M PI PEM Een leger zonder wapenen Het verboden grondgebied Radioprogramma GEÏLLUSTREERD I VERVOLGVERHAAL DOOR: jEDGAR RIC jBURROUGH De lotgevallen der w Wit-Russische'' Armee MAAKTE U REEDS KENNIS MET RINSO C°? Levensgroot portret van H*M* de Koningin door Dennis Wheatley ft No. 28. Het was een welvoorziene Tarzan, die daar midden in de troep van Kerchak belandde; met trots ver telde hij de avonturen, die hg beleefd had en bewees dit door zijn buit te tonen. Kerchak was jaloers op dit vreemde lid van de troep en bedacht iets om zijn haat op Tarzan te kun nen koelen. Een maand lang oefende Tarzan met zijn pijlen en boog. Ge durende die tgd onderzocht hij de hut verder en ontdekte het kistje, dat het dagboek van zijn vader bevatte, enkele foto's en een medaillon met diamanten bezet aan een ketting. Dit trok vooral zijn aandacht. Hij deed het om zijn hals, in navolging van de zwarte mensen, die hij bezocht had. Toen zijn pijlen verbruikt wa ren, wilde hij zijn voorraad weer aan vullen en haalde dezelfde streken uit als vroeger, terwijl de negers een kannibalenfeest vierden. Zg waren dodelijk verschrikt door deze nieuwe verschijning van een ongeziene, on aardse duivelse macht. Naar de troep teruggaande, ontmoette Tar zan Sabor, de leeuw en zond een pijl op hem af. Terwjjl hij de mooie huid van de ge dode leeuw meenam, haastte hij zich naar de troep, die zich om hem heen verzamelde om zijn nieuwe buit te bewonderen. Alleen Kerchak bleef achter en zijn woede werd steeds groter. Plotseling kreeg Kerchak een idee. Hg sprong bijtend en woest om zich heenslaand midden in zijn troep. „Kom hier, Tarzan", riep hij, „kom en vecht". Ademloos wachtte de troep toen Kerchak grommend naar Tarzan toeging. Deze was op zijn hoede en stak Kerchak zijn mes in het hart. De strijd was gauw be slecht. Het grote lichaam sidderde en zonk achterover. Kerchak was dood. Nu was de jonge Lord Greystoke „Koning der Apen". De ontvoering van Generaal v. Miller, den leider der Russische frontstrijders te Parijs, vestigt op nieuw de aandacht op deze vroegere [Wit-Russische legers, welker solda ten thans nog overal verspreid in Europa leven. In onderstaand arti kel geven wij de tragische geschie denis van deze frontstrijders weer. Het werk van Koetjepoff. Het is nu 17 jaar geleden, dat de tra gedie van het Wit-Russische leger haar hoogtepunt bereikte. Moe gestreden, uitge hongerd en ontwapend werden de laatste divisies van generaal Wrangel in Constan- tinopel, destijds door Franschen en Engel- schen bezet, geïnterneerd. En den soldaten en officieren die eens aan de zijde van Frankrijk en Engeland gestreden hadden, viel een weinig eervolle behandeling ten deel. 17 Jaar! Het is een lange tijd; 17 jaar in den vreemde, 17 jaar in de maalstroom van de ellende, de emi gratie en de honger. 17 Jaar lang met een brandende hartstocht in het hart om terug te keeren naar het vaderland, dat door vreemde bewindhebbers geregeerd werd. Maar... de periode van vreeselijke ontbe ringen en ontgoochelingen vermocht noch tans niet den energieken levenswil en het patriottisme van 60.000 mannen van gene raal Wrangel, het roemrijke witte leger, te vernietigen. Men had hen ontwapend, geïnterneerd als krijgsgevangenen en zij werden in alle opzichten vernederd. Fransche negertroepen brachten b v. deze dappere Kozakken naar het eiland Lemnes, een eiland dat niet meer was dan een kale rots in zee, waarop de gloeiende zon haar stralen afzond. Een rots, waarop nauwelijks water was te vin den, waar geen boom, geen gras, geen en kele bloem gedijde. En hier, op dit eenza me rotsachtige eiland, zaten de zonen van de steppe, die aan zooveel ruimte en on eindige verten gewend waren. Toch