ie voor je Alkmaarsche rechtbank
De hemelsche
tweelingen
Arrondissenienfs rechtbank
te Alkmaar
Duitsche economen
bemoeilijken defensie
De Britsch-Duitsche
onderhandelingen
ANNA PAULOWNA
Vernietiging van kantonrechterlijk vonnis gevraagd!
Uit onze omgeving
TUINHOEKJE
KORT VERHAAL
Het betreft hier geen bevaarbaar
water in den zin van de wet,
zegt de Officier van Justitie.
Uitspraak op Dinsdag a.s. Te
gen verdachten een boete van
f 3subs. 1 dag hechtenis ge
vorderd.
A oor de Alkmaarsche Arrondisse-
ments Rechtbank werd gistermid
dag de bekende vischkwestie behan
deld. Het was een verzetzaak te
gen W. K. en W. W. en J. t. B. al
len wonende te Anna Paulowna,
wien ten laste wordt gelegd in den
polder te Anna Paulowna op 1 Sep
tember j.1. te hebben gevischt, zon
der vergunning van den eigenaar
van het vischwater. De hengels
werden daarbij in beslag genomen.
Verdachten erkennen het tenlaste geleg
de.
Als eerste get. wordt gehoord G. J. Lo-
vink burgemeester van Anna Paulowna.
Pres.: Het gaat over de Middenvliet of
Kromme Tocht, de Zandvaart en het Balg
kanaal. Zijn dat nu bevaarbare wateren,
ja: dan neen?
Get.: Zeer zeker zijn dit bevaarbare ka
nalen. Sinds 19.10 is er in het Balgkanaal
minder gevaren, doch in ieder geval is
het bevaarbaar.
Mr. Fruin vraagt hoeveel de diepte is
van die wateren?
Get.: Dat weet ik niet. Alleen weet ik, dat
toen de nieuwe brug over de Zandvaart
werd gemaakt, wij haar hoog hebben ge
bouwd.
De Officier van Justitie wil weten, of deze
kanalen beschouwd moeten worden als al-
gemeene verkeerswegen te water?
Get.: Tk zou zegnen van wel.
De officier van Justitie zeide, dat om
bevaarbaar te zijn die vaarten misschien
eerst uitgebaggerd moeten worden? En dan
zouden het geen verkeersmiddelen te water
ziin.
Get.: Ja, dat is mogelijk.
De verdediger van verdachten mr.
dr. Buiskool zegt, dat hij Zaterdag
met 'n 15 ton schuit door de bewus
te kanalen is gevaren en niet de
minste last heeft ondervonden.
De tweede get.: P. Hart komt verklaren,
dat de diepte ongeveer 60 en soms nog
minder dan 60 c.m. was.
Pres.: TT heeft bij den Kantonrechter ver
klaart, dat die diente in het Balgkanaal 80
c.m. tot 3 m. bedroeg. Denkt U, dat een
schip van 15 ton door al die kanalen ge
makkelijk kan varen?
Get.: Absoluut niet Edelachtbare, zoo'n
schip komt bovendien niet onder de vaste
bruggen door.
Pres.: Gelooft TT, dat die wateren alge
meene verkeerswateren zijn?
Get.: Nee, dat geloof ik niet, in de Zand
vaart kunnen alleen platboom vaartuigen
komen. I
Get. burgemeester T.ovink heeft nooit
anders gehoord, dan dat het wel algemeene
verkeerswateren zijn.
De Officier merkt op, dat het Balg
kanaal loont van Ewijckslüis naar
het N.H. Kanaal. Bij Ewijckslüis
loopt het dood en in het N.H. Ka
naal mondt het uit door een duiker.
Dan is er in dat geval geen spra
ke van een verkeersweg te water.
De volgende get. L. M. v. d. Heide, tech
nisch opzichter der visscherij, wonende te
Utrecht. Deze verklaart, dat geen van de
vaarten, bevaarbare wateren zijn.
Pres.: Er zijn ondiepe plaatsen van 20
c.m. nietwaar?
Get.: Absoluut.
Pres.: U komt dan tot de conclusie, dat
het geen verkeerswegen te water zijn?
