Godslasteringen
tijdens treinrit
de don juan
Japansche penetratie
Journalistieke
duimzuiger ij
Waren uitlatingen krenkend
voor medereizigers?
FEUILLETON.
roman door
e. phillips-
oppenheim
„Hoor de ouwe heer eens praten!" riep
George.
„Eindelijk je tongetje gevonden, pa?" flapte
Lena er uit
„Ik mag vrijtlijk over jullie oordeelen,"
antwoordde haar vader, „omdat mijn beken
tenis me nu van het hart moet. ben de
grootste egoïst van jullie allen. Ik zou de
paar laatste jaren -van mijn leven kunnen
wijden aan het nog meer zorgen op mijn hals
halen, door te trachten jullie de dingen an
ders te laten inzien, door te probeeren jullie
te laten begrijpen hoe armzalig en bekrom
pen jullie opvattingen van het leven zijn, door
juli" een beteren weg te wijzen hoe je het ge
luk kunt vinden. Maar ik zal wijzer zijn. Ik
zal mijn eigen leven leven en het geluk op
mijn manier vinden, en het kan mij geen lor
schelen, wat er van jullie wordt."
„En de man, die zoo spreekt, die is jullie
vader", mompelde Mrs. Cradd, hem ongeloo-
vig aanziende.
„Wie zou ooit gedacht hebben, dat zooiets
in hem stak," merkte Mr. Bloxom op. „Je had
hem al die jaren voorbij mijn raam moeten
zien schuifelen, bij dag en bij avond, met zijn
zwarte tasch en zijn paraplu, zonder rechts
of links te kijken of een goed woordje voor
'n buurman over te hebben. Ik had het nooit
achter hem gezocht."
„Je weet nooit vooruit, welke uitwerking
de vrijheid op een slaaf kan hebben," oreer
de Pet-er Eradd.- »En nu, geachte familie, en
mijn gast, jullie tijd is om. George en Harry,
stop je zakken vol sigaren als je wijt. U nog
een borrel whisky-soda, Mr. Bloxom? Met
genoegen. Schenk u zelf maar in, maar als de
weerga opdrinken, asjeblieft!"
„Stoot u niet met ons aan, Mr. Cradd?"
„Liever niet," antwoordde deze. „Jullie we
ten hoe ik over jullie allen denk. Ik zal me-
zeiven inschenken zoodra jullie in dien af
schuwelijken auto geladen zijn, en als ik jullie
kwijt ben."
,,'t Is natuurlijk mijn zaak niet," Mr.
Bloxom, den inhoud van zijn glas haastig
door zijn keelgat gietende, „want het is een
familiekwestie, maar is u niet wat hard
vochtig. Mr. Cradd? Voor uw vrouw, bij
voorbeeld."
„Zij is best in staat om zelve haar woordje
te doen," zette Peter Cradd hem ijskoud op
zijn plaats. Mijn vrouw moet de laatste twin
tig jaren maar eens overdenken, en laat haar
dan zeggen of ze ergens over te klagen
heeft."
Mrs. Cradd stond op. Zij overdacht de
laatste twintig jaren jaren liever niet.
,,'t Is mijn gewoonte niet," merkte ze stijf
jes op, „te blijven als ik ongewenscht ben."
„Wel een beetje overdreven, pa," zei Lena,
na haar taschje na het gebruik van lippenstift
en poederdonsje dichtgeknipt te hebben. „En
als een van ons nu eens kwam te sterven?"
„Daar had ik om behooren te denken," er
kende haar vader zijn fout. „Als een van
jullie kwam te sterven, dan kom ik op de
begrafenis. Mocht een van jullie trouwen, dan
zal ik het huwelijk bijwonen en het gebruike
lijke cadeau geven. Maar als een van jullie
zich bemoeit met het leven, dat ik van plan
ben te leiden, of mij zonder permissie be
zoekt, of het mij op eenigerlei wijze lastig
maakt vrouw, dochter of zoons dan
ga ik naar Mr. Spearmain, en herroep al mijn
beschikkingen."
„Maak je niet ongerust!" juichte George.
„Na al die jaren heeft de oude heer eindelijk
zijn spraak gevonden je zou zoo zeggen!"
