De boer komt nooit meer vrij Zóó ontvangt Nederland den nieuwen Oranjetelg! Mr, Oud reikt min. Slotemaker Postvluchten op Indië De pater kreeg de rekening Steun aan kleine boeren Bloembollenbandeiaars vragen minimum- exportprijzen een reddingsplank Waarom moet deze familie ons land uit 1 Dokter wil kinderen met wijn voeren Tweede Kamer Dc bezoeken aan Prins Bernhard van langer duur De indeeling van de Wieringermeer China's vastbeslotenheid wekt voldoening De Regeeringspersdienst maakt bekend: met betrekking tot de viering van de te verwachten geboorte van een Prins of van een Prinses heeft de Regee ring o.m. het volgende bepaald: a. De Koninklijke Marine. 1. door Hr. Ms. schepen zal een saluut worden afgegeven ten ge tale van 101 schoten voor een Prins en 51 schoten voor een Prinses. Dit saluut wordt zoo spoedig mogelijk na het bekendworden der ge boorte afgevuurd; met dien verstande, dat indien de geboorte na zons ondergang, gedurende den avond of den nacht plaats heeft, het sa luut direct na zonsopkomst zal worden gegeven 2. 'terstond na het bekend worden van de geboorte c.q. vanaf zons opkomst wordt a./b. van de oorlogsschepen van top gevlagd tot het tijdstip van vlag neerhalen. 3. De dag, volgende op dien van de geboorte, wordt gevierd als een verjaardag van een der leden van het Koninklijk Huis, zonder dat daarbij opnieuw saluutschoten worden afgegeven. b. De Koninklijke Landmacht. 1. Ter plaatse waar de geboorte plaats vindt, zoomede in de stand plaatsen van de bevelhebbers in de militaire afdeelingen ('sGravenhage, Arnhem, Breda en Amersfoort) zoomede te Amsterdam worden eere- schoten afgegeven, ten getale van 101 voor een Prins en 51 voor een Prinses. Deze eereschoten worden zoo spoedig mogelijk na het bekend worden der geboorte afgevuurd; indien de geboorte gedurende den nacht plaats vindt waarvoor te stellen tusschen 22.00 en 7.00 u - te 7.00 u. 2. de dag volgende op dien van de geboorte, wordt gevierd als een verjaardag van een der leden van het Koninklijk Huis, d.w.z. dat na 13.00 u. dienst als op Zondag wordt verricht. 3. Terstond na het bekend worden van de geboorte wordt va.n de kazernegebouwen de nationale vlag uitgehangen. Deze vlag blijft han gen gedurende den daarop volgenden dag. Wat hierboven is bepaald met betrekking tot de viering van den dag volgende op dien van de geboorte, voor de weermacht, geldt mede voor de departementen van Algemeen Bestuur en de daaronder res- sorteerende diensten en instellingen. Wat gezegd werd omtrent het uitsteken van de nationale vlag van de kazernes geldt ovor alle openbare gebouwen. Indien de dag, volgende op dien waarop de geboorte heeft plaats gevonden, een Zondag mocht zijn, wordt de feestviering verlengd naar den onmiddellijk volgenden Maandag. Dit laatste geldt zoowel voor de weermacht als voor de departemen ten van Algemeen Bestuur. Nieuwe oplichterstruc. Er zwerft thans, aldus het Hb., een mian door het land, die een nieuwen oplichters- truc toepast, waarmede hij te Nijmegen reeds succes gehad heeft. Dezer dagen werd des avonds een hotelhouder opge scheld. Toen hij aan het telefoontoestel kwam, hoorde hij een beschaafde stem zeg gen: „U spreekt inet pater dr(volgde de naam van een bekend Nijmeegsch r.k. geestelijke). „Ik heb," zoo ging de stem voort, „op het oogenblik een aantal logeer gasten, maar het aantal slaapkamers is ontoereikend om ze allen te bergen. Wilt u vandaag een van hen logies verleenen en mij dan de rekening zenden?" De hotelhou der verklaarde natuurlijk, dat het in orde zou komen en een kamer werd in gereed heid gebracht voor den te verwachten gast. Het werd twaalf uur 's nachts, maar nog was de logé niet gearriveerd. Men wachtte en wachtte, maar de man kwam niet opdagen. Den volgenden dag schelde de hotelhou