Get.: Geen verkeerswegen te water; in
geen geval. Ook de bruggen ziin een beletsel
voor bijna alle vaartuigen.^ Er is met het
leggen van die bruggen niet gerekend op
een normale vaart.
Dan wordt voorgeroepen P. Muntjewerf,
die als schipper geregeld met z'n schip van
15 ton door de betreffende vaarten gaat.
Pres.: Kunt U daar altijd varen?
Get.: Bij laag water niet, bij hoog water
wel.
Pres.: Duidt een en ander erop, dat deze
algemeene verkeerswegen te water zijn?
Get.: Ja, zeker. Altijd geweest.
Pres.: En kunt U er 's nachts ook varen?
Get.: Ik heb vroeger altijd 's nachts ge
varen.
Get. I. Taillie, algemeen opzichter van
den Anna Paulownapolder, geeft inlichtin
gen over de diepte der vaarten en de
hoogte van de bruggen.
Get. komt tot de conclusie, dat scheepjes
van 15 ton, mits ongeladen, deze vaarten
kunnen bevaren. Echter worden deze wa
teren veel minder gebruikt, omdat er be
tere verkeerswegen te water ^.i.in.
Daarna wordt gehoord get. M. Zandwijk,
pluimveehouder te Anna Paulowna, die
verklaart gerepeld met een schuit nooi
Zandvaart en het Balgkanaal te varen.
Pres.: Beide vaarten zijn door een sluis
met het N.H. Kanaal verbonden nietwaar.
Get. Juist, Edelachtbare.
Pres.: Vindt u n«, dat dit allemaal ver
keerswegen te water zijn?
Get.: Ja, vroeger voor den bouw van de
huizen te Breezand werden alle mateiïa-
len te water aangevoerd.
De laatste getuige, C. Wijdenes
Spaans Jr„ Dijkgraaf van den An
na paulownapolder verklaart, dat
genoemde wateren eigenlijk geen
van alle kunnen worden beschouwd
als verkeersmiddelen te wat ,r. Prac
tlsch worden die wateren voor va
ren niet meer gebruikt.
De Officier van Justitie, mr. v. d. Feen
de Lille, requisitoir nemend, concludeert,
dat alle getuigen anders verklaren, de een
zegt: het is wel een bevaarbaar water, de
ander meent van niet.
Spr. is van oordeel, dat het hier
geen bevaarbaar water is in den
zin van de wet, al vaart er dan ook
wel eens een schuitje. Het zijn dus
geen algemeene scheepvaartwegen,
geschikt en dienstbaar gemaakt
voor het locale verkeer.
Op grond hiervan moesten verdachten
vergunning hebben om daar te visschen en
vraagt spr. vernietiging van de 3 vonnissen
van den Kantonrechter en veroordeeling
van elk der verdachten tot een boete van
f 3.subs. 1 dag hechtenis.
Mr. dr. Buiskool, verdediger van ver
dachten, bestrijdt de meening van den Of
ficier op grond van eenige arresten van
den Hoogen Raad, waarbij het karakter
van een bepaalden stroom, als verkeers
middel te water kan worden aangemerkt.
Pleiter wijst er op, dat er nog steeds een
beurtschipper door deze wateren vaart.
Deze wateren zijn zeker wateren welke
verkeersmiddelen zijn.
Mr. dr. Buiskool zegt, dat daarom
zijn drie cliënten van alle rechts
vervolging dienen te worden ont
slagen, zooals ook de Kantonrechter
heeft beslist.
Na re- en dupliek wordt de uitspraak
bepaald op heden over acht dagen.
ANNA PAULOWNA
De damwedstrijden D.A.P. 1H.D.C. 2 en
D.A.P. 2H.D.C. 3 eindigden beiden in een
overwinning voor de Helderschen. D.A.P. 1
verloor met 8—12 en D.A.P. 2 met 9—11.
W1ER1NGEN
(ZITTING VAN DINSDAG 8 MAART)
UITSPRAKEN.
