Aqznda
Ponderdag 17 Februari 1938
Tweede Blad
tfiadónieiLuM
Het 5e Marineconcert
Teraardebestelling
Ds* Zwaan
Cursus over erfelijkheid
HuisvrouwWat men U ook vertelt
Dit is en blijft een feit:
Persil blijft als van ouds Persil:
Eén prijs, één kwaliteit
T^eJhdjq&Aaad
Openbare verkooping
Arbeidersvereeniging voor
Lijkverbranding
Vervoer naar alle plaatsen
per „ESONA"
Het vraagstuk van de
tegenwoordige jeugd
Jubilea bij de Marine
Helder I-Texel I
De Oostenrijksche onaf'
hankelijkheid gehalveerd
Witter dan wit
Burgerlijke Stand van Den Helder
Met de onvergankelijke Egmont-ouverture
zette kapelmeester Leistikow het schitterende
programma, van het vijfde Marineconcert van
dit seizoen, in, een programma trouwens van
louter klassieken, onvergankelijkheden in den
waren zin des woords. Sober van gebaar als
altijd, leidde hij zijn schare met vasten hand
scherp onderstreepend het dramatisch-allegori-
sche element dat Beethoven aanvoelde in de
figuur van Egmont, zooals Goethe die za°-
Van den dramatischen Beethoven werden wij
gevoerd naar Beethoven als fijnzinnig philosoof.
Zeer veel konden wij waardeeren in de vertol
king die de soliste van dit concert, onze stad-
genoote mevrouw Leny Kamerling—Lintner,
van 't magistrale pianoconcert No( 3, gaf, slag
vaardig begeleid door kapelmeester Leistikow
met zijn mannen. Enkele oogenblikken van
minder goed samengaan schrijven wij gaarne
toe aan de nu eenmaal altijd geringe gelegen
heid voor gezamenlijk repeteeren van soliste en
orkest. Vermoedelijk op grond van de ervaring
opgedaan bij het repeteeren in de leege zaal
was de prachtige vleugel bijna geheel gesloten;
het kwam ons voor, dat deze maatregel de ver
houding van soloinstrument tot orkest, in het
bijzonder wat het geluidsvolume betreft, on
gunstig beïnvloedde. Het meest waardeerden
wij de pianiste dan ook in de cadensen, waarbij
dezen ongunstigen invloed, zooals van zelf
spreekt, wegviel, hoewel het klankvolume ook
dan, door dezelfde oorzaak, natuurlijk niet
groot was. Daverende toejuichingen bewezen,
dat de uitstekende voordracht, die de soliste
van het werk heeft gegeven, terecht zeer werd
gewaardeerd, welke waardeering mede tot
uiting werd gebracht in een tweetal fraaie
bouquetten, welke haar werden aangeboden.
Met een handdruk deed zij kapelmeester Leis
tikow en zijn volgelingen deelen in de welver
diende hulde.
De melodieuse rhythmiek van de symphonie
in g-dur No. 13 van Haydn, bracht ons in weer
andere verheven oorden van het onmetelijke
rijk der symphonische muziek. De vlekkelooze,
in één woord meesterlijke wedergave, die ons
bij de overbekende klanken van het „Largo"
tot diepe ontroering, en in het allegro con spi-
rito tot geestdrift stemde, was boven allen lof
verheven. Uren van diepgaande studie, groote
vaardigheid en routine, kunstzinnige leiding
werkten samen om de uitvoering van dit werk
te stempelen tot een artistieke daad van be-
teekenis.
De flonkerende geest van Mozart bracht het
einde. Terecht liet kapelmeester Leistikow het
orkest door opstaan deelen in de hartelijke,
welverdiende hulde der aanwezigen. Schoon
talrijker dan wij in den aanvang van het sei
zoen zagen, waren de kunstminnende burgers
van Den Helder in minder grooten getale op
gekomen dan bij de beide voorafgaande con
certen. De wegblijvers hadden, als steeds, on
gelijk. Beseft men wel voldoende, dat het aan
tal plaatsen in ons vaderland, en zelfs in Euro
pa, waar men dergelijke muziek, als ons dezen
avond werd geboden, op zulk een wijze ten ge-
hoore kan brengen, slechts zeer beperkt en zeer
.wel te tellen is?
Een enkele opmerking van technischen aard
moet ons van het hart. De vervanging van den
vroeger gèbruikelijken achterwand door het
thans gebruikte gordijn, in aesthetischen zin
onbetwistbaar een succes, werkt zeer ongun
stig wat de acoustiek betreft. En de opstel
ling van het orkest is, van acoustisch stand
punt gezien, al zoo ongunstig mogelijk, door
het ontbreken van een zoldering boven het
tooneel en door de aanwezigheid van het per
manente bovenscherm. Hoeveel helderder,
doorzichtiger en voller zou het ontwikkelde
geluid worden waneer de opstelling terzijde,
achter en boven door stijve wanden omgeven
zou zijn. Wij zijn overtuigd, dat de winst, zoo
wel aan volume als aan timbre eiken geregel-
den bezoeker dezer concerten zou verrassen.
Zou daar nu niet eens iets op te vinden zijn?
Ons symphonie-orkest verdient het ten volle.
Gisterenmiddag is op de Nieuwe algemeene
begraafplaats te Zeist in allen eenvoud ter
aarde besteld het stoffelijk overschot van ds
C. Zwaan.
Op de begraafplaats waren aanwezig dr.
K. P. Groot, directeur van het Zendings
ziekenhuis te Djokjakarta; ds. W. Breuke
laar en ds. A. Schweitzer, namens den ker-
keraad van de Geref. Kerk te Amsterdam en
de classis N. Holland; ds. F. Tollenaar en J.
Baas, namens de Geref. Kerk in Den Helder;
ds. Gillebaard en ds. Smilde, namens de Geref.
Kerk te Zeist; ds. Rulman uit Poerwokerto;
notaris A. M. Brouwer uit Gorkum en voorts
verscheidene emeriti predikanten en oud-zen
dingsvrienden van den overledene.
In de ontvangkamer van de begraafplaats
herinnerde ds. Breukelaar er aan, dat ds.
Zwaan de eerste was, die bereid was het
zendingswerk in Indië op te vatten, in een
tijd, dat niemand daarvoor te vinden scheen.
Hij was een bescheiden mensch, wiens leven
geheel in het teeken van de zending stond.
Ds. Tollenaar herdacht het werk, dat de over
ledene als praeses van den kerkeraad in Den
Helder heeft verricht.
Aan de groeve las ds. Smilde de Geloofsbe
lijdenis voor en sprak vervolgens het Onze
Vader uit. Een zoon dankte voor de belang
stelling.
Interessante lessen voor volwas-
Wij vestigen nog even gaarne de aandacht
op den cursus in het Nat. Historisch Museum
(ingang le Vroonstraat), die hedenavond 8.15
aanvangt en waar door den heer J. A. Nij-
kamp, leeraar aan het Gem. Lyceum en de
R.H.B.S., een serie lezingen over Erfelijkheid
zal worden gegeven. Waarschijnlijk vijf of zes
Donderdagavonden achter elkaar zal de heer
Nijkamp zijn lezingen houden.
De heer Nijkamp is een bekwaam en prettig
docent en hij zal dit interessante onderwerp,
mede dank zij de prachtige leermiddelen van
het Museum, ongetwijfeld op uiterst boeiende
wijze weten te behandelen. Na iedere les zal
bovendien aan de deelnemers een gestencild
overzicht van het gesprokene verstrekt wor
den, waardoor men het behandelde onderwerp
thuis dus nog eens rustig kan nalezen en daar
door langer onthouden.
Het cursusgeld bedraagt slechts, volgens de
Dinsdag geplaatste advertentie, 1.75, dus
pl.m. 30 cent per avond.
Clinge Doorenbos.
Mr. Joh. G. C. Zijnen, candidaat-notaris
plaatsvervanger, waarnemende het kantoor
van den overleden Notaris J. W. J. Schreuder,
te Den Helder, heeft gisterenavond in „Musis
Sacrum" publiek verkocht de volgende per-
ceelen:
Het huis en erf aan den Dijkweg No. 61,
groot 1 are 12 centiaren. Kooper de heer P.
Beukema q.q. voor 926.
Het koffiehuis, genaamd „De Lindeboom",
met erf aan de Langestraat No. 21, groot 1
are 39 centiaren. Kooper F. B. Bethlehem en
Zn., voor 1256.
Het woon- en winkelhuis met pakhuis en
erf aan de Bassingracht No. 22, hoek Vijzel
straat, groot 1 are 57 centiaren. Kooper de
heer J. Plaatsman, voor 2040.
Het huis en erf aan de Laan No. 29, groot
1 are. Kooper de heer J. H. Wijker q.q., voor
2541.
Het huis en erf aan de Schagenstraat No.
88, groot 81 centiaren. Kooper de heer S.
Sjoerdsma, voor 1530.
Het huis en erf aan de Basstraat No. 31,
groot 83 centiaren. Kooper de heer J. W. Lon-
don q.q., voor 1660.
Het huis en erf aan de Piet Heinstraat No.
17, groot 98 centiaren. Kooper de heer J. H.
Wijker q.q., voor 2330.
Het huis en erf aan de Bootsmans teeg No.
7, groot 52 centiaren. Kooper de heer S. Dijks
hoorn, voor 1400.
Het huis en erf aan de Bootsmansteeg No.
9, groot 60 centiaren. Kooper de heer S. Dijks
hoorn, voor 1400.
Het huis en erf aan de Vlamingstraat No.
52, groot 1 are 7 centiaren. Kooper de heer
H. Riemers, voor 1775.
Propaganda-filmavond.
Gisteravond heeft de plaatselijke afdeeling
van de Arbeidersvereeniging voor Lijkver
branding een propaganda-filmavond gehouden
in het Militair Tehuis, welke door ongeveer
100 personen bezocht was.
Doel van deze bijeenkomst was een inzidht
te geven van het streven der vereeniging,
welke crematie verkiest boven begraven.
In de film „Als wij levenden sterven", ver
vaardigt door de filmgroep Visie en gesyn
chroniseerd door Multifilm, werd de bescha
vingsgeschiedenis vanaf het ontstaan der
aarde tot heden uitgebeeld, waarbij de cre
matiegedachte, als tegenstelling tot het begra
ven, gezien wordt als een symptoon van de
beschaving.
Na vertooning van de film „Het wonder der
bloemen", welke in October op het Stations
plein alhier voor de verg. van Drankbestrijding
gedraaid werd, volgde nog een korte documen-
tatiefilm, waarin woord en beeld van het ont
staan en het werken van de vereeniging ver
haald werd. Aan het begin zoowel als aan het
eind van de bijeenkomst sprak de heer P. J.
Tuk, voorzitter van de afdeeling, een propa
gandistisch woord, waarin hij o.m. de gelegen
heid had te wijzen op den voortdurenden groei
van de vereen1 o-inar, welke momenteel over het
geheele land ongeveer 16.000 leden, verdeeld
over ong. 60 afdeelingen telt.
NEDERLANDSCHE MEISJES CLUBS.
(Driehoeksmeisjes).
Men verzoekt ons te herinneren aan den
Wijdingsdienst ter gelegenheid van het 10-
jarig bestaan van bovengenoemde afdeeling,
hedenavond in het Evangelisatiegebouw,
Palmstraat.
Welke geest heerscht er onder de
miliciens op het Vliegkamp „De
Mok"?
Op het vliegkamp „De Mok" bestaat
het euvel van den schildwacht, die zijn
verplichtingen als zoodanig niet nakomt.
Eenige weken geleden diende voor den
Zeekrijgsraad de zaak van v. d. M., die op
wacht geslapen had en gistermiddag
moesten zich opnieuw 2 miliciens van dat
vliegkamp verantwoorden. Bestond door
een en ander al het vermoeden, dat er aan
den rechten geest onder de miliciens al
daar het een en ander mankeerde, dit ver
moeden is waarheid geworden door ver
klaringen van een van hen. Men schijnt
of scheen er geen bezwaar in te zien om
des nachts, wanneer men wacht heeft
(had), zich met een Jantje van Leiden
van dezen dienst af te maken. De een
ging slapen, de ander ging „schuilen" in
de stuurhut van de sleepboot en zette z'n
geweer ergens anders neer en weer een
ander speelde het klaar om, deel uitma
kende van het wachtsvolk, het kamp
zelfs te verlaten om in Den Hoorn wat te
gaan passagieren.
Dat aan deze wantoestanden een eind ge
maakt moet worden, spreekt vanzelf, en zoo
was het alleszins begrijpelijk, dat zoowel de
fiscaal, de officier der administratie le klasse
Mr. D. B. A. Franken, als de raadsman van
beide beklaagden, kapitein der mariniers W.
A. J. Roelofsen, het noodige over deze materie
zeiden. Even vanzelfsprekend was het, dat
beiden een flinke straf voor hun overtreding
kregen, wat voor hen persoonlijk een goede
les zal zijn, maar tegelijkertijd over hun hoof
den heen als generale preventie bedoeld is:
de kameradendaar ginds aan den overkant
mogen bedenken, dat zij voortaan van hun
wachtdienst geen lolletje moeten maken.
Om op de beide zaken even nader in te
gaan: zeemilicien-vliegtuigmaker 2e klasse
A. W. behoorde tot de weinig gelukkigen, die
op Oudejaarsavond op het vliegkamp „De
Mok" moesten vertoeven, omdat zij tot het
wachtsvolk behoorden. Inderdaad was dat
geen pretje, omdat er op het kamp hoege
naamd niets gedaan was om met het oog op
het bijzondere karakter van dezen avond het
verblijf aldaar wat op te vroolijken. Toch had
W. bij wijze van spreken beter naar kooi
kunnen gaan, dan er met een kameraad tus-
schen uit te gaan, om in Den Hoorn een
straatje-om te maken. Ook al omdat hij op
z'n vingers kon natellen, dat in genoemd dorp
dien avond toch niets te beleven was.
Evenwel schijnt W. er niet over nagedacht
te hebben, wat hem boven het hoofd hing als
hij gesnapt zou worden en... hij ging, om
midden in den nacht terug te keeren, er daar
bij op rekenende, dat hij niet gesnapt zou
worden. Hij had evenwel buiten den waard,
in dit geval buiten den onderofficier van de
wacht gerekend, die hem op het terrein van
het vliegkamp tijdens zijn onderzoekingstocht
tegenkwam. W. liep dus gloeiend tegen de
lamp en hoorde nu drie weken gevangenisstraf
tegen zich eischen, met als bijzondere bepa
ling, dat hij direct in arrest gezet zou worden.
Kapitein Roelofsen deed zijn best voor W.,
er o.m. op wijzende, dat zoowel de officier als
de onderofficier van de wacht met een enkel
woord hadden kunnen voorkomen, dat W. er
tusschenuit gegaan was. Immers, W. had van
te voren een paar maal blijk gegeven, dat hij
iets in het schild voerde. Pleiter wees voorts
op het overigens uitstekende gedrag van W.
en vroeg tenslotte een voorwaardelijke ver
oordeeling, c.q. uiterste démentie.
In de stuurhut.
Eenige oogenblikken later stond de zeemili
cien matroos 3e kl. L. R. van hetzelfde vlieg
kamp voor het bekende hekje. Die was eenige
weken geleden schildwacht tijdens de honden
wacht. Vanwege het koude weer en ook, om
dat zijn collega's het ook wel eens deden, was
deze delinquent in het stuurhuisje van de
„Vliegkamp VI" gaan zitten en had voor extra
gemak, zijn geweer ergens anders op dit schip
neergelegd. De onderofficier van de wacht
Jamoel miste op een gegeven moment zijn
schildwacht en toog natuurlijk op onderzoek
uit, waarbij hij tenslotte wel het geweer, doch
niet R. zelve vond. Hetgeen geen wonder was,
want deze was bij het zien van de zaklantaarn,
waarvan Jamoel zich bediende, gehurkt gaan
zitten, zoodat J., kijkende door het venster
van genoemde stuurhut, geen sterveling zag.
Het geweer ging mee naar de wacht en even
later keerde Jamoel op zijn schreden terug,
ditmaal in gezelschap van den officier van de
wacht. Deze laatste had meer succes, opende
de deur van de stuurhut en daar vond hij R.,
die zelfs niet van plan was geweest om in den
tijd, die verliep tusschen het gaan en terug
komen van den sergeant zijn schuilplaats te
verlaten! De fiscaal stond versteld van het
flair, waarmede de miliciens vergrijpen als
deze bedreven. Spr. wilde hier eens een voor
beeld stellen, bij wijze van generale preventie
en eischte dan ook 1 maand gevangenisstraf
met het verzoek om bekl. direct in arrest te
stellen.
Kapitein Roelofsen hekelde, evenals hij
eenige weken terug gedaan had, de z.g. „bij
zondere consignes" en o.m. ook het feit, dat
de onderofficier van de wacht blijkbaar heele-
maal niet wist, wat de wachtdienst inhield.
Ten behoeve van R. voerde pleiter verzach
tende omstandigheden aan. Het ging z.i. niet
aan om het algemeen euvel op dezen zee
milicien te verhalen. Was het een vrijwil
liger of een marinier geweest, dan zou hij er
heel anders over gedacht hebben!
Na overleg in de raadkamer veroordeelde
de Zeekrijgsraad A. W. tot 3 weken en L. R.
tot 6 weken gevangenisstraf.
Opzettelijke ongehoorzaamheid.
De zeemilicien-matroos 3e klasse J. R. werd
veroordeeld tot 3 weken gevangenisstraf, om
dat hij: le. niet voor een sergeant den mili
tairen groet gebracht had; 2e. toen de ser
geant rapport van hem wilde maken, hij o.m.
gezegd had: „Dat gaat zoo maar niet" en 3e.
dat hij, toen hij den sergeant naar de kazerne
moest vergezellen, plotseling op zijn fiets
sprong en er zoo'n spurt achter zette, dat de
sergeant hem niet meer in kon halen.
Mr. J. Mulder zette uitvoerig uiteen, welke
diepere oorzaken achter dit onbegrijpelijke op
treden van R., die op zulk een goeden staat
van dienst kan wijzen, zaten.
Op 19 dezer hoopt de heer E. J. van Voorst,
beheerder van het Huisvlijtmagazijn der ma-
éne, gevestigd op de Marinekazerne alhier
het feit te herdenken, dat hij 40 jaar in dienst
der Koninklijke Marine is.
Eenige dagen later, n.1. op 22 Februari, zal
de heer O, Zuiderbaan, adjunct commies
titulair en chef van het bureau
betzelfde feit herdenken.
zeemilitie
Voor Zondag a.s. is vastgesteld de compe
titiewedstrijd Helder 1Texel 1.
Lezing voor de Chr. Geref. Jon
gelingsver. „Nathanaël",
Gisteravond hield Ds. H. Janssen, van Den
Haag in de Chr. Geref. kerk aan de Steen
gracht een lezing over het bovengenoemde
onderwerp.
Ds. Janssen liet de bijeenkomst openen met
het zingen van psalm 119 vs 5, waarna hij
voorging in gebed. In verband met het onder
werp leest de spreker dan een gedeelte uit het
tweede hoofdstuk van Spreuken voor.
Het jeugdvraagstuk is zoo oud als de
jeugd zelf. Toen het eerste ouderpaar hun
eerste kind ontving, stonden zij plotseling
voor het probleem der opvoeding, zonder
eenige kennis en begrip van wat dit eigenlijk
beteekende.
En het zal een van de grootste vraagstuk
ken blijven, zoolang er menschen geboren wor
den. In geen enkel van de vele eeuwen, die
achter ons liggen is het jeugdvraagstuk echter
zoo moeilijk als tegenwoordig. Dit vraagstuk
toch behelst de toekomst van de jongeren,
niet als iets vaags, maar als een ontzaglijke
realiteit. De jeugd zal eens de toekomst be-
heerschen, vandaar ook dat Communistische,
Nationaal socialistische en Fascistische staten
de opvoeding van de jeugd zelf ter hand heb
ben genomen, om hun ideeën, door deze jonge
ren later verwezenlijkt te zien. Ook voor ons
land schuilt in het jeugdvraagstuk de toe
komst.
De spreker deelt dan zijn onderwerp, dat met
tal van vraagstukken in direct verband staat,
als volgt in. Het oudervraagstuk, het werke-
loosheidsvraagstuk, het moreele-, religieuse
en kerkelijke vraagstuk.
De taak der ouders.
Door God is de taak aan vaders en moeders
opgelegd om hun kinderen op te voeden. En
het komt maar al te veel voor, dat onze
Christenvaders de opvoeding van de jeugd op
de schouders van de vrouw hebben overgedra
gen. De vaders achten vaak het gaan naar
vergaderingen belangrijker dan de opvoeding
van hun kinderen. En toch, ondanks het feit,
dat de moeder een buitengewoon belangrijke
taak in het gezinsleven heeft te vervullen, is
wel degelijk de krachtige vaderhand noodig
om leiding aan het kind te geven.
Vader en moeder moeten met elkaar over
de geestelijke en andere belangen van het
kind overleggen.
Het hoogste, heerlijkste en belangrjkste
wat God aan een vader en moeder heeft
opgedragen is hun kind op te voeden in de
vreeze des Heeren.
Van groot belang is dit oudervraagstuk ook
voor volk en vaderland, voor kerk en staat.
Niet minder belangrijk is echter het werke-
loosheidsvraagstuk.
Spreker weidt uit over het feit, dat er
tegenwoordig zoo ontzaglijk weinig mogelijk
heden zjn voor de jeugd om werk te vinden.
160.000 Werkloozen tusschen de 15 en 25 jaar
zjn er in ons kleine landje. Zij willen vooruit
en kunnen niet. De jeugd wordt bitter, heeft
het moeilijk met zichzelf, met het leven, met
God.
Schatten geld worden uitgegeven aan bewa
pening en we vragen ons af „Waar gaat dat
heen?" Moet de oudere generatie geen plaats
maken voor de jongeren. Moeten zij, die zich
zelf zoo graag onmisbaar zien, niet wijken
voor een jeugd, die werken wil? Doen we dat
niet, dan daagt er voor de jeugd geen toekomst
dan zullen velen plaats nemen in de rijen van
hen, die een nieuwe maatschappij willen op
richten op de puinhoopen van de oude.
Ook wat de moreele kant betreft wordt de
jeugd er niet beter op. We merken het aan de
taal, die er vaak uitkomt. De criminaliteit gaat
met sprongen omhoog. De kinderrechters heb
ben de handen vol. De spreker geeft dan
enkele statistische gegevens, die een duidelijk
beeld geven van degeneratie bij de jeugd. Ook
het sexueele vraagstuk vraagt de aandacht.
Van religieusiteit onder de jongeren, die zoo
vaak geprezen wordt is niet veel e merken.
En een tragisch beeld geven daarvan wel
eenige voorbeelden uit de persoonlijke erva
ring van Ds. Janssen.
De verhouding van kerk en
hedendaagsche jeugd.
Vooral ook dit laatste gedeelte uit deze
lezing is van belang. De jeugd isoleert zich op
religieus gebied.
In het vereenigingsleven moet een geeste
lijk element worden gebracht al behoeven het
ook geen evangelisatiesamenkomsten te wor
den.
De wanverhouding tusschen jeugd en kerk
mag zeker niet alleen op rekening van de
jeugd worden geschoven, integendeel, spreker
gelooft zelfs dat de kerk de eerste schuldige
is. Augustinus heeft de kerk de moeder ge
noemd. Maar de moeder moet door haar liefde
de wederliefde van het kind verwekken. De
liefde van de kerk moet eveneens naar de
kinderen uitgaan.
Zij moet over de jeugd waken, moet er
notitie van nemen.
De groei en bloei van de kerk vindt zijn
oorsprong in het herderlijk werk, in het ge-
zinsbezoek, niet in het redigeeren van kerk
bodes. De leeraar, de predikant, moet het
kind vasthouden. Ook zij zullen zich inzake
het vraagstuk van de jeugd moeten herzign.
Hun liefde geven aan de jeugd, want waar
liefde woont gebiedt den Heer zijn zegen.
Met groote aandacht is door het audito
rium deze lezing over het jeugdvraagstuk ge
volgd en zichtbaar onder den indruk over de
ernstige woorden, die 'tot ieder persoonlijk
werden gericht verlaat men, nadat de spreker
in dankgebed is voorgegaan het kerkgebouw.
Het ingrijpen van Hitier in Oostenrijk,
want anders kunnen we het niet aanduiden,
kan van ernstige beteekenis worden voor
Europa. Schuschnigg, de Oostenrijksche kan
selier, kon niet anders dan buigen voor den
Duitschen wil; als hij geweigerd had, dan zou
de situatie voor Oostenrijk nog moeilijker ge
worden zijn en had het misschien zijn heele
onafhankelijkheid verspeeld, met de daaraan
ernstige gevolgen voor Europa.
Mussolini, de beschermheer van Oostenrijk,
was in geen velden of wegen te vinden. Hij
had natuurlijk een stille wenk uit Duitsch-
land gekregen om „afwezig" te zijn en dus
liad Schuschnigg maar één kans en dat was,
toegeven aan de eischen van Hitier.
Het zou zeker interessant zijn de volledige
lijst der eischen te kennen, welke Hitier
Schuschnigg gesteld heeft; daaruit alleen zou
men kunnen concludeeren, in hoeverre hij aan
de Duitsche dwingend gestelde wenschen
heeft moeten toegeven, schreef de Msbd. gis
terenavond; niet minder belangwekkend zou
het zijn te weten, welke bedreigingen de Füh-
rer op Oostenrijk heeft losgelaten. Reeds
Maandagavond werd in enkele goed-ingelichte
buitenlandsche bladen gemeld, dat Oostenrijk
voor het volgende dilemma was geplaatst: of
het moest bepaalde Duitsche eischen, o.m.
het opnemen van nationaal-socialisten in het
kabinet aanvaarden, ofwel het zou aan een
onbeperkte nationaal-socialistische agitatie
worden blootgesteld. Volgens sommige berich
ten zou zelfs een Duitsche opmarsch op Oos
tenrijks gebied binnen de overwogen moge
lijkheden liggen.
Aan de Duitsche eischen had Oostenrijk
slechts weerstand kunnen bieden, als het op
effectieven steun van buiten af kon rekenen.
Het blijkt, dat elke actieve hulp van derden
ontbroken heeft, hetzij wijl het de as-politiek
niet in gevaar wilde brengen, hetzij wijl het
in de gegeven omstandigheden zich niet sterk
genoeg voelde om de eventueele consekwentie
uit een raad van afwijzende houding te trek
ken, tot vergaande concessies geadviseerd; en
ook van andere zijde werd Weenen niet vol
doende geruggesteund om een onvoorwaar
delijk neen te kunnen uitspreken.
Zoo stond Oostenrijk voor de bittere nood
zakelijkheid om zoo ver mogelijk in zijn con
cessies te gaan als de hoofdzaak; het be
houd van de zelfstandigheid en onafhankelijk
heid van Oostenrijk toeliet. Als tegenpresta
tie wordt verwacht, dat Hitier Zondag a.s.
die twee attributen loyaal zal erkennen; en
ook instructies aan zijn ideegenooten bij het
broedervolk zal geven om zich van alle ille
gale activiteit te onthouden en slechts in de
eenige politieke beweging, welke Oostenrijk
erkent: het Vaderlandsche front, aan de ver
wezenlijking van hun ideologie te werken.
.Dat is reeds verontrustend genoeg en
slechts met bloedend hart zullen Miklas en
Schuschnigg de kabinetswijziging, tezamen
met de andere maatregelen, afgekondigd heb
ben.
Somber is de toestand, ernstig zijn de fei
ten, zoo schreef de N. R. Crt. aan het slot
van zijn beschouwing over Schuschnigg's ca
pitulatie.
De houding van Duitschland zal bij velen
herinneringen oproepen aan vroegere ernstige
dagen. Nochtans is de ergste spanning voor
dit oogenblik geweken. Wat nog komen kan,
zal niemand kunnen voorzien. Na dezen zwar
ten dag in het leven van Schuschnigg zal hij
zijn arbeid voortzetten. Het eenig passend
devies daarop is: waar leven is, is hoop.
worden Uw tanden indien U poetst met
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IVOROL
Aquarium Zoöl. Station. Voor het publiek
geopend: dagelijks van 9—12 en van 13.30—
17 u. Zaterdags van 912 uur.
BIOSCOPEN:
Tivoli-theater, Spoorstraat, half 8:
„De getemde Draak".
Rialto, Spoorstraat, half 8:
„Vrouwen van 1938" en „De Tiran".
Witte Bioscoop, Koningstraat, half 8:
„Durf te leven", met Joan Crawford.
Heden:
Musis Sacrum :5 en 8 uur.
Filmvertooning Gereformeerde Evangeli
sche commissie.
Vrijdag 18 Februari.
Chr. Milit. Tehuis, Kanaalweg, 8.15 u.: Pred.
B. Götze uit Warschau over: „Goed nieuws
uit Oost-Europa",
Zaterdag 19 Februari.
Musis Sacrum 8 uur.
Speeltuinvereeniging afd. Oude Helder.
Casino 8.15 uur.
Cabaretavond „Harmonie",
Eicht op 3 u. 42 min.
Opgenomen om 8 uur hedenmorgen.
Barometerstand Den Helder 770.8
Temperatuur lucht o.O
Laagste temp. lucht gisteren 0.0
van 16 Februari 1938.
ONDERTROUWD: S. M. de Jong en M. B.
van de Rhoer; P. Nelis en L. M. Rietveld; M.
Lagerveld en G. Pompert; J. W. Swaager en
J. C. F. de Groot.
BEVALLEN: K. van der KraatsPeters,
z.; E. MeesterMulder, d.; J. E. Witkop
van Egmond, d.; A. Kramer—Kesseler, z.
OVERLEDEN: Wed, A. Sikkerlé, 70 jaar.