Hoe uit een plagerij een
sport ontstond
ITMIM)
VAN m I
APEN
Beste Jongens en Meisjes
Wetenswaardigheden»
De stoute schapenwolkjes
GEÏLLUSTREERD
VERVOLGVERHAAL
DOOR.
EDGAR RICEj
BURROUGHSj
Nu de zomertijd geëindigd is zitten we zo
In de winter. Vorige week kon je tenminste
op een warme dag nog verbeelden dat het
zomer was, maar al is het nu warm. als het
zo tegen half zes loopt, zie je het al donker
worden. Je weet dat het gedaan is met de
zomer, trouwens dat vertellen ook wel de
bladeren die van de bomen vallen, de vogels
die warmer streken opzoeken, de konijntjes
die onder de grond blijven en de kikkers die
hun winterslaap zijn begonnen.
We praten al over Sinte Maarten en St.
Nicolaas over het Kerstfeest en over Nieuw
jaar en we hebben van moeder onze winter
jas gekregen en de kachel brandt, 't Is ge
daan, 't is gedaan... Ik zucht er een beetje
van, want ik kan er heus nog niet best aan
wennen, maar enfin yve gaan nu maar veel
lezen en flink ons best doen op school en een
frisse neus buiten halen en warme voeten
binnen en 's avonds lekker diep onder de
dekens wegkruipen, 't Is toch ook alles wel
weer gezellig.
Het boek is gewonnen door:
PIET en GILLES HENDRIKSE,
Vischstraat 30.
Lenie v. Amesfoort. Een gezellig briefje
heb je me geschreven Lenie, het eerste dat
ik van je kreeg. We zijn zo'n beetje buren,
hè, en ik geloof ook wel, dat ik je ken. Een
raar geval is dat met die duiven van jullie,
dat ze allemaal mankoliek ter wereld komen.
Je zal er den duivendokter eens bij moeten
halen.
Nelie Grolle. Goeiemensen, Nelie, daar
moet ik wel vijf maal voor jarig zijn om zo'n
massa te krijgen en een poppenpruik heb
ik nog nooit van m'n leven gehad. Wat zal
het een feestdag voor je geweest zijn. Zo
iets moest minstens driemaal per jaar ge
beuren, vind je niet?
Henk Doeleman. Fijn, dat je zusje nu
ook een boek gewonnen heeft, Henk. Jij was
toch al eens eerder zo gelukkig? Jullie zijn
zeker zonne-kinderen. 't Geluk komt met de
zonnestralen je huis binnen wippen.
Henny Raadsheer. Ja, de tijd om bui
ten te spelen raakt voorbij, Henny, als je
tenminste niet wilt hebben dat de wind het
haar van je hoofd rukt en je neus er af
waait. Want wat heeft het van de week al
gestormd. Wat een leuke dingen heb je met
je verjaardag gehad. Als je nog eens een
diner op je fornuisje klaar maakt, krijg ik
dan een uitnodiging?
Mathilde Stam. Spannend is Tarzan, hè,
Mathilde. 't Wordt nog veel spannender.
Misschien komt er van de winter nog wel
eens een kleurprent in de krant, maar ik
denk niet van een verhaal om te kleuren,
omdat Tarzan nog lang niet uit is en we
moeilijk twee kinderverhalen kunnen
plaatsen.
Jan Stam. Vond je het raadsel zo moei
lijk, Jan. Ik geloof dat het best op te los
sen was en dat blijkt trouwens wel uit het
groot aantal oplossingen dat binnen geko
men was. Je moet met raadsels je hersenen
gebruiken, anders is er niets aan.
Jan Jans. Dus vandaag ga Je over
naar de verkenners, Jan, dat is een bewijs,
dat je groter geworden bent. Zo ging het
met mij ook en met alle mensen. Straks ga
je van school en dan krijg je een lange broek
en dan rook je sigaren en dat gaat allemaal
zo gauw, dat je met een grijze pruik en een
wandelstok loopt te stappen voor je er erg
in hebt. Maar aan dat laatste ben jij ge
lukkig nog niet toe, hè?