J. G. en G. W. te Texel, diefstal van ko
nijnen, 3 maanden (eisch 7 maandenl ge
vangenisstraf; J. G. en W. A. R. te Texel,
diefstal 3 maanden (eisch 5 maanden) ge
vangenisstraf; J. G. en W. A. R. te Texel,
diefstal van schapenvachten; 3 maanden
(eisch tegen W. A. R. 1 jaar en tegen J.
G. 5 maanden gevangenisstraf; W. A. R. en
G. W. te Texel elk 3 maanden gevangenis
straf wegens konijnendiefstal, zulks con
form den eisch.
G. D. wegens schuldheling 3 maanden ge
vangenisstraf, (eisch 6 maanden)
Onderwijzend personeel.
In de vacature aan de O. L. school te Hip-
polytushoef, ontstaan door toeneming van
het leerlingental waardoor een 6e leerkracht
moet worden toegevoegd, is tijdelijk voor
zien door de benoeming van de wachtgeld-
ster Mw. T. Bleeker-Wouda, onderwijzeres
te Krommenie. Aan de niet-wachtgeldsfer
Mw. K. P. Klimp uit Alkmaar is in verband
hiermede eervol ontslag verleend.
Standplaatsen kermis 1938.
Door het gemeentebestuur zijn reeds weer
de standplaatsen voor de kermis 1938 ver
pacht.
Naast kop van Jut, schiet- en werptenten,
koekstallen, nougatkramen etc., komen er
dit jaar, de zweef en de kinderdraaimolen
van Ooms, de autoscooter van Vermolen, Pa
radetent van A. Abeen; Miniatuur-racebaan,
z.g. Fietsmolen, van A. v. d. Veen; de Golf
van Biscaje, cake-walk van Klinkhamer, enz.
enz.
De schouwburgloge van J. Nooij zal trach
ten op particulier terrein standplaats te
krijgen.
Al deze inrichtingen tezamen zullen trach
ten U vijf onvergetelijke dagen van kermis-
jolijt te bezorgen.
Loop der bevolking (Febr. '38).
Ingekomen personen: J. D. Boontjes uit
Zijpe; A. J. Moleman en gezin uit Haarlem
mermeer; Mw. N. D. Kiewiet-Hilverts uit
Vlagtwedde; K. ten Hove uit Kantens; G.
Akkerman uit Sneek; D. Stienstra uit Leeu-
warderadeel; A. Schellevis en gezin uit
Haarlem; G. G. de Groote uit Nw. Amstel;
Vertrokken personen: Mw. G. Bontkes n.
Hilversum; A. Kop en gezin naar Sliedrecht;
C. F. Kloprogge en gezin naar Oostwoud;
Mw. T. Klare naar Haarlem; J. Wagenaar
en gezin naar Enschede; W. Greven en ge
zin naar Rijssen; P. Ellen naar Beilen; Mw.
J. N. Bos naar Nibbixwoud; Mw. C. Rump
naar Den Helder; T. de Wit en gezin naar
Kampen; C. Hoppe naar Noordscharwoude;
W. v. Os naar Den Haag: Mw. wed. W. P.
Coster-v. Oers naar Den Helder; II. Mulder
naar Leek; M. A. v. d. Mark naar Kaap
stad (Zuid-Afrika); W. v. Wijngaarden en
echtg. naar Kampen; Mw. B. M. J. Engel
kamp naar Amsterdam; Mw. P. v. d. aart
Pruimboom naar Den Helder.
Zanguitvoering van de Chr. Gem.
Zangvereeniging „Hosanna".
Op J.1. Maandagavond gaf bovengenoem
de zangvereeniging een uitvoering in Hotel
de Haan te HÏppolytushoef voor een goed
bezette zaal.
De leiding berustte in handen van den
heer O. Deen, die op de gebruikelijke
wijze opende.
In zijn openingswoord liet spr. uitkomen
dat hij het als een eer beschouwde, de lei
ding van dezen avond te hebben.
De zang, afgewisseld door voordrachten,
werd keurig weergegeven en duurde tot
middernacht. De vele goede medewerken
den zorgden voor vlotte en keurige afwer
king. Aan het slot heeft de directeur een
complimentje voor zijn goed werk in ont
vangst te nemen, en dat de overige -^ode-
werkenden van harte hun krachten gaven,
bleek uit alles wat werd vertolkt.
