Hr+ Ms* **Gelderland" verovert den looden verrader Aspirin Sensationeele insluiping van de in de Madura-bank en inbraakploeg" OpqepaAt;qrjep! Agenda Dinsdag 15 Maart 1938 Tweede Blad Met den «looden verrader' in top zal de Gelderland Vrijdag binnenloopen Nu is het opletten en on middellijk ingrijpen, dus bij de eerste teekenen direct Aspirin nemen! Het bioscoop-jubileum Inschrijving Handelsregister Burgerlijke Stand van Den Helder 1933-1938 operette vereeniging „Ons Genoegen" Laatste Marine-concert Avro's bonte trein stopt in Den Heider De misrekening van Schuschnigg Verzendt en ontvangt Uw goederen per„ESOMA" Versche Koffie met room 15 ets. „De Toelast", Spoorstr. 9-11. Tel. 300 (Van een specialen correspondent). Voor velen van uw lezers zal den looden verrader een geheel onbekend iets zijn, laat staan dus de „traditie van den looden' ver rader". Maar bij oudere Marinemenschen zal een glimlach op de verweerde gezichten komen b(j de herinnering aan hun tijd toen zij „den looden verrader" wegkaapten en in triomf naar Holland terugvoerden. Echter nu allereerst het verhaal. Een ver haal echter dat voor zoover ons bekend, geheel oncontroleerbaar is. Toen tegen het einde der 18e eeuw in de St. Annabaai het Nederlandsche fregat „Van Alphen" in de lucht sprong, verdween eveneens het scheggebeeld in de diepte. Jaren later werd dit beeld door Curagaosche visschers opgevischt en ver kocht aan de welbekende Firma Maduro aldaar, die het een plaatsje in haar tuin gaf, bij wijze van tuin-standbeeld. In strijd met het eerlijkheidsgevoel der Marinemannen. Hierbij nu kwam het eerlijkheidsgevoel der marinemannen in het gedrang, het was een Marinebeeld en dus van de Marine. En in den nacht van vertrek naar Nederland van een oorlogsschip, slopen donkere gedaanten door Maduro's tuin en het beeld verdween, om zoodra het schip Curagao had verlaten, aan boord te voorschijn te worden getooverd. Welke maatregelen de heeren Maduro ook namen, om den diefstal te voorkomen, niets hielp: in den nacht voor het vertrek verdween het beeld. Zelfs is het voorgekomen, dat waar het ver moeden gewettigd was, dat de looden verrader zich aan boord van het vertrekkende oorlogs schip bevond, het geheele schip werd door zocht, edoch niet gevonden. Uit den aard der zaak mochten noch Commandant, noch le Officier van deze manipulaties iets weten. En hoevele Com mandanten hebben tot hun uiterlijke woede en innerlijk plezier niet moeten seinen: Maduro-Curagao Looden ver rader aan boord zal hem per keerend oorlogsschip laten terugbrengen. Het scheggebeeld ging dan mede naar Hol land en werd op een buitengewone aanvraag afgegeven aan 's Rijkswerf te Willemsoord, teneinde aldaar een nieuw kwastje verf te krijgen, en met het eerstvolgende naar Curagao vertrekkende oorlogsschip weer te worden meegenomen en afgegeven aan de firma Maduro. Het beeld wordt goed geborgen. Dit begon deze firma te vervelen en het beeld verdween. Tot het het laatst gesigna leerd werd bij het driehonderd jarig bestaan van Curagao. (Spreek intusschen nooit tegen een Curagaoenaar van het 300-jarig „bestaan" van Curacao, want dan word je vermoord!) Intusschen verliepen jaren en jaren en het beeld bleef weg, tot het op een gegeven dag uitlekte, dat het opgeborgen was in het archief van de Maduro-Bank. En nu, zoo werd er geredeneerd, is het verder uitgesloten, dat het verdwijnt, want daarom zou je moeten inbreken, enz. enz., allemaal dingen, waar tegen de wet zich nu eenmaal verzet, waarna dan onder de opmerking „je mag tegenwoor dig ook niks meer", van verdere pogingen werd afgezien. Zoo was het dit jaar naar