ver loren zij geen seconde hun moed en ver trouwen. Zij bouwden een stad, een kerk, een ziekenhuis., zij schiepen een kolonie. Het moet ongetwijfeld de laatste groote gebeurtenis voor Baron Wrangel zijn ge weest, toen hij na jaren zijn Kozakken be zocht en in plaats van een vertwijfelde menschen-orde een uitstekend georgani seerd leger aantrof, waarvan het geschool de muziekcorps hem met een geliefde marsch ontving. Generaal Koetjepoff's leger zon der wapenen. De Russische vrijwillige formaties werden vervolgens in Gaïlipoli geïnterneerd. Het vaderland was verre, de toekomst duister en de wapens waren weg. Toch vormden deze vrijwilligers een leger. Dag aan dag exerceerden zij en er heerschte een ijzeren discipline. Studenten en professoren, arbei ders en soldaten, active luitenants en eer waardige generaals schikten zich naar de legerwet. Wie niet gehoorzaamde werd er uitgestooten en kon zich voorbereiden op een ellendig hongerbestaan in Constanti- nopel. Commandant was generaal Koetje poff. De eemige officier, trouw aan den tsaar, die in de dagen van de Februari-revolutie op succesvolle wijze weerstand had gebo den tegen de opstandelingen. Op dit troos- telooze eiland werd de grondslag gelegd voor een kameraadschap die vele jaren la ter de mannen van generaal Wrangel, ook nadat,ze in alle landen van Europa ver strooid waren, bijeenhield. De tocht naar Servië. Op zekeren dag kwam de oplossing. De Entente dreigde met onthouding van le vensmiddelen. Servië en Bulgarije verklaar den zich bereid om contingenten van de Wit-Russische legers op te nemen en het waren deze landen die iets goed wilden ma ken jegens het oude Rusland, dat zij zoo veel verplicht waren in verband met de be vrijding van het Turksche juk in de 19e eeuw. De soldaten van den tsaar, van gene raal Wrangel trokken, verder naar Servië en Bulgarije. Europa beleefde een tragedie, maar tege lijkertijd een verrassende uiting van soli dariteit. Tienduizenden Russische soldaten, die overdag met spade en ploeg het zwaar ste werk verrichtten, trokken des avonds hun oude roemrijke uniformen weer aan. In hun regimenten bleven zij vereenigd. Het witte leger leefde vöort en ieder vrij uur was gewijd aan de vriendschap. Er ontston den officiersscholen; de jeugd werd militair geschoold. Wapens hadden ze niet, maar zij behielden hun strenge discipline. De orde- teekenen uit den wereldoorlog en den bur gerkrijg werden heiligdommen. Zij bleven exerceerèn en rustten zich uit voor den grooten dag waarop zij hun vaderland weer zouden kunnen bevrijden. Onverschillig wanneer die dag zou komen... i.-ominu J .3- inilltinCM! Rinso en zijn compagnon, de was machine, hebben reeds in menig gezin op wasdag een prettige verrassing ge- l bracht, in de vorm van een hagelwitte was in een minimum van tijd. Als dit tweetal samen aan de arbeid is, worden er beslist wonderen verricht, want Rinso vult het werk van de wasmachine op zeldzaam doeltreffende wijze aan. Door een zeer bijzondere samen stelling verwijdert Rinso op de snelste manier het vuil uit het goed. Ook behoeft Rinso niet te worden aangemaakt, terwijl bij gebruik van Rinso het voorweken geheel overbodig geworden is. En het toppunt van zuinigheid is wel, dat een Rinso-sop meer dere malen achtereen kan worden gebruikt. Door de ideale samenwerking van de wasmachine en Rinso bereikt men met één pakje Rinso voor slechts 12-J- ets. in ander half uur een prachtige, heldere was voor 5 personen. R12-0309 H Het „witte leger" van Parijs. Maar niet alleen naar Servië en Bulgarije trokken zij. Zij kwamen naar Parijs, Bèrlijn Weenen en Boedapest. In de wereldsteden van Europa verdwenen zij in het arbeidende deel van het volk. Maar