„RAPID"
De commandant valt
in de Kali
Wreef in één dag
RHEUMATiEK weg
KLOOSTERBALSEM
k prebihbeurten
VEEL OELD
Zaterdag 26 Februari 1938
Tweede Blad
öxym Asiit'i ÏÏLtmoüz'i.
Hoe de torpedodienst de dienstmeisjes
in Vianen saboteerde
met den Kloosterbalsem
Had een pijn in z'n schouder
om tureiuursch van te worden
AKKER'S ORIGINEEL TER INZAOS
VANAF HEDEN
DEMONSTRATIE
automatisch ladder-ophaal-apparaat
voor zijden kousen
Uitvoering t/Turnlust"
Ingebroken bij de firma
M. A. Grunwald
De heer H. J, de Ruiter
een kwart eeuw gemeentebode
Het nut van Jeugd
herbergen
;)Mid o&udenxUvfh,
JUWELIER BEEMSTERBOER
Burgerlijke Stand van Den Helder
Oom Arie heeft meer avonturen beleefd,
dan alleen b(j Nieuwediep en in het Bokkegat,
want h(j werd eenmaal voor 3 jaren naar Indië
gedirigeerd met den torpedodienst en zijn on
dervindingen in „Apenland" zijn legio. Hier
yolgt er één van.
Zooals U weet, aldus Arie, hebben ze daar
bjj Malang een kampement, waar we ieder
jaar drie maal 16 dagen heengestuurd werden
om op te kikkeren van de warmte en de
malaria. Het was een mooie nederzetting,
gebouwd door een Chinees voor 80.000 pop, en
dat was goed betaald. Maar het was 't dubbel
en dwars waard, want er waren geen „mus
ketten", en het was hoog en lekker koel.
Toen ik er was, had ik de rang van botte
lier en gamellechef en m'n commandant was
Jonkheer Hakstroo v. d. Bosch.
Naar Wendit.
Maar we waren óók menschen en op
een goeien dag dachten ik, en me vrien
den de ziekenvader en de kok, dat we
best 'ns een uitstapje verdiend hadden,
en een loopie naar het dorp Wendit kon
den maken.
Dat was een flink eind verderop en daar we
den weg niet wisten, gingen we op snor in
het kantoor van den commandant. Daar lag
een marinier te snurken en aan hem hebben
we gevraagd hoe je op Wendit kon komen.
Nou, die vent wist dat ook niet, maar hij
had stafkaarten. En met z'n vieren hebben
we die ingewikkelde dingen bekeken, en ja
hoor, de marinier wees precies de weggetjes
,aan die we door de rimboe konden nemen.
Wij op weg maar toen we een paar uur ge-
gpatzierd hadden door de bosschen kwamen
we voor een breede kali en snapten we, dat
we op den verkeerden weg waren.
Gelukkig kwam er net een Javaan an met
z'n sappi's en die vent kon ons verstaan. Hij
zei dat we eerst de kali over moesten en dan
zóó en zóó. Dan waren we er in een paar
kwartier.
Nou, we waren meissies onder mekaar en
de kok, de ziekenvader en ik kleeden ons uit
om over die modderige kali te trekken... brrr
wat stonk dat ding
De commandant komt.
Afijn... net wilden we beginnen, en wie
kruipt daar ineens uit de rimboe te voor
schijn: niks minder as de commandant zei
vers.
Hij liep met een zakdoek in z'n neus, want
dat was zoo z'n gewoonte in het warme land,
en hij riep al van verre: Hééé... mannen
waar gaat dat heen??"
„Nou", zeg ik, meneer, we moeten naar
Wendit."
„Zoo, zoo, ik ook mannen", zegt de jonk
heer.
En ik: „Ja meneer, maar dan loopt U hee-
lemaal fout. Wendit ligt aan den anderen
kant van de kali. Maar ik wil U wel over
dragen!"
Ik zei dat, want meneer had een fijn wit
pakkie an en het zou zonde en jammer zijn
als dat moest kennismaken met die vuile
stinkgracht van een kali.
