Hr+ Ms* **Gelderland" verovert
den looden verrader
Aspirin
Sensationeele insluiping van de
in de Madura-bank
en inbraakploeg"
OpqepaAt;qrjep!
Agenda
Dinsdag 15 Maart 1938
Tweede Blad
Met den «looden verrader'
in top zal de Gelderland
Vrijdag binnenloopen
Nu is het opletten en on
middellijk ingrijpen, dus
bij de eerste teekenen
direct Aspirin nemen!
Het bioscoop-jubileum
Inschrijving Handelsregister
Burgerlijke Stand van Den Helder
1933-1938 operette vereeniging
„Ons Genoegen"
Laatste Marine-concert
Avro's bonte trein
stopt in Den Heider
De misrekening van
Schuschnigg
Verzendt en ontvangt Uw
goederen per„ESOMA"
Versche Koffie met room 15 ets.
„De Toelast", Spoorstr. 9-11. Tel. 300
(Van een specialen correspondent).
Voor velen van uw lezers zal den looden
verrader een geheel onbekend iets zijn, laat
staan dus de „traditie van den looden' ver
rader".
Maar bij oudere Marinemenschen zal een
glimlach op de verweerde gezichten komen
b(j de herinnering aan hun tijd toen zij „den
looden verrader" wegkaapten en in triomf
naar Holland terugvoerden.
Echter nu allereerst het verhaal. Een ver
haal echter dat voor zoover ons bekend, geheel
oncontroleerbaar is.
Toen tegen het einde der 18e eeuw in
de St. Annabaai het Nederlandsche
fregat „Van Alphen" in de lucht sprong,
verdween eveneens het scheggebeeld in de
diepte. Jaren later werd dit beeld door
Curagaosche visschers opgevischt en ver
kocht aan de welbekende Firma Maduro
aldaar, die het een plaatsje in haar tuin
gaf, bij wijze van tuin-standbeeld.
In strijd met het eerlijkheidsgevoel
der Marinemannen.
Hierbij nu kwam het eerlijkheidsgevoel der
marinemannen in het gedrang, het was een
Marinebeeld en dus van de Marine. En in den
nacht van vertrek naar Nederland van een
oorlogsschip, slopen donkere gedaanten door
Maduro's tuin en het beeld verdween, om
zoodra het schip Curagao had verlaten, aan
boord te voorschijn te worden getooverd.
Welke maatregelen de heeren Maduro ook
namen, om den diefstal te voorkomen, niets
hielp: in den nacht voor het vertrek verdween
het beeld.
Zelfs is het voorgekomen, dat waar het ver
moeden gewettigd was, dat de looden verrader
zich aan boord van het vertrekkende oorlogs
schip bevond, het geheele schip werd door
zocht, edoch niet gevonden.
Uit den aard der zaak mochten noch
Commandant, noch le Officier van deze
manipulaties iets weten. En hoevele Com
mandanten hebben tot hun uiterlijke
woede en innerlijk plezier niet moeten
seinen: Maduro-Curagao Looden ver
rader aan boord zal hem per keerend
oorlogsschip laten terugbrengen.
Het scheggebeeld ging dan mede naar Hol
land en werd op een buitengewone aanvraag
afgegeven aan 's Rijkswerf te Willemsoord,
teneinde aldaar een nieuw kwastje verf te
krijgen, en met het eerstvolgende naar
Curagao vertrekkende oorlogsschip weer te
worden meegenomen en afgegeven aan de
firma Maduro.
Het beeld wordt goed geborgen.
Dit begon deze firma te vervelen en het
beeld verdween. Tot het het laatst gesigna
leerd werd bij het driehonderd jarig bestaan
van Curagao. (Spreek intusschen nooit tegen
een Curagaoenaar van het 300-jarig „bestaan"
van Curacao, want dan word je vermoord!)
Intusschen verliepen jaren en jaren en het
beeld bleef weg, tot het op een gegeven dag
uitlekte, dat het opgeborgen was in het
archief van de Maduro-Bank. En nu, zoo werd
er geredeneerd, is het verder uitgesloten, dat
het verdwijnt, want daarom zou je moeten
inbreken, enz. enz., allemaal dingen, waar
tegen de wet zich nu eenmaal verzet, waarna
dan onder de opmerking „je mag tegenwoor
dig ook niks meer", van verdere pogingen
werd afgezien.
