tarzan
Een vreeselijke middag
PI
f
G€
Iedgar rice
Beste Jongens en Meisjes
Wetenswaardigheden
burroughs
Iedere avond, voor het naar bed gaan,
etaan er drie van m'n viertal voor dé
schoorsteen te zingen, een heel Sint Nico-
laasprogramma. Kleine Jaap is het sterkst
in zijn versjes, die leert hij op de Fröbel,
school. De anderen zingen hem na en kennen
natuurlijk ook verscheidene versjes, die ze
geleerd hebben, maar niet zoveel als Jaap,
die er wat trots op is, dat hij er zóveel
kent. En als ze dan naar boven gaan, staan
er vier paar schoentjes. Voor die van
Fransje zorgen de broertjes trouw, die hele
kleine schoentjes staan daar ook iedere
avond uitnodigend voor de haard en 's mor
gens, dan hollen ze om het hardst naar be
neden en heffen een soort Indianengehuil
aan, als er iets in zit.
Ja, Sint Nico laas staat vlak voor de deur.
De nachten, die we nog slapen moeten,
kunnen we tellen. Wat een feest zal het
weer worden. Het feest van koek en banket
en speelgoed, dat je nog niet weet.
Vandaag kan ik ook weer een van m'n
vriendjes gelukkig maken met een boek.
Het is:
JOHAN v. d. POLL,
Artilleriestraat 22,
die zo gelukkig was het te winnen. Vlieg
maar als de wind naar kantoor, Joh., je
boek ligt klaar.
Tinie en Beppie Vink. Jullie boffen er
bjj, dat je moeder een dagje de stad uit ge
weest is, Tinie en Beppie, want dat post
papier met dat parmantig stappende jochie
en dat leuke boerenmeiske hebben jullie
daaraan te danken. Je zou bijna wensen, dat
moeder weer gauw een dagje uit ging, want
wie weet wat er dan uit de reiskoffer zou
komen.
Neeltje, Grietje en Henny Blokker.
Wie is er nu eigenlijk ziek van jullie drie
tjes? Neeltje of Grietje of Henny, want dat
kan ik aan dat gezellig geschreven briefje
niet zien, dat met drie namen ondertekend
is. Ik hoop, dat jullie volgende week kun
nen schrijven: „Kindervriend, we zijn alle
drie zo gezond als een pas gevangen schel
vis.
Ria Zomer. Ja, dat komt er van, Ria,
meisjes, die hun naam vergeten, worden
ook in 't Juttertje vergeten.
Dikkie Doorn. Nee, dat vind ik niet
aardig van je, Dikkie, daar eindig je je
briefje aan mij met de „hatelijke" groeten
van Dikkie Doorn. Of was je inkt soms op,
zodat die „r" er niet meer bij kon? Maar
dan had je ook niet die vette inktvlek op
je papier mogen gooien, want daar hadden
minstens drie rrrs van geschreven kunnen
worden.
Rens Nieuwenhuizen. Krijg je wat of
krijg je niets op 5 December, Rens? Het
zal aan den Sint niet liggen, die is royaal
genoeg, als je geweten je dus niet beschul
digt van tal van ondeugende dingen, dan
zou ik maar hoop hebben.
Cornelia Anna Keyser, Den Burg (T.).
Wat een lange, lange brief was dat, Corrie,
dat komt zeker van de verkoudheid. Na
tuurlijk, als je niet verkouden bent, dan
spring je buiten rond en gaat Sinterklaas
tafels kijken, want die zullen er bij jullie
ook genoeg zijn. 't Is maar goed, dat je je
van de week nog niet op het ijs gewaagd
hebt, na die vorst, want ik weet zeker, dat
je dat heel slecht bekomen zou zijn en het
je niet alleen „een verkouden neus", maar
nog iets veel ergers bezorgd zou hebben.
Nelie Grollé. Wat een bof, Nelie, wat
een bof, een leuk spel gewonnen op het
Sinte Maartenfeest. Dan zal dat lichtje van
jou toch ook wel anders geweest zijn dan
gewoon. Ik heb die lichtstoet gezien, na-
tuurijk. 't Was zo'n leuk gezicht, vooral
van boven uit het Raadhuis, waar de bur
gemeester stond. Die vond h®' dan ook wat
aardig van jullie, dat heb je wel gehoord,
toen hij jullie toesprak.