der den geestelijke op, die zich uiterst ver baasd toonde, hij wist n.1. van niets Maar de verbazing van den geestelijke zou na eenige dagen nog toenemen, toen hem door een ander hotel een rekening gepresenteerd werd voor logies, ontbijt en een stevig maal van een gast, die daar gelogeerd had in opdracht van den geestelijke. Inderdaad had de onbekende daags nadat hij den eersten hotelhouder tevergeefs had laten wachten, eenzelfden truc uitgehaald bij een andere hotelhouder, doch daar was hij tegen middernacht inderdaad versche nen. Hij had een stevig maal besteld en had zich daarna naar .zijn kamer bege ven. Nadat hij den volgenden morgen met smaak ontbeten had, was hij vertrokken en sindsdien is de man blijkbaar uit Nij megen verdwenen en zal vermoedelijk hier of daar in het land met een soortgelijken truc wel weer opduiken. In Nijmegen schreef hij zich in het nachtregister van het hotel in als Klein Schiphorst, student te Voorburg. Tot nu toe is geen spoor van den man gevonden. Zoo langzamerhand begint in Noordhol land de steunverleening voor de kleine boe renbedrijven meer bekendheid te verkrijgen. Teneinde een vlug verloop te bevorderen, vermelden we hier de namen van het voor dezen tak van dienst in ons district werk zame personeel. Het zijn de heeren D. Otzen, Stationsweg 78, Schagen en P. Houter, Groenveld, St. Maarten. Hun werkzaamheid strekt zich uit tot de gemeenten Anna Pau- lowna, Barsingerhorn, Callantsoog, Den Hel der, Schagen, Wieringen, Wieringerwaard, Winkel en Zijpe. Deze assistenten zijn, op verzoek, steeds bereid ter gemeentesecretarie te assisteeren tijdens het invullen van de vragenlijsten. Dit kan een groot gemak zijn, omdat de as sistent gewoonlijk de bewuste bedrijfjes heeft bezocht. Exporteurs kunnen boven de basisprijzen géén winst maken. Dezer dagen nam de Bond van Bloembol lenhandelaren in zijn algemeene vergadering te Lisse de volgende motie aan: „De Bond van Bloembollenhandelaren in alg. vergadering bijeen te Lisse op 16 De cember 1937, overwegende, dat Uwe Excel lentie ten bate der bloembol lenkwoekerij basisprijzen heeft vastgesteld: dat de „handel" daardoor aan don eenen kant, in zijn inkoop, practisoh gebonden is en daartegenover in het buitenland zonder eenige bescherming gelaten wordt tegenover de felle, onderlinge concurrentie; dat groote kweekers-exporteurs, die voor hun „leverbaar" geen voldoenden afzet heb ben, in het buitenland zullen gaan verkoo- pen voor ongeveer de binnenlandsohe basis prijzen, daartoe gedwongen door onvermijde lijke, onderlinge, ongebreidelde concurren tie; dat daardoor de prijzen zóódanig omlaag gedrukt zullen worden, dat men in hoedanigheid van exporteur (of men nu een groote of kleine, of in 't geheel geen kweekerij achter zich heeft), géén redelijke kans heeft om, boven de basisprijzen uit, winst te maken; dat er door de te lage verkoopprijzen veel minder geld naar Nederland zal komen en de bloembollenstreek dit niet missen kan; Er is voor het lager onderwijs nog wel „iets" in den maak... Minister Slotemaker is heden geëindigd met allen, die zitten te „branden" op de re sultaten van het Onderwijs-debat, in 't bij zonder wat betreft de geruchtmakende kwes tie van de lccrlingenschaal, in hevig onge duld te laten verkeeren. Dat zal wel geen speelsche wreedheid van den patriarchalen bewindsman zijn geweest, maar politieke noodzaak, wijl in den laten middag mr. Oud nog aan het woord was geweest, om den Regeering een goeden wenk te geven. En zooals men weet vergadert 's Maan dags de Ministerraad, zoodat 't mooi uit kwam, de behandeling der hoofdzaak naar de zitting» van a.s. Dinsdag-middag te ver wijzen De rede van ex-minister Oud vormde eigenlijk de hoofdschotel van vanmiddag hoewel ook de heer Tilanus tevoren eenige denkbeelden