De Marine in 1937
Abonnementsprijzen j
met ingang van 1 Januari 19381
Advertentieprijzen
Zesde Blad
Een groot gedeelte van het Jaar werd door
Marineschepen nabij Spanje geconvoyeerd
Belangstelling van het Koninklijk huis
Het Prinselijk paar naar wie veler gedachten uitgaan
in deze dagen
Dc Marine luchtvaartdienst
in 1937
De
Onderzeedienst tijdens het
afgeloopen jaar
per regel. E
Juttertjes
Commandant en Staf.
De functie van Commandant der Marine,
tevens Commandant van de Stelling van Den
Helder, werd gedurende het afgeloopen jaar
vervuld door den Vice-Admiraaf T. L. Kruijs.
In den Staf hadden vele mutatie's plaats.
De Hoofdofficier van Administratie der 2e
klasse A. van Houte werd benoemd tot Inten
dant der Zeemapht en volgde den Officier van
Administratie 'der le klasse F. A. Kuhn op,
welke Officier tijdelijk met deze functie was
belast.
De Chef personeel van het Commandement
der Marine, de Kapitein Luitenant ter zee W.
A. Jong, werd door vertrek naar Curagao op
gevolgd door den Kapitein Luitenant ter zee
J. C. Cornelis.
De Hoofdofficier van den Marinestoomvaart
dienst der 2e klasse, toegevoegd aan den Com
mandant der Marine, D. W. Kwak werd op
gevolgd door den Hoofdofficier van den
Marinestoomvaartdienst der 2e klasse C. B.
Eenhoorn.
De Adjudant van den Commandant der
Marine, de Luitenant ter zee der le klasse I.
W. Reijnierse, werd door vertrek naar Neder-
landsch-Indië opgevolgd door zijn ranggenoot
B. J. Velderman, terwijl de Secretaris vari den
Commandant der Marine, de Officier van Ad
ministratie der le klasse A. Lensvelt, wegens
vertrek naar Nederlandsch Indië werd opge-.
volgd door den Officier van Administratie der
2e klasse F. C. H. Schlahmilch. De Chef van
den Staf der Zeemacht, de Kapitein Luitenant
ter zee K. W. F. M. Doorman, werd in ver
hand met zijn uitzending naar de tropen ver
vangen door den Kapitein Luitenant ter zee
J. J. A. van Staveren.
Huwelijk Prinses Juliana.
Ter gelegenheid van het Huwelijk van Hare
Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana der
Nederlanden met Zijne Doorluchtige Hoogheid
Prins Bernhard von Lippe Biesterfeld op den
Ten Januari, werd de Marine te 's-Gravenhage
vertegenwoordigd door het Korps Adelborsten,
een Eerewacht bestaande uit een compagnie
Mariniers en Matrozen, waarbij ingedeeld het
vaandel van het Korps Mariniers, de Marine
kapel en een bataljon Marinetroepen.
Het behoeft geen betoog, dat de deelnemers
het als een groote eer hebben beschouwd op
deze wijze getuige te mogen zijn van deze
groote gebeurtenis in ons zoo geliefd Vor
stenhuis en het stemt dan ook tot groote
voldoening, dat het Hare Majesteit de Konin
gin had behaagd Hoogstderzelver tevreden
heid te betuigen over houding en verrichtingen
van alle deelen der weermacht, welke bij de
plechtigheid op den 7en Januari Militaire
eerediensten hadden verricht.
Naar Spanje.
Op den middag van 11 Januari vertrok Hr.
Ms. „Hertog Hendrik" onder bevel van den
Kapitein ter zee H. Jolles uit de haven „Het
Nieuwediep" voor een oefenreis naar de Mid-
dellandsche zee, waar aan boord het jongste
jaar Adelborsten was ingescheept.
Het reisplan werd onverwacht afgebroken
doordat Hr. Ms. „Hertog Hendrik" met spoed
naar de Straat van Gibraltar werd opgeroepen,
teneinde aldaar de Nederlandsche scheepvaart-
belangen te beschermen, die door de zeestrijd
krachten van den Spaanschen Generaal Franco
ernstig bedreigd werden.