Hans Boogaard. Ik ben het met je
eens, Hans, 't was geen weer om te zwemmen
maar wel om te slapen. In vind het juist fijn
als de hagel tegen de ramen rikketikt en de
storm een treurig liedje zingt, als je in bed
ligt en je weet, dat het 'n meter verder, guur
en koud is.
Henk Lugtenborg. Jouw briefje is
vorige week ook al blijven liggen, Henk, ik
weet niet hoe het komt, maar er zijn ver
scheidene vriendenbriefjes in de bus geble
ven. Heb jullie misschien je oplossing Don
derdag na 9 uur bezorgd. Denk er om, de
briefjes moeten Donderdagmorgens vóór 9
uur in de bus zitten.
Tiny Kreuger, Huisduinen. Ook jouw
briefje is achtergebleven, en dat was nog
dubbel jammer, juist omdat het onze „eer
ste kennismaking" was. Maar enfin, daar is
niets aan te doen en vandaag ben je even
hartelijk welkom in onze „raadselachtige"
kring. Ik hoop natuurlijk, dat jjj ook eens
een taart wint, niet alleen, omdat je moe
der er „gek op" is, maar ook omdat je zelf
water tusschen je tanden krijgt, als je er
aan denkt.
Hans Boogaard, Het raadsel is opge
lost, Hans, je brief was te laat. Dus, je
leven beteren en in het vervolg wat vroe
ger van onze badplaats naar de Koning
straat gesneld.
Trijntje van Strien. Helemaal niet
moeilijk was het raadsel, Trijntje. Natuur
lijk, je moet de raderen van het machientje
daarboven in je hoofd wel aan het werk
stellen, maar dat is goed, anders komt de
roest er maar in en gaat het denken traag.
Kuna Visser. Ja, mijn kindertjes heb
ben ook al enige malen lun schoen niet te
vergeefs gezet, Kuna, ze waren net zo ge
lukkig als jij, toen je beneden kwam en het
pakje er in zag zitten. Fijn is dat, hé?
Gretha v. Twuyver. Een fijne middag
was de kindermiddag, hé? 't Was een
sprookje, dat sprookje en als je je ogen
dicht doet, dan zie je weer de prachtige
kleuren en hoor je de leuke zang en zie je
„Greetje knipogen". Wat lollig deed ze dat,
vond je niet?
Cornelia v. d. Vis, Oosterend (T.), Ja,
jij bent werkelijk een geluksvogel, Corrie,
vooral nu ik lees, dat ze bij jouw thuis nog
nooit iets gewonnen hebben. Een verrassing
was het. Nu, de tyd van de verrassingen
staat weer voor de deur. Een fijne tijd, die
Decembermaand.
Mary Jurg. ,'t Zou leuk zijn, als je zo'n
pop als Greetje voor je Sinterklaas kreeg,
Mary, maar dat zal wel niet gebeuren, want
die kost meer dan honderd gulden.
Rieka Koningstein. 't Was fout, Rieka.
Het schijnt ook inderdaad wat moeilijk ge
weest të zijn, die vraag, maar ja, één moei
lijke vraag mag er wel tusschen doorloopen.
De kip was er het eerst, hoor.
Co Visser. Jij had dezelfde moeilijkheid
als het vriendinnetje hier voor je, Rieka en
had de oplossing ook fout. Maar vandaag
zal het niet zo gemakkelijk gaan een fout
te maken, tenminste als je goed oplet.
Theo Grooff. Dank je wel voor je
Verkade-bonnen. Het aantal is nu bijna
voltallig.
Jongens en meisjes, ik ben aan het eind
van m'n latijn, tot volgende week, dan nog
één nachtje slapen en dan is het
KINDERVRIEND.
OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL.