Keier Jans. Veel plezier vanavond,
Reier, bij de kanarie-pietjes, 't Zal vast een
leuke avond worden, een avond waarop je
wat leren kunt, als je je ogen de kost geeft
en je oren openzet.
Dikkie Doorn. Daar is geen zoeken
meer aan, Dikkie naar dat briefje van jou.
Als het er geweest is dan zit het hier of
daar al in een papiermolen als een papje
en daar kan ik het niet meer uit vandaan
halen, dat begrijp je. Ik zal er voor zorgen,
dat die briefjes van jou geen benen meer
krijgen, hoor.
Wervelwind. Je bent van de week lelijk
aan de gang geweest, Wervelwind, je hebt
me bijna m'n hoed van m'n hoofd gegooid
en je zat maar te huilen op de serre. Je
moet je van de week maar rustig houden.
Ik had me dus niet vergist in m'n veronder
stelling, dat jij een goede kennis was van
Goudenregen.
Goudenregen. Vandaag vind je een soort
gelijk raadsel als de vorige week, Gouden
regen. Je moet weer je bovenkamertje ge
bruiken om het op te lossen, het gaat niet
dromend. Doe je best, je kan er een fijn
boek mee winnen, net zo fijn als dat van
Wervelwind.
Trijntje v. Breugel. Ik heb aan je ver
zoek voldaan, Trijntje, om de „Heldersche
Courant" hartelijk te bedanken voor de
taart die je gewonnen hebt. Ik heb dus een
krant genomen, hem flink „de hand ge
schud" en gezegd: „Hartelijk bedankt voor
die lekkere taart van Trijntje, krant." Dank
je, zei hij, ik zal het tegen de directie zeg
gen!
Marlet je Weeda. Ja, Marietje, Holland
is geen Indië. In Indië heb je geen kachel en
geen winterjas nodig, in Indië heb je geen
drie dekens nodig op je bed en geen wollen
kousen voor de kou, maar in Indië kan je
ook geen schaatsenrijden en sneeuwballen
gooien en daar is geen lente en geen herfst.
Ik woon toch liever in Holland met z'n rare
weer, met z'n storm en regen en kou.
Piet Wjjnants. Ik heb geen bezwaar
tegen een schuilnaam, Piet, mits je veertien
jaar bent. Ben je dat? Zoo niet, dan blijf
je Piet. We hebben er vijfhonderd nieuwe
abonné's bijgekregen de laatste weken, Piet,
en als al die vijfhonderd nu kinderen hebben
en al die kinderen doen mee aan ons Kin
derhoekje, dan kan het gezellig worden.
Hoe meer zielen
Do ra Noordermeer. 't Is jammer, dat
je niet met Repelsteeltje meedoet, Dora.
Voortaan maar beter de krant lezen, 't is nu
te laat om nog mee te repeteren.
Annie Doeleman. Een gelukkig lot had
jij de vorige week, Annie, het komt niet al
te vaak voor, dat je een boek wint, maar
nu heb jij het tenminste eenmaal meege
maakt. En dat is fijn.
Een vriendinnetje uit de Ver-
maningsteeg, te Wieringen, vergeet haar
naam. Als ik je vanmiddag in Den Helder
tegenkom met een nieuwe jas, een nieuwe
muts en een nieuwe das, die je vandaag hier
zou kopen, dan weet ik dat jij het bent. Ik
zal eens opletten als ik vanmiddag door de
stad loop.
Jongens en meisjes, meer ruimte kan ik
niet gebruiken voor de briefjes. Ik móet dus
stoppen. Er blijven enkele briefjes tot vol
gende week liggen. Die beantwoord ik dan
het eerst.
Dus, tot wederschrijvens.
KINDERVRIEND.