De heer O. Deen sloot den avond met
dankgebed, met als toegift nog een pracht-
zangnummer.
Politie.
Komen aanloopon: een gele ruigharige
herdershond.
Inlichtingen bij den Gem.-bode.
DEN OEVER.
De M.U.Z. gaat weer werken
Aan de N.V. Maatschappij tot Uitvoering
van Zuiderzeewerken alhier is door den
Dienst der Zuiderzeewerken een werk ge
gund nabij Urk. Dit werk bestaat in het
baggeren van een grondverbetering.
RIJKSBANK WEIGERT CREDIE-
TEN OP KORTEN TERMIJN BE
SCHIKBAAR TE STELLEN
VOOR BEWAPENINGSDOEL-
EINDEN.
Staat zal Duitsche banken niet
meer helpen.
In het jaarverslag van de Duit
sche Rijksbank, dat heden gepubli
ceerd zal worden, verdient bijzon
dere aandacht de passage, waarin de
bank verklaart, dat de ontwikke
ling van de credieten op korten ter
mijn in het vervolg niet meer het
kader, vastgesteld door de produc
tie van voortbrengselen, die in den
economischen kringloop terugkee-
ren, mag overschrijden.
Dit beteekent een waarschuwing
aan de leidende Duitsche kringen,
geen onproductieve uitgaven, zooals
bewapening, autowegen, of andere
kostbare werken te bestrijden door
credieten op korten termijn. Het
schijnt, dat Schacht deze voor
waarde heeft durven stellen toen
hij erin toestemde het president
schap van de Rijksbank te blij
ven vervullen. Dit houdt dus in, dat
deze onproductieve uitgaven in het
vervolg zullen moeten worden be
streden door de normale begroo-
tingsinkomsten en door leeningen.
Het verslag bevestigt verder, dat de kor
te periode, van hulp van den staat aan de
Duitsche banken als afgesloten moet wor
den beschouwd. Vastgesteld wordt dat in
1937 een regeling werd getroffen ten voor-
deele van buitenlandsche schuldeischers
met betrekking tot de z.g. bevroren credie
ten voor een bedrag van negen honderd
millioen mark, doch dat het grootste ge
deelte hiervan werd voldaan in spermarken
De nettowinst.
De bankbiljettenomloöp bedroeg zeven
milliard vierhonderd acht en zeventig mil
lioen mark.
De nettowinst bedroeg vier millioen hon
derdduizend mark, waarvan evenals in 1936,
achttien millioen werd bestemd voor het
uitbetalen van dividend.
Bezoek van von Ribbentrop in
bet middelpunt der belangstel
ling.
EEN PESSIMISTISCHE ATMOSFEER!
Het aangekondigde bezoek van von
Ribbentrop schijnt in Londen een ze
ker pessimisme te veroorzaken, welk
pessimisme gebaseerd zou zijn op het
resultaat van de besprekingen tus-
schen Hitier en den Engelschen ge
zant te Berlijn, Neville Hendereon.
Dit onderhoud en latere besprekingen
van Henderson met de Wilhelm-
strasse zouden hem de overtuiging
gegeven hebben dat iedere onderhan
deling waarbij de Oostenrijksche
kwestie betrokken zou worden, onmo
gelijk geacht moet worden.
Men zal licht denken, dat onze palmen,
wier vaderland de warmere streken zijn, veel
licht noodlg hebben. Dit valt toch nogal mee.
Men bedenke, dat onze kamerpalmen tot de
kleinste soorten behooren en daarom steeds
in de schaduw van grootere planten staan.
Bovendien kunnen deze planten zich zelfs te
gen te veel licht verdedigen door den stand
der bladeren te veranderen. De palm kan
daarom wel in een hoek van de kamer ge
plaatst worden. Toch moet die hoek niet zoo
donker zijn, dat er nooit een straaltje zon
komt. Als dit het geval ia. gaat de palm op
den duur toch verloren, al heeft ze niet zoo
veel behoefte aan zon.
Planten, die veel schaduw kunnen verdra
gen, zijn gevoelig voor directe bestraling.