schatting een goede twintig jaar geleden, dat de looden ver rader voor het laatst werd overgevoerd. De officieren wisten nog van zijn bestaan, echter slechts een enkele kende hem; bij de onder officieren, korporaals en manschappen precies hetzelfde. En zoo sliep de traditie in. „Sliep ia", want de traditie was niet dood. Die looden verrader, waar men van had hooren spreken, moest men weer zien, ja men moest de traditie weer levendig maken en hem in triomf voeren naar Holland ,al was het ten hoste van een inbraak. Zou Hr. Ms. „Gelder land" tegen deze taak zijn opgewassen Het gelukte om langs slinksche wegen zoover te komen, dat een van de officieren van Hr. Ms. „Gelderland" het beeld mocht zien, en daarmede was zijn lot beslecht. De commissie van ontvreemding wordt benoemd. Achter hutgordijnen werd de commissie tot ontvreemding benoemd, bestaande uit twee officieren, een onderofficier en een matroos, plattegronden werden geteekend, inbrekers werktuigen verzameld (nooit tevoren hebben "ij geweten, dat de aan boord aanwezige details een dergelijke schat aan inbrekers werktuigen bevatten), en in den donkeren Woensdagnacht voor vertrek verdwenen des nachts om 12 uur vier op en top inbrekers van het schip. Het pleit voor den onderofficier van de wacht, dat hij geen toeval kreeg, toen hij dit stelletje roovers voor zich zag. De knok- en inbreekploeg op pad Na aankomst aan wal splitsten ze zich in twee groepen, laten we ze noemen de knok en inbreekploeg. Hoe tenslotte het beeld werd bereikt, is een verhaal op zichzelf. Via een muurtje, een dak goot, een wrakkig dak, een uitgesneden tocht- luik, enz. enz., werd tenslotte het archief be reikt, hetwelk goed geteld drie hoog is. Ter loops mogen wij even memoreeren, dat de dief na afloop een flinke lat bij zich had, kennelijk een restant van een of ander luik, en toen er met een schuin oog naar werd gekeken, dit hem de woorden ontlokte: „allicht, stel je voor, dat je daar plotseling zoo'n zwarte be waker voor je ziet." De weg terug De terugweg uit het archief verliep natuur lijk vlotter, daar deze binnendoor werd ge nomen, de grendels werden van de deur ge schoven, het slot, nu ja, wat zegt nu een slot voor een dergelijken vakman. De looden ver rader ging in een zak en de terugtocht werd aanvaard. Totdat op een goede honderd meter er eenige harten moeten hebben stilgestaan van schrik. Wie kwamen daar n.1. aangereden, twee Hollandsche politie-agenten en hiertegen zou zelfs een lat niet afdoende zijn. Maar alsof het zoo voorbeschikt was, ze reden voorbij, wat later den vakman de woorden ontlokte: „dat zijn geen Amsterdamsche smerissen". Een ondertusschen gecharterde motorboot voerde het edele gezelschap naar boord terug. Anderhalf uur had deze expeditie geduurd, vlotter kon het toch moeilijk. Overwinningsvreugde. Toen het beeld in de longroom ge deponeerd was, werd er uitgepord. Moch ten de autoriteiten eventueel naar een middel zoeken om snel in alarmstelling te komen, dan kunnen wij adviseeren, dat de kreet „de looden verrader is aan boord", afdoende is, de meest solide slaper was binnen enkele seconden present. Daarna werd het beeld opgeborgen op een der vele onvindbare plaatsen, waar alleen een kabelgast thuis is, alzoo voor den meest scherpzinnigen speurder onvindbaar. Natuurlijk werd de inbraak ontdekt, jam mer kan niet verklapt worden hoe, echter ge- looven wij te kunen verzekeren, dat dit ver haal op de Marineclub wel lachsalvo's zal ver wekken. De looden verrader tegen de geus stok. Het was Zaterdag 12 Februari ten 11.30 u. v.m., dat het vertreksignaal gegeven werd. De trossen werden ingehaald