TT E IR O G' K fTARZAN Aan lager wal Dl N.S.D.A.P. verboden voor Duitsche priesters Thuiskomende familie vindt de deur op slot Radioprogramma iEDGAR RICE BURROUGHS Den verstikkingsdood ontkomen Moeilijke landing van de „Gier" Vluchtelingen uit Duitschland DOOR •(■«■■•NiiiniiinttiatitfNMiMi, No. 40. De hele dag bleef Tarzan in de dodenkamer en wachtte tot het donker zou worden. Niet minder hulpeloos, wachtten op de eenzame kust, waar zij aan land waren gegaan, de drie schipbreukelingen reeds meer dan een maand op uitkomst. De twee mannen hadden in die tijd een ruwe hut van takken gebouwd, zij verzamelden fruit en vingen kleine die ren. De geluiden van de wildernis maakten de nacht voor hen tot een verschrikking. Jane's gedachten verwijlden dikwijls bij haar vroe gere avonturen aan deze woeste kust. Ach, als de onoverwinnelijke Tarzan van dat dode ver leden nu bij hen was! Dan zouden zij niet langer bevreesd behoeven te zijn voor de wilde dieren of voor de lage, duistere bedoe lingen van de veinzende Rus. Nauwelijks vijf mijl ten Noorden van hun hut, door hen allen ongeweten, lag de stevige hut van Tarzan van de Apen. Nog verder op de kust leefde een kleine nederzetting van achttien men sen. Dat waren de overlevenden uit de drie andere reddingboten van het gezonden jacht van Lord Tennington. Nauwelijks twee maan den van hun wanhopig bestaan waren lang zaam voorbij gegaan voor de drie eenzame mensen, toen de grote ramp plaats greep. Jane zat naar de zee te kijken, steeds in de hoop, dat ze een schip gewaar zou worden. Ze hoorde niet, dat het hoge gras achter haar vaneen ging, noch zag ze de wonderlijke gestalte, die naar haar toekroop. Een smerige poot smoorde haar kreten en ze werd vlug de jungle ingedragen. (Nieuwe spelling.) Het concordaat staat tusschen den staat en de geestelijkheid in. Men schrijft ons van Nederlandsche Ka tholieke zijde te Berlijn: Naar wij vernemen, zal in den loop dezer maand een conferentie van nationaal-socia- iistische Katholieke geestelijken plaats hebben: Mien hoopt, dat hierbij een der bisschoppen de leiding zal willen aanvaar den. Tot deze conferentie worden uitge- noodigd dienstdoende geestelijken, die lid van de N.S.D.A.P. of van de S.A. zijn, of van wie bekend is, dat zij met het Derde Rijk en met het nationaal-socialisme sym- pathiseeren. Een groot aantal R.K. geestelijken heeft zich het vorige jaar voor het lidmaatschap van de N.S.D.A.P. aangemeld. Merkwaardigerwijs kunnen deze priesters echter niet tot de N.S.D. A.P. worden toegelaten, en wel op grond van het Concordaat, waarin de bepaling voorkomt, dat R.K. (geestelijken niet tot eenige politieke partij zullen mogen behooren! Het Concordaat was afgesloten in een tijd, toen het Centrum nog bestond en vele priesters nog tot het Centrum behoorden, terwijl slechts bij wijze van uitzondering een Katholiek priester lid van de N.S.D.A.P. was. De Duitsche Staat wilde zich nu tegen „Centrumpriesters", die 't Derde Rijk in ge vaar zouden kunnen brengen, beschermen. Vandaar, dat de desbetreffende paragraaf in het Concordaat werd opgenomen. Thans beroept zich echter de Kerk op de para graaf, om te voorkomen, dat geestelijken zich bij de N.S.D.A.P. aansluiten. Enkele juristen staan evenwel op het standpunt, dat de N.S.D.A.P. niet als een politieke partij moet worden beschouwd, omdat het begrip „partij' in het Derde Rijk niet meer bestaat. Partij is een gedeelte des volks. De N.S.D.A.P. is echter de eeni ge politieke organisatie des volks! Zij is, strikt genomen, dus geen partij, al draagt zij het woord „partij" in haar naam. Het is ongetwijfeld een belangwekkende rechts geleerde kluif, waarover het laatste woord nog niet gesproken is. Buren redden drie kindertjes uit brandende woning. Zondagavond omstreeks elf uur ontstond, door het omvallen van een petroleumkachel tje, brand in de slaapkamer van den apothe ker van Riet, wiens zaak aan de markt te Helmond gevestigd is. Het vuur breidde zich snel uit en in luttele ogenblikken stonden ook de keuken en een achter