Henk's uitstapje PEM Beste Jongens en Meisjes Nieuwe Raadsel Een nieuw eiland GEÏLLUSTREERD VERVOLGVERHAAL j DOOR. i jEDGAR RICEj jBURROUGHSj M'n kinderen, tenminste de twee oudsten want Fransje die waggelt nog als een gans door het huis, kwamen van de week thuis met een touwtje en daarmee hebben ze alle mogelijke figuren gemaakt, een zeilschip en een mandje, een parachute en een vuurtoren en nog andere voorwerpen. Alle kinderen lopen nu geloof ik met touwtjes. Jullie ook En wat voor figuren kunnen jullie maken? Dat moet je me eens vertellen, dan kunnen mijn jongens het ook eens proberen. Het boek is deze week gewonnen door: RITA SMIT, Vermaningsteeg 10, Hippolytushoef (W.) Wellicht heb je het boek al ontvangen Rita, anders krijg je het vanmiddag nog wel. Fijn, hè, zo'n verassing vlak voor de Zondag. Goudenregen. Jullie boffen Bertha, dat je nog een paar dagen herfstvacantie krijgt. Als je het weer treft zoals het Woensdag en Donderdag was, kan je zelfs nog bruin worden. Wat een prachtig herfstweer. De bomen vergeten haast hun bladeren af te schudden, ze denken dat het lente wordt. Frans Groote. Leuk van je zusje, Frans om een raadsel te maken. En nog wel zo'n aardig raadsel. Ik hoop het volgende week op te nemen. Dan mag jij het even goed op lossen hoor. Piet en Gilles Hendrikse. Gilles is nog wel een beetje aan de kleine kant, Piet, om alleen een raadsel in te zenden. Mijn oudste zoontje is ook zeven, maar hij ziet heus nog geen kans zo'n raadsel op te lossen. Wel mag Gilles eens beginnen met een briefje te schrij ven, dan krijgt hij van mij ook een episteltje terug. Afgesproken. Piet Wijnants. Vandaag heb je het boek weer niet gewonnen en met jou ongeveer vijf tig andere kinderen, Piet. Nu zouden jullie bij elkaar kunnen gaan, maar dat zou natuur lijk dwaasheid zijn, je puzzelt om de puzzle en je schrijft omdat je het leuk vindt een briefje terug te ontvangen. En wie weet hoe gauw je een boek wint. Winnetou. Je bent niet de enigste, Win- netou, die op „Tarzan afvliegt". Al heel veel kinderen hebben me geschreven, dat ze er direct naar grijpen als de krant in de bus valt. Nu, het verhaal is nog lang niet uit, dus je kan er voorlopig nog van blijven genieten. Piet Dienaar. Dank je voor de ingezon den raadsels, Piet. Het eerste, dat jezelf ge maakt hebt, vind ik het aardigste. Ik hoop het bij gelegenheid te plaatsen. Van die an dere raadsels, die je zond heb ik er nog een paar duizend in portefeuille. Marie Wouters. Nee, ik heb het zweef vliegen nog niet gezien, Marie, maar ik heb wel van plan op een vrije Zaterdagmiddag eens te gaan kijken, want het lijkt me inte ressant en m'n kinderen vinden het natuurlijk prachtig. Jij kan het zeker van jullie huis kamer uit zien, hè Dikkie Doorn. Het is toch niet voor het eerst dat ik aan jou schrijf, Dikkie? Je naam heb ik al vast eerder getikt op m'n machien tje. Nan Holtjer, Westerland (W).. Heus, dat weet ik nog niet, Nan, wanneer het kin derfeest op Wieringen is, maar ik beloof je, als het in zicht is, dan zal ik het vertellen, hoor. Hennie Blokker, Daar sta je nu weer, Hennie, je ziet, uitstel is niet altijd afstel en al zal ik van de winter wel meer de helft van de briefjes kunnen beantwoorden ,de anderen komen heus niet in de prullemand. Maar als er zoveel zijn, dan zou ik de hele Jut terpagina vol moeten schrijven. Grietje Blokker. Ziezo, als „Ome Keesje" nu maar niet precies voor de