en uitgeleide gedaan door een groote menigte, w.o. de familie Ma duro, verliet Hr. Ms. „Gelderland" de St. Annabaai. Nauwelijks was ieder contact met den wal verbroken of een duidelijke schrikbe weging van een der Maduro's bewees, dat de gestolene ontdekt was, en waarlijk, in zijn grootheid troonde de looden verrader voor tegen de geusstok. Achterblijvende oud-zeeofficieren vielen dubbel van de pret en een heftig gesticu- leercn der familie Maduro toonde hun ver bazing. Buitengaats gekomen werd het beeld netjes opgeboren, na nog een avond de gast geweest te zijn in de longroom, om straks bij aankomst te Nieuwediep weer voor de geusstok te prij ken, al schijnt op die plaats niet die zegen te rusten, die we ervan verwachtten, daar reeds een dag na vertrek, tegen een stijve passaat inhakkend, de geusstok den geest gaf en met een doffen klap op het dek terecht kwam, om na hersteld weer aangebracht te zijn, in den heksenketel, den nacht voor aankomst te Gi braltar, voor de tweede maal te sneuvelen. Dit is nu in het kort het verhaal van den looden verraden, en nu zult U zich afvragen, waarom heet dat ding nu „looden verrader"? W(j weten het niet. U zult vragen, „hoe is deze traditie ontstaan" Wij weten het niet. En er zijn nog duizend en meer vragen waar op wij alleen zouden moeten antwoorden „wij weten het niet". Gaat hem zien „den looden verrader". Maar, dat weten we wel, dat, wanneer Hr. Ms. „Gelderland" op 18 Maart de haven van Nieuwediep binnenstoomt, vele oudere marine menschen zullen komen kijken, om oude her inneringen op te halen, misschien zelfs om na dere inlichtingen te kunnen geven. Maar veel meer nog hopen wij, dat alle jongere marine mannen en toekomstige marinemannen aan wezig zullen zijn, opdat zij, wanneer hun tijd gekomen is om het beeld naar Holland te voe ren, zij het tevoren gezien zullen hebben, om op hun beurt te kunnen deelen in den trotsch, de „looden verrader" teruggevoerd te hebben. HET BEPROEFDE GENEESMIDDEL BIJ GRIEPI Receptie P. v. Twisk. Naar wij vernemen, zal de heer P. v. Twisk, in verband met het 25-jarig jubileum van de Witte Bioscoop, waarmede hy tevens zijn eigen zilveren jubileum als directeur her denkt, Vrijdagmiddag a.s. in de foyer van Tivoli, van 3414 u. receptie houden. Er zullen ongetwijfeld velen zijn, die den jubila ris daar hun gelukwenschen zullen aanbieden. Van 8—15 Maart 1938. Nieuwe Zaken: Den Helder: J. H. Polane Jr., Loods- gracht 25, fietsen, enz. Texel: C. J. Eelman, Gravestraat 5, Den Burg, timmerman, enz. Wijzigingen Texel Ver. „Unltas", Den Hoorn 81; be- stuurs wij ziging. van 14 Maart 1938. BEVALLEN: J. TeitsmaEelman, d.; A. G. BosdijkSchoolmeester.z.; J. L. van HeesRan, z.; N. KoopmanBoon, d.; W. HenkeGroenendijk, z. OVERLEDEN: F. H. de Goeij (m), 58 jaar; J. de Wijn (m), 71 jaar; Wed. H. Paauw, 75 jaar; M. van PelDorlijn, 57 jaar; H. C. G. Berkx (m), 2 dagen. Zaterdag viert „Ons Genoegen" Het vijf-jarig jubilée! Vijf jaar kinder-operette Van Prinses, ktbouter, fee! Vijf jaar klinken kinderstemmen, Zuiver, frisch en vol van kleur; Onder de beproefde leiding Van haar wakkr'en Directeur. Zaterdag is het een feestdag! Voor de kinderen vooral! Omdat er wel, in de pauze Wat te snoepen wezen zal. Maar het spelen is ook prettig Van hun operette-rol; En de aardige costuumpjes Maken dan de pret nog vol. Het bestuur kan nu terug zien Op een arbeid van vijf jaar; En dat is heusch niet zoo eenvoudig, Met zoo'n woel'ge jonge schaar. En nu vieren zij hun lustrum! Zetten op hun werk de kroon! De waardeering voor hun streven Is voor hen het hoogste loon. Kimt ge kinderzang waardeeren? Gaat