goed verborgen waren en door geen enkelen voorbijganger konden worden opgemerkt, liet hg de slee stilstaan en wekte zijn vrienden. De drie begonnen een maaltgd te bereiden. Simon en de Reichleau hadden hun rugzak ken steeds bij zich gehouden en bij grondig onderzoek bleek dat zij genoeg voedsel had den voor vier of vijf dagen, mits zij niet te veel namen. Tegen dien tijd hoopten zij een aanzienlijken afstand tusschen zich en Tobolsk te hebben afgelegd. Wanneer hun mondvoor raad zou zijn opgebruikt zouden zij zich van andere voorraden moeten voorzien bij boer derijen die verafgelegen waren. De paarden dat was een moeilijker vraagstuk! De her tog had erop gelet dat de voederzakken den vorigen middag goed gevuld werden, maar toch zou het noodig zgn dat zij voedsel koch ten of stalen voor den volgenden dag. Indien het mogelijk was moesten zij, tegen inwisse ling van hun eigen paarden, versche paarden zien te krijgen bij een of andere boerderij; wanneer zg niet tot een schikking zouden kunnen komen, zou dat hun voortgang aan merkelijk belemmeren. Wordt vervol d

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 7