De commandant op den rug van Arie
„Wil je dat Arie?" vroeg een beetje arg
wanend de commandant.
„Ja hoor meneer!" dat heb ik graag voor
U over. Kom maar op m'n rug!" Het was net
of die commandant vuiligheid rook, maar hij
ging toch op m'n achterstuk zitten en daar
gingen we.
De kali stonk als een riool dat in 3 jaar niet
gewasschen is en met een toegeknepen neus
riep m'n vraggie: „Arie... denk er toch om
vriend... je smijt me toch niet in de kali...!"
„Nee meneer vast en zeker niet
stel U voor," zeg ik, maar nóg had ik het
niet gezegd, of laat ik nou m'n groote
teen stooten tegen een stuk spekvet zand
steen. Ik glij uit over de blubber ik ver-
,En zoo in eens! Ik kon niet meer
heen of weer. Ik houd niet van tabletjes
en liet mijn vrouw mij wrijven met
Kloosterbalsem. Niet te hard, zeg ik,
want alles, ook de geheele omgeving,
deed me zeer. Zij wreef mij zachtjes
om te beginnennaderhand wat harder
en het was of er een wonder gebeurde.
Onder 't wrijven verminderde de pijn
al en toen het 's avonds herhaald was,
stond ik den volgenden morgen weer
even frisch op als altijd."
Fr. D. Ie O.
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bij brand-en snijwonden
Ook ongeëvenaard als wrMfmlddel bij
Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren
lies m'n evenwicht de commandant
vliegt over m'n hersens hjj maakt een
salto mortale en komt met een gruwelijke
klets in de kalidrek terecht met z'n witte
pakkie en al
O... o... o... wat lag die commandant daar
vreeselijk armzalig in de vette kali en wét zag
hij eruit, Ik hielp hem overend krabbelen,
maar daar kijkt hij me zoo wild aan, dat ik
dacht dat hij me in hetzelfde oogenblik met
huid en haar zou opvr... Maar hoe het kwam,
weet ik niet... want toen hij daar zoo stond
met z'n vuile hempie... toen kon ik me niet
goed meer houwen en barstte in lachen uit.
„Lach je daar nog om!" brulde hij...
En ik: „O commandant... al gaf U me subiet
de kogel... ik lach me ziek...!"
Wat wés hij kwaad en ik snapte heel goed
dat dat misère voor Oom Arie zou worden,
maar wat kon ik eraan doen? Trouwens, ik
had er zelf nog een rauwe knie bij opgeloopen,
die me aardig judaste.
't Zal je bezuren!"
We gingen gezamenlijk terug, maar nie
mand zei wat: de commandant het minst,
want die had op een ontzettende manier de
smoor in. In Malang kwam die marinier van
de stafkaarten ons al tegemoet en hij vroeg
den commandant: Héé, meneer... bent U nü
al weer terug...? en wat ziet U er uit!" Nou,
dat was waar, want hij leek wel het Modder
mannetje...
„Ach ja, marinier," zei het slachtoffer, „de
bottelier heeft me in de kali gesmeten. Maar
't zal hem bezuren."
Nou, en het bezuurde me ook, want ik kon
geen goed meer bij hem doen en dat is een
leelijk ding. Bij de andere officieren stond ik
anders wel in een goed boekie. Vooral de
eerste weken erna, want die pikten me op
ieder moment in m'n kuif en vroegen dan:
„Zeg Arie, vertel mij 's, in vertrouwen na
tuurlijk, je hebt de commandant er natuur
lijk met moedwil ingesmeten..." of „Nou Arie,
tegen mij kan je dat wel zeggen, wilde je de
baas vermoorden...?" of „Arie... mag ik het
fijne er eens van weten... je weet ik praat er
niet over". Het was om dol te worden. Ik
was een geteekende. Maar de commandant
had me te pakken, want of ik hem drie
maal per dag goeiendag zei: ik kreeg boe
noch ba meer van 'm. Hij keek straal door
me heen, alsof het mijn schuld was, dat ik
uitgeglejen was. Nee, ik was vies het haasje
met dat gevalletje.