naar Musis Sacrum heen! Gij zult u wel amuseeren! Zooals reeds zoo menigeen. Maar ook, als u niets voor zang voelt Komt dan toch! In dit geval Is er voor u een attractie: Een gezellig, aardig Bal. PHILIP B. POLAK. ZELFS DAAR. Een dame, zich dezer dagen bevindende op de algemeene begraafplaats kwam de politie mededeeling doen van het feit, dat een mans persoon, zich eveneens op de begraafplaats bevindende, aldaar in haar nabijheid hande lingen gepleegd had in strijd met de eerbaar heid. Morgenavond wordt in Casino het laatste Marine-Concert gegeven en wij laten hiervan nog eens het zeer aantrekkelijke programma volgen. Door het orkest wordt respectievelijk uit gevoerd de ouverture „Der Freischütz" van Von Weber, de „Danse Macabre" van Saint Saëns, en een serenade voor 13 blaasinstru menten van Richard Straus. Na de pauze, van den dirigent het „Poème", de balletmuziek uit Schubert's „Rosamunde", de ouverture „Don Juan" van Mozart en ten slotte het Oude Wilhelmus van Valerius. Als soliste treedt op de altzangeres Jo van de Meent uit Amsterdam, die zal zingen van Francesco Rossi „Ah! Rendini" en Nocturne" van César Franck. Voorts na de pauze van Franz Schubert „lm Abendrot" en ,Dem Unenlichen". Richard Strausz, opus 7. De in 1881 ontstane Serenade voor blaas instrumenten toont ons den 17-jarigen Strausz nog geheel in klassieke banen, onder den in vloed van Mendelssohn en van Brakens. Toch zijn daarin reeds de karakterische trekken van de Strausz'iaansche melodiek te onderkennen, zooals bijvoorbeeld direkt al in de eerste maat van het hoofdthema. Dit ongewoon oorspron kelijke stuk van groote klankschoonheid was het eerste dat den jongen Strausz in breedere kringen bekend maakte. De eerste opvoering had plaats onder Wüll- ner in de vereeniging van Dresdener toonkun stenaars op 27 November 1882. R. Strausz, geboren 1864 als zoon van den Münchener hoornist, bewoog zich in den aanvang in den ouderen stijl, staande onder invloeden van Brahms, Mendelssohn, steunend op de klassieken. Ging later over in de modernere banen der roman tisch-programitische richting Liszt Berlioz en onderging den invloed van Wagner en evenzeer die der groote Duitsche filosofen, welke laatste vaak in zijn muziek is te onder kennen. Hij vormde sindsdien een der leidende figu ren van de Duitsche muziek, en is thans als ongeveer 74-jarige een der nog in leven zijnde groote toondichters, welke ons verbinden met de bloeiperiode van figuren als Brakens en Wagner. Hij wordt vaak als de virtuoos der Duitsche toondichters van zijn tijd beschouwd. Zijn bloeiperiode bracht ons zeer gecompliceerde werken (toondichtingen, muziekdrama's, e.a.), geschreven voor de meest uitgebreide uitdruk kingsmiddelen. Later keerde hij terug naar veel eenvoudiger vormen en uitdrukkings middelen. Ook als liederencomponist behoort hij tot de grootsten der laatste halve eeuw. Ondanks de vaak voorkomende uiterlijkheden in zijn muziek in wezen echt muzikaal en boeit zij ongetwijfeld steeds door de groote overtui ging waarmede zij geschreven is. Zij vinden ons land, onder leiding van Mengelberg met het Concertgebouw-orkest een welkome ont vangst en het staat zeer zeker daarmede in verband, dat Sstrausz zijn heroische toondich- terij „Ein Helderleben" aan dit orkest en zijn dirigent heeft opgedragen. Zijn thema's treffen vaak door hun schoonen eenvoud en in zijn vroegere werken, zooals in de „Serenade van blaasinstrumenten" vindt men duidelijk de kiemen voor later werk. De Serenade, hoewel in zjjn jeugd geschre ven, is geenszins als een nog niet gerijpt z.g. „jeugdwerk" te beschouwen. Integendeel, het legde duidelijk getuigenis af van de groote gave welke in den jongen componist besloten lagen. Voor den toegewrjden hoorder beteekent dit werk een zuiver kunstgenot, dat de schoon heid van den klank der 13 concerteerende blaasinstrumenten op zeer fijne wijze onthult. 