Beste Jongens en Meisfes
Woensdagmiddag
Vogels in de Winter
Waar blijft het kwartje 1
Een leuk borduurwerkje
Zilvervossen in Noorwegen
EDGAR RICE
BURR OU GH S
We zullen weer eens aan de beantwoording
van de vele briefjes, die van jelui binnenge
komen zijn, beginnen. Het is weer een hele
etapel, hoor! Ja het is nu ook de tfld om te
schrijven. Het is de laatste dagen zo koud
dat het een genot is om thuis bij de warme
kachel te zitten en tussen 2 leesboeken door
eventjes aan den Kindervriend 'm briefie
te pennen of te potloden. Zou 't nog lang
duren voor we op de schaatsen staan' Jullie
hopen natuurlijk allemaal, dat er gauw
Is, maar ik hoop voor al die arme mensen
die er in de wereld zijn en die geen geld
hebben om brandstof te kopen, dat de vries-
tijd lang weg zal blijven en dat, als hij
komt, hij weer gauw verdwijnen zal. Winter
tijd is wel een mooie tijd, maar geef mn de
zomer maar!
De raadsels zijn weer nagekeken en ze wa
ren bijna allemaal goed. Eén vriendje of vrien-
dinneje had weer eens zijn(haar) naam ver
geten. Zijn (haar) oplossingen waren wel
goed, maar hij (zij) kon natuurlijk niet mee-
loten om het boek. Jammer... eigen schuld!
Het boek is gewonnen door:
CORNELIA v. d. VIS,
Peperstraat 29,
Oosterend, Texel.
En nu de beantwoording van de briefjes:
Klaas de Jong is natuurlijk erg blij met
het gewonnen boek. Hij heeft er al een hoob
in gelezen, maar hij zal wel bedoelen, dat hij
er een hoop in gelezen heetf!
Greta van Twuyver. Jij mag volgend
jaar meewerken als we dan weer Kinder
middagen organiseren, hoor. Maar denk
er om, dat je je dan bij eerste oproep aan
meldt!
Dikkie Doorn, Ik hoop voor jou, dat
Sinterklaas je verzoek zal vernemen en dat
je inderdaad een paar boeken (jij bent niet
mis!) krijgt.
Lenie van Amesfoort heeft den Kinder
middag gemist. Nou dan heb je heel wat ge
mist. Lenie, vraag dat maar eens aan je
vriendinnetjes, die er wèl waren. Maar je
kon er niets aan doen, hè. Je raadsels komen
he.us wel aan de beurt en dan mag je de
oplossingen ook intussen. Dat wordt een
gemakkelijke kans op een boek, hè!
Vonnie van Florestein. Dank je voor je
Verkade-bonnen, hoor. En wat het getal 13
betreft, daar geloof ik niet aan. Moet jij
ook niet doen. Van die taart had ik moeten
weten, tjonge, ik had zo graag een stukje
gelust!
Jan Bek. Zo zie je Jan, dat de aan
houder wint. Jij hebt net zo lang op dat
moeilijke raadsel zitten turen, tot je 't vond
en toen was 't nog goed ook! Volhouden,
hoor.
Grietje Blokker, Wat is Sinterklaas bij
jullie thuis gul geweest met chocolade-kik
kers. Bij ons heeft de goede Sint nog niet
gereden, maar het is ook nog wel vroeg, hé.
Henny Blokker. Blij, dat Je er weer
bent, Henny, inderdaad had ik je gemist.
En nu weer regelmatig schrijven, hoor!
Neeltje Blokker. Dat is ons zieke
vriendinnetje, dat zoo graag een boek wil
winnen, 'k Hoop, dat 't gauw gebeurt, Neel
tje, maar ik hoop nog méér, dat je weer
gauw beter zult zijn en dat je ook een rode
neus in de kou kunt halen, zoals ik toen ik
juist even buiten moest zijn. Beterschap,
Neeltje!
Kees Elout. Zo ben jij ook weer terug,
kleine deserteur. Weet je wat dat is Schrijf
't me dan eens in je volgende briefje.
Mary Jurg. Hier heb je 't dan zo lang
verbeide briefje, Mary. Ben je nog naar
„Repelsteeltje" geweest? 't Was leuk, vond
je niet? Groet je ouders van mij, want ik ge
loof, dat ik ze ken. Dag!
Loeki en Leon v, d. Wal, Den Haag.