ontwikkelde, welke den be windsman evenzeer tot gepeinzen zal heb ben gezet. Niet zonder bijzondere belang stelling luisterde men naar den C.H. afge vaardigde, omdat van hóm ten slotte nog afhing, of de Katholieken nergens ter rech terzijde steun konden vinden yoor hun De particuliere secretaris van Z. K. H. Prins Bernhard, Jhr. Mr. C. Dedel, ver strekt ons het volgende communiqué: Gedurende de afgeloopen week heeft de verbetering in den toestand van Prins Bernhard aangehouden. De bezoeken, die Z.K.H. van Prinses Juliana ontvangt, zijn van langoren duur dan tevoren. dat de prijzen te zeer zouden inzakken, het buitenland, met name Engeland, zulke prijzen als ,dumpingsprijzen" zou kunnen aanmerken en het gevaar dan groot is. dat Engeland midden in het verkoopseizoen, zonder voorafgaande waarschuwing, plotse ling tegenmaatregelen zal nemen, die voor het bloembollen vak zeer schadelijk en uiterst gevaarlijk zijn. Verzoekt Uwe Excellentie met den grootsten ernst den handelaars in bloembollen hulp te verschaffen en hen te redden uit den absoluut on- houdbaren toestand, door ten spoe digste minimum-exportprijzen vast te stellen, en gaat over tot de orde van den dag." Vragen aan den Min. van Justi tie, over een uitwijzingsbevel tot eenige uit Duitschland ge vluchte Joden. 16 December jl. heeft de Amster- damsche politie den Jood Kwek- zylber, die met vrouw en kind uit Duitschland naar hier gevlucht was, gearresteerd in verband met een be vel tot uitwijzing van onze Regee ring. De man heeft daarna een po ging tot zelfmoord gepleegd, waar van de gevolgen zoo ernstig wa ren, dat hij in een ziekenhuis moest worden opgenomen. Het Tweede Kamerlid Donker heeft thans aan den minister van Justitie gevraagd, waarom deze aan de familie Kwekzylber de door haar gevraagde vergunning in ons land te mogen blijven, geweigerd heeft en verzoekt den minister zijn beslissing te wil len herzien. In April 1933 i3 de zoon van Kwekzylber. Willy, die verschillende functies had be kleed bij den West-Deutschen Rundfunk en bij de S.P.D. en daarom gevaar liep ge arresteerd te worden, naar ons land ge vlucht. Hij kreeg hier een bedrijfsvergun- ning en huwde een Nederlandsche vrouw. De Kwekzylbers herhaaldelijk door S.A. mannen, lastig geval len. fcijn ouders werden in Keulen herhaalde lijk door S.A. mannen lastig gevallen met viagen naar de verblijfplaats van hun zoon. In Febr. 1937 werd Kwekzylber Sr. op het bureau der Gestapo entboden en uit angst vluchtte hij met zijn echtgenoote en minder jarige dochter naar Nederland, waar zij te Amsterdam gingen inwonen bij Willy en zijn vrouw. Het is nog maar kort geleden dat een Ainsterdamsche firma Kwekzylber Sr. in dienst wilde nemen en volgens den heer Donker levert deze familie hier te lande geen-gevaar voor de openbare orde en rust op. Z.i. zou dit gezin bij een terugkeer in Duitschland groot gevaar bedreigen. Het wetsontwerp, behelzende enkele voor zieningen in verband met de wijziging van het gebied van de Kamers van Koophandel en Fabrieken voor West-Friesland en Hol lands Noorderkwartier door de wet van 31 Mei 1937, werd gisteren zonder debat en zon der hoofdelijke stemming door de Tweede Kamer aangenomen. Zooals bekend, zullen die zaken, in de Wieringermeer, welke thans onder de ge meente Medemblik ressorteeren, en dus in geschreven staan bij de Kamers van Kooph. te Hoorn, bij de instelling van het Open baar Lichaam op 1 Januari a.s. vallen on der de Kamer van Koophandel „Hollands Noorderkwartier" te Alkmaar. Regeering draagt regeling van den Landbouw over aan belang hebbenden. In de vergadering der Christelijk-Histo- rische Kamerkringvereeniging Dordrecht, welke heden te Rotterdam werd gehouden, heeft mr. dr. A.' A. van Rhijn te 's-Graven hage een rede gehouden over de