Bij aankomst in de Spaansche wateren werd
17 Maart een geregelden convooydienst inge
steld, welke dienst 1 April aan Hr. Ms.
„Java", welke bodem op weg naar Nederland,
door Zijne Excellentie den Minister van Defen
sie telegrafisch was bericht zich met spoed
naar de Spaansche wateren te begeven, werd
overgedragen.
De „O 16" op reis.
Op 11 Januari verliet de nieuwste onderzee
boot Hr. Ms. „O 16", onder Commando van
den Luitenant ter zee der le klasse J. C. van
Waning, eveneens de haven „Het Nieuwediep"
ter aanvaarding van een tocht over den Noord-
Atlantischen Oceaan.
Gedurende deze reis werd de in de Marine
zoo bekende Prof. Dr. Ir. F. R. Vening Meinesz,
in de gelegenheid gesteld zijn wetenschappe
lijke waarnemingen belangrijk aan te vullen.
In Lissabon kreeg Hr. Ms. „O '16" het bevel
zich bij Hr. Ms. „Hertog Hendrik" in de Spaan
sche wateren te voegen, zoodat het verdere
reisplan moest worden afgebroken.
19 Maart stelde de onderzeeboot zich onder
de bevelen van den Commandant van Hr. Ms.
„Hertog Hendrik".
23 Maart verliet de Groep onderzcebooten
Hr. Ms. „O 13" en „O 15" het Nieuwediep. ten
einde Hr. Ms. „O 16" in de Straat van Gibral
tar te vervangen, welke aflossing 1 April
plaats had.
6 Maart en 8 Maart liepen respectievelijk
Hr. Ms. „O 16" en Hr. Ms. „Hertog Hendrik"
onder groote belangstelling behouden onze
haven binnen.
De eerste nieuwe mijnenvegers.
De eerste van een nieuwe serie van 8 Mij
nenvegers, tevens Mijnenleggers, Hr. Ms. „Jan
van Amstel", bestemd voor den Indischen
dienst, werd door den Commandant, de Luite
nant ter zee der 2e klasse J. v. Haga, op
15 Maart in dienst gesteld. Van 12 tot
Maart hadden de kleine Marine Kustwacht
oefeningen plaats.
In de maanden Februari en Maart oefenden
de tot Mijnenleggers omgebouwde PolitieKi-ui-
sers Hr. Ms. „Nautilus" en „Jan van Brakei
als zoodanig in de Zeeuwsche stroomen.
Hr. Ms. „Gelderland", welke bodem geduren
de de wintermaanden in dienst opgelegd v as,
werd op 18 Maart wederom als Artilleiie-
Instructieschip in dienst gesteld, terwijl ^voor
de Artillerie-Opleidingen Hr. Ms. „Gruno aan
dit schip werd toegevoegd.
Als gebruikelijk werd in de Nederlandsche
Zeegaten met Hr. Ms. Torpedoboot „Z
in September vervangen door Hr. Ms.
de Mjjnenleggers Hr. Ms. „Hydra
„Douwe Aukes" en Hr. Ms. „Pantsei
„Frico" in April vervangen door Hr. ms.
„Brinio" voortdurend geoefend.
Door beide Mijnenvegers Hr. Ms. „Hyara
en „Douwe Aukes" werd van 5 tot 10 Mei <-
bezoek aan Bremen gebracht.
Enkele kanonneerbooten alsmede eenige G-
booten werden in de vaart gehouden voor
oefening van matrozen-zeemilicien, vaaroefe-
ning voor adspirantreserveofficier, ten dienste
van de Kustartillerie van de Koninklijke Land
macht en ter beschikking van de'inschietwerk-
zaamheden in samenwerking met het torpedo-
werkschip Hr. Ms. „Mercuur".
Naar Curagao.
Ter bewaking van de West-Indische eilan
den en voor vervanging van Hr. Ms. „Johan
Maurits van Nassau", welke bodem bestemd
werd voor diensten in de Spaansche wateren,
aanvaardden de onderzeebooten Hr. Ms. „O 12"
en „O 14" den 14en April onder groote belang
stelling, waarbij de Marinekapel op het haven
hoofd niet ontbrak, onder bevel van den Lui
tenant ter zee der le klasse J. Beckering Vin-
ckers, de reis naar Curagao.
