De bemiddeling in het
Verre Oosten
Afscheid van
voorzitter Aalberse
Geknoei met
stempels
r
WOENSDAGSCHE MIJMERIJ
Hoe belastingdruk te
verlichten?
Postvluchten
op Indië
De wonderen zijn de wereld
nog niet uit
Tweede Kamer
Duizend gulden vermist
Een doode en twee
gewonden bij autobotsing
Nieuwe mijnenvegers
zeewaardig
De aanstaande blijde
gebeurtenis
I>e ideale passagier.
Een Engelsche dokter heeft onlangs een
lezing gehouden over het ontstellende ge
brek aan „levenstechniek", dat menschen
in een wereldstad als Londen blijken te be
zitten. En in die lezing heeft één zin mij
bijzonder getroffen: „Bijna niemand van
de millioenen menschen, die in Londen
wonen"., zeide hü, „weet precies hoe hij ge
bruik moet maken van een omnibus".
Dit heeft mij aan het denken gebracht.
Een bus nemeneen tram nemen
een trein nemenhet lijkt Inderdaad zoo
heel eenvoudig, maar weet men in óns land
hoe men het moet doen?
Ik betwijfel het, en daarom meen ik een
goed werk te verrichten door eenige nuttige
wenken te geven:
De candidaat-reizigster stelt zich op, pre
cies tusschen twee haltes in, of op een
plaats waar een bord staat met de woor
den: „Hier stopt geen bus", en bij de nade
ring van de eerste bus wuift zjj met haar
paraplu naar den bestuurder, die doorrijdt.
Als dit zich tweemaal heeft herhaald, doet
zij haar oogen open, leest de mededeeling en
loopt hoofdschuddend door naar een halte.
Hier stapt zij in lijn 1, vraagt aan den con
ducteur: „Is dit lijn 2?" (waarop hij ant
woordt ,gieen") en gaat zitten. Als de tram
wegrijdt, zegt zij tegen een passagier: „Is
dit lijn 2?" en als ook deze neen zegt, staat
zij op en zegt tegen den conducteur: „Kunt
u stoppen? Ik zit in de verkeerde bus". Als
hij niet direct belt, windt zij zich op, en
zegt: „Ik zal aan den directeur schrijven,
begrijp je dat?" (Menschen, die zélf moeilijk
begrijpen, verwachten dit blijkbaar van een
ander ook). Als de bus stilhoudt, stapt zij
uit met de rechter hand aan de rech
ter handgreep. Als de bus stopt (iets later
dan ze verwachtte), zegt zij, zittende op de
straat: „Ik zal een klacht tegen jullie indie
nen bij de politie".
Nu staat zij op en wacht tot de volgende
bus komt. Zij stapt in en vraagt aan den
conducteur: „Is dit lijn 2?" Als hij ant
woordt „ja", zegt zij: „Eindelijk". Als hij
zegt „neen", zegt zij: „Dan zou i k wel eens
willen weten waar ik lijn 2 krijgen kan".
Als hij haar beleefd inlicht, zegt zij niet:
„Dank u", maar ,,'t Is een bende". Bij het
betalen: „Je verwacht toch zeker geen fooi
van me, bij zoo'n belachelijke dienstrege
ling".
Als ze tenslotte lijn 2 ontdekt heeft en
instapt, vraagt ze aan den bestuurder: „Is
dit lön 2?" Als hy dan zegt: „Jawel me- j
vrouw", antwoordt zij: „Ja, het staat er
wel op, maar ik ben al twee keer in een
verkeerde bus gestapt." Dan vraagt z\j: j
„Weet u ook het nummer van den bestuur-
der van Ijjn 1? Ik heb een appeltje met
hem te schillen Als hij antwoordt: „Dat
kan ik u niet zeggen mevrouw, er zijn er
zooveel", antwoordt zij: „Ja, ja, jullie
houden mekaar natuurlek allemaal de
hand boven het hoofd. Maar 't is in orde.
Ik vind het wel uit." j
Als zij aan het eindpunt blijft zitten,
zegt de conducteur: „Eindpunt". Nu
vraagt ze, of ze de straat waar ze wezen
moest al gepasseerd is. „Dat is vijf haltes
geleden mevrouw", legt de conducteur uit.