landbouw- crisispolitiek. Spr. ging na, welke beginselen tot de zoo veel gesmade landbouwcrisispolitiek hebben geleid. Sprekende over de bezwaren der land bouwcrisispolitiek, noemde spreker vooral de te groote vrijheidsbeperking en den te ambtelijken opzet. De bezwaren zijn niet ge heel te ondervangen. Het geheele land- en tuinbouwbedrijf werd in 1932 met den onder gang bedreigd. Ongekend drastische maat regelen moesten in zeer korten tijd worden genomen om deze nationalen ramp af te wenden. Bovendien werd een bedrag van bijna 200 millioen gulden als steun uit het landbouw-crisisfonds beschikbaar gesteld. Controle van de overheid op deze uitgaven is uiteraard noodig. Ter verzachting van de hier genoemde bezwaren streeft de minister van Economische Zaken er thans naar om de maatregelen meer door belanghebbenden te doen uitvoeren. Ten aanzien van de con- sumptiemelkregeling heeft de minister voor een groot deel des lands dit doel aanvanke lijk reeds bereikt. Voor andere producten (bloembollen, aardappelen, spek) is de mi nister met belanghebbenden in overleg ge treden. Uiteraard wordt daarbij zoowel met het belang van den producent als dat van den handelaar rekening gehouden. Zuivel baart zorg. Waar dit mogelijk is, wordt tot inper king en afschaffing van landbouw crisismaatregelen overgegaan. Blijkens de memorie van antwoord op de begrooting van hte landbouw-crisisfonds 1938, is se dert September 1936 het bedrag der steun- uitkeeringen verminderd met 54 millioen gulden en het bedrag der heffingen met 48 millioen gulden. In welk tempo dit proces kan doorgaan, hangt geheel af van de prij zen der landbouwproducten. Te dien aanzien is het perspec tief thans helaas weer wat minder gunstig dan eenige maanden gele den. De stagnatie in de algemeene conjuctuurverbeterbig doet ook hier haar invloed gelden. Zoo blijft de toestand in de rundveehouderij niet zonder zorg, weliswaar niet wat de vleeschpositie betreft de ze is dank zij de teeltbeperking voor den landbouw bevredigend maar wel ten aanzien van de zui- velpositie. Intusschen is er nog altijd een zeer groote vooruitgang wanneer men een vergelijking maakt met het diepste punt van de crisis. De wereldprijs voor boter was toen onge veer 30 cent per Kg. terwijl de noteering thans ruim 80 cents bedraagt. Onderlinge gebondenheid. Spr. stond tenslotte nog nader bij de toe komst der landbouwcrisismaatregelen stil. In de troonrede zijn te dien aanzien enkele groote lijnen getrokken. Daarin staat, dat de landbouwcrisismaatregelen, met handhaving van den voor den land bouw nog noodzakelijken prijssteun, zoo veel mogelijk zullen worden beëindigd. Daarnaast zal bevorderd worden, dat nuttige regelingen door de bedrijfsgenooten zelf zullen worden overgenomen en voort gezet of opgebouwd. Hieruit blijkt, dat de regeering geen herstel van den vroegeren toe stand van individueele vrijheid ver wacht. En terecht, want de economi sche ontwikkeling, die niet op haar schreden terugkeert, wijst in de rich ting van meerdere gebondenheid. Van veel belang is de vraag of bij deze gebondenheid de overheid dan Vertrek van Aankomst te Reiger (heenreis) Emoe (heenreis) Rang. 17 Dec. Basra 17 Dec. Singap. 17 Dec. Jodhp. 17 Dec. Wielewaal |Jodhp- 17 Dec. iBagd. 17 Dec. (terugreis) I I Napels 17 Dec. Alex. 17 Dec, Singap. 17 Dec. Rang. 17 Dec. Gier jheenreis) Ibis (terugreis) Nandoe I ^dam J8 Dec. (heenreis) Valk iBand. 