©I
I ?iEiy<S= I
I K
TARZAN
Verslapte hoogspanning
te Baarn
China blijft
mobiliseeren
\e*
Radioprogramma
de don juan
EDGAR RICE
BURROUGHS
Karnverbod ingetrokken
Britsche scheepvaart
op de Jangtse verboden
Mussert vandaag voor
het gerecht
Uit onze Omgeving
£■••■•••■1 ■■■■■■•••«■mtaiiiiaii
DOOR
No 37.
Tarzan beschouwde zichzelf als verloren,
toen de priesters twee rijen vormend naar
hem toe kwamen. Opeens ontstond er echter
een zekere opschudding, onder hen. Een
zwaarljjving persoon, die er als een gorilla
uitzag, trachtte een kleinere van zijn plaats
in de rij te verdrijven. Tarzan hoorde hem
grommen en morren, toen La, de Hoge prie
steres hem beval terug te gaan. Boven Tar
zan staande, begon La een toverformule uit
te spreken, terwijl zij langzaam haar dun,
scherp mes ophief. Het duurde een eeuwig
heid voor haar arm omhoog was en zij 't mes
boven zijn onbedekte borst hield. Langzaam
kwam het naar beneden. Hij hoorde de stem
van de woedende priester reeds luider en
luider klinken. Tarzan draaide zijn hoofd in
de richting van dit geluid en zag dat de logge
priester op de priesteres toesloop, klaarblijke
lijk met de bedoeling haar te overvallen. Dat
zelfde had Tarzan vele malen in zijn eigen
troep meegemaakt. Er was nauwelijks een
van de leiders in het oerwoud, die niet op deze
wijze sneuvelde. De priester was krankzinnig
geworden. Met vreselijke kreten van woede
ging hij te keer, sloeg en beet als een razende
om zich heen en maakte tal van slachtoffers.
Gedurende dit toneel stond La met opgeheven
mes voor Tarzan, haar ogen vol schrik ge
vestigd op de krankzinnige, die dood en ver
derf onder haar volgelingen zaaide. Als ver
lamd van schrik en ontzetting stonden de
volgelingen van La dit toneel machteloos aan
fp 7jpr|
(Nieuwe spelling.)
De telex-toeslellen worden zorg
vuldig bewaakt.
Toen in het badhotel te Baarn, het hoofd
kwartier van de wachtende hofdignitarissen
officieren en journalisten van allerlei plui
mage, de mededeeling van Prinses Juliana's
geneesheer bekend werd, en het dientenge
volge in de hersenen der wachtende pers-
menschen klaar werd, dat hun verblijf te
Baarn nog lang zou kunnen duren, viel er
een zekere ontspanning waar te nemen.
De aankomst van H. M de Koningin, dc
aankomst tevens van verschillende hogdigni-
tarissen, het bezetten van het „bijkantoor"
van het A.N.P., de aankomst van verschil
lende anderen, wier aanwezigheid met de
blijde gebeurtenis in verband kon worden
gebracht, dat alles had de stemming ge
wekt, dat het nu ernst ging worden. Met
grooter waakzaamheid werden de telextoe
stellen in het oog gehouden. Zenuwachtige
naturen waren zelfs des nachts op een ge
droomd geluid uit bed gesprongen.
En toch ging er niemand van de wachten
den naar Amsterdam. Men kan immers
nooit weten.
Hoe Indië medeleeft.
Nadat in Ned. Indië iedereen zich reeds
onbewust had ingesteld op de mogelijkheid,
dat de blijde gebeurtenis nog slechts een
kwestie van een of twee dagen zou zijn,
zoodat met koortsachtige haast aan de ver
sieringen en de uitwerking van program
ma's werd gewerkt .veranderde de situatie
ook hier geheel door de gisteren bekend ge
worden conclusie van dr. de Groot, waar
door eenerzijds de spanning wordt vergroot,
en anderzijds nog verder gelegenheid wordt
geopend tot perfectie van de voorbereidin
gen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van
het al-oude bamboemateriaal voor eerepoor
ten, waarnaast in ruime mate van produc
ten van de moderne techniek gebruik wordt
gemaakt.
Batavia wordt reeds nu gekenmerkt door
een feestelijke sfeer, niet alleen door de
hier en daar ontstoken proefverlichting,
doch vooral door de stemming van het pu
bliek, dat de blijde gebeurtenis welhaast
nog intensiever tegemoet ziet dan een jaar
geleden de huwelijksfeesten.