Zoo was het dit jaar naar schatting een
goede twintig jaar geleden, dat de looden ver
rader voor het laatst werd overgevoerd. De
officieren wisten nog van zijn bestaan, echter
slechts een enkele kende hem; bij de onder
officieren, korporaals en manschappen precies
hetzelfde. En zoo sliep de traditie in. „Sliep
ia", want de traditie was niet dood. Die looden
verrader, waar men van had hooren spreken,
moest men weer zien, ja men moest de
traditie weer levendig maken en hem in
triomf voeren naar Holland ,al was het ten
hoste van een inbraak. Zou Hr. Ms. „Gelder
land" tegen deze taak zijn opgewassen
Het gelukte om langs slinksche wegen
zoover te komen, dat een van de officieren
van Hr. Ms. „Gelderland" het beeld mocht
zien, en daarmede was zijn lot beslecht.
De commissie van ontvreemding
wordt benoemd.
Achter hutgordijnen werd de commissie tot
ontvreemding benoemd, bestaande uit twee
officieren, een onderofficier en een matroos,
plattegronden werden geteekend, inbrekers
werktuigen verzameld (nooit tevoren hebben
"ij geweten, dat de aan boord aanwezige
details een dergelijke schat aan inbrekers
werktuigen bevatten), en in den donkeren
Woensdagnacht voor vertrek verdwenen des
nachts om 12 uur vier op en top inbrekers
van het schip. Het pleit voor den onderofficier
van de wacht, dat hij geen toeval kreeg, toen
hij dit stelletje roovers voor zich zag.
De knok- en inbreekploeg op pad
Na aankomst aan wal splitsten ze zich in
twee groepen, laten we ze noemen de knok
en inbreekploeg.
Hoe tenslotte het beeld werd bereikt, is een
verhaal op zichzelf. Via een muurtje, een dak
goot, een wrakkig dak, een uitgesneden tocht-
luik, enz. enz., werd tenslotte het archief be
reikt, hetwelk goed geteld drie hoog is. Ter
loops mogen wij even memoreeren, dat de dief
na afloop een flinke lat bij zich had, kennelijk
een restant van een of ander luik, en toen er
met een schuin oog naar werd gekeken, dit
hem de woorden ontlokte: „allicht, stel je
voor, dat je daar plotseling zoo'n zwarte be
waker voor je ziet."
De weg terug
De terugweg uit het archief verliep natuur
lijk vlotter, daar deze binnendoor werd ge
nomen, de grendels werden van de deur ge
schoven, het slot, nu ja, wat zegt nu een slot
voor een dergelijken vakman. De looden ver
rader ging in een zak en de terugtocht werd
aanvaard. Totdat op een goede honderd meter
er eenige harten moeten hebben stilgestaan
van schrik. Wie kwamen daar n.1. aangereden,
twee Hollandsche politie-agenten en hiertegen
zou zelfs een lat niet afdoende zijn. Maar alsof
het zoo voorbeschikt was, ze reden voorbij,
wat later den vakman de woorden ontlokte:
„dat zijn geen Amsterdamsche smerissen".
Een ondertusschen gecharterde motorboot
voerde het edele gezelschap naar boord terug.
Anderhalf uur had deze expeditie geduurd,
vlotter kon het toch moeilijk.
Overwinningsvreugde.
Toen het beeld in de longroom ge
deponeerd was, werd er uitgepord. Moch
ten de autoriteiten eventueel naar een
middel zoeken om snel in alarmstelling te
komen, dan kunnen wij adviseeren, dat
de kreet „de looden verrader is aan
boord", afdoende is, de meest solide slaper
was binnen enkele seconden present.
Daarna werd het beeld opgeborgen op een
der vele onvindbare plaatsen, waar alleen een
kabelgast thuis is, alzoo voor den meest
scherpzinnigen speurder onvindbaar.
Natuurlijk werd de inbraak ontdekt, jam
mer kan niet verklapt worden hoe, echter ge-
looven wij te kunen verzekeren, dat dit ver
haal op de Marineclub wel lachsalvo's zal ver
wekken.
De looden verrader tegen de geus
stok.
Het was Zaterdag 12 Februari ten 11.30 u.
v.m., dat het vertreksignaal gegeven werd. De
trossen werden ingehaald en uitgeleide gedaan
door een groote menigte, w.o. de familie Ma
duro, verliet Hr. Ms. „Gelderland" de St.