Goede oplossingen ontvangen van:
Dikkie Doorn, Thomas Bais, Jo de Kos
ter, Jan en Reier Jans, Jan Wever, Riek
Weissenborn, Grietje v. d. Wal, Cor de
Jong, Annie Stout, Jan en Eeltje Stam,
Firtsje Coster, Tinie, Neeltje en Coentje
Coster, Mathila Stam, Henny Raadsheer,
Henny van Os, Nellie Visser, Henk Dolle
man, Jantje Koomen, Nel en Jac. Nieuw-
dorp, Bennie Vink, Nellie Grollé, Lenie van
Amersfoort, Beppie Veth, Henk van der
Paal, Loesje Flotat, Neeltje, Henny en
Grietje Blokker, Trijntje van Strienje, Co
Visser; Rito, Smit HippolytushoefAnnie
Visser; Roeknop; Nettie Hoogerwrf, Beppie
en Marie v. Beekhoven; Mary Jurg; Hen
drik Dolstra, Dora Noordermeer, Piet Wij-
nants, Johan v. d. Pol en Eduard v. d. Pol,
Marietje Weeda, Trijntje van Breugel, Gou
denregen, Piet en Gieles Hendrikse, Theo
Bruning, Wervelwind, Annie Krijnen, Piet
de Koster.
Oplossing raadsel vorige week.
Hoepel, Ede, lepel, den, erker, roede, soep,
cacao, hand, eend, copra, olie, urn, Roer,
aal, Naald, talk.
Nieuwe Raadsel
AARDRIJKSKUNDE-RAADSEL.
XXXXXXX stad in Noord-Holland.
XXXXXXXXXX stad in Limburg.
XXX XX stad 111 Friesland.
XXX XX Nederl. eiland.
XXX stad in Gelderland.
XX XX stad in Italië.
XXXXXXX stad in Zeeland.
XXXXXX rivier in N-Holland.
XX XX rivier in Nederland.
De beginletters, van boven naar beneden
gelezen, vormen den naam van een Euro-
peesche hoofdstad.
Engeland is altijd al het land van de
sport geweest. Ook in de tijd, toen in an
dere landen nog haast niemand aan sport
deed, werden er in Engeland al verschil
lende takken van sport beoefend. Op de
scholen werd honderd jaar geleden al ge
voetbald door de leerlingen. Voetballen
stond van oudsher b v. op het programma
van de school te Rugby, die al in 1567 op
gericht werd en waaraan de rugby-sport
baar naam heeft te danken.
Het was een mooie zomerdag in 1823. De
lessen waren afgelopen en de leerlingen
van de kostschool te Rugby mochten gaan
spelen. Natuurlijk werd er gevoetbald!
Maar van de jongeren, die meededen, was
er een, die voortdurend geplaagd werd.
Wat hij uitgevoerd had en waarom de
anderen zo op herfi gebeten waren, weten
we niet. Maar een feit is, dat ze het op hem
gemunt hadden. Ais hij een oogenblik de
bal had en hem naar het doel werkte, dan
kon hij er zeker van zijn dat een van zijn
eigen partij, hem op het laatste moment
de bal afnam, voortdurend werd hij ge
duwd of beentje gelicht. Dat liet het
kleine jochie zich niet meer welgevallen!
Hij werd steeds meer woedend, met een
EEN PRACHTIG SCHOT.
De sheriff Albert Pederson uit Jova
(U.S.A.) wilde een grote vogel neerschie
ten ,die over zijn hoofd vloog. Hij raakte
echter niet de vogel, maar wel de 25 c.M.
grote vis, die de vogel in zijn bek droeg.
Waarom is de giraffe stom?
Alle pogingen van geleerden en van die
rentemmers om de giraffe een of ander
geluid te doen voortbrengen, zijn tot nog
toe tevergeefs geweest. Het langbenige en
langhalzige dier schijnt stom te zijn en te
blijven Misschien is zijn luchtpijp wel te
lang, juist door die lange hals..