Men deelt ons rmede, dat door de wijziging
van het Crisis-Zuivelbesluit 1935 bij K.B. van
den 21stcn December 1937, staatsblad no.
678 formeel het z.g. karnverbod is ingetrok
ken.
Dientengevolge behoeven de karnen niet
meer verzegeld te zijn. Belanghebbenden
kunnen thans zelf de karnen ontzegelen.
De Chineesche autoriteiten te
Kanton hebben op 11 dezer een
proclamatie uitgevaardigd, waarbij
de geheele bevolking van Kwan-
toeng met inbegrip van de vrouwen
wordt gemobiliseerd, zulks naar aan
leiding van de geruchten over een
a.s. aanval van de Japanners. Alle
mannen van 18 tot 40 in de provin
cie worden ingelijfd onder leiding
van een waakzaamheidscomité. Zij
worden bewapend. Alle vrouwen
worden ingelijfd bij een corps ten
dienste van het leger en bij den me-
dischen dienst.
De Britsche scheepvaart op de
Jangtse verboden.
Japan heeft de Britsche marine-autoritei
ten te Sjanghai doen weten, dat het niet
langer de vaart van niet-Japansche koop
vaardijschepen op de Jangtse kan toestaan.
De Britsche regeering erkent niet het recht
van Japan om zich te bemoeien met de Brit
sche scheepvaart op de Jangtse.
De Engelsche regeering is op het oogenblik
in correspondentie met de Japansche autori
teiten over de vrijheid van scheepvaart op
de Jangtse. Het En<relsche standpunt is dat
de vaart in beide richtingen ook thans nog
voor schepen van alle nationaliteiten volko
men vrij is en buiten den oorlogstoestand
omgaat. De Britsche regeering zal dan ook
geen belemmering van de rechten van on
der Engelsche vlag varende schepen dulden.
Tsingtau door Japansche troepen
bezet.
Na de landing van Japansche troepen is
de toestand in Tsingtau kalmer geworden.
Men verwacht, dat binnenkort den geheclen
spoorweg van Tsingtau tot Tsinan door Ja
pansche troepen zal worden beveiligd. De
Japansche troepen, die van Tsinan in
Oostelijke richting oprukken, hebben
Wiehsien. 113 kilometer ten Westen van
Tsingtau bezet. De troepen, die thans te
Tsingtau aan land zijn gezet, zullen in Wes
telijke richting langs den spoorweg opruk
ken.
Het vrijwilligerscorps, dat de buitenland-
srhe bewoners van Tsingtau hebben opge
richt om de orde te handhaven, nadat de
Chineesche troepen waren vertrokken, is
Dinsdag ontbonden.
Verdacht van mishandeling.
Vandaag zal de leider der Nat. Soc.
Beweging in «Nederland, Ir. A. Mus
sert, voor de Vijfde Kamer der Arr.
Rechtbank te Amsterdam terecht
staan.
Zooals men zich herinnert, heeft Mussert
bij de „Blauwe Zand-affaire" gebruik ge
maakt van een zweepje, om zich Melchers
van het lijf te houden.
Melchers zijnerzijds, die van bedreiging
wordt verdacht, heeft een aanklacht tegen
ir. Mussert ingediend, wegens mishandeling,
daar hij, Melchers, niet zou hebben gedreigd
en dus zonder reden met het zweepje is
geslagen.
ANNA PAULOWNA
Werkverschaffing.
Bij de werkverschaffing, die j.1. Maandag
weer is begonnen, zijn 78 arbeiders geplaatst
bij de werkzaamheden aan den boezem, 46
bij het slooten en 35 aan de wegen.
Hinderwet.
Aan J. Dekker Pz. is vergunning verleend
tot het plaatsen van een 25 P.K. ruw-olie-
motor in de malerij aan de Molenvaart.
Collecte cxtra-uitdeeling.
In de Woensdagmiddag ten Raadhuize ge
houden vergadering van het hoofdcomité,
werden nog ecnige détails voor de a.s. feest
viering geregeld.
De collecte voor een extra-uitdeeling op
den feestdag aan minderbedeelden, bracht
f659.27 op. (Eén lijst was nog niet binnen.)
In heel wat gezinnen zal dus een aardige
feestgave gebracht kunnen worden!