Gelukkig, dat Leon weer vooruit gaat, Loeki,
't is te hopen, dat hij nu spoedig weer heele-
maal de oude is. Wat 'n strop, dat Ie de
pauwstaarten kwijt bent. De kinderen V Len
Helder gaan ook op zangles, hoor, om van de
Heldersche Courant-Nachtegaaltjes maar
niet eens te spreken!
Jansje?, Den Hoorn. Wat geweldig
leuk van je om me een briefje op rijm te
schrijven. Ik vond 't erg aardig en goed
gedaan.
Comella v. d. Vis, Oosterend. Je bent
weer welkom, Cornelia. Jammer, dat je de
slagzin niet goed had, hé. Nu ontging je de
mooie fiets. Maar nu heb je 't boek gewon
nen, dus ben je tóch een geluksvogel.
Tiny en Beppie Vink. Volgende keer
beter, Tiny en Beppy.
Nan Holtjer, Wieringen. Afgesproken
Jan, je houdt „moedig" vol met het raadsels
oplossen. Je weet 't, de aanhouder wint...
Marietje Weeda. Dank je wel voor je
aanbod, Marietje, maar zilverp apler
spaar ik niet. Zonder papier wel, als je daar
soms te veel van hebt, stuur 't dan maar
gerust, dat vind ik helemaal niet erg.
Bertus Kukuwael. Ik dacht, dat Joost
van den Vondel als een paar jaar dood was,
maar 't bljjkt nu, dat hij zich onder m'n
raadselvriendjes bevind en dat hij zich ook
wel eens... Bertus Kukuwael noemt. Leuk,
die manier waarop jij je bij onze vrienden
schaar aansluit.
Tinl Brouwer. Heb je al van Je tante
in Den Haag gehoord, hog ze je briefjes
vindt? Je krjjgt zeker al een hele verzame
ling, hè. Ik bedoel geen tantes, maar ge
drukte briefjes.
Piet de Koster. J(j bent nog eens een
kei van een voetballer. Of maakte je die
„kool" toen jekieper was?
Rozeknop. Ja, er komen weer bijzon
der aardige dagen. December heeft met al
z'n kou toch ook wel iets gezelligs, hé. Ik
hoop, dat de Sint aan je zal denken. Dag!
Rieka Koningstem. Ik kan me zo voor
stellen, dat je veel pleizier gehad hebt op
de bruiloft van je zust. Is 't stiller thuis, nu
ze weg is?
Annie Moor. Behalve een Joost van
den Vondel hebben we ook een Rembrandt
onder de gelederen en dat ben jij-met-je-
verfloos, Annie. Kim je mij uitschilderen?
Stuur me m'n geschilderd portret dan eens,
wil je?
Theo Grooff. Dank je voor je bonnen,
Theo. Jij bent al een goed zakenman hoor,
maar je wist natuurlijk niet, dat ik het
nieuwe album van Verkade... al had!
Tonny Pottinga. Welkom, Tonny, sluit
je bij ons aan. Je raadsel was goed en daar
uit bleek me wel, dat je 't oplossen van
raadsels wel eerder aan de hand hebt ge
had.
Kuna Visser. Heusch, Kuna, ik lust
geen taart. Kom me maar eens een stukje
brengen en dan zul je zien waar het blijft.
Rita Smit, Hippolytushoef, Dank je
voor je plaatjes en bonnen, Rita. Je mag
even goed een briefje schrijven als je de
raadsels niet op kunt lossen, hoor.
Jan Jans. Lest best, zeg ik altijd maar.
Het laatste briefje is bestemd voor Jan
Jans, die morgen 12 jaar wordt. Ik zal wel
de eerste zijn, Jan, maar ik feliciteer je
toch van harte hoor.
Ziezo, alle briefjes zijn beantwoord en
nu rest mij nog jullie allemaal een prettige
Zaterdag en Zondag toe te wensen. En ver
der: Tot volgende week. Dag alemaalü
KINDERVRIEND.
Goede oplossingen ontvangen van:
Klaas de Jong; Gretha van Twuyver;
Kees Klaassen; M. Klaassen; Dikkie Doorn;
Johan v. d. Pol; W. H. Bouw; Lenie v.