18-Iïaraat cabaretprogramma. Voor de derde maal in dit seizoen stopte gisteravond in Casino Nederlands meest populaire amusements-vervoermiddel: AVRO's Bonte Dinsdagavondtrein. Voor de derde maal waren de hêerscharen dezer vereeniging opgetrokken en naar wij vernemen zijn er nóg passagiers geweest, voor wie het niet weggelegd was een plaats in het lach-, dans- en muziekvehikel te bemachtigen Meer dan 800 passagiers hadden passage ge nomen en ze hebben er geen spijt van gehad, want weer zat dat programma verbazend knap in elkaar, weer klopte de regie van 8 tot half 12 als de bekende bus en weer heeft men kans gezien dit alles op voortreffelijke wijze in non-stop-tempo af te werken. Het is ons niet mogelijk systematisch alles te gaan releveeren wat daar gisterenavond op de Casino-Bühne afgedraaid is en dat lijkt ons trouwens niet noodig ook. Verscheidene onderdeelen werden reeds eerder door ons Beschreven, zoodat wij ons zullen beperken met enkele opmerkingen over hoogtepunten van dezen avond. En dan is daar natuurlijk in eerste instantie het duo Snip en Snap, achter welke synonie men zich verschuilen Piet Muyselaar en Willy Walden. Beluistert men hen via den luidspre ker, dan blijft daar altijd den spijt, dat men dat alles, waarvoor lachorkanen in den aether daveren, niet kan aanschouwen, doch gister avond heeft Den Helder kennis gemaakt. En hoe! Lachen kon men dit niet meer noemen. Het was het summum van vroolijkheid, het non plus ultra van vreugde en zelden zal een Casino-zaal dermate op haar grondvesten ge trild hebben als over dezen Snip en Snap. Voortreffelijk was ook Koos Koen in zijn menschelijke transformaties. Behalve geestig was het buitengewoon knap; hier kan zonder restrictie gesproken woorden van kleinkunst op het hoogste niveau. De rest... dat was Kovacs Lajos met zijn boys, dat was Bob Scholten, dat was „Guus", Nina Dolce, Tini Marvon, Jean du Bela, kortom het geheele ensemble. Zij allen hebben hun best gedaan, en op hun eigen wijze medege werkt aan het succes van dezen avond. Een apart woord van waardeering voor de bijzon der artistieke décors. Daar waren bloemen voor de medewerken den, doch duidelijker taal dan de onophoude lijke ovaties van het publiek konden deze moeilijk spreken. RUIT AAN DIGGELS. Een bewoonster van den Parallelweg deed bij het Hoofdbureau aangifte, dat door jon gelui een ruit van haar woning in diggels ge smeten was. BOLLEN, SOKKEN EN PLANTEN GENEPT. Een bewoonster van het Asterplein kwam aangifte doen van het feit, dat ten hare na- deele des nachts uit haar tuintje, sokken, bloembollen en planten ontvreemd waren. De aansluiting van Oostenrijk bij Duitsch- land is een feit, dat niet meer uit de historie uit te wisschen is. Slechts een oorlog zou het nog aan Duitschland kunnen ontworstelen. Maar die zal men er niet om voeren. Als zoo vele malen in de geschiedenis van de laatste jaren, zullen de groote mogendheden het feit onder protest aanvaarden. Wat het feit van de Anschlusz verhaast heeft is het krachtig en moedig optreden van Schuschnigg. De weggejaagde Oostenrijksche bondskanselier heeft de ontwikkeling van de gebeurtenissen niet kunnen voorzien, anders was hij niet zoo voorbarig geweest met zijn volksstemming. De toenemende nationaal-socialistische pro paganda had Schuschnigg naar dit middel doen grijpen. Hij had de uitspraak