ie voor je Alkmaarsche rechtbank De hemelsche tweelingen Arrondissenienfs rechtbank te Alkmaar Duitsche economen bemoeilijken defensie De Britsch-Duitsche onderhandelingen ANNA PAULOWNA Vernietiging van kantonrechterlijk vonnis gevraagd! Uit onze omgeving TUINHOEKJE KORT VERHAAL Het betreft hier geen bevaarbaar water in den zin van de wet, zegt de Officier van Justitie. Uitspraak op Dinsdag a.s. Te gen verdachten een boete van f 3subs. 1 dag hechtenis ge vorderd. A oor de Alkmaarsche Arrondisse- ments Rechtbank werd gistermid dag de bekende vischkwestie behan deld. Het was een verzetzaak te gen W. K. en W. W. en J. t. B. al len wonende te Anna Paulowna, wien ten laste wordt gelegd in den polder te Anna Paulowna op 1 Sep tember j.1. te hebben gevischt, zon der vergunning van den eigenaar van het vischwater. De hengels werden daarbij in beslag genomen. Verdachten erkennen het tenlaste geleg de. Als eerste get. wordt gehoord G. J. Lo- vink burgemeester van Anna Paulowna. Pres.: Het gaat over de Middenvliet of Kromme Tocht, de Zandvaart en het Balg kanaal. Zijn dat nu bevaarbare wateren, ja: dan neen? Get.: Zeer zeker zijn dit bevaarbare ka nalen. Sinds 19.10 is er in het Balgkanaal minder gevaren, doch in ieder geval is het bevaarbaar. Mr. Fruin vraagt hoeveel de diepte is van die wateren? Get.: Dat weet ik niet. Alleen weet ik, dat toen de nieuwe brug over de Zandvaart werd gemaakt, wij haar hoog hebben ge bouwd. De Officier van Justitie wil weten, of deze kanalen beschouwd moeten worden als al- gemeene verkeerswegen te water? Get.: Tk zou zegnen van wel. De officier van Justitie zeide, dat om bevaarbaar te zijn die vaarten misschien eerst uitgebaggerd moeten worden? En dan zouden het geen verkeersmiddelen te water ziin. Get.: Ja, dat is mogelijk. De verdediger van verdachten mr. dr. Buiskool zegt, dat hij Zaterdag met 'n 15 ton schuit door de bewus te kanalen is gevaren en niet de minste last heeft ondervonden. De tweede get.: P. Hart komt verklaren, dat de diepte ongeveer 60 en soms nog minder dan 60 c.m. was. Pres.: TT heeft bij den Kantonrechter ver klaart, dat die diente in het Balgkanaal 80 c.m. tot 3 m. bedroeg. Denkt U, dat een schip van 15 ton door al die kanalen ge makkelijk kan varen? Get.: Absoluut niet Edelachtbare, zoo'n schip komt bovendien niet onder de vaste bruggen door. Pres.: Gelooft TT, dat die wateren alge meene verkeerswateren zijn? Get.: Nee, dat geloof ik niet, in de Zand vaart kunnen alleen platboom vaartuigen komen. I Get. burgemeester T.ovink heeft nooit anders gehoord, dan dat het wel algemeene verkeerswateren zijn. De Officier merkt op, dat het Balg kanaal loont van Ewijckslüis naar het N.H. Kanaal. Bij Ewijckslüis loopt het dood en in het N.H. Ka naal mondt het uit door een duiker. Dan is er in dat geval geen spra ke van een verkeersweg te water. De volgende get. L. M. v. d. Heide, tech nisch opzichter der visscherij, wonende te Utrecht. Deze verklaart, dat geen van de vaarten, bevaarbare wateren zijn. Pres.: Er zijn ondiepe plaatsen van 20 c.m. nietwaar? Get.: Absoluut. Pres.: U komt dan tot de conclusie, dat het geen verkeerswegen te water zijn? Get.: Geen verkeerswegen te water; in geen geval. Ook de bruggen ziin een beletsel voor bijna alle vaartuigen.