En iederen dag aan je kop de een of
andere officier: „Nou Arie... maak mij
nou niet wijs dat dat geen opgezet spel
letje was... we kennen jou zèg... met je
uitgestreken Nieuwediepsche gezicht...
Maar m'n rauwe knie telden ze niet...
Wat in Vianen gebeurde.
Nou ik toch bezig ben, zegt Arie, kan ik
meteen wel dat gevalletje aan de groote klok
hangen van die keer, dat we met de „Etna"
binnendeur van Hellevoet naar Nieuwediep
moesten.
Dat was op een Vrijdag, maar we kwamen
niet verder dan Vianen en daar zei meneer
Ketje, de commandant: we blijven hier maar
liggen tot Maandag.
Niemand had er iets o, tegen en na inspec
tie mochten we Zate dagsmorgens al gaan
passagieren in dat gat. Meneer Ketje ging op
reis.
Vianen was aan het schoonschip maken en
alle dienstmeiden stond.-n op de stoepen. Wét
een bende. En... nou ja, we waren jong, dus
we maakten wel 's een gijntje met dat goedje,
maar aiii... wat waren ze stijf. Maar dat was
koren op onze molen, totdat niemand minder
dan de burgemeester aan kwam zeilen, maar
dat wisten we natuurlijk toen nog niet.
Die nam er zeker aa: stoot aan en zei:
Héééé malozen .ik zeg je... laat de meiden
met rust, anders neem ik maatregelen...!"
Nou, wij bij de torpedodienst waren niet zoo
heel erg timide, en dus vroeg er een: „Wat
hij je er eigenlijk mee te maken jongeman...!
Toen blies de „jongeman" zich op als een
kikker en zei Weten jullie wel dat ik de
burgemeester ben!"
„Burgemeester", zei m'n maat... burge
meester, Da's een goed baantje vader, zie
maar dat je 't houdt..."
De burgemeester was als een kroot en liep
razend weg, maar hij liet het er niet bij zitten,
want 's Maandagsmorgens kwam met den
eersten trein meneer Ketje mee en hij was
nog niet de treeplank af, of de burgemeester
liep 'm in z'n vaarwater.
Nu, de commandant kwam met een gezicht
van 7 dagen vuil weer op de Etna en daar
was het al van alle hens aantreden.
„Mannen", zei meneer Ketje, „ik heb
klachten over jullie. Kan ik nou niet eens een
paar dagen van jullie vandaan? Ik heb ge
hoord dat jullie de dienstmeiden van Vianen
gesab>teerd hebben en de burgemeester be-
leedigd? Wie heeft dat gedaan? Wie zei dat
hij een goed baantje had, wat hij moest hou
den
En m'n maat kwam meteen naar voren en
zei: Ik commandant, dat heb ik gezegd.
*,Nou, dat had ik van jou niet-gedacht van
der Hoven... het spijt me erg, maar daar zit
straf op!"
„Doch van der Hoven: „Maar comman
dant... is het dan geen goed baantje?"
En dét redde hem, want dat zei hij op
zoo'n lolligen toon, dat meneer Ketje in
den lach schoot en den smaad, de Vianen-
sche meiden aangedaan, niet wreekte.
Er werd geen rapport van opgemaakt!
Dat heb je als je eerlijk bent...
met
Een verbluffende Amerikaan
sche vinding „RAPID" het
apparaat dat elk weefsel grof
of fijn onzichtbaar repareert,
zonder gebruik van
s t o p z ij d e, dus ook nim
mer kleurverschil.
Donderdagavond hield bovengenoemde ver-
eeniging haar jaarlijksche uitvoering.
Even over acht opende de voorzitter op de
gebruikelijke wijze den avond, begroette de
talrijke aanwezigen en deelde mede, dat Ds.
Meiners bericht gezonden had niet aanwezig
te kunnen zijn.