Vooral is dit zoo achter glas. De meeste
planten kunnen er niet tegen, in kassen, waar
de kamerplanten gekweekt worden, worden
deze, als de zon schijnt, met schermmatten
afgedekt. Ook wordt het glas zelve wel met
kalk of krijt bespoten, zoodat de witte opper
vlakte de zengende zonnestralen kan terug
kaatsen.
In dezen tijd schijnt de zon ook wel, maar
ze schaadt niet. Toch zal men met cyclamen
in de .volle zon voorzichtig moeten zijn. De
bloemen hangen gauw slap. Komt men ver
der in den tijd, dan komen er meerdere zor
gen. Wie in Maart de bloeiende Hortensia
voor het venster zet in de volle zon, ziet bin
nen een kwartier alle bloembladen slap han
gen. Merkt men het spoedig, dan moet men
haar met den pot in het water doopen en dan
op een beschaduwde plaats zetten. Dan is er
een goede kans, dat alles weer bijtrekt. Heeft
zij echter te lang in de zon gestaan, dan zijn
de bloemen verloren. Hoe komt dit nu? De
voornaamste oorzaak is, dat de bloemist deze
Hortensia's in December-Januari getrokken
heeft in ruimten met weinig licht; ze zijn
dus licht-armoede gewend en kunnen dan on
mogelijk in de huiskamer in de volle zon
staan.
Het uitzoeken van een gunstige plaats voor
onze verschillende kamerplanten is een der
voornaamste eischen voor een goede cultuur.
A. v. d. L.
VON RIBBENTROP.
De Duitsche regeering zou iedere
onderhandeling met Oostenrijk als
inzet weigeren en voorts van mee
ning zijn, dat de andere problemen
van Midden-Europa geregeld kun
nen worden door midel van tweezij
dige verdragen en zonder inmenging
van de Westelijke mogendheden.
Men zegt in Engclsche kringen, dat het op
deze wijze moeilijk te zien is waar de basis
van de besprekingen gevonden zou moeten
worden.
Intusschen heeft men daar ook niet den
indruk dat de Duitsche regeering bijzondere
haast heeft met (jg onderhandelingen.
Intusschen is het mogelijk dat men tij
dens het bezoek van von Ribbentrop zal po
gen de een of andere basis voor onderhan
delingen te vinden. Men twijfelt er echter
aan of dergelijke pogingen direct resultaat
zullen hebben en of directe besprekingen in
de naaste toekomst zullen vólgen.
DE KAMERPLANTEN EN HET LICHT.
Het eerst, wat de hoogere planten noodig
hebben, is het licht. Zonder licht kunnen
geen planten leven. Hoe is het nu gesteld
met het licht in de huiskamer?
Als men een photo buiten maakt, wordt ze
maar een onderdeel van een seconde belicht;
in de kamer duurt dat wel vier seconden. De
planten moeten het in de kamer dus met veel
minder licht doen dan buiten in de natuur.
Daardoor moeten de kamerplanten alle de
eigenschap hebben, dat ze met weinig licht
goed kunnen groeien. Heeft men toch kamer
planten, die veel licht noodig hebben bijv.
de cactussen dan zet men deze vlak bij het
raam.
PURMEREND, 8 Maart.
Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 18 par
tijen, wegende 22.000 Kg., handel goed,
hoogste prijs f 24. 3 stapels kleine Boereni»
kaas f 23.50, 213 Kg. boter f 1.501.53, wei-
boter f 1.50 per kilo.
Runderen, totaal 431 stuks: 190 vettei
koeien 6872 ct. per kilo, stug: 121 geldo
koeien f 160210 per stuk, matig! 105
melkkoeien f 180310 per stuk, matig; 15
stieren 58—64 ct. per kilo; matig; 23
paarden f 70260 per stuk, matig; 18 vetto
kalveren 3060 ct. per kilo, matig; 1376
nuchtere kalveren, voor de slacht f 6—12,
voor de fok f 2227 per stuk, matig; 176
vette varken® voor de slacht 5658 ct. ped
kilo, matig; 64 magere varkens f 2840 pee
stuk, stug; 447 biggen f 1626 per stuk,
stug; 663 schapen f 1734 per stuk, ma
tig; 32 bokken f 416 per stuk matig; kip
eieren f 2.803.10, eendeieren f 2.60, per 100
stuks, piepkuikens, N.H. blauwen (6900 st.)