Peter Cradd ging hen naar het hek voor.
Mrs. Skidmore, die gastvrijer was dan haar
heer, kwam juist de thee weghalen, waarvan
zij den chauffeur bediend had. De man veegde
zijn mond af, en keek Mr. Cradd eenigszins
schaapachtig aan. Misschien keek hij ieder
een schaapachtig aan, want het okergeel van
den auto prijkte ook op de revers en mouw
opslagen van zijn jas en op zijn pet, en hg
wist zeer goed, dat hij het voorwerp van spot
onder zijn collega's was. Niettemin, ging Mrs.
Cradd trotsch op haar plaats zitten. Mrs.
Bloxom zette zich naast haar. George naast
den chauffeur, en weg reden zij. Het afscheid
was niet overhartelijk. Mr. Bloxom lichtte zijn
hoed af. Mrs. Cradd had haar zakdoek weer
te baat genomen. Lena wïerp kushandjes. De
twee zoons wuifden met hun hand. Peter
Cradd stond ernstig bij het hek, blootshoofds,
en bleef staan tot de auto uit het gezicht
was. Toen liep hij terug naar het terras, trok
een ligstoel bij, nam het deel van Schwin-
burne, dat hij bij zich droeg, uit zijn zak,
schonk zich een tamelijk sterke whisky-soda
in, stak een sigaret op, en verdiepte zich,
met een zucht van innig welbehagen, in zijn
nieuw geluk.
HOOFDSTUK XI.
Louise scheen dien avond geen rust te kun
nen vinden. Ze drentelde door het huis, speel
de een tijdje piano, sloeg een paar tonen van
een ouderwetsch klavecimbaal aan, of liep
langzaam over het pad naar het rosarium
heen en weer, maar niets kon haar bekoren.
Haar broer, die met een preek zat te worste
len, keek fronsend op.
„Wat scheelt je toch, Louise?" vroeg hij
korzelig. „Waarom kun je niet iets omhanden
nemen?"
„Waarom zou ik?"
„Je schept een geest van onrust," ant
woordde hg. .Het werkt aanstekelijk."
Hij draaide zijn hoofd om en keek haar aan,
zooals ze daar zat, slank en bevallig, in een
eenvoudig, nauwsluitend zwart costuum, met
haar in vleeschkleurige zijde gestoken beenen
heen en weer zwaaiende. Ze beantwoordde
zijn blik door een wolk sigarettenrook heen,
en een ondeugende flikkering in haar oogen.
„Alle preeken behooren practischer te zijn.
George. Neem mijn wenk ter harte, zei zij
nu.
„Ik vraag mij aanhoudend af, George," ant
woordde zij, „hoe je beschermeling zich on
der die vreeselijke bestorming door zijn fa
milie gehouden zou hebben."
Mr. Barnslow verschoof een paar beschre
ven velletje papier.
„Daarover heb ik ook zitten denken," er
kende hij „Weet je wel," ging hij voort, naar
zijn pr'p reikende en die langzaam aanste-
1 kende, „dat ik hem altijd voor een waarheid
lievend kereltje gehouden heb, maar toch heb
ik hem niet onverdeeld geloofd, dan tot ik
die menschen gezien had. Ik had hem nooit
toebedacht, dat hij hen zoo verbazend juist
heeft kunnen beschrijven. Allen waren pre
sent, en ik veronderstel, dat die meneer met
grijzen hoed, die er als een bookmaker uit
zag, de
„Nu geen lasterpraatjes?" vermaande zij.
„Ik wou zeggen, dat hij zeker hun raadgever
is. Ze hadden hem waarschijnlijk meegenomen
om den boeman te spelen."
„Hoe dan ook," vervolgde zij peinzend, „ik
geloof niet, dat het hem gemakkelijk zou val
len om Mr. Cradd bang te maken... George."
„Nu wat is er? Voor den dag er mee," ver
zocht hij.
„Je bent om een paar boeken verlegen. Ik
zal je in mijn auto meenemen. Je hebt zelf
gezegd, dat je Paley en die commentaren noo-
dig hadt, voordat je een nieuwe preek kon
schrijven. Ik zal je er heen rijden, 't Is een
wondermooie avond. Is alles daar rustig, dan
gaan we naar binnen en zullen er alles van
hooren. Wordt er gekrakeeld, dan rijden wij
eenvoudig voorbij."