„Dat is ook wat moois", zegt ze, „u hebt
de halte niet afgeroepen".
„Ik heb alle haltes afgeroepen."
„Maar niet duidelijk. U zag toch, dat ik jj
een boek zat te lezen".
„Ik heb 'm afgeroepen. U moet oplet-
ten."
„Je moet niet onbeleefd worden. Je bent
er voor het publiek en niet omgekeerd."
„Ik heb 'm afgeroepen".
„Ook wat moois. Nu moet ik weer met
de bus terug. Dit is m'n derde kaarje.
Ruil 'm dan maar in voor een retour".
„Dat kan niet meer mevrouw. Dan
schiet ik er een kaartje b(j in."
„Beleefdheid lééren jullie zeker niet. De
directie hoorde met zulke vergissingen re-
kening te houden, 't Is afzetterij. In het
buitenland..."
„U kunt terugloopen. Het is maar een
kwartier."
„Welja, word maar onbeschoft ook. Ik
zal een ingezonden stuk schrijven, en aan
de directie ook."
„U vergeet uw paraplu mevrouw."
„Een schande. Een oude vrouw te be- j
leedigen..."
Wanneer men deze vingerwijzingen volgt,
zal men den gang van zaken geleidelijk
leeren kennen.
Wanneer men een trein neemt, gedraagt
men zich in groote lijnen ongeveer net zoo.
Het eenige verchil is, dat men zich nooit
om inlichtingen wendt tot den stationschef,
maar tot een Ako-jongen.
Ir. Albarda opent het algemee-
ne debat over de Rijksbegrooting
Den Haag, 9 Nov. 1937
De historische November-debatten in ons
Lagerhuis hebben heden wederom een aan
vang genomen en nog nimmer werd zoo'n
eerste begrootingsdag verlevendigd door iets
als een „feestelijkheid", integendeel, de at
mosfeer was veelal „geladen" van opposi
tie-dreiging.
Het begin van vandaag bracht echter al
dadelijk een stemming van milde gevoelens,
en al betrof het dan inderdaad géén feeste
lijkheid, toch werd er getoast en kwamen
er achter de muren der vergaderzaal 1
schoone bloemen bij te pas
De vergadering werd heden geopend door
prof. Aalberse, doch de president zou nog
slechts enkele momenten toeven achter de
formidabele verhevenheid van het presi-
dieele bureau. Z.Exc. verrees onmiddellijk
na den hamerklop uit zijn zetel, om de hoo-
ge vergadering een afscheidswoord toe te
spreken. Zijn benoeming tot Staatsraad
noopte hem immers, de Kamer voorgoed te
verlaten.
Er was groote stilte in de eivolle zaal, men
hoorde staande de woorden van den schei
denden praeses aan.
„Niet zonder grooten inwendigen strijd",
verklaarde de scheidende president tot het
besluit te zijn gekomen, het lidmaatschap
van den Raad van State te moeten aan
vaarden. En kenmerkend voor de nobele
eigenschappen van mr. Aalberse was zijn
verzekering, dat het nooit, hetzij vóór, hetzij
tijdens zijn presidium zijn bedoeling is ge
weest, iemand persoonlijk onaangenaam te
zijn. Mocht iets dergelijks toch zijn voorge
komen, dan „vraag ik er vergeving voor
aldus de praeses.
Echt-spontaan klonk het applaus, toen
Z.Exc. geëindigd had.
De nestor der Kamer, generaal Duymaer
van Twist beklom het sprekersgcstoelte en
sprak den scheidenden president hartelijk
toe, en daarbij was hij ongetwijfeld de tolk
van alle leden. De heer Duymaer beriep
zich erop, nog het voorrecht te hebben ge
had, mr. Aalberse na zijn intrede in de Ka
mer, in 1903, de hand te hebben gedrukt.
En thans moest hij het toen nieuwe, nu
scheidende lid uitluiden!
Namens de Regeering sprak ten slotte dr.