zelfs in het rumoer der groote stad bleven zij bij elkander. Dezelfde generaal Koetjepoff, die de disci pline der troepen in Gaïlipoli had gered, werd ook hun organisator in de balling schap der groote steden. Hij stichtte de ver- eeniging der Russische frontstrijders, een organisatie die over geheel Europa verspreid is en wier sterkste zetel in Servië en Bul garije ligt. De kleinste afdeelingen van deze organisatie die de soldaten van één regi ment omvatten, vormden de zgn. „bentge nootschappen" die weer tot unies aaneenge sloten zijn. In Frankrijk telt men honderd van deze bentgenootschappen en acht unies, waarvan die van Gaïlipoli de belangrijkste is. Het totale aantal leden in Europa be loopt de 60.000. En sedert 1920 ontmoeten deze Russische soldaten, die tegenwoordig overal werken als arbeiders, reizigers, kelners, musici enz. en waarvan de officieren voornamelijk taxi chauffeurs werden, elkander bij hun thuis Dikwijls hebben zij de beschikking over eigen eetzalen, over kleine bibliotheken. Ve len richtten bescheiden musea op en elk daarvan draagt de naam van een Russisch regiment. Op zekeren dag beleefde Parijs zelfs het schouwspel van een opmarsch van het Russische leger in ballingschap. De batail- lons defileerden langs de Are de Triomphe in hun oude uniformen, onder commando van generaals en oversten voor het graf van den QubokïudeiJ. SokUaL J'j.i toen.,genera al Wrangel stierf, beleenden duizenden van zijn soldaten -hun laatste bezittingen om deel te kunnen nemén aan zijn begrafenis in Servië. In 1930, in Januari, werd de stichter van de Wit-Russische frontstrijders-organisatie, generaal Koetjepoff op klaarlichten dag in Parijs ontvoerd en vennoord. En thans is generaal Miller, zijn opvolger, eveneens ver dwenen. Deelt iiij misschien zijn lot? Toen H.M. de Koningin den kunstschil der-beeldhouwer G. C. Vrint in de gelegen heid stelde een studie van haar te maken voor het bekende borstbeeld, waarvan een exemplaar in brons geplaatst is in het mi nisterie van koloniën, heeft hij tevens een levensgroot portret van Hare Majesteit ge schilderd. Het schilderstuk, dat 2 m. hoog is en 1.25 m. breed, is thans met andere schilderijen in de kunstzaal Koninginnegracht 77 te Den Haag geëxposeerd. Dit portret beeldt de landsvrouwe uit in grootVirnaat, het lint van het grootkruis 'van den Nederlandschen leeuw dragend, haar rechterhand rustend op een tafeltje naast haar, niet de regeeringscmblemer. WOENSDAG 13 OCTOBER 1937. Hilversum I. NCRV-uitzending. 6.307.00 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.). 8.30 Gramofoonmuziek. 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Ensemble Van der Horst. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Vervolg concert. I.30 Gramofoonmuziek. 2.00 Orgelspel. 3.00 Chr. lectuur. 3.30 Gramofoonmuziek. 3.45 Piano en zang. 4.45 Berichten. Felicitaties. 5.00 Voor de kinderen. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Land- en tuinbouwhalfuur. 6.30 Taalles en causerie over het Binnenaan- varingsreglement. 7.00 Berichten. 7.15 Boekbespreking. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. Herh. SOS-Berichten. 8.15 NCRV-orkest en Vocaal Ensemble. 9.00 Causerie „Voorkomen van onvolwaar digheid". 9.30 Vervolg concert. (Om 10.00 Berichten ANP.) 10.45 Gymnastiekles. II.0012.00 Gramofoonmuz. Hierna: Schrift lezing. Hilversum H. VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Gramofoonmuziek en causerie over het recht op vacantie (gr.pl.). 11.30 Causerie: „Werkloosheidsverzekering". 12.00 Gramofoonmuziek. 12.45 Orgelspel. I.15—1.45 „Fantasia". 2.00 Kniples. 2.30 Voor de vrouw. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.00 The Lucky Birds" en solist. 