Amesfoort; Vonnie v. Florestein; Annie
Visser; Co Visser; Coba v. Brederode; Rens
Nieuwenhuizen; Jan Bek; Henny, Neeltje
en Grietje Blokker; J. Grötzinger; Nellie
Nieuwdorp; Jac. Nieuwdorp; Kees Elout;
Johanna Geertruida Bronmeyer; Mary Jurg;
Loeki en Leon v. d. Wal; Leontine Coster;
Neeltje, Fritsje en Coentje Coster; Jan en
Reier Jans; Jansje Lap, Den Hoorn; Johan-
nes Corneüs v. Doorn; Tiny en Beppie Vink;
Nan Holtjer, Wieringen; Marietje Weeda;
Eduard v. d. Pol; Bertus Kuhuwael; Tinie
Brouwer; Nelly Visser; Elly en Tillie Bis
schop; Piet de Koster; Joh. de Koster;
Grietje v. d. Wal; Clasina v. Doorn; Henk
Doeleman; Rozeknop; Rieka Koningstein;
Annie Moor; Theo Grooff; Cor de Jong;
Theo Bruning; Tonny Pottinga; Loeki en
Annie Janssen; Henny v. Os; Kuna Visser;
Beppie Veth; Rita Smit; Jantje Koomen;
Tinie Bakker; Nelly Rotgans.
EEN KRUISWOORDPUZZELTJE.
Horizontaal.
1. Ondergrondse
bergplaats.
7. Bereide dieren
huid.
11. Reeds.
13. Een rund.
14. Moeder.
15. Een huisdier.
16. Een dwaas.
17. Een voertuig.
18. Een jong dier.
19. Landbouwwerk
tuig.
22. Jongensnaam.
23. Mama.
Verticaal.
2. Lengtemaat.
3. Jongensnaam.
4. Vorm van het lid
woord de.
5. Daar.
6. Kapper.
10. Mooie geaderde
steen.
12. Tegenst. v. hoog.
14. Hemellichaam.
16. Afkorting.
20. Een verzamel
naam voor een
bepaalde groep
dieren.
21. Legerstede.
22. Jongensnaam.
Woensdagmiddag, vrij van school,
Fijn, een middag spelen,
Jan heeft al een plan gemaakt
En geeft zijn bevelen.
„Rovertje, dat gaan we doen,
Ginder, bij die bomen.
En mijn broertjes, Henk en Rob
Zullen ook wel komen.
Jullie moeten rovers zijn,
Ik zal hoofdman wezen,
Zo doen echte rovers ook,
'k Heb het pas gelezen.
Henk en Bob zijn reizigers
Die gaan wij beroven
En we slepen ze 'naar 't hol,
Op de heuvel, boven.
Touwen nemen we ook mee
Laat die niet vergeten.
Op het marktplein bij elkaar
Daad'lijk na het eten."
EEN „GAS-JUBILEUM".
De stad Baltimore in de Vereenigde Staten
viert dit jaar een jubileum. Het was de
eerste stad'in Amerika, die gas gebruikte
voor bepaalde doeleinden, zowel voor in
dustrieel als voor particulier gebruik. Het
is nu precies 120 jaar geleden, dat daar
van voor het eerst gebruik werd gemaakt.
WATERMELOENEN AAN DE TIGRIS.
In de plantages aan de Tigris in Achter-
Indië komen meloenen voor die meer dan
50 kilo wegen en dat zijn niet eens zeld
zaamheden. Ze schynen heel goed te sma
ken en worden naar verschillende omlig
gende landen uitgevoerd.
EEN RADIJS BLUFT AAN EEN BORD
HANGEN.
Hoe kan dat? Ja, het is eigenlijk maar
een halve radijs. Snijd maar eens een ra
dijsje door midden, dwars door, zodat de
„staart" midden in de ene helft blijft zit
ten. Hol nu die helft een eind uit, voor
zichtig, zodat de rand en de buitenkant
niet beschadigd worden. Nu druk je de bin
nenkant van die uitgeholde radijs plat
tegen een bord, terwijl je de „staart" vast
houdt. Als je hem nu weer loslaat blijft de
halve radijs aan het bord vastzitten, hoe
je het bord ook houdt. Langzamerhand
gaat het radijsje weer bol staan en nog
blijft het hangen, ook al houd je het bord
op z'n kop.
OPLOSSING RAADSEL VORIGE WEEK.
Tentoostelling, stoel, goot, noot, nest,
lente, neen, tien.
JANTJES DROOM.
Klein Jantje ging met grootmoe uit,
En plots'ling zag die kleine guit
'n Man staan met ballonnen.
Klein Jantje wou er niet voorbij:
„Toe, moes, koop er een paar oor mij...!"
Zo was 't gezeur begonnen.
„Een paar?" zei moes, „een paar, weineen,
Als jij 't graag wilt, krijg je er één...!"
Maar Jan was niet tevreden.
„Nu,", zei toen moes, „dan weet ik iets,
Jij bent begerig? Jij krijgt niets!"
En ze nam Jantje mede.