Goede oplossingen ontvangen van:
Nettie Hoogerwerf; Cornelis Anna Key
ser, Texel; Rens Nieuwenhuizen; Johan v.
d. Pol; Eduard v. d. Pol; Johannes en Cla-
sina v. Doorn; H. Grötzinger; Ria Zomer;
Dikkie Doorn; Stormvogeltje; Beppie Veth;
Nelly Visser; Theo Grooff; Neeltje en Grietje
en Henny Blokker; Jack Nieuwdorp, Henny
van Os; Tiny en Beppie Vink; Theo Bru-
ning; Tillie Bisschop; Ellie Bisschop; Alb.
J. Beneker; Jan Bek; Wim Rijkers.
NIEUWE RAADSELS.
1. Hoeveel maanden hebben 28 dagen?
2. Wie kan in het bos gaan wandelen zon
der zijn huis te verlaten?
3. Welke stenen kunnen niet tegen de
warmte
4. Zoek bloemennamen uit de volgende
zinnen:
a. Neen Jan je raadt 't nooit.
b. Ik schrok, toen de ezel in eens begon
ia - ia te roepen.
c. Ben je nu pas terug, Kees?
Het was een warme middag. De jongens
uit het kleine Engelse stadje D. dat aan
een meer lag, waren dadelijk na schooltijd
gaan zwemmen. Ze doken, ze hielden
zwemwedstrijden en stoeiden in het heer
lijke koele water alsof ze er in thuis hoor
den. Ook Jack Cordon was er die middag,
wat niet vaak gebeurde. Jack was een
magere bleke jongen, die altijd door de
anderen werd geplaagd, omdat hij niet mee
kon doen. Hij was niet sterk, werd gauw
moe, hij kon niet zwemmen, niet voetbal
len, hij klom nooit in bomen, want dan kon
hij zijn kleren wel eens scheuren. Geen
van de jongens had zich ooit afgevraagd,
waarom en waardoor Jack zo anders was
dan zij. Hij was nu eenmaal zo en daarom
moest hij geplaagd en uitgelachen worden.
De meesten wisten wel, dat Jack geen va
der meer had, dat zijn moeder arm was,
dat Jack na schooltijd probeerde om er wat
bij te verdienen door boodschappen te doen
dat hij daarom geen zwemlessen kon ne
men, geen lid kon zijn van de voetbalclub,
en voorzichtig moest zijn met zijn kleren,
dat kwam niet bij hen op.
Jack bleef in het ondiepe water vlak bij
de kant en plaste alleen wat in het water
rond. Hij was er allang aan gewend dat
niemand zich met hem bemoeide, liever
was hij alleen dan door de jongens ge
plaagd en bespot te worden Toen hij zich
aangekleed had en op het punt stond om
weg te gaan, kwamen een paar van zijn
klasgenoten eraan en bleven bij hem staan.
Pete? Harris, de zoon van den dokter, was
er bij en die vond er altijd een bijzonder
genoegen in om Jack te plagen.
„Hei, dooie diender, wat voer jij hier
eigenlijk uit?" riep Peter hem toe. „Je kunt
toch niet zwemmen?" Jack antwoordde
niet, maar wilde weggaan „Blijf maar weg
in 't vervolg, anders moeten we jou op een
keer nog uit het water halen ook, als je
verdrinkt," ging Peter voort.
Jack voelde zich boos worden. „Jullie
weten best dat het niet mijn schuld is", zei
iltlu Olt WH'-
KATOENEN WEGEN.
In Amerika worden tegenwoordig proe
ven genomen met een nieuwe stof om we
gen aan te leggen. Het is een soort katoen
weefsel waardoorheen betonachtige stof
wordt verwerkt De resultaten schijnen
werkelijk goed te zijn In New Yersey heeft
men er al een paar wegen mee bedekt. Het
geeft mooi effen wegen en is ook heel
sterk. Nu de Amerikanen toch te veel ka
toen hebben is dit een prachtige gelegen
heid om die nuttig te gebruiken.
DE TESTAMENTEN VAN BRIGHTON.
In Brighton, de Engelse kustplaats, zijn
in de laatste vier jaar niet minder dan 6
testamenten geopend, waarin stond dat de
overledene grote sommen gelds ter beschik
king stelde voor de verzorging van oude
zeelieden en voor de weduwen en wezen
van zeelieden.