■80—-eb per kilo, 2600 oude kippen en
hanen 4550 ct. per kilo, konijpen f 0.50
1.70 per stuk 1100 eenden 30—60 ct. per
stuk, duiven 20 ct. per paar.
Coop. Centrale Eierveiling. Aanvoer}
85.000 eendeieren 2.652.70, 75.000 kineie
ren: 65—66 Kg. 2.90—3.10, 63—64 Kg. 2.85—
2.95, 60—62 Kg. 2.70—2.85, 58—59 Kg. 2.66—
2.75, 5657 Kg 2.552.70, 5355 Kg. 2.50—
2.70.
WARMENHUIZEN, 8 Maart.
Roode -.kool f 3.80—6.20, gele kool f 1.60—
3.10, Deenschc witte kool 1.903.20, peen;
3.103.30, idem kleine 1.20. Aanvoer}
67.900 Kg. roode kool. 13.700 Kg. gele kool,
24.400 Kg. Deensche witte kool, 1200 Kg,
peen
NOORDSCHARWOUDE, 9 Maart.
Aanvoer: 1100 Kg. uien 11.8011.90, drie
lingen 11.30, grove 12.60, 500 Kg. kroten
0.801.70, 3500 Kg. roode kool -5.106, 1306
Kg. groene kool 4.60, 12700 Kg. gele kool
2.40—3.90. 31600 Kg. D. witte kool 1.70—3.30.
BROEK OP LANGENDIJK, 9 Maart.
4200 Kg. uien 7.40—11.40, grove 10.40,
stek 8.—, 1450 Kg. peen 2.60—3 9200 Kg.
roode kool 3.40—6.30, 3600 Kg. Savove kool
2.30—3.50. 40.000 Kg. gele kool 2.50—4.20,
8900 Kg. D. witte kool 2,30—3.50.
door Januarius.
Als betooverd stond de oude heer Brom
berg te staren naar het Chineesche porse
leinen beeldje in de etalage van den anti
quair. Hij kon zijn oogen haast niet geloo-
ven. Een van de beroemde „Hemelsche
Tweelingen", een meesterwerk uit de veer
tiende eeuw! Van onschatbare waarde, als
het tweede beeldje, de tweede tweeling er
maar bij was. Alleen het Britsche Museum
had een compleet stel en in bevoegde krin
gen overheerschte de meening. dat er geen
andere exemplaren meer bestonden. Die
veronderstelling was dus een vergissing;
ergens op de wereld kon er dus ook nog
een vierde halve tweeling zwerven. Het
was alleen de kunst om die te vinden.
In ieder geval was het de zaak vast be
slag te leggen op nummer een van het
tweede stel. een welgedaan, dikbuikig god-
je, dat tevreden, alsof het zoojuist een heer
lijken maaltijd gehad had, de wereld in
keek.
Hij stapte binnen. „Morgen, meneer Brom
berg", begroette de antiquair hem. „In 'n
tijd niet geweest; wat is er van Uw dienst?"
„Laten we er ditmaal niet omheen
draaien, meneer Meyer. Dat porseleinen
beeldje in dé étalage vind ik alleraardigst,
afgescheiden van de mogelijke handels
waarde. Wat vraagt U ervoor?"
Door deze tactiek van met de deur in
huis vallen, rekende Bromberg erop den
sluwen antiquair te ontwapenen. Maar het
liep anders dan hij verwacht had.
„Dat beeldje? De „Hemelsche Tweelin
gen", tenminste één ervan... U. weet wat
daar aan vastzit, nietwaar?"
Bromberg begreep, dat hij een harden
dobber zou krijgen. Meyer was blijkbaar op
de hoogte. ,Dus eigenlijk heeft 't op zichzelf
heelemaal geen handelswaarde!" zei hij la
chend. „Zoals U 't nemen wilt. Ik zal
wachten tot ik nummer tw.ee in handen
krijg. Samen vertegenwoordigen ze een
kapitaalje."