Colijn, die geflankeerd door al zijn mi
nistère (vanwege de onmiddellijk ophanden
zijnde algemeene beschouwingen) zijn
waardeering uitsprak voor de goede sa
menwerking van de Regeering met dezen
Kamervoorzitter en mr. Aalberse geluk
wenschte met zijn nieuwe benoeming.
Toen de vergadering weef heropend Werd,
had de heer Smeenk, als vice-president, het
voorzitterlijke gestoelte ingenomen. Zijn taak
begon met de voorlezing van een eindeloos
aantal mededeelingen, en in dien tijd stroom
de de zaal opnieuw vol met leden. O.a. werd
besloten, morgen te stemmen over de benoe
ming van den nieuwen voorzitter. Natuurlijk
zal oud-minister Van Schaik, die het voor
zitterschap reeds eerder een aantal jaren
en zeker niet zonder talent! vervulde,
nummero één worden geplaatst.
En eindelijk kwam men toe aan de alge
meene beschouwingen over de Rijksbegroo
ting voor 1938. De ware „November-at mos
fee r" was er ook nu nog niet
Zooals in de laatste jaren gebruikelijk ge
worden is, opende ir. Albarda, de sociaal
democratische voorman, het debat. Maar zijn
even gebruikelijke oppositie-rede vermocht
er de ware spanning evenmin in te brengen,
al was er stellig groote aandacht van mi
nisters en leden voor hetgeen de afgevaar
digde als de meening van zijn fractie te
kennen gaf.
De heer Albarda begon met verblijd te
constateeren, dat de verkiezingen een over
weldigende meerderheid voor de democratie
hadden opgeleverd. Opmerkelijk-fel richtte ir.
Albarda zich ook tot de Communisten, waar
van hij zek dat zij, met de fascisten, door
middel van geheime geldmiddelen een groote
verkiezingsactie hadden kunnen voeren, wel
ke echter niet geholpen heeft, ondanks het,
door de Communisten, zich hullen irfeen de
mocratische wade
PROF. AALBERSE.
En voorts, over de N.S.B. sprekend, zei de
heer "Albarda, dat er nog een partij is, welke
gehalveerd werd, namelijk de Liberale, wel
ke haar machtige positie van weleer, z.i. het
gevolg van het toenmaals heerschende ge
brekkige kiesstelsel, voorgoed kwijt geraakte.
Tot de Kabinetsformatie komend, consta
teerde de heer Albarda dat dr. Colijn een
groot, persoonlijk succes behaalde, hetgeen
het optreden van een rechtsch Kabinet ech
ter niet zou rechtvaardigen, aangezien de ze
telwinst voor de Anti-Revolutionnairen voor
een belangrijk o-edeelte "iet van partijgenoo-
ten kwam. Alleen sinds het ministerschap
van dr. Colijn ging-j zij vooruit, voordien
steeds terug. Nu stemden allerlei „kleurloo-
zen" op Colijn.
Volgens den heer Albarda zijn vele kiezers
er „als 't ware ingeloopen", zij stemden op
Colijn als de man van de breede samenwer
king, en kregen den Colijn van de coalitie.
Voorts verklaarde de premier in de Memo
rie, dat hij tijdens de formatie-pogingen gee
nerlei overleg met Kamerfracties heeft ge
pleegd, en naar aanleiding hiervan uitte de
spreker zijn verwondering over die methode,
welke in het buitenland nergens wordt toe
gepast. Op die manier aldus ir. Albarda
heeft de formateur immers niet de minste
waarborgen omtrent den goeden loop van
zaken! In 1925 heeft dr. Colijn zelf ervaren,
wat de gevolgen finnen zijn
Intusschen informeerde de heer Albarda
toch naar de waarde, welke moet worden ge
hecht aan de bezoeken, die dr. Coiijn tijdens
zijn formatie kreeg van de heeren Goseling,
De Geer en Schouten.
Wlstten hun fracties van die besprekingen
werkelijk niets af? vroeg de heer Albarda,
werd er niets behandeld, dat de fracties
direct aanging? Maar wat kwam dan aan
de orde? Werd er soms alleen gepraat over
de huwelijksplannen van Greta Garbo? (Ge
lach).