DE MAANVIS.
In de wateren van het Amazone-gebied
kan men een vis vinden, die de vorm heeft
van een maansikkel. De vis kan 15 c.m.
lang worden en heeft de naam van een bij
zonder sierlijk uiterlijk. Om zijn vorm heeft
men hem de naam van „maanvis" gegeven.
hij half-huilend „Ik heb geen tijd om te
leren zwemmen en geen geld, ik moet
immers voor mijn zusjes zorgen!"
„Ja, zo kun je je er wel uit praten" spotte
Peter. „Maar je bent bang. Je durft niet
eens in een boom te klimmen. En wat voer
je 's avonds altijd uit in dat schuurtje van
jullie? Daar zit je nog laat met een petro
leumlamp, ik heb het wel gezien.."
„Ik... ik.stotterde Jack opgewonden,
„ik maak.." Wat maak je?" Een para
chute..," Een daveren^ gelach volgde.
Jack wil vliegen. Dat is iets voor hem. 'k
Heb altijd wel gezegd dat die niet helemaal
wijs was. „En toch maak ik een parachute,"
zei Jack nog eens, zijn stem klonk nu vast
en in zijn ogen lag een eigenaardige
glans „Ik zal jullie tonen dat ik niet bang
ben. Van die rots daarginds zal ik afsprin
gen."
„Van die rots? Maak dat een ander
wijs" riepen de jongens. Maar Jack verze
kerde nogmaals: „Morgen zal ik springen,
kom maar kijken." Hij draaide zich om en
ging naar huis. De jongens haalden de
schouders op en keken elkaar eens aan. Ze
geloofden er niets van.
De volgende middag waren zo goed als
alle jongens bfj elkaar op de rots.-Jack was
er nog niet en ze dachten al dat hij hen
gisteren voor de gek had gehouden, toen ze
hem naar boven zagen komen. In een trek-
kar lag een groot grijzig pak, dat was de
parachute. Zwijgend begon Jack hem op
de grond uit te spreiden. Hij had zijn pa
rachute gemaakt van een oude tuinparasol,
waar hij repen goed aangenaaid had. Van
de rand van het scherm liepen een groot
aantal touwtjes naar beneden en kwamen
bij elkaar in een soort handvat. Ook de
jongens zeiden niets, zelfs Peter zweeg: ze
waren onder de indruk van de ernst, waar
mee Jack te werk ging en verschillenden
hadden spijt dat ze hem zo hadden ge
plaagd dat hij tot dit besluit was gekomen.
Als het nu eens niet goed afliep? Maar wat
moesten ze doen? Zeggen dat hij niet moest
springen en dat ze het niet hadden ge
meend? Zeggen dat ze er spijt van had
den? Maar dat ging toch niet! Wat zouden
de anderen daarvan zeggen.
Jack was intussen vlak bij de rand
gaan staan; hij had het handvat .in zijn
hand en de parachute zelf sleepte achter
hem aan. Zouden ze nu nog? Maar Jack
haalde al diep adem en., daar sprong hij.
Een kreet van de jongens weerklonk. Alles
was nog zo snel en onverwacht gegaan, ze
konden het zelf nog niet geloven.
Maar nu gebeurde er iets waarop Jack
niet had gerekend: De touwen van het
scherm dat over de grond sleepte bleef
hangen aan een vooruitspringend rotspunt.
Jack hing tussen hemel en aarde. De jon
gens schoten toe om hem vast te houden
en weer terug te trekken, maar het was al
te laat.
De touwen, die vast zaten knapten, en Jack
viel met een schok naar omlaag. Gelukkig
kwam de wind onder het scherm en daar
zweefde de jongen langs de rotswand.
Maar door het breken van de touwen was
de parachute scheef geworden en in plaats
van naar het land zweefde Jack nu boven
het meer. Nog enkele ogenblikken., een
plons., de jongens zagen hem verdwijnen
in het water.
„Hij kan niet zwemmen." Peter was de
eerste die het riep. Hij kan niet zwem
men" herhaalde de anderen in grote schrik.