„Mij goed," ging hij op het voorstel in. „We
zullen je je zin maar geven."
Zij zwierde de kamer uit gelijk een zwa
luw. Toen hij met hoed en stok bij de voor
deur kwam, stond de auto al klaar. Zij zat
op de chauffeursplaats, blootshoofds, de maan
bescheen haar gitzwarte haren. Zelfs haar
broer schonk haar een bewonderenden blik.
„Ik begrijp er geen jota van, Louise"
merkte hij onder het afrijden van de laan op
„dat je niet getrouwd bent."
„Waarom zou ik trouwen?" teemde zij. Ik
heb een prettig leventje in Londen en hier
is iedereen aardig voor mij."
„Waarom zou je het laten?" pareerde hij
„Nu er geen parochiaan binnen het gehoor
is, verklaar ik je voor de mooiste vrouw, die
ik ooit gezien heb. Je hebt iets over jedat
mij, als ik je broer niet was, gewoon' gek
zou maken. Waarom trouw je niet met Ar-
thur Durcott? Hij was vanmiddag nog bij me
het oude liedje zingende. Invloed over iou
jawel! Alsof ik of iemand die ooit kon uit
oefenen! Je zult toch niet aan een van die
Londensche artisten blijven hangen, hoon ik'
Ik haat het heele stelletje."
„Dat begrijp ik van je," antwoordde zij met
een preu sch ghmlachje. „Ze leven een beetje
ongeregeld, dat geef ik toe, maar als e
slechts een greintje zin voor humor bezit,
amuseer je je altijd met hen, en een of twee
niet meer dan twee bezitten werkelijk
talent. De kwestie is hoe meer talent,
des te conventioneeler zijn zij. De talentvol
ste schilder, dien ik ken, werkt binnenshui»
in een jacquetcostuum, en buitenshuis in de
mooiste gesneden plus fours, die j je kunt
voorstellen. In dat opzicht werkt het leven
somtijds een weinig teleurstellend."
„Ik kan de lui niet uitstaan, die in beklad
de sweaters en overalls en met flambards en
verboemelde, ongezonde gezichten rondloo-
pen," bromde George Barnslow. „Er steekt
niets in om je kleeren uit te trekken ais je
een zware karwei moet doen, maar dat is bij
hen het geval niet.
De auto bleef met een ruk stilstaan.
„George," fluisterde ze hem in 't oor, „ik
wil graag zoo ver gaan met je te beloven dat
ik niet met een artist zal trouwen. Niet, dat
een paar het mij niet gevraagd hebber.,"
ging zij voort, terwijl zij den motor uitscha
kelde, „er is er zelfs één bij, die het mij we
kelijks vraagt maar hij heeft geen schijntje
kans. Ik zal waarschijnlijk dezen of genen
onmogelijken man trouwen misschien Dur-
cot wel als hij zich afwent zijn haren in
een scheiding te dragen. Er is hier niemand.
George. Ze hebben den armen man n.et rust
gelaten. Zullen we naar binnen gaan, en het
verslag van het gevecht aanhooren?"
„Nu je mij hierheen gesleept heb, wil IK
meteen mijn boeken hebben," zei hj. >>Ga
mee."
Zij staken het grasveld over Barnslow
met zijn zwaren, slingerenden tred, Louis®
met voeten, die den grond nauwelijks schenen
te raken. In een hoekje van het terras, in
zijn ligstoel uitgestrekt, een leeslamp, eeI}
stapeltje boeken en een doos sigaretten naas
zich, zat Peter Cradd. Bij hun nadering stond
hij met moeite op."
„Kijk, dat is aardig yan u!" riep hij. „Wil'
u naar binnen gaan, of zal ik stoelen buiten
laten brengen? Een sigaar, vicaris?"
„Een van de jouwe, met groot genoeg®0'
Cradd," was het oprechte antwoord. „Ee0
Larange, als het je 't zelfde is."
,Ik heb ze bij de hand," zei Peter Crad
een kistje opnemende. ,Ik schreef naar M
adres in St. James' dtreet, dat je mij opgw-
en ze zijn overheerlijk."