Pastoor van der Eem zegde toe, dc feest
rede te zullen uitspreken op de receptie, die
op den ationalen feestdag des middags in
Veerburg wordt gehouden.
Biljarten.
Een twaalftal leden van de biljartvereeni-
ging „Anna Paulowna" speelde tegen een
twaalftal te Enkhuizen. Van de 24 partijen
won Enkhuizen er 17, Anna Paulowna 7.
BREEZAND.
Bemesting van bloembollen.
Ir. K. Poll sprak gisteravond in de zaal
van den heer Borst over: Doelmatige en voor-
declige bemesting van bloembollen en an
dere gewassen.
De heer G. A. Preijde heette spreker en be
langstellenden welkom namens het bestuur
der afd. van de Alg. Ver. v. Bloembollencul
tuur, die deze bijeenkomst belegde.
Ir. Poll vertelde allereerst iets van de groo-
te coop. kunstmestfabriek te Vlaardingen,
die 200.000 ton superfosfaat per jaar of 65
wagons per dag fabriceert. Daarnaast wordt
ook een volledige meststof (stikstof, super
en khli) in korrelvorm gemaakt, de Granu-
mix, in verschillende verhoudingen wat de
drie genoemde meststoffen aangaat. Spr.
noemde de voordeelen van het aanwenden
van kunstmest in korrelvorm, v.n.1. een goe
de verdeelin,; over het land, geen stuiven,
geen ballaststoffen, us minder arbeid en
betoogde, dat, als men voor z'n speciale be
hoeften de doelmatigste samenstelling aan
wendde, dan ook goede resultaten behaalde
bij een minimum van kosten.
Kort na het planten heeft het bolgewas
nog maar weinig voedsel uit den grond noo-
dig, het haalt dat voornamelijk uit de bol.
Spr. wilde dan ook voor tulpen en hyacin
then op zandgrond in den herfst slechts
l—iy2 K.G. per roe van de samenstelling
81221 geven (narcissen U/4 K.G.). In
Februari tot half Maart dan nog V2—3A K.G.
171518 (narcissen K.G.). Niet dus,
wat nog ai eens de gewoonte is de volledige
fosforzuur- en kaligift in het najaar, omdat
daarvan veel uitspoelt eer de plant ze noo-
dig heeft. Voor gladiolen gaf spr. aan een
maal bemesten voor of na 't planten 1 2
K.G. 12—10—18. Is het bij de aardappelteelt
om een mooi soort van goede kwaliteit te
doen, dan raadde spr. aan 81221; wil men
in de eerste plaats een groote opbrengst dan
12—10—18.
Ir. Poll beantwoordde nog eenige vragen
en vertoonde daarna een paar films van het
kunstmestbedrijf.
In een slotwoord dankte de heer Preyde
den spr. voor z'n 1 zi^g, hopende dat men er
in het bedrijf z'n voordeel mee kan doen.
SCHAGEN, 13 Jan.
5 Paarden f 150300, 6 geldekoeien (ma
gere) f 150200, 23 idem vette f 150—200,
4 kalfkoeicn f 160230, 6 graskalveron f 40
70, 34 nuchtere kalveren f 820, 25 vette
schapen f 2833, 71 overhouders f 1724, 8
bokken en geiten f 412, 15 magere var-
ken^ f 34, 7 idem vette per Kg. 6062 ct.,
45 biggen f 1523, konijnen 0.752, kippen
f 0.60—1.10. eenden f 0.70.
BROEK OP LANGENDIJK. 13 Jan.
Uien 12.2012.80, drielingen 8.40, grove
11.8012.40, stek 6—6.80. peen 2.50, roode
kool 3.606.70. gele kool 1.502.70, üecn-
sche witte kool 1.303.20, Savoyekool 1
2.S0.
NOORDSCHARWOUDE, 13 Jan.
Uien 12.4013.20 drielingen 8.909 grove
12.2012.60, peen 2.703 kleine peen 0.901
rood ekool 4.306, groene kool 1.70 gele
kool 1.50—2.60 D. witte kool 2.103.20.
AMSTERDAM. 12 Jan.
Ter veemarkt waren heden aangevoerd:
194 vette kalveren: le kw. 7882 ct., 2e kw.