Ze renden langs het pad de berg af,
naar het meer toe. Sommigen sprongen met
kleren en al in het water en zwommen
naar de plaats waar Jack spartelde, ver
ward in de touwen Anderen holden langs
de oever van het meer om een roeiboot te
halen.
De zwemmers kwamen al dichterbij,
maar hoe zouden ze den jongen los maken
en op het land krijgen. Gelukkig van de
andere kant naderden de anderen met een
boot en roeiden uit alle macht. Toen ze bij
Jack aankwamen, was hij al gezonken.
Fred sprong uit de boot en dook naar den
drenkeling Het enige wat hij boven bracht
v.as het zware doek van de parachute,
maar aan de touwen hield Jack zich nog
krampachtig vast. Geen minuut later lag
hij in de boot en roeiden de jongens zo
hard ze konden naar land. Geen teken van
leven gaf Jack meer. Maar Fred en Peter,
die hun reddingsdiploma hadden, begon
nen onmiddellijk met kunstmatige adem
haling en een paar anderen reden vliegens
vlug naar de stad om den dokter en een
auto te halen. Meer dan een uur waren ze
met Jack bezig, bange verschrikkelijke
ogenblikken voor de jongens Toen sloeg
hij een moment de ogen op: hij leefde.
Dagenlang zweefde Jack Gordon tussen
leven en dood. Hij had een err^tige long
ontsteking gekregen en hoge koortsen ver
zwakten hem.
Veertien dagen later mochten voor het
eerst een paar jongens even bij hem ko
men Peter was de eerste die vroeg of hij
mocht gaan. Zijn vader, die alles van hem
had gehoord, begreep dat zijn jongen wat
had goed te maken en stemde toe. Met z'n
drieën mochten ze even bij hem. Verlegen
stonden de jongens voor zich te kijken.
Jack's gezicht was nog veel magerder en
bleker dan ze het kenden en het was of ze
ieder in hun hart een stem hoorden die zei:
„Jouw schuld." Maar Peter begreep dat hij
wat moest zeggen en aarzelend kwam er
uit: „Zeg.eh.Jack, we zijn gemeen
tegen je geweest.. Wil je het ons verge
ven.. eh.. zullen we voortaan kameraden
zijn?"
Een lachje kwam op het gezicht van
den zieken jongen. Hij strekte langzaam
zijn smalle hand uit. „Natuurlijk vergeten
we alles. We zullen kameraden zijn, goede
kameraden, hè, voor altijd!"
De drie jongens drukten de uitgestoken
hand. Het vriendschapsverbond was geslo
ten.
DOOR
No. 3.
Het was middernacht, toen Tar-
zan door de nauwe, afschrikwekken
de sloppen van de Rue Maule naar
huis terugkeerde. Omdat het zo
rustig en donker was, wekte het
herinneringen in hem op aan zijn ge-
liefdeAfrikaanse jvgle. Maar de po-
liefde Afrikaanse jungle. Maar de po-
heel Parijs geen straat is, die men
meer moet mijden, als de duisternis
is ingevallen, dan de Rue Maule.
Stevig voortstappend door het dichte
duister tussen de smerige huizen
van deze buurt, hoorde Tarzan op
eens om hulp roepen. Het was een
vrouwestem, die van de derde ver
dieping van een huis aan de over
kant kwam. Voordat de echo weg
gestorven was, vloog Tarzan de
trappen op om haar te helpen. Ach
ter een deur hoorde Tarzan het
zelfde geschreeuw weer, dat hem
naar boven had doen snellen. Het
volgend oogenblik stond hij midden
in een halfdonkere kamer. Een sme
rige olielamp wierp haar flauw
schijnsel over een dozijn weerzin
wekkende figuren. Het waren allen
mannen, behalve één vrouw, die
tegen de muur gekropen was. „Help
Monsieur," riep de vrouw zacht
tegen Tarzan, „ze willen me ver
moorden Hij zag de sluwe, duivelse
gezichten van beroepsmisdadigers
en bemerkte met verwondering twee
andere dingen. Een was een man, die
stilletjes de kamer uitsloop, het was
Rokoff, zijn gezworen vijand. Het
andere ding was van meer onmid
dellijk belang.
(Nieuwe spelling.),