26 April vertrok Hr. Ms. „Hertog Hendrik",
thans met het oudste jaar Adelborsten aan
boord, voor het houden van een oefenreis naar
de Straat van Gibraltar en het Zuidelijk deel
van den Atlantischen Oceaan o.a. om Hr. Ms.
„Java", welke kruiser Nederland zal vertegen
woordigen bij de Vlootrevue te Spithaed ter
gelegenheid van de Engelsche Kroningsfeesten,
af te lossen.
Na afloop der eerste Militaire vorming op
de Marine-Kazerne te Willemsoord, werden
de miliciens van de voorjaarsploeg na gehou
den inspectie van den Vlootvoogd op 29 April
over de Vloot verdeeld.
Tevens werd op dien dag Hr. Ms. „Friso"
uit dienst gesteld en vervangen door Hr. Ms.
„Brinio".
Hooge onderscheiding.
Op 9 Mei viel de Koninklijke Marine een
hooge onderscheiding te beurt, doordat H.K.H.
Prinses Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard den
wensch te kennen hadden gegeven, teneinde te
Londen de Engelsche Kroningsfeesten bij te
wonen, met Hr. Ms. „Gelderland", onder bevel
van den Kapitein Luitenant ter zee P. B. M.
van Straelen, van de Hoek van Holland naar
Harwich de Noordzee over te steken.
Terug in het vaderland.
3 Mei had te Gibraltar de aflossing van Hr.
Ms. „Java" door Hr. Ms. „Hertog Hendrik"
plaats en den 6en Mei werd de kruiser welke
onder bevel stond van den Kapitein Luitenant
ter zee J. J. A. van Staveren en gedurende
tien jaar bijna onafgebroken in de tropen had
dienst gedaan, onder groote belangstelling,
waarbij zooals gebruikelijk de Stafmuziek op
het Havenhoofd aanwezig was, ontvangen.
Aan kleine herstellingen en beschilderen
van het schip voor de eervolle taak in Enge
land, werd met den meesten spoed begonnen,
zoodat 17 Mei de reis naar Spithead kon wor
den aangevangen.
De Commandant der Marine te Willemsoord,
de Vice-Admiraal T. L. Kruijs, wien de eer te
beurt viel de Regeering bij de Vlootrevue te
vertegenwoordigen, had zich met zijn Adjudant
de Luitenant ter zee le klasse B. J. Velder
man, ingescheept en voerde zijn vlag geduren
de deze reis aan boord van Hr. Ms. „Java".
Hr. Ms. „Nautilus" ving 3 Mei, na gereed
te zijn gemaakt tot Visscherij Politiekruiser,
met de uitoefening van Politietoezicht op de
Noordzee aan.
Het Prinselijk Paar op de „Java".
21 Mei, den dag na de Vlootrevue door Zijne
Majesteit Koning George VI van Engeland,
vertrok Hr. Ms. „Java" van de reede Spithead
naar Harwich, daar het Prinselijk Paar den
wensch te kennen had gegeven ditmaal met
dien kruiser naar het Vaderland terug te
keeren.
Hunne Koninklijke Hoogheden Prinses
Juliana en Prins Bernhard met gevolg, embar-
keerden 22 Mei ten 1100 te Harwich en
debarkeerden onder groote publieke belang
stelling ten 2000 met de gebruikelijke honneurs
van Hr. Ms. „Java" te IJmuiden.
Zoowel op de heenreis met Hr. Ms. „Gelder
land" als op de terugreis naar het Vaderland
werd geconvoyeerd door Hr. Ms. „Z. 5".
Onmiddellijk na aankomst in de haven van
het Nieuwediep werd een aanvang gemaakt
met de moderniseering van Hr. Ms. „Java" en
het schip uit dienst gesteld.
Tewaterlating „Tromp".