„En als U nummer twee nooit krijgt?"
„Dan is er nog niets overboord. De paar
gulden, die ik voor dit eene beeldje zou
kunnen krijgen, kan ik wel missen. Ik be
schouw het geval meer als een loterijtje, 'n
mogelijk appeltje voor den dorst, voor la
ter.'
„Dus hoef ik geen bod te doen?"
„Gaat U boven de twee duizend gul
den?" „Dank U", zei Bromberg stroef.
„Drie-, vierhonderd lijkt me hoog genoeg."
„Dan blijven we zonder zaken te doen goe
de vrienden, meneer Bromberg."
„Natuurlijk", zei de oude heer, terwijl hij
de deur uitstapte, „goeden morgen." „Goe
den morgen meneer."
Meyer keek hem na, totdat hij om den
hoek van de straat verdwenen was. Hij
zag, dat de oude heer naar huis terug-
kuierde.
„Laat eens zien... hij doet er ruim een
half uur over", mompelde de antiquair.
Even bleef hij in gepeins verzonken, toen
haalde hij 't beeldje uit de etalage, wik
kelde het in een stuk pakpapier, nam zijn
fiets en #eed haastig weg in de richting,
die Bromberg had ingeslagen.
Toen deze een half uur later den winkel
van Meyer's collega Van Dam, den anti
quair in de zijstraat bij zijn woning pas
seerde, wierp hij, als naar gewoonte, een
blik in de étalage. Plotseling hield hij den
pas in. Achter een stapeltje oude boeken,
bijna niet te zien van de straat, stond een
beeldje... de tweede „Hemelsche Tweeling"!
Een oogenblik later stond hij in den win-
wel en had hij naar den prijs van het
beeldje gevraagd. Ook Van Das wist er
alles van, maar hij bleek niet zooveel ver
trouwen te hebben op zijn gêsternte al»
Meyer. Hij wilde het zeldzame kunstpro»
duet wel van de hand doen tegen een'zacht
prijsje. „Twaalfhonderd harde gulden®,
meneer, geen cent minder. Mogelijk heb ik
er over eenige dagen alweer spijt van", zei
hij.
Bromberg schreef een cheque en ging
met het beeld naar huis. Daar zette hij
het zorgvuldig weg in zijn brandkast en
onmiddellijk daarna stapte hij weer do
straat op. Hij ging zoo vlug zijn stramme
beenen hem konden dragen., naar Meyers
winkel.
„Hebt U 't beeldje opgeborgen", luidde zijn
vraag, zoodra hij binnentrad. „Ik zie 't niet
meer in de étalage."
„Verkocht, meneer," luidde het antwoord.
Er klonk eenige spot in Meyer's stem,
„Verkocht! Hoe komt U erbij." „Vijfduizend
gulden liggen zoo niet voor 't oprapen, me
neer. Ik ben dus maar over m'n bezwaren
heen gestapt, weet U."
Bromberg stond een moment sprakeloos.
„Wie heeft 't?" vroeg hij daarop.
„De groote onbekende, meneer Bromberg.
Zoo n soort Engclsche lord of 'n Amen»
kaansche staal- of jamkoning leek bij nip.
Een adres heeft hij niet achtergelaten. Ik
heb 't hem wel gevraagd, maar hij hield
zich van den domme en deed net of hij
me niet begreep."
„Jammer, ontzettend jammer!" zuchtte
Bromberg. „Als U even geduld had ge
had..."
„Dan had U me moeten waarschuwen,
dat U er toch nog aan dacht, meneer Brom
berg."
Tegen deze terechtwijzing kon de oude
heer niets inbrengen. Mopperend verliet hij
den winkel.
Meyer lachte stil en tevreden.
„Twaalfhonderd gulden, min tien procent
commissie voor Van Dam... één duizend
tachtig gulden! Die had meneer Bromberg
toch niet uitgelegd!"
Meyer nam zijn fiets, reed vlug naar
zijn collega Van Dam en een kwartiertje
daarna borg bij het netto bedrag van den
verkoop in zijn brandkast.