Direct na de opening werd met de afwer
king van het programma begonnen. De orga
nisatie bleek uitstekend verzorgd. Alle num
mers verliepen vlot.
Allereerst kwamen de meisjes van afd. A.
ten tooneele, die haar vrije oefening goed en
ongedwongen uitvoerden, op een enkele na
was er van nerveusiteit geen sprake, wat
trouwens een eigenschap van de peuters blijkt
te zijn. Ook het hoogspringen van deze groep
was aardig om te zien. De kleinste puk bleek
de beste springster te zijn. Zij gooide geen en
kele maal het drooglijntje af.
Zoowel de brug- als ook de vrije oefeningen
van de meisjesafd. B waren nu niet bepaald
af, doch behoorlijk verzorgd.
De jongens van groep A hadden enkele suc
cesnummers. De vrije oefeningen bleken op de
muziek niet voldoende ingestudeerd te zijn,
waardoor de oefening haperde en Piet zoo
doende steeds een tempo te vroeg was. Doch
de jongens lieten het er niet bij zitten en her
haalden dezelfde oefening zonder begeleiding
en het was toen wat men noemt af. Ook het
touwtrekken was aardig om te zien. Het ver
oorzaakte dan ook hilariteit. Dat vond onze
buurman „nou nog es leuk".
De vrije oefening van de jongens van afd. B
ging ook, ondanks een kleine hapering, keu
rig. De vroolijke voetbalmarsch diende hierbij
als begeleiding. O.i. was de oefening iets te
lang, gelet op de zware oefenstof. De paard-
sprongen van deze afdeeling waren goed. Het
eigenaardige was, dat de moeilijkste sprong
(spreidsprong) het beste „genomen" werd.
De paardoefeningen van meisjesafdeeling C.
vielen tegen. De staafoefening van deze groep
was daarentegen keurig. Over de dames-
afdeeling kunnen wij niets dan lof hebben. De
brugoefeningen waren goed, doch de knots
oefening ging zeer correct. Het knotsentikken
kwam bijna niet voor. Ook de rhythmische
oefening was af.
Het toestelturnen van de heeren viel niet
mee. Enkele turners waren goed op dreef,
doch meerdere turners bleken hun oefenstof
niet geheel onder de knie te hebben. De zgn.
„kip" zat er goed in. en de reuzenzwaaien en
handstanden oogstten applaus.
Zoo kwam dan het einde van deze zeer goed
geslaagde uitvoering. Een woord van lof aan
den leider, den heer Kramer. De geschenken,
hem voor de pauze aangeboden, waren wel
verdiend.
Een strijkje zorgde voor aangename afwis
seling.
Aan het slot werd nog een tooneelstukje
opgevoerd, waarin de Pa nu niet direct een
flinke kerel genoemd kon worden. Tante was
goed op dreef. Tot besluit was het een vroo-
lijk stukje en allen gingen voldaan huis
waarts.
Waarschjjniyk „amateurswerk".
Toen hedenmorgen 7 u. de heer Souwer,
employé bjj de firma M. A. Grunwald op
den Kanaalweg, het kantoor betrad,
merkte hg, dat er dien nacht bezoek was
geweest van ongewenschte vreemdelin
gen. De achterdeur, zich bevindende op
den Dijkweg, was geopend, terwijl het
zich anders altjjd in keurigen staat bevin
dende kantoor, veel had van een chaos.
De heer Souwer waarschuwde oogenblikke-
lijk een der familieleden en den boekhouder,
terwijl ook de politie in kennis gesteld werd
met de inbraak.
Een vluchtig onderzoek leert, dat de heeren
(of heer), zich waarschijnlijk toegang ver
schaft hebben via de achterdeur, die op den
Dijkweg uitkomt. Hierin bevinden zich name
lijk een 5-tal boorgaten, doch het blijft hierbij
de vraag, hoe men de deur heeft kunnen
openen, daar de gaten zich niet bij de grendels
bevinden.