Door Hare Majesteit de Koningin, vergezeld
van Zijne Koninklijke Hoogheid Bernhard
Prins der Nederlanden, werd op 29 Mei, nadat
het Hooge gezelschap met de in den oorspron-
kelijken vorm vernieuwden Koningssloep, ge
roeid door matrozen der le klasse, het IJ was
overgestoken, onder groote belangstelling de
Flottieljeleider,, Tromp" te water gelaten.
Voor de oefening van het 2e en 3e jaar
Adelborsten werd evenals de vorige jaren Hr.
Ms. „Van Meerlant" van 1 Mei24 Juli, onder
bevel van den Luitenant ter zee der le klasse
T. F. Walma van der Molen, in dienst gesteld.
In de Straat van Gibraltar werd 21 Mei Hr.
Ms. „Hertog Hendrik" vervangen door Hr. Ms.
„Johan Maurits van Nassau", zoodat eerstge
noemde bodem zijn oefenreis kon vervolgea
en het schip 1 Augustus wederom onze haven
kon binnen loopen.
Hr. Ms. „Jan van Brakei" werd 26 Mei
wederom ingericht voor Visscherij-Politie-
kruiser, zoodat ook aan dit schip het visscherij-
toezicht werd opgedragen.
Door beide Politiekruisers Hr. Ms. „Nauti
lus" en „Jan van Brakei" werden in het afge
loopen jaar verschillende buitenlandsche haven
plaatsen aangedaan.
26 Mei werden de Mijnenvegers Hr. Ms.
„Abraham Crijnssen" te Schiedam en Hr. Ms.
"pieter de Bitter" te Rotterdam in dienst ge
steld. Hr. Ms. „Gelderland" verbleef van 8
14 Juni in Amsterdam, in verband met het
bezoek van de Koninklijke Familie aan de
Hoofdstad.
Door de bemanning van genoemden bodem
werd op meerdere dagen de eerewacht voor
het Paleis op den Dam betrokken.
Des avonds werd het schip geïllumineerd
en had zoeklichtspel plaats.
Hr. Ms. „Eland Dubois" werd 21 Juni te
Schiedam in dienst gesteld.
Hoog Chineesch bezoek.
Van den 4en8sten Juli bracht Zijne Excel
lentie de Minister van Marine van de Chinee-
sche Republiek, de Admiraal Chen Shaó Kwan,
vergezeld van zijn Adjudant, een bezoek aan
Nederland, waarbij de Admiraal op 5 en 6 Juli
aan verschillende Marineinstellingen te Den
Helder een bezoek bracht.
Gedurende dien tijd was Zijne Excellentie
de gast van Vice-Admiraal T. L. Kruijs.
De wedstrijden van de „Koninklijke".
De jaarlijksche wedstrijden van de Konin
klijke Marine Jachtclub hadden op 9 en 10 Juli
onder hooge belangstelling plaats. Zijne
Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard vereerde
de Koninklijke Marine te Den Helder met een
bezoek, waarbij den Vice-Admiraal en Me
vrouw Kruijs-Koumans de hooge onderschei
ding te beurt viel, gedurende twee dagen Zijne
Koninklijke Hoogheid als gast. te mogen be
schouwen.
Bezoek Prins Bernhard.
Na het leggen van een krans op het Monu
ment „Voor hen die vielen" en op het Monu
ment op het Helden der Zeeplein, hetgeen
onder groote belangstelling van het publiek
plaats vond, scheepte Zijne Koninklijke Hoog
heid zich den lsten dag aan boord van Hr. Ms.
„O 16" in en werd, onder bevel van den Lui
tenant ter zee der le klasse J. C. van Waning,
dien dag een vaartocht buitengaats onder
nomen, waarbij gedurende eenige uren onder
water werd gevaren.
Daarna had een bezoek plaats aan het Ko
ninklijk-Instituut voor de Marine, alwaar
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard
zich persoonlijk van de opleidingsaangelegen
heden tot zee-officier op de hoogte stelde.
Des avonds had een Corpsdiner van Marine
officieren in de Marineclub plaats.
Den volgenden dag werden de zeilwedstrijden
aan boord van Hr. Ms. „Mercuur" bijgewoond.