Annabaai. Nauwelijks was ieder contact met
den wal verbroken of een duidelijke schrikbe
weging van een der Maduro's bewees, dat de
gestolene ontdekt was, en waarlijk, in zijn
grootheid troonde de looden verrader voor
tegen de geusstok.
Achterblijvende oud-zeeofficieren vielen
dubbel van de pret en een heftig gesticu-
leercn der familie Maduro toonde hun ver
bazing.
Buitengaats gekomen werd het beeld netjes
opgeboren, na nog een avond de gast geweest
te zijn in de longroom, om straks bij aankomst
te Nieuwediep weer voor de geusstok te prij
ken, al schijnt op die plaats niet die zegen te
rusten, die we ervan verwachtten, daar reeds
een dag na vertrek, tegen een stijve passaat
inhakkend, de geusstok den geest gaf en met
een doffen klap op het dek terecht kwam, om
na hersteld weer aangebracht te zijn, in den
heksenketel, den nacht voor aankomst te Gi
braltar, voor de tweede maal te sneuvelen.
Dit is nu in het kort het verhaal van den
looden verraden, en nu zult U zich afvragen,
waarom heet dat ding nu „looden verrader"?
W(j weten het niet. U zult vragen, „hoe is
deze traditie ontstaan" Wij weten het niet.
En er zijn nog duizend en meer vragen waar
op wij alleen zouden moeten antwoorden „wij
weten het niet".
Gaat hem zien „den looden verrader".
Maar, dat weten we wel, dat, wanneer Hr.
Ms. „Gelderland" op 18 Maart de haven van
Nieuwediep binnenstoomt, vele oudere marine
menschen zullen komen kijken, om oude her
inneringen op te halen, misschien zelfs om na
dere inlichtingen te kunnen geven. Maar veel
meer nog hopen wij, dat alle jongere marine
mannen en toekomstige marinemannen aan
wezig zullen zijn, opdat zij, wanneer hun tijd
gekomen is om het beeld naar Holland te voe
ren, zij het tevoren gezien zullen hebben, om
op hun beurt te kunnen deelen in den trotsch,
de „looden verrader" teruggevoerd te hebben.
HET BEPROEFDE GENEESMIDDEL BIJ GRIEPI
Receptie P. v. Twisk.
Naar wij vernemen, zal de heer P. v. Twisk,
in verband met het 25-jarig jubileum van de
Witte Bioscoop, waarmede hy tevens zijn
eigen zilveren jubileum als directeur her
denkt, Vrijdagmiddag a.s. in de foyer van
Tivoli, van 3414 u. receptie houden. Er
zullen ongetwijfeld velen zijn, die den jubila
ris daar hun gelukwenschen zullen aanbieden.
Van 8—15 Maart 1938.
Nieuwe Zaken:
Den Helder: J. H. Polane Jr., Loods-
gracht 25, fietsen, enz.
Texel: C. J. Eelman, Gravestraat 5, Den
Burg, timmerman, enz.
Wijzigingen
Texel Ver. „Unltas", Den Hoorn 81; be-
stuurs wij ziging.
van 14 Maart 1938.
BEVALLEN: J. TeitsmaEelman, d.;
A. G. BosdijkSchoolmeester.z.; J. L. van
HeesRan, z.; N. KoopmanBoon, d.; W.
HenkeGroenendijk, z.
OVERLEDEN: F. H. de Goeij (m), 58 jaar;
J. de Wijn (m), 71 jaar; Wed. H. Paauw, 75
jaar; M. van PelDorlijn, 57 jaar; H. C. G.
Berkx (m), 2 dagen.
Zaterdag viert „Ons Genoegen"
Het vijf-jarig jubilée!
Vijf jaar kinder-operette
Van Prinses, ktbouter, fee!
Vijf jaar klinken kinderstemmen,
Zuiver, frisch en vol van kleur;
Onder de beproefde leiding
Van haar wakkr'en Directeur.
Zaterdag is het een feestdag!
Voor de kinderen vooral!
Omdat er wel, in de pauze
Wat te snoepen wezen zal.
Maar het spelen is ook prettig
Van hun operette-rol;
En de aardige costuumpjes
Maken dan de pret nog vol.
Het bestuur kan nu terug zien
Op een arbeid van vijf jaar;
En dat is heusch niet zoo eenvoudig,
Met zoo'n woel'ge jonge schaar.
En nu vieren zij hun lustrum!