7076 ct.. 3e kw. 5660 ct. per Kg. levend
gewicht; 36 graskalveren f 8—13.50 per
stuk, 108 varkens: vleeschvarkens, wegende
van 90110 Kg. 7374 ct., zware varkens
7273 ct., vette varkens 7071 ct. per Kg.
slachtgewicht. Overzicht: Vette kalveren
flinke aanvoer, handel kalm met dalende
prijzen. Nuchtere kalveren kleine aanvoer,
handel willig met iets lagere prijzen. Var
kens kleine aanvoer, weinig handel. Prij
zen vette varkens lager.
VRIJDAG 14 JANARI 1938.
Hilversum I. 1875 en 415,5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA»
12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.09
VARA. 10.40 VPR. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijidng.
10.20 Declamatie.
10.40 Zang, piano en gramofoonplaten.
11.10 Vervolg declamatie.
11.30 Orgelspel.
12.00 Gramofoonmuziek.
12.30 Pim de la Fuente's Radiofollies en gra?
mofoonplaten.
2.00 Modepraatje.
2.30 Orgel en cello.
3.15 Het AVRO-Dansorkest.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Orgelspel.
6.00 Amateurs-uitzending.
6.30 Politiek radiojournaal.
6.50 Gramofoonmuziek.
7.00 „Het geld", causerie.
7.20 Gramofoonmuziek.
7.25 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 „Boeken uit onzen kring", causerie.
8.00 Trio Hoog-Brederode-Röntgen.
8.40 „Folklore om en in het Kerkgebouw"^
causerie.
9.00 Gramofoonmuziek.
10.00 „Fantasia".
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondwijding.
11.00 Solistenconcert.
11.30 Jazzmuziek (gramofoonplaten).
11.5512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II. 301,5 M.
Algemeen programma, verzorgd door de
NCRV.
8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek
(gr.pl.).
8.30 Gramofoonmuziek.
9.30 Gelukwensen.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Ensemble Van der Horst.
12.00 Berichten.
12.15 Ensemble Van der Horst.
I.15 Orgelconcert.
2.15 Gramofoonmuziek.
2.40 Christ. Lectuur.
3.00 Alt, cello en piano.
4.30 Gramofoonmuziek.
4.45 De Gooilanders.
6.30 Voor tuinliefhebbers.
7.00 Berichten.
7.15 Literair halfuur.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber.
8.15 t rnhemsche Orkestvereeniging en soTk*,
9.00 „Het Mensen-Hart", causerie.
9.30 Vervolg concert (Om 10.05 Berichten
ANP).
10 35 Gramofoonmuziek.
10,45 „De Vrouw en de Sport", causerie.
II.0012.00 Gramofoonmuziek, Na afloop:
Schriftlezing.
FEUILLETON.
roman door
e. phillips-
oppenheim
Ik zal later wel om mijn kleeren zenden. Ik
weet niet welke gedachten je van mij hebt
te gunstig, vrees ik, want ik ben niet inder
daad deugdzaam was ik dat maar. Indien
ik in aanraking gekomen was met mannen
zooals jij, zou ik het gebleven zijn, geloof ik,
want ik heb een groot deel van den nacht wak
ker gelegen en nagedacht, en ik meende nu en
dan te zien, hoe gelukkig de deugdzaamheid
iemand kan maken.
Vaarwel, mijn lieve, lieve vriend.
EILEEN."
Weg, voorbij was de strijd, zonder duidelijk
begrijpen, zonder een definitief einde aan al
zijn twijfelingen en gedachten, aan dat opstan
dige in hem, hetwelk, met zijn wil den spot
drijvende, zijn geest binnengeslopen was en
zijn leven gedurende die vreemdsoortige oogen-
blikken bestuurd had. Terwijl hij daar stond,
de bewijzen van haar aanwezigheid daar met
een zeker zinnelijk genot beschouwende, gaf
h(j zich rekenschap, dat Peter Cradd, van Park
Avenue, Ealing, gedurende de laatste vieren
twintig uren in hem gedood was. Een ander
was in zijn plaats het leven overnieuw begon
nen, had geweten wat de rechte wijze van
handelen was, en had aldus gehandeld.
Hjj liep rusteloos om de tafel, waaraan zij
hun festijn gehouden hadden.
Ginds, tusschen de struiken, lag
het verfrommelde propje papier, het tele
gram, dat zij weggeworpen had. Hij stond er
een oogenblik naar te kijken. Daarna nam hij
het in zijn hand. Had zij het daar met opzet
achtergelaten, vroeg hij zich af, met de bedoe
ling. dat hij het zou lezen, opdat hij de dingen
begrijpen zou, die zij aarzelde uit te spreken?