18 Dec. (terugreis) I wel het bedrijfsleven de leiding moet nemen. Spreker verdedigt met kracht de organisatie door het be drijfsleven zelf, met niet anders dan een controle der overheid. Dergelijke bedrijfsorganen zullen een vruchtbaar arbeidsterrein vinden. Zoo zullen zij minimum-prijsregelingen kunnen treffen bij den uitvoer van die producten, welke ook in het buitenland worden geproduceerd en daarom worden geweerd wanneer zij te goed- koop worden aangeboden. Ook zullen zij maatregelen moeten nemen voor de verbete ring van de kwaliteit, zoowel voor den af zet in het binnenland als naar het bui tenland. Voorts zullen bij den afgenomen uitvoer naar het buitenland regelingen ter voorkoming van te groote productie voor verschillende artikelen niet kunnen worden gemist. Het is te hopen, dat het bedrijfs leven zich zijn taak ten deze spoedig nog meer bewust zal worden. De redacteur van „Het Zuid-Afritoaan- sche Medische Blad" dr. C. L. Leipoldt, wil proeven nemen om de voedingswaarde van kmelk en wijn vast te stellen. „De grootste moeilijkheid bij alle voe- dingsproeven" zoo zeide hij, „ligt daarin, dat de menschen zoo veel verschillen en dat de persoonlijke factor aan de resulta ten afbreuk doet. Door de proefnemingen te doen met een tweeling, wordt de persoon lijke factor tot een minimum beperkt." Dr. Leipoldt is daarom van plan in zijn blad een advertentie te plaatsen, waarbij een „tweeling voor voedingsproefnemingen'" liefst tusschen 10 en 12 jaar oud; wordt ge vraagd. Tijdens de proeven, die ongeveer een maand zulen duren, hoopt hij iets te ont dekken over de voedingswaarde van wijn voor schoolgaande kinderen. De tweeling krijgt vrije kost en inwoning. Inmideis heeft de secretaris van de Zuid Afrikaansehe geheelonthoudersvereeniging, de geestelijke P. F. Grevling, de proefne ming echter afgekeurd. Hij is van meening, dat de proef wegens het korte tijdsbestek geen wetenschappelijke waarde kan hebben „Zuid-Afrika kan zich eenvoudig niet ver oorloven om, als gevolg van een proefne ming van slechts een maand, den schoolkin deren wijn te verschaffen. Vele kinderen lijden aan ondervoeding, maar indien zij goed te eten zouden krijgen, zou er geen sprake behoeven te zijn van wijn. Een stelsel, waarbij de kinderen regelma tig wijn zouden drinken, kan de bevolking slechts tot drankmisbruik brengen. „Ik heb nooit aan drank verslaafde schooljongens ontmoet", zoo besloot hij, „en ik hoop, dat deze proefneming ons geen nieuwe bedreiging gaat brengen." Uit Hankau wordt gemeld, dat politieke kringen met groote voldoening de door Tsjang Kai Sjek afgelegde verklaring heb ben ontvangen volgens welke de Chineesche regeering vastbesloten blijft den strijd tot het einde voort te zetten. Zij zijn van mee ning, dat deze verklaring niet alleen do Chineesche houding ten aanzien van Ja pan en de wereld heeft gepreciseerd, doch. ook den laatsten slag heeft toegebracht aan zekere officieele Chineesche personen, die nog de mogelijkheid onder oogen wilden zien te onderhandelen over een oogenblik- kelijken vrede. streven, of zij louter met de linkerzijde zou den moeten optrekken, en dat vooruitzicht was natuurlijk wel ietwat benauwend voor de vrienden der rechtsche samenwerking! Welnu, de heer Tilanus liet de Katholie ken niet geheel alleen staan, Hoewel hij be gon met op te merken, dat men wel wat eenzijdig naar het lager onderwijs ziet. Doch de afgevaardigde gaf grif toe, dat de nood onder de werklooze jonge onderwij zers groot is en dat de moeilijkheden in sommige scholen klemmen. En wat mr. Oud betreft, de V.D. leider bleek nog immer „ministrabel" te denken, daar hij 't aanstonds met kracht opnam voor zijn gewezen ambtgenoot, waarbij hij de katholieke opposanten ongemakkelijk om de ooren waschte! Mr. Oud begon met te wijzen op de moei lijkheden, waarin de minister verkeert maar hij sloot zich, wat de klachten over de leerlingenschaal betreft, geheel aan bij de heeren Thijssen en Suring, den toestand niet bevredigend noemende. „Is men te ver gegaan?" aldus de heer Oud, en met deze vraag bedoelde hij niets verwijtends, hoe kon dan ook, wijl de heer Oud als minister mede-verantwoordelijk