het slaapver trek gelegen ruimte, welke als opslagplaats voor chemicaliën wordt gebruikt, in brand. Hot echtpaar van Riet bracht zijn drie kleine kinderen in allerijl naar de aan de voorzijde, gelegen apotheek. Er ontwikkelde zich echter zoo'n hevige rook, dat de klei nen door huren, die vreesden dat zij anders zouden stikken en daarom de deur van de apotheek fercoorden, op straat werden ge bracht, Daarna trachtten zij met emmers water het vuur te stuiten. Inmiddels was ook de brandweer gekomen, die met twee stralen den brand bluschte. De apotheek is behouden, doch heeft waterschade gekregen. De achter de apotheek gelegen behuizing van de familie van Riet is, met inbegrip van de opslagplaats, geheel uitgebrand. De schade wordt door verzekering gedekt. Inbrekers namen f 700 aan sie raden mee In een perceel in de Heelsumstraat te 's-Gravenhage heeft zich Zondagmiddag een onbekend gebleven persoon door openslui ting van de voordeur toegang verschaft. Toen de familie S. omstreeks zes uur thuis kwam vond zij de deur op de knip. Terwijl mevrouw bij deze deur postvatte, ging de heer S. op onderzoek uit aan de achterzijde van het perceel. Hij liep om naar de Lunteren- straat, waar zich een poort bevindt, die toegang geeft tot het huis. .Tuist toen hij die poort wilde binnen gaan, kwam er een man uitrennen. Met eenige omstanders begon dè eigenaar de achtervolging, die ech ter geen resultaat opleverde, want de indringer zag kans, via een onbe bouwd terrein aan de Escamplaan te ontkomen. Toen de familie S. h'aar woning betreden had, ontdekte zij, dat een aantal sieraden ter waarde van ongeveer f 700, was verdwenen. De politie heeft de zaak in onderzoek. Tot op het oogenblik ontbreekt nog elk spoor. Een uurlang boven Tjililitan rondgecirkeld. Het K.L.M.-vliegtuig „Gier" landde gister ochtend op het vliegveld Tjililitan na een uurlang te hebben rondgecirkeld, in ver band met de zware regenbuien, welke rond Batavia hingen. De piloot verklaarde later, dat hij de dichte regenlaag niet eerder heeft kunnen doorboren, totdat hij eindelijk een gaatje zag waardoor hij Tjililitan kon benaderen. Het toestel bleef tot 2.10 uur in den middag op het vliegveld; het lijn-toestel van de K.N.I.L.M. nam intusschen de post voor Bandoeng mede. Bankdirecteur berust niet in de hem opgelegde straf. Op 8 November j.1. heeft het ge rechtshof te Amsterdam de beide directeuren van de bank G. A. ten Hope en Co., te weten C. K. en mr. dr. J. van O., ieder tot drie jaren gevangenisstraf met aftrek van een jaar voorloopige hechtenis veroordeeld, wegens verduistering van gelden. C. K. heeft in zijn straf berust, doch mr. dr. van O. is in cassatie gegaan. Gisteren diende de zaak van mr. dr. van O. voor den Hoogen Raad, waarbij raads heer prof. Taverne als rapporteur een over zicht gaf van de zwendelpraktijken, wleke werden uitgeoefend aan de hand van de „Hollandsche Collectief'oank", in welker speculatiekassen de gelden der deelnemers heetten te worden gestort en van de „Beursecho", waarin allerlei valsche voor spiegelingen werden gegeven om de spe culatie aan te moedigen en de gelden bin nen te krijgen. Voorts wees prof. Taverne erop, dat van O. een man van hooge ont wikkeling was, die echter door den drank in den put geraakte en zoo tot ongelooflijke praktijken kwam om de menschen te bedriegen en te benadeelen. Gelden in kas had men echter in het geheel niet. Voor van O. traden heden als raadsleden op mr. Is, Coopman te Amsterdam en mr. J. Zuyderhoff te 's-Gravenhage. Mr. Zuyderhoff lichtte ter inleiding toe, dat mr. dr. van O., geheel onder invloed van C. K. medewerkte aan de zwendel praktijken. Spr. bepleitte medewerking van den Hoogen Raad om van O., die dit jaar zijn Göste levensjaar zal hebben volbracht, niet alle hoop op rehabilitatie te ontnemen. Volgens mr. Coopman heeft het Hof verzuimd rekening te houden met en een beslissing te nemen omtrent het uitge brachte reclasseeringsrapport, waarin tot een voorwaardelijke veroordeeling werd geadviseerd. Spr. lichtte toe, dat