Hij vouwde het langzaam open. Maar op het
laatste oogenblik greep een gevoel van tegen
zin hem aan. Hij scheurde het tot kleine
stukjes en liet ze over de heg wegdwarrelen.
Alles bijeengenomen, was het een dag vol
wonderen. Hij vond Large op hem wachten, vol
spijt over het vertrek van de „jonge Missie".
Zij voeren naar de plek v/aar het water bree-
der was, en Peter Cradd ging overboord om
dat zalige gevoel opnieuw te smaken. Bij het
aanvoelen van het frissche, vrij stroomende,
zoute water, schenen de chaos van zijn herin
neringen, zijn strijd van den vorigen nacht,
geheel vergeten. Hij was weer midden in het
nieuwe leven met de zon op zijn gezicht, en zijn
ledematen dompelden zich met wellust in het
zilte nat. Toen Large hem later in de boot trok,
sprak hij hem een paar bemoedigende woor
den toe.
„U is een flink zwemmer, sir, voor een stads-
mijnheer", zei hij goedkeurend. „Wilt u hier
uw lunch gebruiken? Op het eiland?"
Peter Cradd ging er mee accoord, en zij sta
ken naar het eiland over. Hij at kip met ham
en het brood, dat zij zoo zorgvuldig voor hem
ingepakt had, en legde zich bedroefd neer in
de schaduw van denzelfden heuvel. Méér dan
ooit, gaf hjj zich rekenschap, dat een macht,
sterker dan zijn eigen wil, hem de laatste da
gen in haar klauwen gehouden had. Het was
een deel van den herboren man, een deel van
den nieuwen Peter Cradd, dat daar lag, smach
tend naar de aanraking van haar koelen arm,
de menschelijkheid in haar stem. Wanneer hij
aan die dingen dacht, woonde 'n groote een
zaamheid in zijn hart. Nu begreep hij, dat hij
nooit voor volmaakte eenzaamheid geschapen
was. dat de dag zou aanbreken waarop hij het
nieuwe levensvraagstuk onder de oogen zou
moeten zien, dat zich met bijna overstelpende
plotselingheid nog slechts een paar uren ge
leden aan hem voorgedaan had. Er leefde iets
in zijn binnenste, dat jarenlang gesluimerd
had. Hij voelde het nu ontwaken, zooals het
achtenveertig uren geleden op deze plek tot
hem gesproken had. Waarom haar vriend
schap, haar sympathie, en alles wat zij hem
bood, niet aangenomen? Zij was bereidwillig
genoeg geweest om te geven. Welk zonderling
instinct, dat zich nog niet tot ontleding leende,
was zijn schuilplaats gekropen om zijn verlan
gens den voet dwars zetten?
Het moest geboren zijn tegelijk met
deze nieuwe vrijheid, verwant met andere ge
dachten en hoop, die over hem gekomen waren,
terwijl hjj in de nachten van maneschijn sla
peloos terneerlag. Wat gaf het om daarover
te piekeren, was zijn eindbesluit. Alles zou
vanzelf terecht komen, en al dien tijd zou de
heerlijke vreugde over zijn nieuwe vrijheid
luisterrijk zijn geheele wezen bestralen. Zijn
zin voor schoonheid, die zich van uur tot uur
ontwikkelde, bijna als het verstand van een
vroegrijp kind, wees hem voortdurend den weg
naar een nieuwe en onontdekte wereld. Een
eigenaardige opflikkeling van herinnering
voerde hem terug naar dat oogenblik, nog niet
zoo lang geleden, toen zijn oogen zich raadsel
achtig gevestigd hadden op dien zonnestraal
in zijn rommelige huiskamer, waarbij de ge
dachte bij hem opgekomen was aan lentebloe
men. de crocussen en viooltjes in de tuinen
en binnen het bereik van gelukkiger menschen
dan hij. Dat sluimerende en toch zoo hartstoch
telijke verlangen naar bevrijding had altijd bij
hem bestaan, zelfs wanneer zijn lasten hem het
hevigst op de schouders drukten. En nu die
bevrgding eindelijk daar was, voelde hjj soms-
tijds hetzelfde als ou dat oogenblik, voelde hij
zich als in een Nirwana van tevredenheid, bijna
overstelpt. Daar was de zon om zijn lichaam
te verwarmen, de zee om zijn ledematen te
ontvangen, zoetgeurende kruiden en grassen
omringden hem, al wat leelijk was, was uit zijn
leven weggevaagd. Hij vestigde zijn oogen op
een blauw plekje aan den hemel boven zijn
hoofd, luisterde naar het gezang van een leeu
werik, die bijna loodrecht boven zijn hoofd
stond, en in een zuivere, onbewuste poging tot
pantheïsme, vloeide een deel van die erkente
lijkheid, die zich dagen en wekenlang een uit
weg gezocht had, hem bevend over de lippen.