Ir. Albarda voorspelde verder, dat de ver
schijning van het rechtsche Kabinet oude
tegenstellingen in ons volk wederom zal
verscherpen. Groote, sociale problemen kun
nen alleen gezamenlijk worden opgelost,
riep hij uit.
Ir. Albarda riep uit, dat de Katholieken
hadden moeten opkomen voor een Kabinet
van de vooruitgang. Van fundamenten
van een nieuwe orde is thans niets te be
speuren, vond de afgevaardigde. De Milli-
oenennota bracht een ontgoocheling, -de
Memorie van Antwoord nog meer.
Aangaande de plannen tot versteviging
onzer defensie zette de s. d. leider uiteen,
dat hij aan versteviging wil meewerken,
maar niet blindelings. De grenzen van het
mogelijke moeten z. i. in acht worden ge
nomen.
Voorts wees hij op de jammerlijke gevol
gen van de langdurige werkloosheid van
zeer velen, die heusch niets kunnen „spa
ren", zooals minister Romme meent.
Wij mogen ons volk niet dwingen tot een
troostelooze toekomst vervolgde de afgevaar
digde, en er zijn z.i. twee middelen: tem
pering der defensie-uitgaven en vermeerde
ring der Rijksinkomsten. Voorts: overgang
van zilver naar nikkel in ons muntstelsel.
En voor alles achtte hij noodig: bevordering
van den opbloei van ons bedrijfsleven, wijl
er nog steeds 330.000 werkloozen zijn, en
het niveau der wertyoosheid niet meer
daalt! En ten slotte: versnelde uitvoering
van openbare werken. Het „Plan van den
Arbeid" biedt gelegenheid uit het moeras
te geraken. Anders zal ons volk financieel
en moreel bezwijken!, aldus eindigde de
heer Albarda zijn op ernstigen, soms wat
heftigen toon uitgesproken rede.
Na ir. Albarda sprak vandaag nog alleen
ds. Kersten (S.G.) Deze afgevaardigde was
van oordeel, dat dr. Colijn niet veel ver
schilt van de mannen der oude liberale par
tij; revolufionnairen wil hij tot de Christe
nen rekenen..
De heer Kersten vond voorts, dat de pre
mier het echte Calvinisme verloochende
en zich losmaakte van Gods woord. En door
een en ander treedt aldus de afgevaar
digde Rome steeds driester op.
Zuivelfabriek gedupeerd.
Gistermorgen vroeg heeft de chauffeur
van een melkauto, toebehoorende aan de
Coöperatieve Zuivelfabriek „De Volharding"
te Peize (Gr.) aangifte gedaan van vermis
sing van een bedrag van ongeveer duizend
gulden uit zijn auto.
In de auto bevindt zich een bakje, waarin
in een aantal zakjes een bedrag van twee
duizend gulden was geborgen. Het geld
moest aan verschillende boeren worden uit
betaald. Op een gegeven oogenblik miste de
chauffeur eenige der zakjes, in totaal onge
veer duiz" t guldèn inhoudende.
De polii van Peize en de recherche van
Groningen hebben een onderzoek ingesteld.
Gistermorgen is op den weg naar Lochem,
nabij het dorp Laren, een personenauto,
door een defect aan de stuurinrichting, in
volle vaart op een uit de tegenovergestelde
richting komende vrachtauto van de Gel-
derschOverijselsche Tramweg Maatschap
pij gereden.
In de personenauto zaten de 76-jarige
landbouwer A. Zomer uit Nettelhorst en een
huishoudster. Een 35-jarige zoon van den
landbouwer, de heer H. Zomer, bestuurde den
wagen. De heer A. Zomer werd op slag ge
dood. De heer H. Zomer en de huishoudster
werden zeer ernstig gewond. Zij zijn naar 't
ziekenhuis te Deventer gebracht. De perso
nenauto is geheel vernield. De vrachtamo is
ernstig beschadigd. De bestuurder werd niet
gewond.
Het departement der Marine te Batavia
deelt volgens de N.R.Crt mede, dat de nieu
we mijnenvegers, welke Maandag zijn aan
gekomen, op de reis hebben bewezen volko
men zeewaardig te zijn. De reis bleek een
goede oefenschool, vooral voor hen die voor
de eerste maal naar Indië trokken.