En 's avonds bij 't naar bed toe gaan,
Toen dacht ons Jantje er weer aan,
En 't kleine ventje schreide,
Hij droomde 's nachts, nu raad eens wat?
Dat hij wel vijf ballonnen had.
Wat was het-ventje blijde!
Maar plots'ling gingen z' op de vlucht,
En namen Jan mee in de lucht,
Wat angstig was die stakker!
Hij vloog reeds door de wolken rond,
Toen viel hij eetjsklaps op de grond,
En daarna werd hij... wakker!
Als dat eens echt gebeurd zou zijn?
Ach, Jantjes hoofdje deed zoo pijn,
H\j was uit bed gegleden
En dacht: „Wat 'n nare droom was dat
Ja, moes heeft wel gelijk gehad,
Nooit ben 'k meer ontevreden!"
Ingez. door Annie Moor.
Uit: Mooie Versjes.
Een arme kleine zwaluw had de hele zo
mer met zijn troep gevlogen, had voldoende
voedsel gevonden en zo niets van zijn mis
vormde vleugel gemerkt.
Maar bij de herfstmanoeuvres was geble
ken, dat hij niet lang achter elkaar kon
vliegen.
Toch wou hij mee.
Op de grote reis naar het verre, warme
land, moest hij het echter na een poosje
vliegen opgeven. Uitgeput streek hij neer
en vestigde zich in het verlaten nest van
een paar zwaluwen.
Nu brak er een akelige tijd voor onze
vogel aan. Er waren gure najaarsstormen en
met rasse schreden naderde de winter. Het
voedsel werd schaarser. Op het laatst was
er bijna heelemaal geen voedsel meer.
Hij zat magertjes en bevend in zijn nestje
en als het geen al te slecht weer was, ging
hij voedsel zoeken. Toen er sneeuw geval
len was, vond hij helemaal niets meer. Hij
sprong wel eens op de raamkozijnen en keek
naar de mensen, die wel te eten hadden,
en helemaal niet aan de arme vogeltjes
buiten dachten, die daar zaten te verhon
geren en te verkleumen.
Steeds magerder en zwakker werd ons
arme vogeltje, totdat hij op 't laatst geen
kracht meer had om te vliegen. Zielig zat
hij terneer en dacht aan z'n kameraadjes,
die nu waarschijnlijk heerlijk voedsel had
den en zich zaten te koesteren in de warme
zon en huiverend dook hij weer in 't verste
hoekje van z'n nest, waar hij niet meer uit
op zou rijzen, want nog een paar dagen
later lag hij daar te verhongeren en te ver
kleumen, toen stierf 't arme beestje uitge
put en verlaten.
RIE DE GROOT.
Wim, de kleine goochelaar van onze
familie, vroeg aan een van onze ooms een
kwartje. Hij vertelde, dat hij het kwartje
zou laten verdwijnen voor de ogen van alle
aanwezigen. Hij nam het kwartje aan, tus
sen duim en wijsvinger van zijn linker
hand en legde er met zijn rechter een zak
doek overheen. Dat hadden wij allemaal
gezien. Nu vroeg hij aan een van de an
dere ooms om het kwartje, dat door de
zakdoek heen voelbaar was, vast te houden
Wim haalde een glas water en vroeg oom,
de zakdoek boven het glas te houden en
dan het kwartje er in te laten vallen. Dat
geschiedde. Wij hoorden het kwartje alle
maal in het glas vallen.
Oom mocht nu de zakdoek wegtrekken
en in het glas kijken. Tot zijn grote ver
wondering was er van het kwartje geen
spoor te bekennen, daarentegen liep Wim
naar Oom Jan, van wie hij het kwartje
gekregen had en haalde het muntstuk uit
diens oor, terwijl hij in het geheel niet ln
de nabijheid van oom Jan geweest was.
Je begrijpt, dat wij allemaal heel erg ver
baasd waren en wilden weten, hoe hij dat
kwartje zo netjes weggetoverd had. Maar
Wim vertelde het aan niemand, hij lachte
alleen maar. Ik wilde er echter meer van
weten en toen de visite weg was, vroeg ik
hem, mij het geheim te willen vertellen.