Robinson wil van het eiland af.
Op het Zondagseiland dicht bij Nieuw-
Zeeland woonden jaren lang een paar klui
zenaars. Nu echter schijnen ze genoeg van
de eenzaamheid van het onbewoonde ei
land te hebben, want ze hebben aan de
Australische regering gevraagd, of die
hun schip wil sturen om hen er vandaan
te halen.
vuurrood hoofd van kwaadheid rende hij
rond en het liefst had hij al die jongens
eens flink afgerammeld. Maar wat kon hij
alleen beginnen, tegen zoveel groteren!
Opeens, zonder zich te bekommeren cm
de regels van het spel, ving hij van kwaad
heid de bal met zijn handen op en liep
er hard mee weg, regelrecht naar het doel,
waar hij hem met een goedgemikte zwaai
prachtig doorheen gooide.
„Dat geldt niet!" schreeuwden de jon
gens verontwaardigd.
„En ik vind daf het wel geldt!" riep de
kleine knaap en hij lachte al de boze
kameraden uit.
Een paar dagen later, toen de Rugby-
jongens al een hele vrije middag gevoet
bald hadden, stelde er één voor om het nu
eens te spelen, zoals die kleine jongen het
laatst had willen doen. Ze deden het, zo
maar voor de grap, en ze vonden het erg
leuk. De leraren zeiden eerst wel dat het
zo geen spelen was, maar langzamerhand
begonnen ze de nieuwe methode toch ook
wel aardig te vinden en zo werd dit spel
algemeen op de school te Rugby ingevoerd.
Toen een paar weken daarna leerlingen
van andere scholen een bezoek brachten
aan de Rugby-school, waren ze eerst hoogst
verbaasd over de vreemde manier van
„voetballen", die ze er daar op na hielden.
Maar toen ze het ook een keer gedaan had
den, vond het spel direct bijval. En zo
verspreidde het zich langzamerhand over
de andere scholen door heel Engeland.
„Maar hoe heet dit spel dan toch?" vroeg
iemand.
„Ik weet het heus niet, het heeft geen
naam, geloof ik. 'k Weet alleen dat het in
Rugby voor het eerst gespeeld werd", luid
de het antwoord.
„Nou", zei de eerste weer, „laten we het
dan „Rugby" noemen!"
En zo is het gebleven. Op de helft van
de negentiende eeuw begon het nieuwe
spel al over Europa en de hele wereld
verspreid te raken. Tegen het eind van d:e
eeuw hadden verschillende landen een
„Rugby-Bond". Als jullie ook aan die sport
doet of het soms eens speelt op gymnas
tiek, dan moeten jullie maar een denken
aan dien kleinen Engelschen jongen, die zo
geplaagd werd, dat hij van kwaadheid een
nieuwe sport uitvond!
Jaren en nog eens jaren waren duizenden
kleine wolkjes bij elkaar gebleven. Ze leken
te zamen net een heel grote kudde schapen
en daarom noemden de mensen hen scha
penwolkjes.
Als je van schaapjes hoor' denk je aan
iets liefs, maar deze wolkjes waren hele
maal niet lief, luister maar.
De schapenwolkjes dreven boven een land,
dat men Holland noemt. Ze zagen allerlei
mooie dingen. Zoals huizen met vier armen,
die in 't rond draaiden en hoge torens,
waarop iets stond dst blonk en alsmaar
heen en weer ging.
Zo zagen ze ook in de verte een grote
glinsterende vlakte, die, als de zon er op
scheen, als het ware van zilver was.
„Wat zou dat zijn", vroegen een paar
kleine wolkjes, die niet wisten dat het de
zee was.
„Dat weten wij niet," zeiden de grotere
wolken.
„Zullen we er eens boven gaan," zé'den de
kleine wolkjes weer.