De vier mijnenvegers zullen een nieuwe
divisie vormen.
Géén verhooging van den kinder
aftrek voor groote gezinnen. Ont
werp herziening omzetbelasting
zoo goed als gereed. Geen ophef
fing bankgeheim.
Aan de Memorie van Antwoord der Twee
de Kamer inzake het zevende hoofdstuk b.
der Rijksbegrooting voor 1938 is het volgende
ontleend:
Naar aanleiding van de vraag van eenige
leden of, en, zoo ja, hoe de minister voorne
mens is te streven naar een rechtvaardiger
verdeeling van den belastingdruk, in het
bijzonder naar een verlichting van dien druk
voor de groote gezinnen, deelt de minister
mede, dat de regeering met het bepalen i an
haar gedragslijn dienaangaande wacht op de
voorstellen van de commissie-Fleskens.
Vast staat dat eventueele maat
regelen ten bate van de groote gezin
nen niet zullen moeten bestaan in
verhooging van den kinderaftrek van
de rijksinkomstenbelasting en de
personeele belasting.
Van de Rijksinkomstenbelasting zijn be
lastingplichtigen met resp. 5, 6, 7, 8, 9 en 10
kinderen onder de bestaande regeling van
den kinderaftrek nog vrijgesteld indien hun
belastbaar inkomen blijft beneden resp.
f 1612.50, f 2330, f 2842.50, f 3400, f 3850 en
f 4300. Ook de kinderaftrek voor de perso
neele belasting is naar de meening van den
minister niet voor verhooging vatbaar.
Belastingontduiking en bankge
heim.
De minister is van oordeel, dat al zijn
er ook naar zijn meening wel bezwaren aan
te voeren tegen het bestendigen van het z.g.
bankgeheim de economische nadeelen,
welke uit de opheffing van dit bankgeheim
zouden voortvloeien, van dien aard zijn, dat
hij geheel deelt in het standpunt, door zijn
ambtsvoorganger te dezer zake ingenomen,
ook wat betreft de regeling getroffen inza.ee
het gebruik maken van gegevens verkregen
bij de uitvoering van de zegelwet en de wet
op de couponbelasting.
Personeele belasting.
Voor een-e nieuwe algemeene herziening
van de belastbare opbrengst der gebouwde
en omgebouwde eigendommen acht de mi
nister den tijd nog niet gekomen.
Omzetbelasting.
De mdnister ziet geen weg om de uit de
heffing van omzetbelasting voor 's Rijks
schatkist voortvloeiende bate op andere,
minder bezwaarlijke, wijze te verkrijgen.
Met betrekking tot de technische
herziening van de omzetbelasting-
wet zij opgemerkt, dat de voorberei
ding daarvan thans zoo ver is ge
vorderd dat het ontwerp van wet
dezer dagen het departement van
den Minister zal kunnen verlaten.
In dat ontwerp is niet vervat een
van het bestaande stelsel afwijkende
wijze van heffing waardoor de klein
handelaar in den verkoopprijs de
omzetbelasting verdisconteerd vindt,
wijl dit postulaat juist bij hot be
staande stelsel van heffing van de
omzetbelasting in. het algemeen
reeds is vervuld.
De minister is van oordeel, dat de hef
fing van omzetbelasting op gas behoort te
worden gehandhaafd.
De minister schat de perceptiekosten voor
het Rijk van de omzetbelasting op onge
veer 2^ a3 millioen gulden. Uitgaande
van de raming over 1938 zal de netto op
brengst over dat jaar 72 a 72.5 millioen
gulden bedragen.
Winstbelasting.
Zooals blijkt uit de Memorie van Antwoord
betreffende hoofdstuk 1 der Rijksbegrooting
1938, is de minister van oordeel, dat niet
tot vervanging van de dividend- en tan
tièmebelasting door 'n winstbelasting moet
worden overgegaan.
De minister is tot de conclusie gekomen,
dat de oplossing van het vraagstuk in
eenigszins andere richting moet worden ge
zocht Hij hoopt, dat zijne voorstellen dien
aangaande, belichaamd in een nieuw wets
ontwerp, spoedig aan het oordeel der Sta-
ten-Generaal zullen kunnen worden onder
worpen.