^ Er is met het leggen van die bruggen niet gerekend op een normale vaart. Dan wordt voorgeroepen P. Muntjewerf, die als schipper geregeld met z'n schip van 15 ton door de betreffende vaarten gaat. Pres.: Kunt U daar altijd varen? Get.: Bij laag water niet, bij hoog water wel. Pres.: Duidt een en ander erop, dat deze algemeene verkeerswegen te water zijn? Get.: Ja, zeker. Altijd geweest. Pres.: En kunt U er 's nachts ook varen? Get.: Ik heb vroeger altijd 's nachts ge varen. Get. I. Taillie, algemeen opzichter van den Anna Paulownapolder, geeft inlichtin gen over de diepte der vaarten en de hoogte van de bruggen. Get. komt tot de conclusie, dat scheepjes van 15 ton, mits ongeladen, deze vaarten kunnen bevaren. Echter worden deze wa teren veel minder gebruikt, omdat er be tere verkeerswegen te water ^.i.in. Daarna wordt gehoord get. M. Zandwijk, pluimveehouder te Anna Paulowna, die verklaart gerepeld met een schuit nooi Zandvaart en het Balgkanaal te varen. Pres.: Beide vaarten zijn door een sluis met het N.H. Kanaal verbonden nietwaar. Get. Juist, Edelachtbare. Pres.: Vindt u n«, dat dit allemaal ver keerswegen te water zijn? Get.: Ja, vroeger voor den bouw van de huizen te Breezand werden alle mateiïa- len te water aangevoerd. De laatste getuige, C. Wijdenes Spaans Jr„ Dijkgraaf van den An na paulownapolder verklaart, dat genoemde wateren eigenlijk geen van alle kunnen worden beschouwd als verkeersmiddelen te wat ,r. Prac tlsch worden die wateren voor va ren niet meer gebruikt. De Officier van Justitie, mr. v. d. Feen de Lille, requisitoir nemend, concludeert, dat alle getuigen anders verklaren, de een zegt: het is wel een bevaarbaar water, de ander meent van niet. Spr. is van oordeel, dat het hier geen bevaarbaar water is in den zin van de wet, al vaart er dan ook wel eens een schuitje. Het zijn dus geen algemeene scheepvaartwegen, geschikt en dienstbaar gemaakt voor het locale verkeer. Op grond hiervan moesten verdachten vergunning hebben om daar te visschen en vraagt spr. vernietiging van de 3 vonnissen van den Kantonrechter en veroordeeling van elk der verdachten tot een boete van f 3.subs. 1 dag hechtenis. Mr. dr. Buiskool, verdediger van ver dachten, bestrijdt de meening van den Of ficier op grond van eenige arresten van den Hoogen Raad, waarbij het karakter van een bepaalden stroom, als verkeers middel te water kan worden aangemerkt. Pleiter wijst er op, dat er nog steeds een beurtschipper door deze wateren vaart. Deze wateren zijn zeker wateren welke verkeersmiddelen zijn. Mr. dr. Buiskool zegt, dat daarom zijn drie cliënten van alle rechts vervolging dienen te worden ont slagen, zooals ook de Kantonrechter heeft beslist. Na re- en dupliek wordt de uitspraak bepaald op heden over acht dagen. ANNA PAULOWNA De damwedstrijden D.A.P. 1H.D.C. 2 en D.A.P. 2H.D.C. 3 eindigden beiden in een overwinning voor de Helderschen. D.A.P. 1 verloor met 8—12 en D.A.P. 2 met 9—11. W1ER1NGEN (ZITTING VAN DINSDAG 8 MAART) UITSPRAKEN. J. G. en G. W. te Texel, diefstal van ko nijnen, 3 maanden (eisch 7 maandenl ge vangenisstraf; J. G. en W. A. R. te Texel, diefstal 3 maanden (eisch 5 maanden) ge vangenisstraf; J. G. en W. A. R. te