6.30 Gramofoonmuziek. 6.40 Causerie: „Vondel en de gouden '"uw". 7.00 Zang. 7.30 Causerie: „Vraag om geloof". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.30 Radiotooneel. 9.30 Gramofoonmuziek. II.00 Berichten ANP. 10.05 VARA-Orkest en soliste,. 11.00 Causerie: „Jeugd en puberteit". 11.2012.00 Orgelspel. Feuilleton Vertaling Eva Raedt de Canter 33. „Maar hoe kwam hij eruit?" vroeg Simon. „Je zegt toch, dat de vensters van tralies Voorzien waren?" „Dat was heel gemakkelijk voor hem. Hij had al zijn gereedschap in die metaalgieterij. Het was voor hem dus een kleinigheid om die ijzeren staven met een oxy-acetyleenlamp als korsten kaas te doen smelten. Maar ondanks het feit, dat de oude man in zoo'n netelige positie verkeerde, herinnerde hij zich toch oogenblikkelijk dat zijn juweelen zich ook in die metaalgieterij bevonden. Hij wilde het ri sico niet loopen ze bij zijn ontvluchting mee te nemen. Als hij dan weer gevangen geno men zou worden, zouden zij ook de juweelen hebben. Hij benutte daarom den tijd, dat de Roode Gardisten zich bedronken, om de ju- wetelen zorgvuldig te verbergen. „Waar?" vroeg Simon. „Ja, dat gaat het nu juist over," zei Rex. „Dat heb ik nooit uit hem kunnen krijgen, want hij stierf." „Het moet in een of ander metalen bak zijn. Waarin hij de edelgesteenten verborg. Het was iets dat geheel en al bij de uitrusting van de metaalgieterij behoorde, en waaraan niemand eenige aandacht zou schenken. Hij soldeerde de bergplaats dicht, zoodat de schat niet meer te vinden zou zijn, tenzij de geheele fabriek werd afgebroken. Je had de oude moeten zien lachen als hij eraan dacht hoe slim hij ge weest was." „Ik kan mjj moeilijk voorstellen, dat die schat er nog altijd is," zei de hertog weife- lenod. „De werkplaats zal toch zeker ver scheidene malen grondig doorzocht zijn. Zij zullen toch ieder hoekje van die metaalgiete rij wel nagesnuffeld hebben. En vooral dat gedeelte waar sporen aanwezig waren van nieuw soldeersel." „De oude Shulimoff was een kunstenaar. Ik wil wedden, dat zij heden ten dage nog tusschen een massa roestige machines liggen. Hij had wel degelijk aan dit nieuwe soldeersel gedacht, daarom heeft hij het zoo gemaakt alsof het allang geleden aangebracht was. Wat denk je dat hij gedaan heeft?" „Dat weet ik niet," zei Simon. „Hij stookte een vuurtje, bluschte het met sneeuw. Er zal in die metaalgicterij niet veel meer geweest zijn 01,1 naar te kijken, zelfs al waren er Roode Gardisten den volgenden dag op onderzoek gegaan. Hij had zich voorge steld in rustiger tijden naar de plaats terug te komen, maar hij heeft het niet beleefd. Na zijn ontvluchting was hij zoo gelukkig eenige witte officieren te ontmoeten en later zijn zij gezamenlijk de Perzische grens overge gaan. Ik wil wedden..." Maar zij zouden nooit te weten komen waarom van Ryn wilde wedden. Het kraken van een tak deed hen plotseling opspringen. Op nog geen twintig passen afstand zette de slee zich in beweging. Zij hadden allen met zooveel belangstelling geluisterd naar het ver haal van Rex, dat zij geheel en al vergeten hadden op hun gevangene te letten. Zonder eenig geluid had hij de paarden getuigd, ter wijl zij met hun ruggen naar hem toe ziten. De hertog trok zijn automatische revolver en vuurde over Simon's schouder. De kogel trof een boom die tusschen hem en den vluchte ling in stond en ketste met een luiden slag terug. Hij sprong op, vuurde nog eens en nog eens, maar de slee reed in vollen galop de bocht om, den grooten weg op in de richting van Tobolsk. Rex greep het achtergelaten ge weer van den gevangene, maar hij gooide het met walging weer van zich. Niemand zou door deze boomen een zich bewegend