In ieder geval waren er voorts geen moei
lijkheden meer voor het betreden van het
kantoor en hier heeft men zich gewijd aan het
zoeken naar geld.
Hierbij treedt duidelijk aan den dag, dat dit
bezoek niet op naam geschreven behoeft te
worden van iemand van het personeel. Men
heeft namelijk het oude bureau, dat als ge
woonlijk gesloten was, eveneens met diverse
boorgaten bewerkt, doch in dit bureau be
vinden zich nimmer geldswaardige papieren
of contanten.
Het bureau werd geopend met een beitel,
doch 5 guldens, die zich erin bevonden bleven
onaangeroerdVoorts werd het bureau
verschoven, terwijl diverse bescheiden er af
gehaald zijn.
Bij een vluchtige controle blijkt, dat een
doos Sickes-chocolade verdwenen is, terwijl
men uit een andere een deel van den inhoud
consumeerde. Behalve de beschadiging aan het
bureau werd tot nu toe niets vermist. Recher
cheur Sprengers is evenwel nog met het on
derzoek bezig, zoodat het niet uitgesloten is,
dat men alsnog vermiste voorwerpen zal heb
ben te noteeren.
Dat hier echter geen sprake is van be-
roepswerk wordt wel heel duidelijk gede
monstreerd door het feit, dat de heeren
(of heer) bij het verlaten den beitel ver
gaten mede te nemen. Wellicht dat dit
apparaat voor de politie nog een waarde
volle stille getuige kan zijn.
DE JUFFROUW, DIE HAAR WASCH
VROEG DEED
Er was gisteren een juffrouw op den Brak-
keveldweg, die besloot eens extra-vroeg haar
wasch te doen. Reeds 's-avonds hingen de on-
derdeeien aan het lijntje en zaten ze in een
emmer.
Edochzij had niet gerekend op ongunre
individuen, die gedurende de nachtelijke uren
Den Helder onveilig maken. Want zij kwam
tot de droeve ontdekking, dat diverse sloo-
pen en handdoeken verdwenen waren.
Toen wij dezer dagen ,,'t Vliegend Blaadje"
van 15 Februari 1913 nasloegen, ontdekten
wij de volgende mededeeling:
De heer H. J. de Ruiter, politie-agent
alhier, is benoemd tot gemeente-bode al
hier. Het aantal sollicanten bedroeg 152.
Veel behoeven wij hieraan niet tot te voe
gen. De heer De Ruiter staat bekend, zoowel
bij zijn superieuren ten raadhuize als bij de
gemeentenaren, als een even accuraat als wel
willend mensch, die in de thans verloopen
kwart eeuw alles van den bode en niets van
den „politie-dienaar" behield.
Wenschen wij den heer De Ruiter, die dien
de onder burgemeester Van Steyn, Houwing,
Driessen en Ritmeester en per 1 Maart 1913
zijn functie aanving, nog verscheidene jaren
toe van „major domo" van het Stadhuis.
Wim Wiese spreekt er over op den
ouderavond van de ULO-School.
Gisteravond heeft op den Ouderavond, uit
geschreven door de Oudercommissie van de
Openbare ULO-School en gehouden in het
Algemeen Militair Tehuis Wim Wiese een
propaganda-speech gehouden over het werk
der Nederlandsche Jeugdherberg Centrale,
waarvoor vrij groote belangstelling bestond.
Nadat de heer Wiese door den heer Blom
welkom was geheeten, ving de spr. aan met
mede te deelen, dat in de thans verstreken
10 jaar van het bestaan der Nederlandsche
jeugdherbergen, er thans 68 in ons land aan
getroffen worden.
Goed, goedkoop en veilig.
Aan deze trekkers-pleisterplaatsen zijn
diverse eischen te stellen, doch de voor
naamste ervan zijn ongetwijfeld dat ze moe
ten zijn: :goed, goedkoop en veilig. Systema
tisch behandelde de heer Wiese ieder dezer
drie factoren.
De spr. bracht naar voren, dat de herberg,
naast het zindelijk en gezellig zijn, inderdaad
behoort te wezen: een home, een tehuis.