Texel, diefstal van schapenvachten; 3 maanden (eisch tegen W. A. R. 1 jaar en tegen J. G. 5 maanden gevangenisstraf; W. A. R. en G. W. te Texel elk 3 maanden gevangenis straf wegens konijnendiefstal, zulks con form den eisch. G. D. wegens schuldheling 3 maanden ge vangenisstraf, (eisch 6 maanden) Onderwijzend personeel. In de vacature aan de O. L. school te Hip- polytushoef, ontstaan door toeneming van het leerlingental waardoor een 6e leerkracht moet worden toegevoegd, is tijdelijk voor zien door de benoeming van de wachtgeld- ster Mw. T. Bleeker-Wouda, onderwijzeres te Krommenie. Aan de niet-wachtgeldsfer Mw. K. P. Klimp uit Alkmaar is in verband hiermede eervol ontslag verleend. Standplaatsen kermis 1938. Door het gemeentebestuur zijn reeds weer de standplaatsen voor de kermis 1938 ver pacht. Naast kop van Jut, schiet- en werptenten, koekstallen, nougatkramen etc., komen er dit jaar, de zweef en de kinderdraaimolen van Ooms, de autoscooter van Vermolen, Pa radetent van A. Abeen; Miniatuur-racebaan, z.g. Fietsmolen, van A. v. d. Veen; de Golf van Biscaje, cake-walk van Klinkhamer, enz. enz. De schouwburgloge van J. Nooij zal trach ten op particulier terrein standplaats te krijgen. Al deze inrichtingen tezamen zullen trach ten U vijf onvergetelijke dagen van kermis- jolijt te bezorgen. Loop der bevolking (Febr. '38). Ingekomen personen: J. D. Boontjes uit Zijpe; A. J. Moleman en gezin uit Haarlem mermeer; Mw. N. D. Kiewiet-Hilverts uit Vlagtwedde; K. ten Hove uit Kantens; G. Akkerman uit Sneek; D. Stienstra uit Leeu- warderadeel; A. Schellevis en gezin uit Haarlem; G. G. de Groote uit Nw. Amstel; Vertrokken personen: Mw. G. Bontkes n. Hilversum; A. Kop en gezin naar Sliedrecht; C. F. Kloprogge en gezin naar Oostwoud; Mw. T. Klare naar Haarlem; J. Wagenaar en gezin naar Enschede; W. Greven en ge zin naar Rijssen; P. Ellen naar Beilen; Mw. J. N. Bos naar Nibbixwoud; Mw. C. Rump naar Den Helder; T. de Wit en gezin naar Kampen; C. Hoppe naar Noordscharwoude; W. v. Os naar Den Haag: Mw. wed. W. P. Coster-v. Oers naar Den Helder; II. Mulder naar Leek; M. A. v. d. Mark naar Kaap stad (Zuid-Afrika); W. v. Wijngaarden en echtg. naar Kampen; Mw. B. M. J. Engel kamp naar Amsterdam; Mw. P. v. d. aart Pruimboom naar Den Helder. Zanguitvoering van de Chr. Gem. Zangvereeniging „Hosanna". Op J.1. Maandagavond gaf bovengenoem de zangvereeniging een uitvoering in Hotel de Haan te HÏppolytushoef voor een goed bezette zaal. De leiding berustte in handen van den heer O. Deen, die op de gebruikelijke wijze opende. In zijn openingswoord liet spr. uitkomen dat hij het als een eer beschouwde, de lei ding van dezen avond te hebben. De zang, afgewisseld door voordrachten, werd keurig weergegeven en duurde tot middernacht. De vele goede medewerken den zorgden voor vlotte en keurige afwer king. Aan het slot heeft de directeur een complimentje voor zijn goed werk in ont vangst te nemen, en dat de overige -^ode- werkenden van harte hun krachten gaven, bleek uit alles wat werd vertolkt. De heer O. Deen sloot den avond met dankgebed, met als toegift nog een pracht- zangnummer. Politie. Komen aanloopon: een gele ruigharige herdershond. Inlichtingen bij den Gem.