Daar Zijne Koninklijke Hoogheid den wensch
te kennen had gegeven, een bezoek te brengen
aan een Marine-Vliegkamp, werd ter reede
overgestapt op een der jachten van de Konin
klijke Marine-Jachtclub welk jacht, gevolgd
door de Admiraalssloep, naar het Vliegkamp
„De Mok" zeilde.
Het is wel duidelijk, dat deze hooge belang
stelling door de geheele Marine en zeker door
de schepen en inrichtingen welke werden be
zocht, ten hoogste gewaardeerd werd.
Dien middag had de prijsuitdeeling van de
zeilwedstrijden op de Marineclub plaats, waar
bij Zijne Koninklijke Hoogheid zich bereid
verklaarde de prijzen persoonlijk uit te reiken.
Op den namiddag van 19 Juli werd de
mijnenveger Hr. Ms. „Willem van Ewijck",
bestemd voor den dienst in Nederland, in
dienst gesteld.
In de tweede helft van Juli en in de maand
Augustus viel de periode, waarin aan het
Marinepersoneel het jaarlijksche zomerverlof
werd verleend.
De dienst van Hr. Ms. „Johan Maurits van
Nassau" in de Straat van Gibraltar werd van
16 tot 23 Augustus waargenomen door Hr. Ms.
„Nautilus".
Aan een Luchtverdedigingsdag te 's-Graven
hage op Zaterdag 21 Augustus werd door een
aantal watervliegtuigen van het Vliegkamp
„De Mok" deelgenomen.
Bezoek „Gorch Fock".
Van 30 Augustus tot 4 September verbleef
het Duitsche opleidingsschip „Gorch Fock",
alwaar een 180 Adelborsten waren inge
scheept, in onze haven. Dat de goede ont
vangst door de Nederlandsche Marine, als
mede door de burgerij van Den Helder van
Duitsche zijde zeer geapprecieerd werd, mag
wel blijken uit de spontane zanghulde met
fakkelverlichting, die honderd Duitsche Adel
borsten den laatsten avond van hun verblijf
te Nieuwediep aan den Vice-Admiraal Kruijs
brachten.
Vertrek mijnenvegers.
Het vertrek naar Nederlandsch-Indië van
de divisie mijnenvegers onder bevel van den
Luitenant ter zee der le klasse Jhr. J. F. W.
de Jong van Beek en Donk, had op 23 Augus
tus uit Den Helder plaats, terwijl op den 30en
Augustus uit de haven van Vlissingen
definitief de groote reis aanvaard werd.
Ter gelegenheid van den verjaardag van
Hare Majesteit de Koningin werd op 31 Augus
tus een groote parade aan den wal gehouden,
waarbij de inspectie plaats vond door den
Vice-Admiraal T. L. Kruijs. Na afloop der
parade vond de ontvangst van Officieren van
Zee- en Landmacht ten Stadhuize plaats, waar
door den Burgemeester van Den Helder een
rede werd gehouden.
Hr. Ms. „Gelderland" was dien avond ge
ïllumineerd en gaf een zoeklichtspel.
3 September installeerde de Commandant
van het Koninklijk Instituut voor de Marine
de nieuw aangestelde Adelborsten, waarna het
Korps Adelborsten, de traditie getrouw, een
marsch door de stad maakte.
Op Dinsdag 7 September werden de nieuw
benoemde Officieren door den Commandant
der Marine beëedigd, waarbij de belangstelling
zeer groot was.
In verband met de vele buitenlandsche dien
sten, welke van het materiaal en personeel
werden gevraagd, konden de gebruikelijke
jaarlijksche gezamenlijke oefeningen geen
doorgang vinden.
Van 814 September werden de groote
Marine Kustwachtoefeningen gehouden, waar
aan door vele eenheden werd deelgenomen.
Op Maandag 13 September werden de beide
mijnengevers Hr. Ms. „Pieter Florisz" en „Jan
van Gelder" in dienst gesteld.
Hr. Ms. „Hertog Hendrik", welke bodem
zich gedurende de maanden Augustus en Sep
tember in onderhoud bevond en waarvan het
commando op 16 September door den Kapi
tein-Luitenant ter zee L. F. Klaassen werd
overgenomen, was 22 September wederom ge
reed tot vertrek naar zee. Ditmaal werd een
oefenreis gehouden naar de Noord-West Afri-
kaansche kust en de eilanden van den Atlan
tischen Oceaan.