„O nee, niet doen hoor, want dan roept
vader zon de regenwolken, die jullie dan bij
hem moeten brengen en dan is hij erg
boos.
„Och wat, jullie zeurt," zeiden d« wolkjes.
„Laat ons dan gauw gaan," zei een klein
bij-de-handje. En ze dreef al weg. Gauw
volgden er meer, sommigen alleen, anderen
hielden elkaar vast.
Eerst ging het goed, Maar toen ze dichter
bij het glinsteren kwamen, begor. het te
waaien en ze rekten helemaal uit.
De mensen keken naar de lucht en zei
den: „Kijk eens, windveren, zou er regen
komen?"
Er kwamen werkelijk regenwolken, maar
niet om regen te brengen, alleen om de
stoute wolkjes naar de zon te brengen.
Spoedig waren ze voor de zon, die vreselijk
boos keek en zei: „Behoren jullie niet alle
maal tot de kudde schapenwolkjes?"
„Ja, vadertje zon," zuchten de wolkjes,
die al erge spijt hadden van hun weglopen.
Nu keek de zon naar boven en zei: „Weet
jullie wel, dat jullie erg stout geweest bent
en gestraft moet worden?"
„Ja," zuchtten de wolkjes weer.
„Nu dan," zei de zon, „elk ding, dus ieder
mens, elk dier en elke bloem en elke wolk
zal weten hoe stout jullie zijn geweest,
daarom elke avond als ik onderga, moeten
jullie me volgen."
„Ja, vader zon," zeiden de wolkjes.
En elke avond kwamen ze en gingen ze
achter de zon met vuurrode kleur van
schaamte.
Maar dat was nog niet de grootste straf
voor hen. De mensen herkenden in hen niet
meer de schapenwolkjes, want ze noemden
hen te zamen het vagevuur en dat was wel
de ergste straf voor de stoute wolkjes.
No. 27.
Het Instinct van Tarzan kreeg de
overhand over zijn kannibalisme. Hjj
liet het lichaam van Kulonga aan
z(jn lot over en keek naar het
dorp, verbaasd over de vele uitingen
van dit nieuwe, vreemde leven. Vlak
onder hem stond een vrouw over een
pot gebogen en doopte de punten der
pijlen in een zeker vocht. H(j begreep
dat dit de dodelijke stof was, waar
mede hun slachtoffers te ljjf gingen.
Tarzan wilde een paar van die kleine,
vergiftige pijlen hebben. Daar hoorde
hij een wilde kreet door het dorp
klinken en zag een opgewonden
zwarte krijger staan onder de tak,
waar hij Kulonga had achtergelaten
de moordenaar van zjjn aap
moeder, Kala. De man schreeuwde,
wenkte met zijn speer en wees naar
iets. Het hele dorp was plotseling in
beroering. Gewapende mannen liepen
wanhopig naar de aangeduide plaats.
Tarzan van de Apen wist, dat zij
het lichaam van zijn slachtoffer
hadden gevonden. Vlug liep hij naar
het nu verlaten dorp en verzamelde
enkele pijlen. Terwijl hij een in de
nabijheid liggende hut binnen ging,
zag hij verschillende wapens en
schedels! Tarzan maakte een stapel
van de afzichtelijke schedels. Op een
er van bovenaan zette hij de hoofd
tooi van Kulonga, de dode zoon van
het opperhoofd. Toen hoorde hij een
luid geweeklaag en een lang,
treurig gehuil. Vlug verdween hij
boven in het dichte gebladerte en
keek naar de huilende bende, terwijl
hij de vergiftige pijlen goed had ver
borgen. De inboorlingen droegen het
lichaam van Kulonga met zich mee
en legden het in dezelfde hut, waarin
Tarzan zjjn grap had uitgehaald. Ze
kwamen opgewonden pratend weer
naar buiten. De vreselijke ontdekking
vervulde hun hart met vrees.
(Nieuwe spelling.)