Nu liepen Large en hij naast elkaar over het
strand.
„Het lijkt een beetje saai zonder de kleine
missie", merkte eerstgenoemde op. „Ze was
een van die aardige, ongekunstelde meisjes,
met wie het een genoegen is uit zeilen te gaan.
Ze scheen van jonge mannen niets te moeten
hebben", ging hij peinzende voort. „Er liepen
er een stuk of drie, maar ze wou niets van
hen weten. Weet u wat ze tegen mij zei, sir?"
Peter Cradd schudde het hoofd.
„Ze vertelde mij, dat ze naar hier gekomen
was om het manvolk te ontloopen; ze was beu
van hen. Toch scheen ze op u wel gesteld te
zijn."
„Omdat ik zooveel ouder ben dan zij, natuur
lijk", mompelde Peter, die het water tusschen
zijn vingers door liet glijden.
Large wierp hem een taxeerenden blik toe.
„Ja, u is een heel stuk ouder", gaf hij toe,
„maar ik zou zeggen, sir, dat u een man is, die
drommels goed op zich kan passen. U drinkt
ook niet, geloof ik."
„ik was gisterennacht stomdronken", biecht
te Peter Cradd op.
Large kuchte verlegen.
„Och, meneertje, wij hebben allen onze
oogenblikken van zwakheid.
Peter Cradd liet zich al lager en
lager in de boot zakken. Hij werd wakker, toen
de boot tegen de aanlegplaats botste.
„U heeft een lekker dutje gedaan, meneer
tje", merkte Large onder het vastmaken van
zijn boot op. „Komt u morgen weer?"
„Stellig," beloofde de ander, toen zij samen
de trap opgingen.
Onder het naar huis loopen overviel hem een
gevoel van eenzaamheid, waartegen hij in
zekeren zin in verzet kwam. Welk een onzin,
om zoo sterk het gemis te voelen van een jonge
vrouw, die hij zulk een korten tijd gekend had.
Als hij er goed over nadacht, redeneerde hij
plotseling met helderheid, dat niet het vertrek
van het meisje in persoon hem zoo eenzaam
achtergelaten, maar de vreugde des levens, de
oppervlakkigheid van gedachte, de vroolijk-
heid, alle levensmogelijkheden waarvan zij de
draagster was, waren met haar heengegaan.
Zijn geest was met deze gedachten vervuld,
toen hij het tuinpad naar zijn huis afliep, en
zich in een van de rieten tuinstoelen liet neer
zinken.
„De thee, alstublieft, Mrs. Skidmoore," riep
hij. „Uw zuster is beter, hoop ik."
„Welbedankt, sir, ze is veel beter. Ik zal de
thee over vijf minuten brengen", werd het ant
woord op eenigszins norsche manier gegeven.
Peter Cradd trok een grimas. Hij had het
stellig om iets bij Mrs. Skidmore verkorven.
Hij bleef kalm op zijn thee zitten wachten,
maar werd bijna onmiddellijk gestoord door
het driftig opengaan en weer dichtklappen van
zijn tuinhek. Het hart zonk hem in de schoe
nen. Het eenige wat hem onwelkom was, zou
gebeuren. Hij kreeg een bezoeker. Een lang,
forsch man, met een zwarten baard en in half
geestelijk costuum, met zware visscherslaar-
zen, ongehandschoende handen, en een esschen-
stok in de hand een geheel, dat in groote
tegenspraak was met het gouden kruis, dat
van een ketting afhing liep recht op hem
toe. Dit, het kon niet anders, moest zijn huis
heer zijn, bedacht hij.
„Ik heb zeker het genoegen Mr. Banslow te
zien?" informeerde hij, den ander vriendelijk
de hand toestekende.
(Wordt vervolgd.)