Voor de aflossing van de groep onderzee
booten Hr. Ms. „O 12" en „O 14" in West-
Indië werd Hr. Ms. „Gelderland" in October
voor den dienst in de tropen gereed gemaakt
en verliet dit schip op 28 October de haven
van Den Helder, waarbij de Stafmuziek het
vertrek opluisterde met het volkslied en
marschen.
De laatste mijnenveger voor den Nederland-
schen dienst, Hr. Ms. „Abraham van der
Hust", werd op Vrijdag 15 October door den
Luitenant der le klasse J. M. Logger (tevens
Divisiecommandant van de hier te lande aan
wezige mijnenvegers) in dienst gesteld.
De zeemiliciens van de najaarsploeg werden
na beëindiging van de eerste oefening en na
gehouden inspectie door den Vlootvoogd op
den 30sten October over de verschillende
schepen en inrichtingen verdeeld.
Op Zaterdag 30 October werd door eenige
vliegtuigen van de Vliegkampen „De Kooy"
en „De Mok" deelgenomen aan een demon
stratie bij den Luchtverdedigingsdag te Am
sterdam, waarbij Z.K.H. Prins Bernhard van
zijn belangstelling blijk gaf.
Onder groote belangstelling keerde op 17
December Hr. Ms. „Hertog Hendrik" en op
24 Degember Hr. Ms. „O 12" en „O 14" terug
in de haven „het Nieuwediep".
Sport.
Ten slotte zij nog vermeld, dat het Marine
personeel in het afgeloopen jaar op sport
gebied vele mooie resultaten boekte, onder
anderen bij de kampioenswedstrijden, schiet-,
scherm- en voetbalwedstrijden. Het groote
succes behaald bij de Vierdaagsche Afstands-
marschen getuigt, dat het Marine-personeel
op sportgebied het noodige presteert.
Ook het zeilseizoen bracht voor de zeilers
gelegenheid elkaar te bekampen, waarbij ver
meld dient te worden de mooie overwinning
van den Luitenant ter zee der 2e klasse B.
Poortman op de internationale wedstrijden te
Hamburg, behaald met het zeilen met star-
jachten.
Het afgeloopen jaar was voor den Marine-
Luchtvaartdienst een jaar van groote inspan
ning. De versterking van dit onderdeel der
weermacht, de aanbouw van nieuwe toe
stellen, enz., stelde uiteraard den eisch, dat
ue personeeie voorziening daarmede gelijken
tred hield.
Alle opleidingen, zoowel tot vliegr, waar
nemer, vliegtuigmitrailleurschutter, vliegtuig
maker, enz., werden met kracht voortgezet.
Het aantal in opleiding zijnde vliegers en waar
nemers, zoowel op het vliegkamp „De Kooy"
als op vliegkamp „De Mok" was grooter dan
ooit te voren. Dank zij de voorbeeldige mede
werking van allen verliep alles vlot.
Ernstige ongevallen had de M.L.D. dit jaar
in Nederland gelukkig niet te betreuren. Het
materieel hield zich goed.
Op „De Kooy" werd al het overgangs-
materieel vervangen door een aantal F.K. 51-
toestellen; de vervanging der eerste lestoestel-
len zal zeer spoedig plaats vinden.
Op „De Mok" is eveneens vervanging der
watervliegtuigen voor eerste lesdoeleinden en
de uitbreiding der 5 persoonstoestellen in een
vergevorderd stadium.
Alle C XI-W catapultvliegtuigen werden
opgeleverd: met deze toestellen, evenals met
de T IV zware bommenwerpers, bestemd voor
Nederlandsch-Indië, werden vele proeven ge
nomen.