van het Oostenrijksche volk willen hebben voor een vrij en onafhankelijk Oostenrijk, om deze uit spraak aan Hitier en de wereld voor te hou den. Hitier heeft Schuschnigg echter dezen troef uit handen geslagen en met verrassende snelheid heeft hij zijn maatregelen genomen. Hoe men het optreden van Duitschland ook afkeurt en veroordeelt, de organisatie was knap, was overrompelend. De vraag, die ons nu bezig houdt, is na tuurlijk: wat zullen de gevolgen zijn? Italië heeft zijn volledige instemming be tuigd. Natuurlijk zegt Mussolini niet, dat hij Duitschland liever als verre vriend, dan als „goede" buur gehad zou hebben. Dat zou al te onvriendelijk geweest zijn, maar wij kunnen wel aannemen, dat Mussolini er heusch niet op gesteld is zij aan zij met Duitschland door het leven te gaan. De Oostenrijksche wig is hem altijd wel aangenaam geweest. Maar dat zijn dingen, die je nu niet meer zegt. Engeland zal voorzichtiger zijn met zijn vriendschapsrelaties. Chamberlain zal in deze dagen zeker wel vaak moeten denken aan zijn afgetreden minister van buitenlandsche zaken, Eden, die tegen het aanpappen met Duitsch land gewaarschuwd heeft. „Laat Hitier eerst toonen die vriendschap waard te zijn", zoo heeft Eden gezegd. Men zal nu toe moeten geven, dat hij daarin niet zoo mis gezien heeft. Voorzichtigheid is dus geboden. Chamberlain zal die betrachten. Overigens zal Engeland zich nog sneller bewapenen en het feit (de Anschlusz) voor kennisgeving aannemen. Im mers, de levensbelangen van Engeland worden er niet door aangetast. Zoo schreef de „Times" gisteren en in die meening wordt vrijwel die van de regeering vertolkt: Wat betreft Oostenrijk zal de Britsche regeering niet afwijken van de opvatting, dat Oostenrijk voorbestemd was vroeger of later in nauwe betrekkingen met Duitschland te komen. Er zou geen En- gelsch protest zijn gekomen als dat proces van aansluiting op natuurlijke wijze was geschied. Er bestaat hier en ook elders in de beschaafde wereld echter veront waardiging, dat het noodig werd geacht voor de zaak van het prestige van een dictator het geweld van een dwingeland toe te passen en daardoor hoopgevende pogingen om tot vrede te komen tegen te houden. Frankrijk, die het sterkst getroffen is door het Duitsche optreden, zal er toch ook niet aan denken om gewapend op te treden. Het heeft inderdaad met zijn binnenlandsche aangelegen heden teveel te stellen, dan dat het zich in een dergelijk avontuur zou wikkelen. Concludeerend kunnen wij dus zeggen, dat van de „groote broers" in tijden van gevaar niets te verwachten is en dat men zijn eigen boontjes zal moeten doppen. Dit is een waar heid, die ernstig te denken geeft. Hitier be schouwt immers ook Nederland als een Duit sche provincie... BIOSCOPEN: Tivoli-theater, Spoorstraat, half 8: „Het witte wonderpaard" en „Ein Walzer aus Wien". Rialto, Spoorstraat, half 8: „Onder vreemde vlag" en „Fraulein Lilly". Witte BioscoopKoningstraat, half 8: „De geheime code". Heden. Casino, 8 uur: Tooneeluitvoering Arbeiders- tooneelvereeniging „Herman Heijerraans". 16 en 17 Maart 1938. Bovenzaal Café Sanderse, Koningsplein: Bazar Doopsgezinde Gemeente, van 310 u. n.m. Woensdag 17 Maart. Casino 8.30 uur. Laatste Marine-concert. Licht t>P 6.32 uur Opgenomen om 8 uur hedenmorgen. Barometerstand Den Helder 768.3 Temperatuur lucht 7.0 Laagste temperatuur 1.5 Geslaagd: Bij het te Amsterdam gehouden examen van het Eerste Nederlandsche Op leidingsinstituut voor massage, heilgymnastiek en sportmassage, slaagde de heer J. Koning stem, alhier, als sportmasseur.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 5