radio staat, of „Tante Grietje", anders heb jij niet eens tijd om je briefje te lezen. Ja, half acht is kinder bedtijd, daar heeft je moeder groot gelijk in, als je de volgende dag op school niet met luciferhoutjes tussen je oogleden wil zitten, moet je 's avonds op tijd naar bed. Neeltje Blokker. Ik ben dat lelijke weer Waar jij over schrijft allang vergeten, Neeltje, 't is vandaag prachtig herfstweer, zo mooi, dat ik zonder jas om tweelf uur naar huis reed en het was helemaal niet koud. Vergeet het lelijke weer en alle lelijke dingen en let op de zon! Lenie v. Amesfoort. Ik denk dat je je vergist, Lenie, want met een klein meisje rijd ik niet in een wagentje, wel met een kleine jongen, maar 't is waar, hij heeft nog al een meisjes gezicht en als hij dan nog een meisjesmantel draagt, dan vergis je je na tuurlijk. Dank je voor het inzenden van die nieuwe raadsels. Loeki en Leon v. d. Wal, Den Haag. Ik kan me begrijpen, dat jij graag vliegenier wordt, Loeki, het is heerlijk om hoog de lucht in te schieten en heel de wereld eens van boven af te zien. Vertellen doe ik nog al eens aan m'n kinderen, als ze 's avonds vlug in bed zijn. Over honden en konijnen, ze reizen naar de maan en ze wandelen op de bodem van de zee. Kom maar eens luisteren, 's avonds om zeven uur. Laus Toes. Daar heb je gelijk in, Laus, dat je van de zomer geen briefjes geschreven hebt. Hoe zie je er nu van die buitenlucht en zon uit? Als koffie of als chocolade? Annle Doeleman. Dat woord „creatie" heeft heel wat vriendjes en vriendinnetjes hoofdbrekens gekost, Annie. Toch is het een bekend woord. Annie Moor. Ja, hoe hoger je komt te zitten op school, Annie, hoe moeilijker de leer stof wordt, maar als je je best doet, is het vast niet te zwaar voor je. En Frans?, ach, dat gaat er ook wel in, al is het niet als zoete koek. Als je iets wil bereiken moet je altijd je tanden op elkaar zetten en je best doen. Dat is een fijn versje, Annie, al ben ik blij, dat „de sneeuw het veld nog niet dekt". Vogeltjes voeren. De witte sneeuw bedekt het veld En alles is bevroren. De kleine vogels zwijgen stil En laten zich niet horen. Ze zitten op een kale tak Met ingetrokken kopjes, En dromen van een kruimpje brood. Die grijze veren propjes. Gelukkig komt het jongetje In 't blauwe wollen pakje En strooit het voeder in de sneeuw. Uit 't welgevulde bakje. Wanneer hij straks het hek uitgaat, Dan komt het volkje eten En denk maar dat die vogeltjes Dien jongen nooit vergeten. Ingezonden door Annie Moor. Uit: Mooie Versjes. Plet Rins. Twee jarigen in één week. Geen kleinigheid, Piet, en dan evengoed nog op tijd met het inzenden van je oplossingen. Dat noem ik een prestatie. Cl. v. Doorn. Heet je Cleopatra? Wat een naam. Een leuk versje zond je me, ik plaats het hieronder. Wat een dom-oor! Neen maar, dat was een spektakel Snater, nog geen uur uit 't ei Riep de hele buurt er bij Daar hij, stel je toch eens voor 't Pad naar 't eenden huis verloor. 't Was me een schreeuwen, kwaken, [piepen! Alle eenden, eerst ontzet, Proesten weldra van de pret, Want ze zagen Snater staan: Eén stap van z'n huis vandaan. Overgenomen uit: Zieke prinsesje. Cl. van Doorn, Artilleriestr. 