Gelukkig beseft iedere jeugdherbergvader of
-moeder dit volkomen en de wijze, waarop de
Nederlandsche jeugd over deze tijdelijke
woningen spreekt, bewijst wel, dat men hier
in volkomen geslaagd is. Overigens staan alle
herbergen onder controle van de Centrale, die
er voor zorgt, dat iedere eisch zooveel moge
lijk nageleefd wordt. Nederland kan trots
zijn op zijn herbergen. Weliswaar is er nog
maar een klein aantal dat als herberg ge
bouwd, doch dat doet niets af aan de om
standigheid, dat ook diegenen, welke tot her
berg geïmproviseerd werden, in trek zijn.
Er volgen tal van mededeelingen over de
wijze waarop men lid wordt, wat men wel en
niet mag doen in de herbergen, wat men wel
en niet te eten krijgt, hoe men slaapt en hoe
men met elkander omgaat. Het is daarbij wel
licht aardig te memoreeren, dat men gemid
deld voor een geheelen dag verblijf op kosten
van de jeugdherberg ongeveer f 1.25 kan uit
trekken, een bedrag wat zeker niet onover-
komenlijk is.
Eén van de voornaamste factoren, zoo niet
d voornaamste, is de sfeer van de herberg.
Alcohol en tabak zijn er contrabande en zoo
bezien is het woord „herberg" dus eigenlijk
niet zoo bijster gelukkig gekozen.
Neutraal!
De N.J.H.C. is voorts neutraal. Dit is een
belangrijk punt, want haar worden wel eens
sympathieën in de schoenen geschoven, waar
aan zij volkomen onschuldig is. Ze is in de
ware beteekenis van het woord: partijloos.
Men treft dan ook in den Raad van Toezicht
en Advies zoowel protestanten, katholieken,
als de meest verscheiden politieke groepen
aan. Een zeldzaamheid overigens in dit zoo
buitensporig sectarisch zijnde land.
De heer Wiese, die dit alles op even vlotte
als ter zake kundige wijze vertelt, wijst er
voorts op, dat er van de jeugdherbergen een
in cultureel opzicht verheffende sfeer uitgaat,
terwijl ook de internationale verbroedering
door haar gestimuleerd wordt.
Tenslotte ontzenuwt hij de wel eens ver
onderstelde mogelijkheid, dat de jeugdher
bergen een soort verkapte „pensions" zrjn,
die dus het hotelwezen zouden benadeelen.
Niets is minder waar, en tusschen beide in
stellingen ligt een hemoelsbreed verschil.
Na de lezing worden nog enkele lantaarn
plaatjes vertoond, waarop jeuglherbergen en
enkele intérieurs ervan afgebeeld staan.
Het is de heer Blom, die den spreker dan
hartelijk dank zegt.
Zondag 27 Februari 1938
Ned. Herv. Gem. (Nw. Kerk. Weststraat)
's Morgens 10.30 uur, Ds. H. A. Enklaar
Onderwerp: De noodende Christus.
Westerkerk, (Heiden der Zeeplein).
's Morgens 10 u., Ds. A. G. H. van Hoogen-
huyze, van 'Amsterdam. Doop.
's Avonds 7 u., Jeugddienst, de heer A. Kalis
Geref. Kerk. (Julianapark).
's Morgens 9 uur, Ds. Tollenaar
's Morgens 10.45 uur, Ds. Tollenaar
's Avonds 5.30 uur, Ds. Veenhuizen
Geref. Kerk (Rehoboth-Kerk).
's Morgens 10 uur, Ds. Veenhuizen
's Avonds 5.30 uur, Ds. Tollenaar
Oud Geref. Kerk (Hoogstraat).
's Morgens 10 uur en 's avonds 5.30 uur
Ds. Overduin, van Dordrecht.
Donderdagavond 7.30 uur, Ds. C. Kramp,
vau Enkhuizen.
Chr. Geref. Kerk (Steengracht).