(Wordt vervolgd.)
Koopman voor het Hof.
Het Amsterdamsche Gerechtshof behan
delde gisteren in hooger beroep de straf
zaak tegen een 41-jarige koopman, wonen
de te Hilversum, die zich zou hebben schul
dig gemaakt aan godslastering. In een trein-
coupé tusschen Utrecht en Hilversum
had hij zich over den Bijbel uitgelaten op
een wijze, die krenkend geacht werd door
enkele medereizigers.
De rechtbank had verdachte ontslagen
van rechtsvervolging, de officier had twee
maanden gevangenisstraf gerequireerd en
was van het vonnis in appèl gekomen.
Verdachte verklaard, dat hij niemand
had willen krenken. We hadden een
twistgesprek over godsdienst
Pres.: Was u beschonken?
Verd.: Geen sprake van; ik sprak mis
schien een beetje luid.
Pres.: Ja, u riep o.a.: „Er staat in den
Bijbel: Mozes gooit een stok op den grond
en het wordt een slang. Hoe is het moge
lijk, dat menschen twintig eeuwen na
Christus geboorte daaraan nog kunnen ge-
looven. Het is gewoon belachelijk. Als ik
een stok op den grond gooi. komt er een
gat in den grond, maar er komt geen
slang te voorschijn."
Voorts had verdachte het belachelijk ge
noemd, dat in den Bijbel stond, dat Jezus
de dooden levend had gemaakt.
Verdachte gaf deze tenlaste gelegde uit
latingen toe, doch hij had nooit de bedoe
ling gehad om iemand te krenken.
Als eerste getuige hoorde het Hof den
rijksveldwachter, die in het compartiment
naast dat van verdachte had gezeten .Toen
de trein een oogenblik stil stond bij de
halte Soestdijkerstraatweg. had getuige de
tenlaste gelegde uitlatingen duidelijk ge
hoord. Menschen, die bij getuige in de cou
pé zaten, hadden zich dermate geërgerd, dat
zij tegen den veldwachter hadden gezegd:
„Mag dat nu allemaal maar?"
Verdediger: Vond u. dat daar in die cou
pé naast u een gewoon gesprek werd ge
voerd of. dat er gehoond werd?
Getuige: Er werd gehoond...
Een tweede getuige had den indruk, dal
verd. spijt had dat hij misschien iemand
gekwetst had.
De advocaat-generaal mr. dr. D. Reilingh
stelde voor nog twee getuigen te hooren op
Donderdag a.s., met dit voorstel ging het
Hof accoord, zoodat de zaak tot 27 Januari
werd uitgesteld.
ONZE OOST.
Vragen in den Volksraad.
Voor den vragendag van den Volksraad,
welke gehouden zal worden op een nader
te bepalen datum, zijn circa 50 vragen in
gediend.
Deze betreffen o.a. de Japansche
actie en de Japansche penetratie in
Noord-Celebes; de schending van het
Ned.-Indisch territoir door Japan
sche visschers, waarvoor de bemid
deling der Nederlandsche regeering
ware in te roepen, om langs diplo-
matieken weg er bij de Japansche
regeering op aan te dringen, dat der
gelijke schendingen worden voorko
men; eventueele toepassing van de
persbreidel-ordonnantie op „Indië
Hou Zee". Al deze vragen werden in
gediend door den heer C. C. van
Helsdingen.
dan 2 pond suiker tegelijk.
Copie aan je blad te leveren als er niets
gebeurd, dat is inderdaad een kunst op
zichzelf. En dat de correspondent van de
Daily Express, die momenteel in Baarn, in
afwachting van de blijde gebeurtenis in ons
Vorstelijk gezin die kunst verstaat, kan wor
den afgeleid uit het feit, dat hij kans ziet
eiken dag toch minstens een halve kolom
aan zijn blad te leveren. Nu zijn het inder
daad dikwijls berichten, welke den toets
derc ritiek kunnen dooi-staan en betiteld
worden met „journalistische duimzuiger-ij
maar de lezeressen en lezers aan de overzij
de van het Kanaal slikken alle nieuwtjes
graag en zij verlustigen zich er zelfs in.
Hoe meer sensatie, hoe mooier, nietwaar?