8, Den Helder. Jongens en meisjes, ik stop, het laatste briefje is er door. Tot wederschrijvens. KINDERVRIEND. Oplossing raadsel vorige week. Horizontaal: M, kat, Artis, creatie, ander, tol, r. Vertikaal: Matador, krent, titel, ara, sir, C, e. Goede oplossingen ontvangen van: Nelly Visser; Lenie van Amesfoort; Pie- ter Albertus Bins; Annie Mooi; C. van Doorn en Johanna van Doorn; Rens Nieu- wenhuizen; Thomas Bais; Annie Rozeknop en Hans Doeleman; Eduard van de Pol; Mientje van Andel; Gjjsbertha Maria Veth; Nelie Grollé; Loeki en Leon v. d. Wal, Den Haag; Marie Hertog; Cornelis Bins; Henny van Os; Adriana Grande; Nellie Nieuwdorp; Jac. Nieuwdorp; L. Flotat; Jan Wever; Cor de Johg; Klaas de Jong; Tiny Bakker; Nettie Hoogerwerf; Annie Krijnen; Grietje v. d. Wal; Lous Toes; Rita Smit, Wierin- „Morgen hebben we vrij, de hele dag!" riepen Gerda en Riet, toen ze op een Vrij dagmiddag uit school kwamen. „Onze meester heeft morgen een vergad"-ing" vertelden ze en Gerda vroeg: Mogen we morgen uitgaan, moeder en brood meene men? Dan gaan we naar 't strand en blijven daar een hele dag!" „Nou dat is goed," ze Moeder. „Mis schien gaat vader ook wel mee, die heeft het morgen niet druk. Maar Henk dan?" Ja, ze vonden het ook wel een beetje jam mer voor hun broertje dat die niet mee zou kunnen en Riet stelde voor: „Mag Henk niet aan den meester vragen of hij morgen een paar uur eerder weg mag?" „Nou vooruit dan maar, laat hij maar vragen of hij om half elf weg mag, dan kan hij ht trammetje van van 11 halen, eerder gaan jullie toch niet weg". Henk vond het een prachtig plan en be gon meteen zijn badgoed bij elkaar te zoeken. Huiswerk maken deed hij maar niet, de thema kon hij om tien uur in liet speelkwartier wel gauw even maken, die werd toch pas na de les opgehaald en die eerste twee uur, zou hij wel geen beurt krijgen, hoopte hij. En na half elf was hij lekker weg en kon niemand hem meer iets doen. Dat de meester goed zou vinden, dat hij wegging, vond Henk vanzelfsprekend. De volgende morgen nam hij niet eens de moeite om het voor de les te gaan vragen, daar was nog tijd genoeg voor. Maar het eerste uur viel direct al niet mee. „Ik heb jullie de vorige week wat verteld over de luchtpomp, weet je nog wel?' begon de onderwijzer.„Nu zal ik eens zien wat jullie daarvan onthouden hebt." En hij koos juist Henk uit om voor het bord te komen, die de vorige week helemaal niet had opgelet en zich nog maar heel flauw iets herinnerde. Een hele tijd stond hij voor het bord zonder iets te zeggen en achter zijn rug hoorde hij de klas grinniken, maar eindelijk met hulp van den onderwijzer en gen; Koba van Brederode; Ida Izeboud; Mary Jurg; Theo Bruning; Johan v. d. Pol; Neeltje Blokker, Han Grötzinger, Tillie Bis schop; Co Visser; Hennie Blokker; Grietje Blokker; Theo Grooff; Tiny en Beppie Vink. 2e Spreekwoordraadsel, Mijn geheel bestaat uit 37 letters of 11 woorden en vormt een bekend spreekwoord. I, 10, 3, 4, 5 zuivelproduct. 6, 7, 8 telwoord. 9, 13, 26, 20, 16, 17, 5 insect. II, 12, 27, 33 kleur. 18, 19, 23, 24 vogel. 31, 32, 30 boom. 31, 34, 37 middagslaapje. 33, 23, 35, 36 uiting van vrooltfkhe.u. 22, 29, 35, 36, 37 gesloten. 18, 10. 2, 28 vogel. 14. 