's Morgens 10 uur en 's avonds 5 uur,
de heer J. Rebel.
Woensdagavond 8 uur, Bijbellezing door
den heer J. Rebel
Herst. Evang. Luth. Gem. (Weezenstr.).
's Morgens 10.30 uur, Ds. W. J. F. Meiners
's Avonds 6 uur, Ds. W. J. F. Meiners
Jeugddienst.
Radio-kerkdienst. Kerkkoor en solisten
Doopsgezinde Gemeente (Kerkgracht).
Geen dienst
Oud-Katholieke Kerk (Langestraat 76)
's Morgens 10 uur, kerkdienst.
Evangelisatie (Palmstraat).
'sMorgens 10 uur, in de Westerkerk,
Doops bediening door Ds. A. G. H. van
Hoogenhuyze van Amsterdam.
's Avonds 6 uur, in gebouw Palmstraat,
Ds. J. B. Oskamp
Gebouw Middenstraat 117.
's Avonds 8 u., Evangelisatie-samenkomst
Donderdagavond 8 uur Bijbelbespreking
Evangelisatiegebouw, Vijzelstraat:
's Morgens 10.30 uur, samenkomst
Zondagmid. 4 u., straatprediking Tuindorp,
's Avonds 8 uur, samenkomst
Leger des Heils.
7.30 uur v.m. Bidstond
10 uur v.m. Heiligingsdienst
8 uur n.m Verlossingssamenkomst
Hersteld Apostolische Zending Genieent»
Sluisdijkstraat hoek Schagenstraat.
Geen dienst.
Kerk van Jezus Christus, Janzendw.str. 8
's Miftgens 9.30 en 's avonds 5 uur
Samenkomsten.
HUISDUINEN
Ned. Herv. Gemeente.
's Morgens 10 uur, Ds. M. van Wichen
JULIANADÖRP
Ned. Herv. Gemeente.
Geen dienst
Zendingsgebouw „De Ster der Hope".
's Morgens 10 uur en 's avonds 7 uur
de heer A. Donker, van Zaandjjk
GEVEN WIJ VOOR
JEUGDDIENST LUTHERSCHE KERK.
Morgenavond wordt in de Luthersche kerk
een jeugddienst gehouden, aanvangende 6 u.
en waar het woord gevoerd wordt door ds. W.
J. F. Meiners. Medewerking verleenen kerk
koor, enkele solisten en de orgeliste, mej. A.
Kamp. De dienst wordt uitgezonden door de
N.C.R..V. Men zie de adv. in dit nummer.
OP- EN ONDERGANG VAN ZON
En TIJD VAN HOOG- EN LAAG WATER.
Zon
Wintertijd
Febr.
op:
ond.:
Hoogwater
Laagwater
Z
27
6.54
17.33
5.15
17.30
11.10 23 55
M
28
6.51
17.35
6.15
18.15
12.00
D
1
6.49
17.37
7.05
18.50
0.50 12.40
W
2
6.47
17.38
7.40
19.25
1.30 13.20
D
3
6.45
17.40
8.10
20.00
2.10 14.00
V
4
6.42
17.42
8.40
20.40
2.45 14 40
z
5
6.40
17.44
9.15
21.15
3.20 15.25
APOTHEKEN.
Van hedenavond 10 uur tot Maandagmor
gen is alleen geopend de apotheek van W. H.
Kingma, Kanaalweg.
Van Maandag 28 Februari tot 7 Maart
wordt avond- en Zondagdienst waargenomen
door H. J. Rootlieb, Binnenhaven.
SPREEKUUR WETHOUDER.
Wethouder Smits zal, inplaats van Maan
dag, Woensdag op denzelfden tijd spreekuur
houden.
25 Februari 1938.
BEVALLEN: C. E. Besier—Stuart, d.; J. C.
van Cleemputtede Meester, z.; I. G. J. van
den HoffSlinger, z.; G. M. GrolHaar
huis, d.
OVERLEDENY. W. van der Haag—
Vriezinga, 66 jaar.