In het laatste numrper van de Daily Ex
press, nu vertelt de correspondent eenige
bijzonderheden over de inrichting van het
huishouden der Nederlandsche Koninklijke
Familie.
Een jaarlijkseh inkomen van 44.444 pond
per jaar, lijkt heel veel voor een familie,
bestaande uit drie personen, vertelt onze
Engelsche collega. Maar het zal geen stuiver
te veel zijn voor Prinses Julianji, Prins
Remhard en de te verwachten baby?
Het inkomen van de Prinses en haar Ge
maal (22.222 pond) is juist verdubbeld. Maar
er wordt niet meer dan twee pond suiker
tegelijk besteld.
Als de doorsnee Hollander wilde
leven zooals de Koninklijke Familie
dat pleegt te doen, hij zou dan zijn
inkomen in twee gedeelten verdoe
len. De helft zou hij besteden aan
liefdadige doeleinden en voor eigen
uitgaven; de andere helft zou hij
aan vervoermiddelen uitgeven.
De Prins houdt van heel dure
auto's.
V
Voordat de Prinses was getrouwd gaf zij
van baar inkomen van 22000 pond per jaar,
20.000 aan de werkloozen.
Prins Bernhard houdt van auto's en d-an
van heel dure auto's. In de in witte steen
ópgetrokken garages, gelegen aan den weg
naar Soestdiik staan nu vier automobielen.
Zes mechaniciëns kijken de wagens gere
geld na en de Prins houdt er eveneens zes
chauffeurs op na.
Het Prinselijk Paar hoorde de
hel niet!
In den vleugel van het paleis
Soestdijk welken zij bewonen, leven
zij zeer eenvoudig, net zooals iedere
familie welke buiten woont, Het
grootste deel van hun eten koopen
zij in het dorp, waar zij per jaar
ongeveer 1000 pond besteden, zoo
gaat de journalist verder.
Langen tijd weigerden zij er een
butler op na te houden. Maar her
haaldelijk misten zij bezoeken van
vrienden, omdat niemand de bel
aan de voordeur hoorde.
Nu bestaat de staf voor de huishouding
uit een butler, een kok, een keukenmeid,
een dienstknecht, twee kamermeisjes en drie
lakeien.
Hetgeen Prins Bernhard aan uniformen
uitgeeft, is meer dan de Prinses voor haar
kleeding noodig heeft. Gemiddeld kost de
japon welke zij draagt niet meer dan 5
pond.
Hier eindigt de verslaggever van bet En-
gelsch blad zijn verhaal en het spreekt
vanzelf, dat we dit geheel en al voor reke
ning van onzen Engelschen collega laten.
Prinses Juliana koopt niet meer
Koningen kunnen we niet allemaal zijn, maar
wèl baas in eigen huis! Zélf zullen we beslis
sen, wat daar binnenkomt, en wat niet! Ook
als het radio-programma's betreft. Wenschen
we Indië te hooren, dan zullen we ook Indië be
luisteren. Verlangen we Europa's uiterste
Noorden of verste Zuiden in den luidspreker,
ze hebben zich aan te melden! Schikt de aan
koop van een radio-apparaat U op het oogen
blik niet? Geen nood! Voor 65 cent in de y
week verhuren wij U een schitterend Philips' \f
toestel. Tientallen stations, inclusief de in- V/
teressante kortegolf! Gelegenheid, om Uw
eigen platen electrisch weer te geven! Vraagt
inlichtingen bij de onderstaande handelaren!
DEN HELDER:
G. van BAAREN Spoorstraat, telef. 461
2e Vroonstraat 6, telef. 663
W. GARRITSEN Breewaterstraat 16
Ir. J. OORTGIJSEN - Soembastraat 53, telef. 448
J. REVIER Koningstraat 64
H. J. B. Puinbroek - Keizerstraat 53, telef. 568
L. SCHELTIS Keizerstraat 111, telef. 5*20
W. TOL Jan in 't Veltstraat 7
A. P. de WIT Stakman Bossestraat 67
P. A. de ZEEUW Weststraat 96, telef. 714
R. J. ZOETELIEF Kanaalweg 113, 114, 115, t*lef. 43
Keizerstraat 75. telef. 403
i