15 voorzetsel. na heel veel moeite en getob bracht hij het toch zover dat er iets op het bord kwam te staan, dat meer leek op een petroleum!?an dan op een luchtpomp. Met een zucht van verlichting liet Henk zich weer in zijn bank zakken, toen hij naar zijn plaats terug kon gaan. Maar de onderwijzer had ge merkt dat Henk niet bijzonder oplettend was en besloot om hem eens even goed in het oog te houden. „Als ik maar eerst aan het strand ben en in de zee lig, dan kan het me niets meer schelen," dacht Henk en hij verdiepte zich in alle heerlijkheden, die hem wacht ten. De volgende les was gymnastiek, dat hadden ze in een ander lokaal, van een anderen onderwijzer. Daartussen was eerst nog het vrjje kwartier, en dan zou Henk gaan vragen of hij voor het eind van de gymnastiekles mocht weggaan. Maar voordat het speelkwartier begon zei de meester ineens: „Jongens, leggen jullie je themaschriften maar vast op het tafeltje, dan kijk ik ze na als jullie gymnastiek hebben en dan kunnen we in de volgende les dadelijk beginnen met de bespreking." Henk werd bleek van schrik! Hij had immers de hele thema nog niet! Wat moest hij daar nu aan doen? Je kon toch moeilijk tegen den meester zeggen: „Ik zal hem u straks wel brengen, ik moet hem nog ma ken". Hij zou kunnen proberen om de the ma nog gauw te maken en stilletjes bij de stapel schriften te leggen. Maar waarschijn lijk zou de meester ze meenemen en in de wachtkamer of zo nakijken, dat gebeurde wel eens meer. Het enige wat overbleef was om weg te kruipen tot de klas leeg was: als de meester hem niet zag zou hij misschien niet eens merken dat hij geen thema inleverde. Henk dook dus onder de bank en bleef roerloos zitten. Maar ook dat zou niet lukken! Zijn buurman, die zijn thema nog even had doorgekeken, merkte helemaal niet wat Henk uitvoerde. Vlug wilde hij zijn schrift op de tafel leggen en struikelde daarbij over Henk. Groot spektakel! Henk tuimelde onder de bank uit, een ogenblik lag er een vechten de, duwende klomp midden in de klas, toen werden ze gescheiden door den ver baasden onderwijzer. Nu kon Henk dus zijn uitstapje wel op geven! Geen strand, geen zee, geen pic-nic! Hij had een standje te pakken omdat hij onder de bank zat, hij had straf omdat hij was gaan vechten en hij stond in het klasseboek, omdat hij zijn thema niet af had, nu nog vragen om een paar uur vrij daar viel niet aan te denken. Moedeloos slenterde Henk over het schoolplein. Hij kon toch ook niet helpen, dat alles hem zo tegen moest lopen! Dat er niets zou zijn gebeurd, als hij zijn thema had gemaakt, daaraan dacht Henkie niet. Opeens klaarde zijn gezicht op! Een ge dachte ging door zijn hoofd., ja, maar zou hij dat durven..? Weglopen zonder te vragen? Het kon best, de gymnastiekonder- wijzer wist toch niet wie er was en wie niet en bij het bespreken van die thema zou hjj misschien niet eens gemist worden. Zou hij..? Het schoolplein grensde aan de tuin van een villa en de schutting, die er tussen lag was niet eens hoog. Als hij een maal in die tuin was, kon hij makkelijk weg komen. Zou hij Henk zat al op de schutting, de bel ging juist en de kinderen stroomden de school al weer binnen en letten niet op hem. Een ogenblik later gleed hij aan de andere kant naar beneden en kwam met 'n zachte plof op de grond. Maar o wee, hij kwam tussen de takken van een meidoorn terecht De dorens schramden zijn gezicht en zijn blouse bleef aan alle kanten vast zitten. Meteen hoorde hij stemmen uit de tuin komen en toen hij zich zo diep mogelijk bukte tussen de doornige takken, hoorde hij zeggen: „Ik dacht dat ik iets in die strui ken hoorde, ik zal eens even gaan kijken." „Och, welnee, dat waren de jongens van die speelplaats" antwoordde een andere stem en Henk haalde verlicht adem. Als ze nu maar gauw weggingen, dan kon hij de tram nog halen. Maar daar schenen ze niet