-bode. DEN OEVER. De M.U.Z. gaat weer werken Aan de N.V. Maatschappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken alhier is door den Dienst der Zuiderzeewerken een werk ge gund nabij Urk. Dit werk bestaat in het baggeren van een grondverbetering. RIJKSBANK WEIGERT CREDIE- TEN OP KORTEN TERMIJN BE SCHIKBAAR TE STELLEN VOOR BEWAPENINGSDOEL- EINDEN. Staat zal Duitsche banken niet meer helpen. In het jaarverslag van de Duit sche Rijksbank, dat heden gepubli ceerd zal worden, verdient bijzon dere aandacht de passage, waarin de bank verklaart, dat de ontwikke ling van de credieten op korten ter mijn in het vervolg niet meer het kader, vastgesteld door de produc tie van voortbrengselen, die in den economischen kringloop terugkee- ren, mag overschrijden. Dit beteekent een waarschuwing aan de leidende Duitsche kringen, geen onproductieve uitgaven, zooals bewapening, autowegen, of andere kostbare werken te bestrijden door credieten op korten termijn. Het schijnt, dat Schacht deze voor waarde heeft durven stellen toen hij erin toestemde het president schap van de Rijksbank te blij ven vervullen. Dit houdt dus in, dat deze onproductieve uitgaven in het vervolg zullen moeten worden be streden door de normale begroo- tingsinkomsten en door leeningen. Het verslag bevestigt verder, dat de kor te periode, van hulp van den staat aan de Duitsche banken als afgesloten moet wor den beschouwd. Vastgesteld wordt dat in 1937 een regeling werd getroffen ten voor- deele van buitenlandsche schuldeischers met betrekking tot de z.g. bevroren credie ten voor een bedrag van negen honderd millioen mark, doch dat het grootste ge deelte hiervan werd voldaan in spermarken De nettowinst. De bankbiljettenomloöp bedroeg zeven milliard vierhonderd acht en zeventig mil lioen mark. De nettowinst bedroeg vier millioen hon derdduizend mark, waarvan evenals in 1936, achttien millioen werd bestemd voor het uitbetalen van dividend. Bezoek van von Ribbentrop in bet middelpunt der belangstel ling. EEN PESSIMISTISCHE ATMOSFEER! Het aangekondigde bezoek van von Ribbentrop schijnt in Londen een ze ker pessimisme te veroorzaken, welk pessimisme gebaseerd zou zijn op het resultaat van de besprekingen tus- schen Hitier en den Engelschen ge zant te Berlijn, Neville Hendereon. Dit onderhoud en latere besprekingen van Henderson met de Wilhelm- strasse zouden hem de overtuiging gegeven hebben dat iedere onderhan deling waarbij de Oostenrijksche kwestie betrokken zou worden, onmo gelijk geacht moet worden. Men zal licht denken, dat onze palmen, wier vaderland de warmere streken zijn, veel licht noodlg hebben. Dit valt toch nogal mee. Men bedenke, dat onze kamerpalmen tot de kleinste soorten behooren en daarom steeds in de schaduw van grootere planten staan. Bovendien kunnen deze planten zich zelfs te gen te veel licht verdedigen door den stand der bladeren te veranderen. De palm kan daarom wel in een hoek van de kamer ge plaatst worden. Toch moet die hoek niet zoo donker zijn, dat er nooit een straaltje zon komt. Als dit het geval ia. gaat de palm op den duur toch verloren, al heeft ze niet zoo veel behoefte aan zon. Planten, die veel schaduw kunnen verdra gen, zijn gevoelig voor directe bestraling. Vooral is dit zoo achter glas. De meeste