zijn cliënt een zeer ondergeschikte positie had bij de bank en dat hij slechts in naam mede-directeur was, als hoedanig z.i. mr. dr. van O. niet bij machte is geweest de effecten te verduiste ren. De procureur-generaal zal 31 Januari a.s. conclusie nemen. Nederlandsche vertegenwoordi ging bij het vaststellen van een internationaal verdrag. Bij Koninklijk Besluit is benoemd tot ver tegenwoordiger van de Nederlandsche Re geering, welke op 7 Februari a.s. te Genève zal bijeenkomen tot het vaststellen van een internationaal verdrag betreffende uit Duitschland afkomstige vluchtelingen, dr. A. Loudon, buitengewoon gezant en gevol machtigd minister te Bern. Permanent ver tegenwoordiger van Nederland bij den Vol kenbond. HAAR ECHTGENOOT MOEST HET OPKNAPPEN. Robert Davos., gewezen bridge-kampioen van Hongarije, werd in de Hongaarsche brid- ge-club te Boedapest door mevr. Emmerich Alpar ervan beschuldigd, dat hij valsch speelde; aldus de Daily Express. Het is een gewoonte in Hongarije, dat op een dergelijke beleediging een duel volgt en dat de vrouw haar man voor haar eer laat vechten. Dus moest de heer Alpar, een bekend bankier, een tweegevecht met den bridge-kampioen aangaan. EEN LEEUW SLEEPT TWEE VROUWEN WEG. In Kaapstad werd een oude leeuw dood geschoten, nadat hij twee vrouwen uit een kraal had weggesleept. De eerste vrouw die door den leeuw werd gegrepen, lag buiten haar hut te slapen, om dat het binnen zoo ontzettend warm was. De leeuw werd op de vlucht gejaagd en won der boven wonder bleek de vrouw ongedeerd te zijn. Later keerde de leeuw naar de kraal terug en sleepte een andere vrouw weg die hij doodde. Het dier moest zijn euveldaad met den dood bekoopen, lezen wij in de Daily Ex press. DANKBAARHEID IS MAAR ALLES! Te Marylebone werd tegen een man vier maanden dwangarbeid geëischt, omdat hij volgens de Daily Expres, goederen had ge stolen van een man, die hem zwervend op straat aantrof en hem onderdak verleende De zwerver, die bovendien nog werd gevoed, omdat hij totaal was uitgeput, toonde zijn dankbaarheid op deze zeer bijzondere wijze. WOENSDAG 19 JANUARI 1938. Hilversum I. 1875 en 415,5 m. VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.808.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 9.30 Gelukwenschen. 10.00 Morgenwijidng. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Con tinubedrijven. 11.30 „Licht en donker op de arbeidsmarkt", causerie. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.30 VARA-orkest. I.151.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Kniples. 2.30 Voor de vrouw. 3.05 Voor de kinderen. 5.30 „Fantasia". 6.00 Orgelspel. 6.30 Amateurs-uitzending. 7.00 Zang. 7.30 Cyclus „Ons werk en ons geloof". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-varia. 8.15 Noviteiten-orkest. 8.45 Declamatie. 9.15 VARA-orkest. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Zang. 10.30 Gramofoonmuziek. II.00 C. Steyn's accordeon-orkest. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II. 301,5 M. NCRV-Uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds v, d. Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek (Gr.pl.). 8.30 Gramofoonmuziek. 9.30 Gelukwensen. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Ensemble v. d. Horst. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Vervolg ensembleconcert. I.30 Gramofoonmuziek. 2.00 Zang. 3.00 Christelijke Lectuur. 3.30 Pianovoordracht en gramofoonmuziek. 4.30 Gramofoonplaten. 4.45 Voor de kinderen. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Land- en tuinbouwpraatje. 6.30 Taalles en causerie over het binnenaan- varingsreglement. 7.00 Berichten. 7.15 Boekbespreking. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Berichten 8.10 Christelijke Oratoriumvereeniging „Con Amore", Christelijk Gemengd koor „Pro Rege, Nederlandsch kamerorkest en solis ten. (8.559.25 „De wederkomst des Hee- ren", causerie). 10.40 Berichten ANP. 10.45 Gymnastiekles. II.0012.00 Gramofoonmuziek. Hierna: Schriftlezing. FEUILLETON. 