doel kunnen raken. Zij keken elkaar geheel ver slagen aan. Daar stonden zij nu, volkomen hulpeloos, diep in de Siberische wouden, een gemakkelijke prooi vcor de jagers, die hen op het spoor zouden komen. Het zou een kwestie van eenige uren kunnen zijn, tot zij werden gevangen genomen. Of zij zouden sterven van kou en uitputting in deze woeste verlet^ i streken, bedekt met eeuwige sneeuw. HOOFDSTUK XIV. Het geheim van het verboden grondgebied. Rex verbrak de ondragelijke stilte. „Als wij nu niet de grootste ongeluksvogels zijn, die er bestaan," riep hij ongelukkig uit, „dan zou ik wel eens willen weten wie het dan wel zijn." Plotseling begon hij te lachen en wel op zoo'n hartelijke wijze, dat de hertog en Simon niet konden nalaten eveneens te lachen. „Dit is nu eenmaal niets om over te lachen," zeide Reichlaeu hoofdschuddend. „Wat, voor den d'iivel, moeten wij nu begin nen?" „Loopen," zei Simon, de altijd practische. En inderdaad, het was het eenige wat zij kon den doen. „Dat is goed voor jou," zei Van Ryn, ter wijl hij hem met zijn eene hand op den schou der sloeg en met de andere den rugzak van Simon en het geweer opnam. Zijn vroolijk gezicht verried niets van hetgeen hij dacht, dat zij namelijk hun stap zouden moeten rege len naar dengenen, die van hun drieën het slechtste loopen kon, of zijn angst hoeveel uren het nog zou duren totdat Simon's zwakke gezondheid bij deze groote inspanning het zou moet opgeven. Hij voegde er alleen aan toe: „Kom, jongens, laten wjj het probeeren." De Reichleau overdacht de dingen lang zamer. „Ja," zei hij toestemmend, „wij moeten loopen, inderdaad. Of wij moeten paarden koopen of stelen. Maar welken kant moeten w(j uit?" „Naar Romanovsk," zei Rex. „De weg daarheen is even gemakkelijk als lederen an deren weg en voordat ik naar huis ga, wil ik toch wel een paar van die mooie juweelen meenemen." „Zooals je wilt." De hertog tikte in ge dachten de asch van zijn sigaar. „Wij hebben nog heelemaal geen tijd gehad onze eigen avonturen te vertellen, Rex. Maar er is een klein eepisode die mij buitengewono angstig maakt en waar om ik een eventueele gevan genneming graag wil vermijden." Geef mij dien zak, en laat het ergste maar eens hooren," aontwoordde Rex luchtig, terwijl hij den rugzak van den hertog over zijn schou der gooide, bovenop dien van Simon. „Maar m'n beste kerel, je kunt ze toch niet alle twee dragen," protesteerde de Reichleau, „vooral nu, nadat je den geheelen nacht ge reden hebt." „Natuurlijk gaat dat," verzekerde Rex. „Ik zou een groote piano kunnen dragen als het moest. Maar ik beloof je, dat ik den zak, zoo gauw als ik moe begin te worden, terug zal geven. Wees daarvan overtuigd. Vertel nu eens wat je op je hart hebt." „Een agent van de Ogpu heeft ons tot Sverdlovsk gevolgd. Als zijn lichaam bij toe val ontdekt werd en wij werden gevangen ge nomen, zou het heel gemakkelijk zijn om voor dien moord een verklaring te vinden," zei de hertog zachtzinnig. Rex floot. „Heb jij dat gedaan? Als het zoo is, zullen zij er niet tevreden mee zijn, ons alleen achter de tralies te zetten. Wij zullen dan alle drie wel opgehangen worden." ■Wij eh hebben het lichaam verbor gen, merkte Simon op. „En als wij een beetje geluk hebben zullen zij het lijk niet vinden voordat het lente wordt." Zij aan zrj wandelen zij naast de karren sporen en sloegen den weg naar het Noorden in. „Ik moet je zeggen, dat wij vandaag in ieder geval geluk hebben," zei van Ryn. „Als het vannacht gesneeuwd had, zouden wij' ^H- der sneeuwschoenen niet meer dan een paar kilometer per uur loopen. Het loopen op den bevroren grond is niet zoo bijzonder moeilijk." Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 7