Zetten op hun werk de kroon!
De waardeering voor hun streven
Is voor hen het hoogste loon.
Kimt ge kinderzang waardeeren?
Gaat naar Musis Sacrum heen!
Gij zult u wel amuseeren!
Zooals reeds zoo menigeen.
Maar ook, als u niets voor zang voelt
Komt dan toch! In dit geval
Is er voor u een attractie:
Een gezellig, aardig Bal.
PHILIP B. POLAK.
ZELFS DAAR.
Een dame, zich dezer dagen bevindende op
de algemeene begraafplaats kwam de politie
mededeeling doen van het feit, dat een mans
persoon, zich eveneens op de begraafplaats
bevindende, aldaar in haar nabijheid hande
lingen gepleegd had in strijd met de eerbaar
heid.
Morgenavond wordt in Casino het laatste
Marine-Concert gegeven en wij laten hiervan
nog eens het zeer aantrekkelijke programma
volgen.
Door het orkest wordt respectievelijk uit
gevoerd de ouverture „Der Freischütz" van
Von Weber, de „Danse Macabre" van Saint
Saëns, en een serenade voor 13 blaasinstru
menten van Richard Straus.
Na de pauze, van den dirigent het „Poème",
de balletmuziek uit Schubert's „Rosamunde",
de ouverture „Don Juan" van Mozart en ten
slotte het Oude Wilhelmus van Valerius.
Als soliste treedt op de altzangeres
Jo van de Meent uit Amsterdam, die zal
zingen van Francesco Rossi „Ah! Rendini" en
Nocturne" van César Franck. Voorts na de
pauze van Franz Schubert „lm Abendrot" en
,Dem Unenlichen".
Richard Strausz, opus 7.
De in 1881 ontstane Serenade voor blaas
instrumenten toont ons den 17-jarigen Strausz
nog geheel in klassieke banen, onder den in
vloed van Mendelssohn en van Brakens. Toch
zijn daarin reeds de karakterische trekken van
de Strausz'iaansche melodiek te onderkennen,
zooals bijvoorbeeld direkt al in de eerste maat
van het hoofdthema. Dit ongewoon oorspron
kelijke stuk van groote klankschoonheid was
het eerste dat den jongen Strausz in breedere
kringen bekend maakte.
De eerste opvoering had plaats onder Wüll-
ner in de vereeniging van Dresdener toonkun
stenaars op 27 November 1882.
R. Strausz, geboren 1864 als zoon van
den Münchener hoornist, bewoog zich in den
aanvang in den ouderen stijl, staande onder
invloeden van Brahms, Mendelssohn, steunend
op de klassieken.
Ging later over in de modernere banen der
roman tisch-programitische richting Liszt
Berlioz en onderging den invloed van Wagner
en evenzeer die der groote Duitsche filosofen,
welke laatste vaak in zijn muziek is te onder
kennen.
Hij vormde sindsdien een der leidende figu
ren van de Duitsche muziek, en is thans als
ongeveer 74-jarige een der nog in leven zijnde
groote toondichters, welke ons verbinden met
de bloeiperiode van figuren als Brakens en
Wagner.
Hij wordt vaak als de virtuoos der Duitsche
toondichters van zijn tijd beschouwd. Zijn
bloeiperiode bracht ons zeer gecompliceerde
werken (toondichtingen, muziekdrama's, e.a.),
geschreven voor de meest uitgebreide uitdruk
kingsmiddelen. Later keerde hij terug naar
veel eenvoudiger vormen en uitdrukkings
middelen. Ook als liederencomponist behoort
hij tot de grootsten der laatste halve eeuw.
Ondanks de vaak voorkomende uiterlijkheden
in zijn muziek in wezen echt muzikaal en boeit
zij ongetwijfeld steeds door de groote overtui
ging waarmede zij geschreven is. Zij vinden
ons land, onder leiding van Mengelberg met
het Concertgebouw-orkest een welkome ont
vangst en het staat zeer zeker daarmede in
verband, dat Sstrausz zijn heroische toondich-
terij „Ein Helderleben" aan dit orkest en zijn
dirigent heeft opgedragen.
Zijn thema's treffen vaak door hun schoonen
eenvoud en in zijn vroegere werken, zooals in
de „Serenade van blaasinstrumenten" vindt
men duidelijk de kiemen voor later werk.