planten kunnen er niet tegen, in kassen, waar de kamerplanten gekweekt worden, worden deze, als de zon schijnt, met schermmatten afgedekt. Ook wordt het glas zelve wel met kalk of krijt bespoten, zoodat de witte opper vlakte de zengende zonnestralen kan terug kaatsen. In dezen tijd schijnt de zon ook wel, maar ze schaadt niet. Toch zal men met cyclamen in de .volle zon voorzichtig moeten zijn. De bloemen hangen gauw slap. Komt men ver der in den tijd, dan komen er meerdere zor gen. Wie in Maart de bloeiende Hortensia voor het venster zet in de volle zon, ziet bin nen een kwartier alle bloembladen slap han gen. Merkt men het spoedig, dan moet men haar met den pot in het water doopen en dan op een beschaduwde plaats zetten. Dan is er een goede kans, dat alles weer bijtrekt. Heeft zij echter te lang in de zon gestaan, dan zijn de bloemen verloren. Hoe komt dit nu? De voornaamste oorzaak is, dat de bloemist deze Hortensia's in December-Januari getrokken heeft in ruimten met weinig licht; ze zijn dus licht-armoede gewend en kunnen dan on mogelijk in de huiskamer in de volle zon staan. Het uitzoeken van een gunstige plaats voor onze verschillende kamerplanten is een der voornaamste eischen voor een goede cultuur. A. v. d. L. VON RIBBENTROP. De Duitsche regeering zou iedere onderhandeling met Oostenrijk als inzet weigeren en voorts van mee ning zijn, dat de andere problemen van Midden-Europa geregeld kun nen worden door midel van tweezij dige verdragen en zonder inmenging van de Westelijke mogendheden. Men zegt in Engclsche kringen, dat het op deze wijze moeilijk te zien is waar de basis van de besprekingen gevonden zou moeten worden. Intusschen heeft men daar ook niet den indruk dat de Duitsche regeering bijzondere haast heeft met (jg onderhandelingen. Intusschen is het mogelijk dat men tij dens het bezoek van von Ribbentrop zal po gen de een of andere basis voor onderhan delingen te vinden. Men twijfelt er echter aan of dergelijke pogingen direct resultaat zullen hebben en of directe besprekingen in de naaste toekomst zullen vólgen. DE KAMERPLANTEN EN HET LICHT. Het eerst, wat de hoogere planten noodig hebben, is het licht. Zonder licht kunnen geen planten leven. Hoe is het nu gesteld met het licht in de huiskamer? Als men een photo buiten maakt, wordt ze maar een onderdeel van een seconde belicht; in de kamer duurt dat wel vier seconden. De planten moeten het in de kamer dus met veel minder licht doen dan buiten in de natuur. Daardoor moeten de kamerplanten alle de eigenschap hebben, dat ze met weinig licht goed kunnen groeien. Heeft men toch kamer planten, die veel licht noodig hebben bijv. de cactussen dan zet men deze vlak bij het raam. PURMEREND, 8 Maart. Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 18 par tijen, wegende 22.000 Kg., handel goed, hoogste prijs f 24. 3 stapels kleine Boereni» kaas f 23.50, 213 Kg. boter f 1.501.53, wei- boter f 1.50 per kilo. Runderen, totaal 431 stuks: 190 vettei koeien 6872 ct. per kilo, stug: 121 geldo koeien f 160210 per stuk, matig! 