20- „Dat is hard," mompelde zij. „Het is na tuurlijk heerlijk," ging ze na een oogenblik voort, „voor iemand die van een leven in de open lucht houdt. Gaat u dezen winter ook op jacht!" „Dat weet ik niet; ik heb nog nooit met een geweer omgegaan." „Maar u schijnt alles zoo gemakkelijk aan te leeren. En verder, wanneer u altijd zoo hard gewerkt heeft, behoorde u nu veel van uw tjjd te besteden aan sport dat wil zeg gen, tenzij u een liefhebber van reizen is. „Ik ben nooit buiten Engeland geweest," erkende hij. Ditmaal was hij er in geslaagd haar in ver bazing te brengen. Zij keek hem met eigen aardig opgetrokken wenkbrauwen aan. Een zonderling mannetje, keurig in zijn blijkbaar nieuwe kleeren, zeer schuw, maar met iets achter de raadselachtigheid in Zijn blauwe oogen, dat zij niet begreep, maar dat toch haar belangstelling opwekte. „Weet u," legde hij nader uit. „ik ben al tijd een zeer onbeduidend handelsreiziger ge weest, die nooit voldoende verdiende om wer kelijk te leven. Onlangs viel mij een erfenis ten deel, en ik kwam bier om uit te rusten." Fii eerst huurde u de oude vica bewening, om haar daarna te Loopen," ging zij voort. „Welnu ik houd u \oor een zeer aangena- men buurmai voor r.ijr. broer, M*. Cradd. Hij schijnt zeer veel met J op te hebben." „En ik met hem," merkte Peter Cradd be nepen op, „maar soms ben ik zoo bang van hem." Zij lachte even. „George maakt heel wat menschen bang van hem, hoewel zij het niet graag zouden erkennen," antwoordde zij. „Daar komt hij!" George Barnslow rende langs het tuinpad, zijn jaspanden achter hem aan fladderende. Hij was blootshoofds, en zelfs het lichte bries je stichtte verwarring in zijn weelderigen haardos. „Zou je me gelooven," riep hij uit, „dat die onverbeterlijke Jacob Griggs gisterenavond alweer dronken was?" „De oogenblikkelijke kwestie, waarde George," bracht zijn zuster hem bedaard on der het oog, „zijn niet de afdwalingen van Jacob Griggs maar het gaat er om of wij Mr. Cradd kunnen overhalen voor zijn ver trek een glas van een van onze eigenge maakte cocktails te drinken." „Jij, met je cocktails!" snauwde vicaris haar toe. „Ik heb het land aan dat goedje. Je blijft lunchen, Cradd, en ik zal beginnen met je een glas Amontillado sherry te ge ven." Peter Cradd werd door een plotselingen angst aangegrepen. Hij zocht in het wilde naar uitvluchten, maar voelde eensklaps een zachte hand op zijn mouw. „Toe, blijf Mr. Cradd. George heeft een van zijn buien, zooals u ziet. Hij zal beslist zelf willen voorsnijden, overal op het tafellaken jus morsen, en zich tot den grootsten last post maken. Blijf, alstublieft, dan rijd ik u daarna in mijn twee-zitter naar huis. „Dat is geen pretje." hoonde haar broer. „Ik heb er gisteren zelf in gereden, maar daarna was er geen beentje in mijn lichaam meer heel." „Toch zal Mr. Cradd blijven. Hij neemt niet zooveel plaats in als jij, George, moet je bedenken." En Peter Cradd bleef. Hij nam deel aan een eenvoudige lunch, die zeer behaaglijk opge diend werd, en werd tot zijn onuitsprekelijk misnoegen, bediend door een knecht. Het toe val wilde, dat Barnslow dien morgen werke lijk uit zijn humeur was. Op haar kalme manier praatte zijn zuster hem evenwel alle muizenissen uit het hoofd. Zonder hoed zag zij er zelfs nog mooier, nog ongenaakbaarder uit. Hij bewon derde de glanzigheid van haar donkere haren, haar onberispelijk gemanicuurde nagels, de verleidelijkheid van haar costuum, een creatie van Paquin. Weliswaar volgde haar figuur een weinig te streng de slanke lijn, en som tijds schemerde er in haar opmerkingen een zweem van ironie door, die al spoedig door Peter Cradd opgemerkt werd. Overigens, was zij een zeer bevallig en innemend persoontje. Zij ging later met hem op het terras om de koffie te gebruiken, terwijl de gastheer siga ren ging halen. „Ik geloof dat ik hetzelfde zal gaan den ken als mijn broer, Mr. Cradd," zei zij. „Ik zal van u gaan houden. U is anders dan ge woon. Acht u het mogelijk, dat u van mij gaat houden?" „Daar ben ik vast en zeker van overtuigd," antwoordde