aan te denken. Tot zijn ontzetting zag Henk dat de beide dames op een bank vlak voor de meidoorn gingen zitten en dat het dienstmeisje een tuintafeltje en een koffie blad bracht. Nu was dan wel iedere kans verkeken! Iedere beweging, die Henk maakte om zijn ongemakkelijke houding te veranderen deed de bladeren ritselen, waarop de oudere dame onrustig omkeek. Eindelijk was hij tenminste zo ver, dat hij plat op de grond zat, maar aan weg ko men viel niet te denken. De lucht van de koffie drong helemaal door tot Henk's schuilhoekje. Mn het rook ook naar koek en verse broodjes. In Henk's schooltas zat zijn boterham, die hij anders opat in het vrije kwartier. Henk moest er maar steeds aan denken, hij zag hem voor zich! En dan de cadetjes die Gerda en Riet zouden meenemen en de thermosflessen, een met melk en een met limonade! Uit de grond van zijn hart wenste Henk, ja, wat wenste hij, in elk geval dat hij hier veilig was en nog liever zat hij op school zoals iedere dag, dan hier in de val te zitten. Elf uur hoorde hij het slaan! Nu v/as de tram al weg, al tien minuten! Half twaalf hoorde hij het ook nog slaan, toen eindelijk vertrokken zijn belegeraars, die zich zelf van niets bewust waren. Vuil en geschramd kwam Henkie te voorschijn en ging meteen naar huis. Moeder was boos omdat hij weggelopen was zonder iets te vragen, omdat zijn goed er zo uitzag, vader was 's avonds nog bozer, toen hij alles hoorde en op school kreeg hij Maan dag nog eens straf voor zijn spijbelen. Henk heeft zijn uitstapje dat hij niet verder bracht dan tot onder de meidoorn van een vreemde tuin, wel duur betaald! Ma ja van Heynen. Bij de kust van de Krim, in het Zuiden van Rusland, in de Zwarte Zee, is een nieuw eiland opgedoken, dat 240 meter lang en 20 meter breed is. Tot nog toe heeft men niet kunnen verklaren, waar dat eiland plotseling vandaan is gekomen. Maar in elk geval is men er wel van over tuigd, dat het niet lang zal bestaan en van zelf weer zal verdwijnen ook. No. 37. Toen Clayton het schot hoorde, werd hij vervuld met vrees en ont zetting. Hij voelde, dat Jane zich in gevaar bevond. Tarzan hoorde het ook en versnelde zijn pas. Al spoedig was Clayton een heel eind achter geraakt Hij riep luid naar de aap mens. Tarzan liet zich naast hem uit de bomen vallen. Hij beduidde Clayton op zijn rug te klimmen en met de blanke man op zijn rug klom hjj weer in de bomen. De minuten, die nu volgden vergat de Engels man zijn hele leven niet meer. Hoog in de lucht zwaaide hg van de eene tak naar de andere met een gewei- niet vlug genoeg vooruit kwam met grond. De aapman vloog vooruit dige snelheid. Daarna zwaaide de het gewicht van den man op zijn juist op tijd om te zien dat het lenige figuur zich, met Clayton, naar rug, doch gelukkig kwamen zij aan grote lichaam van de leeuw door een nabije boom. Als een koorddan- ser liep de man hoog boven zwarte diepten. Hoe bewonderde Clayton deze sterke spieren! Clayton durfde bij het zien van die vreselijke diepte onder hem nauwelijks adem te ha len. Tarzan vond echter, dat hij lang het open stuk voor het strand scherpe oogen van Tarzan hadden het vreemde geluid opgevangen van de leeuw, die trachtte de hut binnen te komen. Hij daalde een honderd voet naar beneden en sprong zonder eenig geluid te maken op de De het venster in de hut wilde verdwjj- nen. (Nieuwe spelling).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 15