De Serenade, hoewel in zjjn jeugd geschre
ven, is geenszins als een nog niet gerijpt z.g.
„jeugdwerk" te beschouwen.
Integendeel, het legde duidelijk getuigenis
af van de groote gave welke in den jongen
componist besloten lagen.
Voor den toegewrjden hoorder beteekent dit
werk een zuiver kunstgenot, dat de schoon
heid van den klank der 13 concerteerende
blaasinstrumenten op zeer fijne wijze onthult.
18-Iïaraat cabaretprogramma.
Voor de derde maal in dit seizoen stopte
gisteravond in Casino Nederlands meest
populaire amusements-vervoermiddel: AVRO's
Bonte Dinsdagavondtrein.
Voor de derde maal waren de hêerscharen
dezer vereeniging opgetrokken en naar wij
vernemen zijn er nóg passagiers geweest, voor
wie het niet weggelegd was een plaats in het
lach-, dans- en muziekvehikel te bemachtigen
Meer dan 800 passagiers hadden passage ge
nomen en ze hebben er geen spijt van gehad,
want weer zat dat programma verbazend
knap in elkaar, weer klopte de regie van 8 tot
half 12 als de bekende bus en weer heeft men
kans gezien dit alles op voortreffelijke wijze
in non-stop-tempo af te werken.
Het is ons niet mogelijk systematisch alles
te gaan releveeren wat daar gisterenavond
op de Casino-Bühne afgedraaid is en dat lijkt
ons trouwens niet noodig ook. Verscheidene
onderdeelen werden reeds eerder door ons
Beschreven, zoodat wij ons zullen beperken
met enkele opmerkingen over hoogtepunten
van dezen avond.
En dan is daar natuurlijk in eerste instantie
het duo Snip en Snap, achter welke synonie
men zich verschuilen Piet Muyselaar en Willy
Walden. Beluistert men hen via den luidspre
ker, dan blijft daar altijd den spijt, dat men
dat alles, waarvoor lachorkanen in den aether
daveren, niet kan aanschouwen, doch gister
avond heeft Den Helder kennis gemaakt. En
hoe! Lachen kon men dit niet meer noemen.
Het was het summum van vroolijkheid, het
non plus ultra van vreugde en zelden zal een
Casino-zaal dermate op haar grondvesten ge
trild hebben als over dezen Snip en Snap.
Voortreffelijk was ook Koos Koen in zijn
menschelijke transformaties. Behalve geestig
was het buitengewoon knap; hier kan zonder
restrictie gesproken woorden van kleinkunst
op het hoogste niveau.
De rest... dat was Kovacs Lajos met zijn
boys, dat was Bob Scholten, dat was „Guus",
Nina Dolce, Tini Marvon, Jean du Bela, kortom
het geheele ensemble. Zij allen hebben hun
best gedaan, en op hun eigen wijze medege
werkt aan het succes van dezen avond. Een
apart woord van waardeering voor de bijzon
der artistieke décors.
Daar waren bloemen voor de medewerken
den, doch duidelijker taal dan de onophoude
lijke ovaties van het publiek konden deze
moeilijk spreken.
RUIT AAN DIGGELS.
Een bewoonster van den Parallelweg deed
bij het Hoofdbureau aangifte, dat door jon
gelui een ruit van haar woning in diggels ge
smeten was.
BOLLEN, SOKKEN EN PLANTEN
GENEPT.
Een bewoonster van het Asterplein kwam
aangifte doen van het feit, dat ten hare na-
deele des nachts uit haar tuintje, sokken,
bloembollen en planten ontvreemd waren.
De aansluiting van Oostenrijk bij Duitsch-
land is een feit, dat niet meer uit de historie
uit te wisschen is. Slechts een oorlog zou het
nog aan Duitschland kunnen ontworstelen.
Maar die zal men er niet om voeren. Als zoo
vele malen in de geschiedenis van de laatste
jaren, zullen de groote mogendheden het feit
onder protest aanvaarden.
Wat het feit van de Anschlusz verhaast
heeft is het krachtig en moedig optreden van
Schuschnigg. De weggejaagde Oostenrijksche
bondskanselier heeft de ontwikkeling van de
gebeurtenissen niet kunnen voorzien, anders
was hij niet zoo voorbarig geweest met zijn
volksstemming.