11 Januari 1937 vertrok Hr. Ms. „O 16",
cdt. luit. ter zee le kl. C. J. W. van Waning
voor een vlagvertoonreis naar Washing
ton, alwaar via Horta, Hamilton (Bermuda)
en Norfolk op 15 Febr. werd aangekomen. Op
25 Febr. werd de terugreis aanvaard over
Ponte Delgada en Lissabon, in welke laatste
plaats opdracht werd ontvangen ter bescher
ming van de Nederlandsche handelsbelangen,
op te stoomen naar Straat Gibraltar, alwaar
van 19 Maart tot 1 April werd gepatrouilleerd.
Na aflossing door groep I onderzeebooten werd
naar Den Helder teruggekeerd en aldaar op
6 April binnengeloopen. Deze reis werd tot
Lissabon medegemaakt door Prof. Dr. Ir. F. A.
Vening Meinesz, voor het verrichten van
zwaartekracht-metingen.
Inmiddels was op 23 Maart groep I onder
zeebooten, bestaande uit Hr. Ms. „O 15" (cdt.
luit. ter zee le kl. B. C. M. Schouten) en Hr.
Ms. „O 13" (cdt. luit. ter zee 2e kl. M. A. J.
Derksema) onder commando van luit. ter zee
le kl. A. Molenaar naar de Spaansche wateren
vertrokken, ter aflossing van Hr. Ms. „O 16".
Beide booten kwamen 29 Maart in Straat Gi
braltar aan en bleven er gedurende 21/2 maand
rondkruisen. Hoewel het convoyeeren voor
namelijk door de aldaar gestationneerde boven
water strijdkrachten geschiedde, werden tij
dens brandstofladen e.d. van deze schepen door
de onderzeebooten Nederlandsche koopvaar
dijschepen door de Straat geleid. Tijdens het
verblijf in de Spaansche wateren liepen de
onderzeebooten eenige malen Gibraltar en een
maal Oran binnen. Hr. Ms. „O 13" keerde op
8 Juni; Hr. Ms. „O 15" op 24 Juni in Nieuwe
diep terug. Als bijzonderheid kan nog ver
meld worden, dat op deze tocht Hr. Ms. „O
15" het record van Hr. Ms. ,,K XVIII" brak
door 24 etmalen onafgebroken in zee te blij
ven.
Op 25 Maart werd het commando van den
onderzeedienst door kapt. ter zee L. A. C. M.
Doorman overgedragen aan den kapt.-luit. ter
zee J. G. van den Berg.
14 April vertrok groep II onderzeebooten.
Samengesteld uit Hr. Ms. „O 12" onder com
mando van luit. ter zee le kl. J. Beckering
Vinckers, tevens groepscommandant en Hr.
Ms. „O 14" (cdt. luit. ter zee 2e kl. G. B. M.
van Erkel) naar West-Indië ter aflossing van
Hr. Ms. „Johan Maurits van Nassau".
6 Mei werd te Curagao aangekomen.
9 Juli maakte, tijdens de jaarlijksche zeil
wedstrijden van de Kon. Marine Jachtclub
Z. K. H. Bernhard, Prins der Nederlanden, met
Hr. Ms. „O 16" een vaartocht op de Noordzee.
Bij deze gelegenheid voer Z. K. H. voor het
eerst met een Nederlandsche onderzeeboot
onder water.
26 November vertrok de in West-Indië ge
stationneerde groep II onderzeebooten uit
Curagao ten einde de thuisreis te aanvaarden.
24 December liepen Hr. Ms. „O 12" en „O
14" Nieuweidep binnen. De terugreis uit
West-Indië werd medegemaakt door Prof. Ir.
F. A. Vening Meiniesz aan boord van Hr. Ms.
„O 12", wederom voor het doen van zwaarte
kracht-metingen,
a
j per week: 15 cent j
j per kwartaal: stad:f 1 85 j
omtrek: f 1.90 E
post: f 2.50
Indië, zeepost: f 2.50 5
Buitenland f 5 50 i
a
20 cent per regel, bij:
contract belangrijke!
korting. I
Familieberichten 20 cent
m
a
a
(kleine advertenties voor In-
en verkoop van particulieren): E
bij vooruitbetaling:
1-4 regels 40 cent j
elke regel meer 10 cent!
indien niet vooruit betaald:
1-4 regels. 60 cent j
elke regel meer 15 cent: