i t mz
PI
W^iNI
Sterren in dennestammen
Veroordeeld tot het roken van
sigaren
Wat bloemen ons
vertellen
Om na te tekenen
jEDGAR RICE
j BURRO UGHS
BtAle, jonyeni en meiijeA!
Ik kom juist van strand. Het weer lokte
zó, dat ik voor kantoortijd Huisduinen rond
gefietst ben, want als het voorjaar in je
bloed begint te kriebelen, dan houd je het
in de stad niet meer uit, maar moet je
uitvliegen, zooals de vogels nu van het
Zuiden weer terugkomen en in de lucht hun
vrolijkste liedjes zingen. Weg is de storm,
weg de kou, 't leek van de week wel lente.
Maar laat ik niet te vroeg juichen, anders
zal je zien, dat we Maandag nog de schaat
sen van de zolder moeten halen en Dinsdag
aan een sneeuwballengevecht beginnen.
Er wafen van de week heel wat goede
oplossingen en heel wat... briefjes, zodat ik
m'n voorpraatje maar niet te lang zal
maken. Het boek, bijna wilde ik schrijven
de taart, maar die is volgende week aan de
beurt, is gewonnen door:
TINY BAKKER, KLAAS DUITSTRAAT 1.
Ab. v. Weerdenburg. Dat was op z'n
Nieuwedieps gezegd „een strop", Ab, dat je
juist huisarrest had, omdat je door verkoud
heid een hondenneus gekregen had, precies
toen de wereld wit was en alle Hollandse
jongens van blijdschap op hun hoofd ston
den. Maar ja, dat is niet anders, als je nog
een paar weken geduld hebt, kan je met je
hoofd in de madeliefjes gaan staan.
Nan Holtjes, Westerland (W.). Ja, dat
was wat je noemt een echte teleurstelling,
Nan, dat al die uit het vet gehaalde schaat
sen, weer netjes opgeborgen moesten wor
den. Want je begrijpt wel, 't wordt nu niets
meer, je kan nu beter je badpak opzoeken,
zodat je moeder de motgaatjes stoppen kan
voordat je het aantrekt.
Mary Jurg. Veel plezier vanavond,
Mary, op de P.P.-uitvoering. Bak maar lek
kere taartjes als bakkersvrouw en als je
m'n adres weetmorgen is 't Zondag.
Een dichterlijk vriendinnetje
schrijft over haar kleine broertje, dat zo
graag koekjes lust, maar ze vergeet haar
naam onder haar rijmtje te schrijven. En nu
moet ik haar nog teleurstellen, want al
kwamen er heus een paar aardige zinnen
in voor, het geheel was toch niet geschikt
voor plaatsing. Nog maar eens proberen.
Bas v. d. As. Als je naam anders is,
Bas, dan zal je hem duidelijker moeten
schrijven, want heus, ik kon er niets anders
uit maken. Wat een leuk versje heb je inge
stuurd, ik neem het hieronder op.
TEDDE-MAN.
Jij stoute, stoute teddy-beer
Wat is er nu gebeurd?
Je hebt, bij 't klaut'ren op de stoel
Je nieuwe broek gescheurd.
Ik ben heus boos, hoor, Teddyman.
Neen, je bent héél niet groot.
Je krijgt voor straf, twee dagen lang
Geen honing op je brood.
Maar, heb je spijt en zeg je me,
Dat je 't nooit meer doet, nu Ted
Dan krijg je wel je nachtzoen en
Ik dek je toe inbed.
(Overgenomen uit een gedichtenboekje
door Alie Alindo).
Ingezonden door
Bas van der Aa.
Betsie Rooze. Je bent nog niet zo trouw
als die vriendinnetjes, die me evengoed een
briefje schrijven, Betsie, ook al kennen ze
de raadsels niet. Ik heb toch waarlijk geen
„geestbrekende" raadsels in 't Juttertje ge
zet.
Gerard Jollema. Dat is een groot feest
geworden, die koperen bruiloft van je vader
en moeder, Gerard, en jij hebt het tot 11
uur meegevierd, toen vielen je ogen natuur
lijk zowat dicht of het waren spleetjes ge
worden, net als de ogen van de Chinezen.
Klaas Jellema. Je moet niet boos wor
den, zoals dat vriendje van je, Klaas, als de
dingen eens een keer tegenlopen en als je
gaat vissen en die vissen hebben geen zin
om uit het water te komen, omdat ze op de
wal gebrek aan „asem" krijgen, dan is het
al heel dom om je hengel te water te
gooien. Als die vissen hebben kunnen lachen,
geloof dan maar dat ze pret gehad hebben,
toen ze die hengelstok daar zagen drijven,
want nu hadden ze je vriendje te pakken in-
plaats van hij hen.
Annie, Bali en Cor v. Bijnen. Alweer
zo'n leuk vers door jullie ingezonden. Nu ik
plaats het graag, alleen hoop ik, dat de
lente niet doet zoals in het vers, en tot half
April wegblijft. Trouwens, dat geloof ik ook
niet, wat je ziet overal waar je loopt, de
eerste boden al.
De LUIE LENTE.
De zwaluw zag, hoe zij ook keek,
Geen blaadje aan de bomen!
Waar bleef die luie Lent toch.
't Was tijd dat zij moest komen.
Dor was het gras en dor het veld,
Niets groeide op de akker!
De zon zei: „Ze verslaapt zich vast!
Ze is nog zelfs niet wakker!
De zwaluw zei: „dat is te gek,
Ik ga die luilak wekken,
't Zag al de plantjes in de grond
Zich naar 't licht toe rekken.
En 't is ook hoog tijd voor mijn nest,
Dat moet ik heel nog bouwen!
En 'k heb mijn vrouwtje juist beloofd,
Dat 'k in de lent' zou trouwen.
Toen schreef de zwaluw aan de Lent'
Zo mooi zij kon een briefje,
Getekend door de zonnebloem,
De roos en 't madeliefje!
Zij vond de Lente juist ontwaakt,
Zij heeft de brief gelezen,
En riep verbaasd: „Wat schrik ik daar,
Hoe laat moet 't wel wezen?
Al half April, dat kan toch niet!
Heb 'k zo lang liggen dromen?
Toe, ga vast naar de bloempjes toe,
En zeg, dat 'k zo zal komen!
De Lente heeft haar mooiste jurk
Vlug uit de kast gekregen!
En als je buiten wand'len gaat,
Ik wed, je komt haar tegen!
D. A. CramerSchaap.
Annie, Balie en Cor van Bijnen.
Jan Strous, Vlissingen. Ik heb ook al
tijd gemeend, dat het strand bij Vlissingen
groter was dan dat bij Den Helder. Jan, 't is
hier, bij Huisduinen, anders ook niet veel
meer gedaan, hoor. We hebben ook een
mooie boulevard, al staan er niet zulke grote
hotels als bij jullie, maar strand, ho maar,
dan moet je minstens vijf minuten verder
lopen. Nu, dat doe je natuurlijk graag en
vind je helemaal niet erg. En daar hebben
we een strand van fijn wit zand, zoals je het
in Scheveningen en in Vlissingen niet vindt.
Piet Strous, Vlissingen. Dat is nog een
knappe prestatie, Piet, als je met z'n zessen
tegen dertien jongens voetbalt en je verliest
dan maar met 61. Dat is geen verhou
ding.
Henk Prosper. We kijken hier wel eens
door onze vingers, Henk, als er andere
woorden zijn voor een bepaalde vraag, dan
worden die natuurlijk goed gerekend.
Nellie Bruin. Julli raadsels waren niet
„voud", Nellie, maar fout en dat jij dat niet
begrijpt, wel, daar kan ik weinig aan doen.
Maar geloof me, als ze goed geweest waren,
dan had je je namen gevonden op dat be
kende plekje.
Greta Piller. Jij brengt ons met je ge
dicht van Staring ruim honderd jaar terug
in de geschiedenis, Greta. Je weet misschien
dat Staring geboren is in 1767 en in 1840,
dus op 73-jarige leeftijd overleden. Je
vraagt me wat twee zesthalven betekent.
Een zesthalve wil zeggen 5V2 stuiver, vijf
stuivers en en de zesde half, snap je. Dus
twee zesthalve was voor een waarde van 11
stuivers.
Hier volgt nu het aardige gedicht van
Staring.
HET VROEGE KTVITSEI.
door A. C. W. Staring.
Piet smul trad ln de schuit van Leiden op
Den Haag,
En toefde bij het roer, terwijl een Maartse
plaag
Verkeerde in de zonneschijn. Daar kwam
een knaap gelopen:
„Een kievitsei, wie wil 't voor twee zest
halven kopen?"
't is vroeg," zei Smul, „ik neem 't voor
één zesthalf" „Zeg twee,
Meneer: ik geeft U 't ei in 't mandje mee!"
De koop lukt en de schuit wordt van de
wal gestoten:
Met roep de knaap: „Meneer, haast was mij
wat ontschoten:
Het vuur dient voor uw ei niet al te hard
gestookt;
Ons grootje heeft het al verleden jaar ge
kookt"
Bali v. Bijnen. Nu krjjg jij nog een
apart briefje, Bali, voor dat gezellige briefje
dat je mij schrijft. Eerst gééf ik je een ste
vige hand en feliciteer je met je verjaardag
op volgende week Dinsdag. Ja, ik ben wat
vroeg, maar ik kan het Juttertje niet op
Dinsdag laten verschijnen en Zaterdag is die
feestdag van jou alweer zo oüö. Dus, veel
geluk en veel plezier en een goede gezond
heid en mooie raporten en fijne vacanties.
Allemaal wens ik het je in het nieuwe
levensjaar. En nu die gevraagde kleur, nu,
die is grijs. Daagggg, de groeten aan je
zusjes.
Leendert Kloosterman. Zie je wel,
Leendert, dat jij al best een briefje kan
schrijven en het leuke is, je krijgt er nu een
terug ook. Anders zie je alleen maar brief
jes voor je zustje in de krant staan en dit
is nu helemaal voor jou alleen.
Teuntje Kloosterman. Als je volgende
week wat wint, dan win je wat lekkers,
Teuntje, een taart, en die zou natuurlijk
goed te pas komen op je verjaardag van je
zusje. Maar ja, die loterij is wisselvallig en
dat weet je nooit tevoren. Evenwel, ik hoop
het voor je.
Marletje Weeda. Dat is een pracht ca
deau voor je verjaardag, Marietje, een orgel.
Kun je al orgel spelen, of krijg je nu les?
Hoe bevalt het in je nieuwe huis. Een beetje
vreemd zeker nog, maar het is er geloof ik
fijn zonnig, daar op de Parallelweg.
Alie Geus. Ik vind het juist leuk, Alie,
als je geen raadsels inzendt, omdat je ze
niet kent, dat je me dan toch een briefje
schrijft. Dus, dat weet je, en nu niet ver
geten hoor.
Repelsteeltje. Als ik niet vier kleine
hondjes had, Repelsteeltje, zou ik wel graag
een hond willen hebben, maar ik ben bang,
dat ze hem aan z'n staart gaan trekken of
andere rare dingen doen, waardoor hij boos
wordt. Ik vind een hond een fijn trouw en
verstandig dier.
Jongens en meisjes, ik ben nog niet door
de briefjes heen, maar toch stop ik, want
er moet ook nog iets anders op deze pagina,
dan alleen briefjes. Dus laat ons afspreken,
dat jullie me volgende week niet schrijven,
alleen de raadsels insturen, dan beantwoord
ik de briefje die zijn blijven liggen. Alleen
m'n vriendjes en vriendinnetjes buiten de
stad mogen wel een briefje schrijven.
Tot wederschrijvens dus.
Kitideïu-lietid
Oplossing raadsel vorige week
Olifant, Rekenen, Armband, Naderen,
Jantjes, Electra, Badkuip, Ooghaar, Vlag
gen, Eierdop, Negerin.
De blijde uitroep is: Oranje Boven.
Goede oplossingen ontvangen van:
Goede oplossingen ontvangen van:
Nelly Hoogvorst, Jan Wever, Maarten
Reuvers, Texel, Annie Janssen, Janna Bruin,
Tineke en Joop Potjes, Loeki v. d. Wal,
Betty Bakker, Bas v. d. Aa, Rens Nieu-
wenhuizen, Marie v. d. Wel, Joop en Willle
v. Dijk, Simon Visser, Zuzanna Elisabeth
Moens, Trijntje v. Breugel, Henny v. Os,
Tinie v. Brederode, Buffalo, Alie Teunissen,
Joop Grotzinger, Rika Koningstein, Neeltje
Leontine, Fritsje en Coentje Coster, Henk
Korbee, Riek Hendrikse, Johan v. d. Pol, Ed.
v. d. Pol, Annie Moor, Tonny Pottinga, Cla-
sina v. Doorn, Joh. Corn. v. Doorn, Nellie
Rotgans, Sientje Korbee, Piet v. Breugel,
Tiny Bakker, Tini en Beppie Vink, Repel
steeltje, Han Grotzinger, Marietje Weeda,
Nelly Visser, Jac. Nieuwdorp, Trijntje en
Leendert Kloosterman, Marietje Roest, Coen
Coster, Ab. Ritsema, Dikkie Bruinsma,
Annie Bruinsma, Annie, Corrie en Bali v.
Bijnen, Gretha Piller, Jan Bruin, Nelly
Bruin, Jan Bek, Henk Prosper, Annie Krij-
nen, Piet en Jan Strous, Vlissingen, Ab. v.
Weerdenburg.
NieuwRaadsel
Dit is een aardig raadsel waar je even
goed bij op moet letten. Er komen een paar
niet gemakkelijke vragen, maar daar mag
vader of moeder dan wel even een handje
bij helpen. Je moet telkens een woord heb
ben van vier letters, die om het cijfertje heen
worden geplaatst. De eerste letter komt altijd
in het vakje met het pijltje en dan draai je
in de riching van de wijzers van de klok. Je
zal zien hoe leuk het raadsel is:
Rondom 1 komt: een mooie bloem (dus in
een kringetje).
2. een plaats in Overrjsel
3. de hoofdstad van Noorwegen
4. het beste van de melk.
5. Onvriendelijk
6. een lichaamsdeel
7. een Franse jongensnaam, die leeuw be
tekent.
3. een rivier in Italië.
9. iemand, die een zoodschap overbrengt.
10. een watervogel.
11. gemalen graan
12. een smalle leren band
13. een boze vrouw uit een sprookje
14. een veldgewas
15. een antilopesoort uit Afrika, het z.g.
„wildebeest"
16. een stkelig dier.
Wanneer er dennebomen gekapt worden
ergens in een bos of als je langs zo'n stapel
gekapte bomen komt, moet je eens op de
onderkant van die stammen letten. Soms
gebeurt het, dat daar een stervormige fi
guur in zit. Iedere boom heeft z.g. jaarrin
gen, dat zijn die kringen die je in het hout
ziet en die gevormd worden door een laag
je hout, dat er ieder jaar bij groeit Aan die
ringen kun je dus zien, hoe oud een boom
is, daarom heten ze ook zo.
Hoe komen nu die figuren erin, die door
die jaarringen heen lopen?
Dat zijn de plekken, waar vroeger, toen
de boom nog jong was, takken aan vast
hebben gezeten. Die takken zijn doodge
gaan en afgebroken en die plekken waar
ze gezeten hebben, zijn door het groeien
in elkaar gedrukt en later zijn de nieuwe
laagjes er overheen gegroeid Op het plaat
je kun je dat alles duidelijk zien.
In Engeland in het plaatsje Doncaster
heeft de rechter aan twee vaders, wier
zoontjes sigaretten hadden gestolen, opge
dragen om de beide boosdoeners ieder een
heel dikke sigaar te geven, die ze tot het
allerlaatste eind moesten oproken. Dan wa
ren de tienjarige bengels wel genoeg ge
straft, meende hij.
Neen, jullie moeten niet denken, dat dit
verhaal over katjes gaat, die melk drinken
en spinnen, want deze poesjes stonden in
een mooie kristallen vaas op tafel midden
in een bos helgele narcissen, die eigenlijk
een beetje te verwaand waren om tegen
onze katjes te praten, want, ja, die dood
gewone katjes kon je zoo maar in de duinen
plukken, maar zij, van heel ver gekomen,
hadden te pronk gestaan in mooie étalages
en waren gekocht voor heel veel geld. Maar
het lot had hen nu eenmaal zo geschikt, dat
zij te zamen in één vaas kwamen te staan,
en dus ook deelgenoten waren in lief en
leed. Langzamerhand waren de narcissen
een beetje spraakzamer en pochten over al
wat zij in hun bloemenleventje hadden ge
ien en meegemaakt. Altijd waren zij heerlijk
warm geweest, bewonderd door de mensen,
die voor de winkel naar hen gekeken had
den, en hier genoten zij ook veel belangstel
ling.
Ach ja, zuchtten de katjes, wij hebben
nog nooit in zo'n prachtige winkel mogen
staan, maar toch, waar wij groeiden, was
het ook wel mooi. Als ons zonnetje scheen,
was het ook lekker warm, en de mensen
keken ook wel naar ons, maar meestal mop
perden zij: bloeien die dingen nu nog niet
en liepen dan weer verder. Maar 's avonds,
als de konijnen onder de takken door huppel
den en de kikvorsen kwaakten lange ver
halen van veel regen, dan waren wij geluk
kig en schommelden zacht heen en weer in
het koele avondwindje. Maar soms waren
wij erg bang, dan was de maan weg en
stormde het hard, en hoorden wij de zee
zo dicht bij grommen.
Maar de volgende morgen was de wind
stil weggegaan en kwam de dikke hommel
ons vertellen, dat de duinroosjes 's nachts
van angst al hun bloemblaadjes hadden los
gelaten en dat de leeuwerik zo in angst zat,
want er was een stuk hout op haar nestje
gewaaid en nu was er één eitje kapot, maar
de haasjes zouden straks helpen. Zij had
nog veel meer te vertellen, maar ze had het
zo vreselijk druk en weg vloog zij, naar een
duinviooltje.
De narcissen luisterden zonder aandacht
en trokken hun neus op, bah, zo'n vieze
hommel, nee, zij bleven liever in hun winkel
hoor, en de katjes pruttelden terug, totdat
ineens de vaas kantelde en op de grond viel,
alle katjes en narcissen waren er uitge
vallen.
Een klein, stout meisje had op de tafel
gehangen, deze was gedompt en daar lagen
nu de kemphanen, terwijl de kleine meid
uit angst voor klappen op de bloemen trapte
en de kamer uitvluchtte. Ach, gooi die nar
cissen maar weg, de stengels worden zo slap
en de bloem verlept al helemaal, en doe die
katjes maar bij te tulpen, die staan in de
zijkamer. Zo werden de trotse narcissen in
de vuilnisbak gegooid, en de arme katjes
beleven weer nieuwe avonturen tussen de
mooie tulpen, die nog trotser en deftiger
zijn dan narcissen.
Hebben jullie ook geen medelijden met
die arme poesjes, die toch zo mooi zijn en
door zo velen worden miskent?
Deze takshond moet je eens tekenen in
één lijn. zonder met je potlood van het pa
pier af te gaan. Je moet beginnen aan de
ene kant van het gras en eindigen aan de
andere kant. Misschien valt het de eerste
keer nog niet mee en wordt het een beetje
raar gedrocht, maar dan probeer je het nog
maar eens, net zo lang tot hij er precies
op lijkt.
DOOR
No. 9.
Plotseling ontdekte Tarzan, dat de taal
van zijn troep dezelfde was als die van zijn
e'gen vroegere apenfamilie. „Wie ben je?"
voeg hij. „Wie bedreigt Tarzan van de
A Sn?" De aap keek hem verwonderd aan.
ben Akoet", antwoordde hij in dezelfde
e judige, primitieve taal. „Ik ben nu de
koning. Ga weg of ik zal je doden. Er is er
niet één zoo groot als Akoet." „Laat ons
vrienden zijn", zei Tarzan. „Je kunt Akoet
niet doden", hernam de ander. „Niemand
anders zal koning zijn dan Akoet." Als ant
woord wierp de aapman zich op de grote aap,
die gedurende het gesprek zijn voorzichtig
heid uit het oog had verloren. In 'n oogwenk
had de man de vuist van de grote aap vast
gegrepen, draaide hem snel rond, voordat de
ander hem kon vastpakken. Zij vochten
samen. Langzaam drukte Tarzan de nek van
het dier naar beneden. „Ka-goda", fluisterde
de Tarzan tot de aap onder zich. In de taal
der apen wilde dit zeggen: „Geef je je over?"
Akoet dacht aan het krakend geluid, dat hij
had gehoord vlak voordat de nek van Molak,
de oude koning, was gebroken en huiverend
trachtte hij zichzelf te bevrijden. Maar een
plotselinge harde druk op nekweivel bracht
het angstige „Ka-goda" over zijn lippen.
Tarzan verminderde zijn greep en Akoet rees
langzaam overeind. Terwijl hij zijn geweldige
kop schudde en woedend gromde, waggelde
hij naar zijn groep terug. Dadelijk vluchtte
de hele troep de jungle in en liet Tarzan, die
verschillende wonden had opgelopen, alleen in
de jungle achter.
(Nieuwe spelling.)