Welnu, luisteren jullie maar goed. Hij
kreeg een kwartje, dat hij met een stukje
kauwgom aan de binnenkant van zijn
hand plakte, terwijl een glasschijfje in de
grootte van het kwartje daarvan werd los
gemaakt. Dit liet hij nu, bedekt door de
zakdoek, door iemand in het glas met
water gooien. Het stukje glas kwam op de
bodem van het glas terecht en was dus
onzichtbaar. Nu liep hij naar oom Jan toe,
had intussen het kwartje weer losgemaakt
en deed nu, alsof hij het uit oom's oor
haalde. Vinden jullie dit geen alleraardigst
kunstje? Denk er echter om, als je wilt
toveren, dat de trucs eerst vele malen
moeten worden geoefend, want er mag
niets aan haperen, want dan weet men
dadelijk hoe de grap in elkaar zit.
Dat is wat voor jullie, meisjes! Een ka
narievogel om te borduren en helemaal
niet moeilijk. Het is heel geschikt om op
een speldenkussen of een inktlap te bor
duren, ook wel op een theemuts, twee
tegenover elkaar bijvoorbeeld. Als je zelf
thuis een kanarie hebt, kun je een aardig
kleedje maken om onder de kooi te leggen.
Op iedere hoek maak je dan zo'n vogeltje,
het gemakkelijkst is 't natuurlijk als Je
niet al te fijne stof neemt, zodat je de
draden goed kunt tellen. Omdat de kanarie
lichtgeel is, zal hij het best uitkomen tegen
een donkere ondergrond. Op het voorbeeld
kun je zien welke kleuren je moet nemen.
Een scheef geteekend kruisje is geel, een
rechtopstaand kruisje, in (le staart, is
zachtgroen of olijfgroen, een hoekje met
een punt erin kun je grijs of ook wel rosé
maken. Het oog staat met een dikke stip
aangegeven, daarvoor kun je één zwart
kruisje nemen. En dan is de kanarievogel
klaar en ziet het voorwerp, dat je ermee
hebt geborduurd er heel aardig uit.
Toen er onlangs een overzicht werd ge
maakt van het kweken van pelsdieren in
Noorwegen, bleek het dat in dat land on
geveer 17000 zilvervossen-fokkerijen zijn
en dat daar jaarlijks niet minder dan
390.000 zilvervossen worden geteeld.
Ik lach, als je zoet naar bed toe gaat
Zoo rond als een appel is mijn gelaat,
En wddr ik kom, dadr geef ik licht,
Want altijd stralend is mijn gezicht.
Wanneer ik soms een deuntje huil,
Ddn kom ik niet, ddn hou 'k me schuil,
Maar slaat mijn booze bui weer om,
Vdst staat 't, dat 'k te Voorschijn kom.
(S. SalomonsSouget).
GEÏLLUSTREERD
VERVOLGVERHAAL
DOOR.
No. 58)
„Tarzan", Jane moest het hardop
zeggen. De ogen boven haar keken
haar verheugd aan. „Ja, ik ben het,
Tarzan uit de jungle om je te ha
len jij, die van me weggevlucht
bent", voegde hij er zacht aan toe.
Ze waren nu buiten het bereik der
vlammen gekomen. De wind was ge
draaid. Het vuur verminderde van
zelf, hij droeg haar naar zijn wa
genzacht, zwijgend reden zij
naar het kamp. Plotseling riep ze
uit: „O, Tarzan, waarom ben je te
ruggekomen?" „Omdat ik Je lief
heb", antwoordde hij gelukkig. „Je
moet mbijn vrouw worden"... Jane
verborg haar gezicht in de handen en
weende bitter. Tarzan werd hartelijk
verwelkomd in het kamp. Terwijl ze
hem overstelpten met dankbetuigin-
gingen, spraken ze er hun verwonde
ring over uit, dat zij hem hier voor
zich zagen. Tot diep in de nacht za
ten zij te praten, vroegen Tarzan van
alerlei over zijn leven en wat hem,
na zijn leven in het oerwoud allemaal
overkomen was. Daarna kwam het
gesprek op de door de piraten gesto
len kist. Tarzan wendde zich tot de
vader van Jane en zei: „Uw schat is
gevonden, sir!" Daarna vertelde hij
wat er gebeurd was. Groot was hun
verwondering en deze werd nog gro
ter, toen Tarzan een chèque ten be
drage van een half millioen gulden
aan Jane overhandigde. Tarzan wens
te de aanwezigen goede nacht en
vroeg de professor te spreken. Hij
verzocht hem, toen ze alleen waren.
zich de begrafenis in de Afrikaanse
wildernis weer voor de geest te wil
len halen. „Waren het alle drie men
selijke skeletten?" De professor keek
hem verwonderd aan.
„Neen," antwoordde hij, „het klein
ste skelet was van een mensaap!"
„Dank u", zei Tarzan rustig. Hij
had nu zekerheid.
(Nieuwe spelling).