Hoe het kwam, dat verschillende
Eotterdamsche havenarbeiders te
veel loon ontvingen.
De rivierpolitie te Rotterdam was
ter oore gekomen dat er bij de con
trole van havenarbeidersreserve ge
knoeid. werd met stempels en een uit
gebreid onderzoek daarnaar heeft ge
leid tot aanhouding van drie perso
nen die een volledige bekentenis heb
ben afgelegd.
Het zijn twee havenarbeiders, de 39-jarige
A. van N. en de 11-jarige A.T.S. en de 36-
jarige baas A. de V.
Het gerucht ging n.1. dat er losse arbeiders
waren die stempels kregen in hun boekje,
zonder dat zij werk hadden verricht zoodat
zij onrechtmatig loon trokken. De eerste
phase van het onderzoek leidde tot aanhou-
houding van den 39-jarigen havenarbeidei
van X., in wiens boekje voorkwamen twee
stempels, één voor een ochtend en één voor
een middagtaak.
Do man kon echter onmogelijk dien arbeid
hebben vericht, omdat kwam vast te staan,
dat op den betreffenden dag zijn schoon
moeder was begraven, bij welke begrafenis,
bij aanwezig was geweest. De politic infor
meerde belangstellend hoe de stempels in
het boekje kwamen, maar hierop kon hij
geen afdoend antwoord geven.
Hij zeide daarvan niets te weten. Hij had
echter later bij het uitbetalen van het loon
wel gemerkt dat er eigenlijk te veel stond
aangeteekend, maar hij had zijn mond
maar gehouden. De politie vond dit onaan
nemelijk, aangezien er een controle is. De
bazen hebben loonlijsten en de totalen daar
van moeten kloppen met de totalen waar-
voor stempels in de boekjes worden gege
ven. Daaruit trok men de conclusie, dat er
ook ecu baas in de zaak betrokken moest
zijn.
Dientengevolge werd aangehouden de 30-
jarige baas A. de V. die op zijn beurt ook
niet verklaren kon hoe er stempels voor niet
verrichten arbeid in de boekjes konden
voorkomen terwijl ook de bedragen op de
loonlijsten geen verschillen opleverden.
Het onderzoek had inmiddels ook geleid
tot aanhouding van een derden man, den
41-jarigcn havenarbeider A. T. S. Toen deze
echter zijn stempelboekje toonde bleek, dat
er een na gin a uit mankeerde vermoedelijk
omdat daarop ook valsche stompels hadden
gestaan.
Na eens flink aan den tand gevoeld
te zijn bekende S. tenslotte. Hij deelde te
vens mede, dat de stempels met goedvinden
van den baas de V. in hot boekje waren
gezet en bovendien dat de taken door de
zelf waren afgestempeld. De V. kon toen
>ok niet langer ontkennen en vertelde dat
ut een en ander heelemaal uit philantropie
had gedaan. Ook de derde man kon op deze
verklaringen worden vastgehouden.
Vertrek van
Aankomst te
Buizerd
(Rang. 9 Nov.
Singap. 9 Nov;
(heenreis)
Reiger
Alex. 9 Nov.
Napels 9 Nov.
(terugreis)
Wielewaal
Basra 9 Nov.
Jodhp. 9 Nov.
(heenreis)
Pelikaan
Jodhp. 9 Nov.
Bagdad 9 Nov,
(terugreis)
Ibis
A'dam 9 Nov.
Napels 9 Nov.
(heenreis)
Emoe
Band. 9 Nov.
Singap. 9 Nov.
(terugreis)
Valk
A'dam 11 Nov.
(heenreis)
Naar verluidt, rekent men er in Hofkrin
gen op, dat de a.s. blijde gebeurtenis in het
Prinselijk gezin op of omstreeks 6 Januari
1938 zal plaats vinden. (AIKm. Urt.)