105 melkkoeien f 180310 per stuk, matig; 15 stieren 58—64 ct. per kilo; matig; 23 paarden f 70260 per stuk, matig; 18 vetto kalveren 3060 ct. per kilo, matig; 1376 nuchtere kalveren, voor de slacht f 6—12, voor de fok f 2227 per stuk, matig; 176 vette varken® voor de slacht 5658 ct. ped kilo, matig; 64 magere varkens f 2840 pee stuk, stug; 447 biggen f 1626 per stuk, stug; 663 schapen f 1734 per stuk, ma tig; 32 bokken f 416 per stuk matig; kip eieren f 2.803.10, eendeieren f 2.60, per 100 stuks, piepkuikens, N.H. blauwen (6900 st.) ■80—-eb per kilo, 2600 oude kippen en hanen 4550 ct. per kilo, konijpen f 0.50 1.70 per stuk 1100 eenden 30—60 ct. per stuk, duiven 20 ct. per paar. Coop. Centrale Eierveiling. Aanvoer} 85.000 eendeieren 2.652.70, 75.000 kineie ren: 65—66 Kg. 2.90—3.10, 63—64 Kg. 2.85— 2.95, 60—62 Kg. 2.70—2.85, 58—59 Kg. 2.66— 2.75, 5657 Kg 2.552.70, 5355 Kg. 2.50— 2.70. WARMENHUIZEN, 8 Maart. Roode -.kool f 3.80—6.20, gele kool f 1.60— 3.10, Deenschc witte kool 1.903.20, peen; 3.103.30, idem kleine 1.20. Aanvoer} 67.900 Kg. roode kool. 13.700 Kg. gele kool, 24.400 Kg. Deensche witte kool, 1200 Kg, peen NOORDSCHARWOUDE, 9 Maart. Aanvoer: 1100 Kg. uien 11.8011.90, drie lingen 11.30, grove 12.60, 500 Kg. kroten 0.801.70, 3500 Kg. roode kool -5.106, 1306 Kg. groene kool 4.60, 12700 Kg. gele kool 2.40—3.90. 31600 Kg. D. witte kool 1.70—3.30. BROEK OP LANGENDIJK, 9 Maart. 4200 Kg. uien 7.40—11.40, grove 10.40, stek 8.—, 1450 Kg. peen 2.60—3 9200 Kg. roode kool 3.40—6.30, 3600 Kg. Savove kool 2.30—3.50. 40.000 Kg. gele kool 2.50—4.20, 8900 Kg. D. witte kool 2,30—3.50. door Januarius. Als betooverd stond de oude heer Brom berg te staren naar het Chineesche porse leinen beeldje in de etalage van den anti quair. Hij kon zijn oogen haast niet geloo- ven. Een van de beroemde „Hemelsche Tweelingen", een meesterwerk uit de veer tiende eeuw! Van onschatbare waarde, als het tweede beeldje, de tweede tweeling er maar bij was. Alleen het Britsche Museum had een compleet stel en in bevoegde krin gen overheerschte de meening. dat er geen andere exemplaren meer bestonden. Die veronderstelling was dus een vergissing; ergens op de wereld kon er dus ook nog een vierde halve tweeling zwerven. Het was alleen de kunst om die te vinden. In ieder geval was het de zaak vast be slag te leggen op nummer een van het tweede stel. een welgedaan, dikbuikig god- je, dat tevreden, alsof het zoojuist een heer lijken maaltijd gehad had, de wereld in keek. Hij stapte binnen. „Morgen, meneer Brom berg", begroette de antiquair hem. „In 'n tijd niet geweest; wat is er van Uw dienst?" „Laten we er ditmaal niet omheen draaien, meneer Meyer. Dat porseleinen beeldje in dé étalage vind ik alleraardigst, afgescheiden van de mogelijke handels waarde. Wat vraagt U ervoor?" Door deze tactiek van met de deur in huis vallen, rekende Bromberg erop den sluwen antiquair te ontwapenen. Maar het liep anders dan hij verwacht had. „Dat beeldje? De „Hemelsche Tweelin gen", tenminste één ervan... U. weet wat daar aan vastzit, nietwaar?" Bromberg begreep, dat hij een harden dobber zou krijgen. Meyer was blijkbaar op de hoogte. ,Dus eigenlijk heeft 't op zichzelf heelemaal geen handelswaarde!" zei hij la chend. „Zoals U 't nemen wilt. Ik zal wachten tot ik nummer tw.ee in handen krijg. Samen vertegenwoordigen ze een kapitaalje." „En als U nummer twee nooit krijgt?" „Dan is er nog