De toenemende nationaal-socialistische pro
paganda had Schuschnigg naar dit middel
doen grijpen. Hij had de uitspraak van het
Oostenrijksche volk willen hebben voor een
vrij en onafhankelijk Oostenrijk, om deze uit
spraak aan Hitier en de wereld voor te hou
den. Hitier heeft Schuschnigg echter dezen
troef uit handen geslagen en met verrassende
snelheid heeft hij zijn maatregelen genomen.
Hoe men het optreden van Duitschland ook
afkeurt en veroordeelt, de organisatie was
knap, was overrompelend.
De vraag, die ons nu bezig houdt, is na
tuurlijk: wat zullen de gevolgen zijn?
Italië heeft zijn volledige instemming be
tuigd. Natuurlijk zegt Mussolini niet, dat hij
Duitschland liever als verre vriend, dan als
„goede" buur gehad zou hebben. Dat zou al
te onvriendelijk geweest zijn, maar wij kunnen
wel aannemen, dat Mussolini er heusch niet
op gesteld is zij aan zij met Duitschland door
het leven te gaan. De Oostenrijksche wig is
hem altijd wel aangenaam geweest. Maar dat
zijn dingen, die je nu niet meer zegt.
Engeland zal voorzichtiger zijn met zijn
vriendschapsrelaties. Chamberlain zal in deze
dagen zeker wel vaak moeten denken aan zijn
afgetreden minister van buitenlandsche zaken,
Eden, die tegen het aanpappen met Duitsch
land gewaarschuwd heeft. „Laat Hitier eerst
toonen die vriendschap waard te zijn", zoo
heeft Eden gezegd. Men zal nu toe moeten
geven, dat hij daarin niet zoo mis gezien heeft.
Voorzichtigheid is dus geboden. Chamberlain
zal die betrachten. Overigens zal Engeland
zich nog sneller bewapenen en het feit (de
Anschlusz) voor kennisgeving aannemen. Im
mers, de levensbelangen van Engeland worden
er niet door aangetast.
Zoo schreef de „Times" gisteren en in die
meening wordt vrijwel die van de regeering
vertolkt:
Wat betreft Oostenrijk zal de Britsche
regeering niet afwijken van de opvatting,
dat Oostenrijk voorbestemd was vroeger
of later in nauwe betrekkingen met
Duitschland te komen. Er zou geen En-
gelsch protest zijn gekomen als dat proces
van aansluiting op natuurlijke wijze was
geschied. Er bestaat hier en ook elders
in de beschaafde wereld echter veront
waardiging, dat het noodig werd geacht
voor de zaak van het prestige van een
dictator het geweld van een dwingeland
toe te passen en daardoor hoopgevende
pogingen om tot vrede te komen tegen
te houden.
Frankrijk, die het sterkst getroffen is door
het Duitsche optreden, zal er toch ook niet aan
denken om gewapend op te treden. Het heeft
inderdaad met zijn binnenlandsche aangelegen
heden teveel te stellen, dan dat het zich in een
dergelijk avontuur zou wikkelen.
Concludeerend kunnen wij dus zeggen, dat
van de „groote broers" in tijden van gevaar
niets te verwachten is en dat men zijn eigen
boontjes zal moeten doppen. Dit is een waar
heid, die ernstig te denken geeft. Hitier be
schouwt immers ook Nederland als een Duit
sche provincie...
BIOSCOPEN:
Tivoli-theater, Spoorstraat, half 8:
„Het witte wonderpaard" en „Ein Walzer
aus Wien".
Rialto, Spoorstraat, half 8:
„Onder vreemde vlag" en „Fraulein Lilly".
Witte BioscoopKoningstraat, half 8:
„De geheime code".
Heden.
Casino, 8 uur: Tooneeluitvoering Arbeiders-
tooneelvereeniging „Herman Heijerraans".
16 en 17 Maart 1938.
Bovenzaal Café Sanderse, Koningsplein: Bazar
Doopsgezinde Gemeente, van 310 u. n.m.
Woensdag 17 Maart.
Casino 8.30 uur. Laatste Marine-concert.
Licht t>P 6.32 uur
Opgenomen om 8 uur hedenmorgen.
Barometerstand Den Helder 768.3
Temperatuur lucht 7.0
Laagste temperatuur 1.5
Geslaagd: Bij het te Amsterdam gehouden
examen van het Eerste Nederlandsche Op
leidingsinstituut voor massage, heilgymnastiek
en sportmassage, slaagde de heer J. Koning
stem, alhier, als sportmasseur.