hij. met een onschuldige warmte, die haar in verrukking bracht. „Voorname lijk „Welnu?" Zij had een vluchtigen blik opgevangen uit zijn blauwe oogen, die eenigszins angstig op haar gevestigd waren. Zij glimlachte bemoe digend. Voornamelijk, wanneer u belooft niet al te geleerd met mij te zullen praten en u te herinneren, dat ik totaal geen verstand heb van die dingen, die door u en uw broer zoo grif als natuurlijk beschouwd worden, en dat ik een onbeholpen prater ben." „Ik zou niet geleerd kunnen praten, al wilde ik," stelde ze hem gerust. „Sommigen van mijn kennissen in het atelier waar ik nu en dan ga werken, houden mij voor een vol slagen dwazinIk heb vernomen, dat u de boot van Large in huur genomen heeft, tot de uwe aangekomen is. Wilt u mij morgen met u meenemen naar het Zeemeeuwen- Eiland Ik ben daar verleden jaar een schets begonnen. Als de kleuren harmonieeren, zou ik er graag mee voortgaan." „Ik zal u met genoegen mee laten gaan," stemde hij toe. „Maar dan zult u om kwart voor tien, of eerder, gereed moeten zijn om uit te gaan. Daarna zal het getij verloopen zijn." Zij trok schertsend een zuur gezicht. „Onze levens worden hier door de getijen bestuurd," klaagde zij, „maar ik zal aan de kade zijn, Mr. Cradd. George," ging zij tot dezen voort, toen hij naderde, „ik heb mijn weddenschap gewonnen. Mr. Cradd neemt mij, morgen met zich mee naar het Zeemeeuwen- Eiland." „Ik wedde met haar om een doos bonbons, dat jij dit op de een of ander manier van je zou weten af te schuiven," lichtte haar broer hem in. „Je bent overbeleefd, Cradd. Dat be hoeft niet. Zij kan erg lief doen, als het zoo bij haar te pas komt, maar ze is een echte tiran, en niemand weet wat haar doel is, wanneer ze ergens haar zinnen op gezet heeft." „Spreek niet zoo schandelijk kwaad van mij, George", merkte zij op, bedaard een sigaret aanstekende. „Mr. Cradd is op weg van mij te gaan houden, als je hem maar laat begaan. En dan, hij is zelf min of meer artist, ge loof ik. Hij zal mij waarschijnlijk begrijpen, waar jij het niet doet." „Ik zou nooit een artist kunnen zijn," kwam Cradd in verzet. „Ik houd van alle eenvou dige dingen." Barnslow bulderde van het lachen. Daar heeft hrj je leelijk te pakken, Louise!" riep hij. „Steek dat in je zak, meidlief. Cradd zal nooit veel voelen voor jouw groene heme len en roseroode landschappen." „Er valt niet langer aan te twijfelen, dat het een of ander mijn broer in een schrome lijk slecht humeur gebracht heeft," ant woordde Louise. „Ik ben blij, dat ik beloofd heb u naar huis te rijden, Mr. Cradd. Ik zal waarschijnlijk vroeger vertrekken en u over Cley thuisbrengen. Of liever, ik ga den auto dadelijk halen," eindigde zij, opstaande. „Waag zijn hals er maar aan," mompelde haar broer. Luister naar mijn raad, Cradd. Wandel rechtstreeks naar huis. Zij is hier, midden in een eerzame huishouding gevallen, met een ding, dat zij een „sport-model" noemt het lijkt wel een defecte roode torpedo. Een sigaar?" „Dank je, die rook ik nooit." „En ik heb er 's Zondags nooit tijd voor," bromde Barnslow. „Ik ben dankbaar, dat ik u een weinig beter leer kennen, Mr. Barnslow," zei Peter Cradd. „In 't begin was ik vreeselijk bang voor u." „Nu, je bent een beter man dan daarvóór," antwoordde Barnslow, die een sigaret opstak, Opeens hoorden zij een hevig gekners van remmen, keisteentjes vlogen in 't rond, en een langwerpig rood monster, niet ongelijk aan Barnslows beschrijving er van, stoof om eer. bocht van de oprijlaan. Op uitnoodiging van Louise, nam Peter Cradd in het daarvoor bestemde gat naast haar piaats. „Ilc zal liever geen eind met u omrijden," zei zij by nader inzien, ,,'s Zondags zijn er zooveel menschen op pad. De wegen zrjn stof fig; iedereen verwenscht je. en ik zou niet graag een van die eenzame paartjes uit het dorp overrijden, die met een arm om eikaars middel loopen te vrijen. Is u vanmiddag alleen thuis?" „Geheel alleen," antwoordde hij. „Dat ben ik altijd. Hoezoo?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 3