niets overboord. De paar gulden, die ik voor dit eene beeldje zou kunnen krijgen, kan ik wel missen. Ik be schouw het geval meer als een loterijtje, 'n mogelijk appeltje voor den dorst, voor la ter.' „Dus hoef ik geen bod te doen?" „Gaat U boven de twee duizend gul den?" „Dank U", zei Bromberg stroef. „Drie-, vierhonderd lijkt me hoog genoeg." „Dan blijven we zonder zaken te doen goe de vrienden, meneer Bromberg." „Natuurlijk", zei de oude heer, terwijl hij de deur uitstapte, „goeden morgen." „Goe den morgen meneer." Meyer keek hem na, totdat hij om den hoek van de straat verdwenen was. Hij zag, dat de oude heer naar huis terug- kuierde. „Laat eens zien... hij doet er ruim een half uur over", mompelde de antiquair. Even bleef hij in gepeins verzonken, toen haalde hij 't beeldje uit de etalage, wik kelde het in een stuk pakpapier, nam zijn fiets en #eed haastig weg in de richting, die Bromberg had ingeslagen. Toen deze een half uur later den winkel van Meyer's collega Van Dam, den anti quair in de zijstraat bij zijn woning pas seerde, wierp hij, als naar gewoonte, een blik in de étalage. Plotseling hield hij den pas in. Achter een stapeltje oude boeken, bijna niet te zien van de straat, stond een beeldje... de tweede „Hemelsche Tweeling"! Een oogenblik later stond hij in den win- wel en had hij naar den prijs van het beeldje gevraagd. Ook Van Das wist er alles van, maar hij bleek niet zooveel ver trouwen te hebben op zijn gêsternte al» Meyer. Hij wilde het zeldzame kunstpro» duet wel van de hand doen tegen een'zacht prijsje. „Twaalfhonderd harde gulden®, meneer, geen cent minder. Mogelijk heb ik er over eenige dagen alweer spijt van", zei hij. Bromberg schreef een cheque en ging met het beeld naar huis. Daar zette hij het zorgvuldig weg in zijn brandkast en onmiddellijk daarna stapte hij weer do straat op. Hij ging zoo vlug zijn stramme beenen hem konden dragen., naar Meyers winkel. „Hebt U 't beeldje opgeborgen", luidde zijn vraag, zoodra hij binnentrad. „Ik zie 't niet meer in de étalage." „Verkocht, meneer," luidde het antwoord. Er klonk eenige spot in Meyer's stem, „Verkocht! Hoe komt U erbij." „Vijfduizend gulden liggen zoo niet voor 't oprapen, me neer. Ik ben dus maar over m'n bezwaren heen gestapt, weet U." Bromberg stond een moment sprakeloos. „Wie heeft 't?" vroeg hij daarop. „De groote onbekende, meneer Bromberg. Zoo n soort Engclsche lord of 'n Amen» kaansche staal- of jamkoning leek bij nip. Een adres heeft hij niet achtergelaten. Ik heb 't hem wel gevraagd, maar hij hield zich van den domme en deed net of hij me niet begreep." „Jammer, ontzettend jammer!" zuchtte Bromberg. „Als U even geduld had ge had..." „Dan had U me moeten waarschuwen, dat U er toch nog aan dacht, meneer Brom berg." Tegen deze terechtwijzing kon de oude heer niets inbrengen. Mopperend verliet hij den winkel. Meyer lachte stil en tevreden. „Twaalfhonderd gulden, min tien procent commissie voor Van Dam... één duizend tachtig gulden! Die had meneer Bromberg toch niet uitgelegd!" Meyer nam zijn fiets, reed vlug naar zijn collega Van Dam en een kwartiertje daarna borg bij het netto bedrag van den verkoop in zijn brandkast.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 3