Gisteravond omstreeks half negen is een
63-jarige vrouw, die in beschonken toestand
verkeerde, op het Damrak ter hoogte van
de Oude Brugsteeg in de hoofdstad onder
een motorwagen van lijn 22, die op weg was
naar die remise, geraakt. Men is er natuur
lijk onmiddellijk toe overgegaan de tram op
te vijzelen, teneinde het slachtoffer onder
het voertuig vandaan te halen. Nadat men
hierin geslaagd was, bleek, dat de vrouw,
hetgeen zeer zeker een wonder mag worden
genoemd, niets mankeerde.
De geneeskundige dienst, die gewaar
schuwd was, heeft zich dan ook huiten de
zaak gehouden, waarna de politie zich
over de vrouw ontfermde.
Overigens is zij geen nieuwe logé voor de
politie.
Zij staat bekend als spiritus drinkster.
Aiszij haar roos zal hebben uitgeslapen,
laat de politie haar beschermeling los, in
de hoop, dat zij de stoep niet meer zal
verlaten.
Hitier is voorzichtig. Rusland
mag er geen voordeel van trek
ken. Als China eens toetrad
tot het Anti-Kominternpact
De „Times" bericht uit Berlijn, dat poli
tieke waarnemers aldaar de oorzaken trach
ten te ontdekken van de buitenlandsche be
richten, volgens welke Duitschland buiten
de negen-mogendhedenconferentie te Brussel
om op zal treden als bemiddelaar tusschen
China en Japan.
De berichten vinden ongetwijfeld voor een
deel hun oorsprong in de veelvuldige Ja-
panschDuitsche besprekingen ten aanzien
van een verduidelijking van de Duitsche po
litiek van „neutraliteit" in het Chineesch
Japansche conflict.
De Japanneezen meenden, dat het
anti-kominternpact met Duitsch
land hun wel op iets meer recht gaf
dan neutraliteit. Thans schijnen de
beide landen het echter eens te zijn
in de opvatting, dat het niet raad
zaam voor Duitschland is een poli
tiek te volgen, die China in de armen
van Sovjet-Rusland zou drijven.
Om dezelfde reden heeft de Duitsche re
geering er van afgezien de Duitsche
officieren, die in het Cnineesche leger dienst
doen, terug te roepen, alhoewel men eenigen
tijd meende, dat de Japanneezen dit als
voorwaarde zouden stellen. Het hoofddoel
van de Duitsche politiek ten aanzien van het
conflict in het verre oosten is, Rusland te
verhinderen voordeel te trekken uit dit con
flict.
Een delegatie Chineesche officieren is de
vorige week in Berlijn geweest en naar het
schijnt heeft het hoofd van deze delegatie on
derhandelingen gevoerd met Hitleren maar
schalk von Blomberg. Van welingelichte zij"
de wordt nog bericht, dat de Chineezen de
vraag te berde hebben gebracht, of Duitsch
land genegen zou zijn, zijn diensten aan te
bieden, indien de omstandigheden daartoe
gunstig zouden zijn. Het is niet onwaar
schijnlijk, dat daarop het Japansche gezant
schap te Berlijn is gepolst, alhoewel hieraan
niet veel beteekenis moet worden gehecht.
Het Duitsche antwoord aan de Chi
neezen zou behelzen, dat van
Duitschland niet verwacht kan wor
den, dat het als bemiddelaar op zal
treden, tenzij China zich vrijmaakt
van het pact met Rusland. In dat ge
val en bij een eventueel toetreden tot
het anti-kominternpact, zou het, van
Duitsch standpunt bezien, minder
moeilijk zijn met Japan tot overeen
stemming te komen.
r.1?^ schijnt, .dat de „bemiddeling", 'die
uuitschland tot dusver heeft verleend, hier-
oe beperkt blijft. Hoe de Chineezen op dit
ken'] gereageerd hebben, is nog niet be-
NIEUWE DOODVONNISSEN IN RUSLAND.
Het hooggerechtshof van de autonome Rus
sische republiek Abkhasie heeft in een te
soekhoem gehouden zitting tien ambtenaren
l p' republiek ter dood veroordeeld wegens
oo: lereiding van een separatistischen op
stand aanslagen op Stalin en Berian, eten
secretaris der partij in Georgië, en sabotage
I elk gebied van het bedrijfsleven. Drie
beklaagden werden tot 10, 15 en 20
geiangenissfraf veroordeeld.