heid voor de bezuinigingsmaatregelen heeft gedragen, naar hij dan ook onmiddellijk er kende. „Men behoeft elkaar geen verwijten te maken!" riep de afgevaardigde uit, en daarbij keek hij niet naar den miniser achter de groene tafel, doch naar den katholieken hoek. De afgevaardigde bleek van den ernst der kwestie geheel doordrongen en zoo zei de heer Oud als men het niet eens is met iemand als de heer Van Houten (C.D.U.) die namelijk gebrek aan sociaal besef bij de Regeering veronderstelt beteekent dat nog niet, dat men minder hart heeft. Mr. Oud .vroeg zich af, wat ten slotte ten aanzien van de jonge onderwijzers het al ternatief is: gaat het om kweekeling-met- acte of een volledig gesalarieerd onderwij zer? Of om kweekeling of niets?! In dat geval achtte de afgevaardigde het minst- kwade nog 't beste. In elk geval: „er moet iets gebeuren!" riep de heer Oud uit, al is het dan maar 't wegnemen der excessen. En toen kwam de afgevaardigde met zijn „reddingsplank"! Kan de minister nu geen onderzoek toezeggen? vroeg mr. Oud, dan kan de geheele kwestie nog eens worden bekeken en kan het ergste worden wegge nomen! De minister, die toch al steeds sterk met het debat meeleeft, getuige de rukjes en sprongetjes van hoofd en armen!, spitste kennelijk de ooren. En wat de ander nu ging zeggen, zal Z. Exc. wel genoegen hebben gedaan. Mr. Oud zei namelijk, dat hij zich met veel van wat de heer Suring had gezegd kon vereenigen, doch dat hij niet kon billijken de wijze, waarop hij zich tegen dézen minis ter richtte, waar hij vergeet, dat hij daarmee de Kabinetspolitiek in het hart treft! Had de heer Suring dan gewild, aldus verder mr. Oud. dat deze minister de Kabi netspolitiek wijzigde? Maar ook de andere vier katholieke! ministers dragen de verantwoordelijkheid medeSamen uit, samen thuis!" De heer Oud verklaarde niet te weten, wat de heer Suring ten slotte van plan is, maar hij vermoedde, dat het wel bij „booze woorden" zou blijven, welk woord vroolijk- heid in de zaal ontketende. Minister Slotemaker kreeg het woord, doch om slechts, naar hij zei, een gedeelte van zijn rede te houden. De hoofdmoot werd immers tot a.s. Dinsdag bewaard! Minister Slotemaker de Bruine zette uit een, dat zijn^ houding vólkomen klopt met de Kabinetspolitiek, wijl de gehuwde vrouw wel arbeid zal mogen verrichten, als zij kost- winster is. De wet geeft den minister be voegdheid, naar eigen inzicht te ontslaan, en nu zijn er enkele pijnlijke gevallen. Er zijn nog 280 gehuwde onderwijzeressen in dienst, die élke minister in dienst zou hou den, wijl ze kostwinster zijn. Omtrent de resultaten van het onderwijs was dr. Vos niet tevreden geweest. De mi nister wees erop, dat het tekort der resul taten een gevolg kan zijn van een onjuiste geest in het onderwijs, of dat men er niet in slaagt, een behoorlijke selectie naar gees telijke bekwaamheid te maken. De heer Truven (R.K.) die op een meer efectief tuchtrecht van de onderwijzers had aangedrongen, b.v. door een wet, moest vernemen, dat de minister overtuigd is van de moeilijkheden, waarvoor het onderwij zend personeel staat. Maar om de onder wijzers te steunen heeft Z. Exc. altijd tot hen gezegd: Uw tuchtrecht is niet discus- siabel, en ook daarom wil de bewindsman niet met een wet komen. Tucht is een kwestie van persoonlijkheid vond Z. Exc., die vanmiddag goed op dreef was, maar thans zijn rede afbrak. •Dr. Slotemaker was met geen woord in gegaan on de geuite crifiek van de hee ren Wijnkoop (Com..), Woudenberg (N.S. Bi en Kersten (S.G.) Nog rest de mededeeling, dat aan het be gin der vergadering de motie Van Houten nopens de pensioenen van het spoorwegper soneel slechts de stemmen der S.D.A.P. N. S.B., Conim. en C.D.U. haalde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 2