VERBORGEN BOMEN
1W
1
tSP^SsBrW MBBWbCT O"
11 iÊK tiiliJfsJlÈlu W 1 t
Jf ihhu
U
fë-eAie jxMiqmö en mehjeA,!
KLnd&wilefid
Oplossing raadsel vorige week
Nieuw raadsel
EDGAR RICE
BURROUGHS
1
Ti li
(<di i
Een van onze vriendinnetje van de over
kant is deze week de, gelukkige. Als ze veel
van taart houdt is het een strop voor haar,
want dan had ze beter de volgende week
door het lot aangewezen kunnen worden,
maar als ze veel van lezen houdt, dan boft
ze, want dan wordt haar boekenschat met
een prachtig meisjesboek verrijkt.
De gelukkige is:
CORNELIA v. d. VIS,
Oosterend (T.).
Zeg, Corrie daar zie ik juist nog heel be
scheiden op je briefje staan, dat je Vrijdag
25 Maart jarig bent. Hoe is het mogelijk,
dat jij nu deze week precies het boek moet
krijgen. Nu, dat is dan een dubbele geluk
wens waard. Eén voor je verjaardag en één
voor het boek. Ik hoop, dat alle dagen van
het nieuwe jaar voor jou zo gelukkig zijn,
als die van gisteren en vandaag.
Teuntje Kloosterman, Nee, dat is niet
nodig, Teuntje, dat jij en je broertje de op
lossingen ieder in een aparte envelop doen.
Hoe het komt, dat jouw naam wel in 't Jut-
tertje prijkt en die van je broertje niet, ter
wijl julüe oplossingen hetzelfde waren, is
voor mij een even groot raadsel als voor jou.
Leendert Kloosterman. Dat is erg ver
velend, Leen, nu jij zó je best gedaan hebt,
zonder dat je nu je naam in de krant zag
staan. Ik zal het die meneer, die de oplossin
gen naziet nog eens onder z'n neus wrijven,
hoor, en anders kom je zelf maar eens naar
kantoor en kijkt zo zwart als de potkachel
naast hem, misschien schrikt hij daar wel
van en betert zijn leven. Voor troost heb ik
je nu een extra lange brief geschreven.
Time en Beppie Vink. Hebben jullie erg
teleurgesteld gekeken, toen je vorige week
het ingezonden versje niet in de krant zagen
staan, Tinie en Beppie? Of heb je gedacht,
wat in het vat zit, verzuurt niet? Of heb je
misschien op me gemopperd en gezegd: Heb
ik daar nu al die moeite voor gedaan? Of
had je evengoed nog een vriendelijke ge
dachte voor me, toen je met vlugge ogen het
Kinderhoekje doorgelopen had? Wat een
vragen, hè? En hier volgt nu dat leuke
versje.
EZELTJE IA!
Ezeltje, ezeltje, met je lange oren,
Zou jij eens eventjes naar mij willen horen,
Zou jij eens eventjes naar mij willen luist'ren,
'k Zou je toch zo graag wat in je oren
fluist'ren,
Zeg mij nu eens duidelijk, zo dat ik 't versta,
Wil je eens even luist'ren, zeg ezeltje Ia!
Ezeltje, ezeltje, nu moet je 's even horen,
Hoe kom jij toch aan die vrees'lijk lange oren,
Trok soms je vader er vroeger dikwijls aan?
Of heeft je moeder het zo vaak gedaan?
Zeg mij nu eens duidelijk, zodat ik 't versta,
Of was het soms de meester, zeg ezeltje Ia.
Ezeltje, ezeltje, nu moet je m' eens
vertellen:
Kon jij op de school dan niet tot honderd
tellen,
Of schreef je straten steeds maar met
twee a's,
Of zocht je Groningen in de buurt van
de Maas
Zeg mij nu eens duidelijk, zodat ik versta,
Was jij zo dom op school zeg ezeltje Ia?
Door H. J. Swagerman (onder
wijzer Rehobotschool).
Ingez. door Tinie en Beppie Vink.
Tini v. Brederode. 't Is weLerg vrien
delijk van je, Tini, om me een briefje te
schrijven, maar het was toch misschien ver
standiger geweest om eerst die naam voor
dat raadsel op te zoeken, want nu was het
niet goed en kon je dus geen boek winnen.
En dat wil je toch graag?
Rika Koningstein. Wanneer is die gym-
uitvoering in Alkmaar, Rika? 't Zal je ge
beuren zo'n hele dag op reis. Zo'n dag
duurt tweemaal zo lang als een andere dag,
omdat je zoveel leuke dingen beleeft.
Arie de Hoop. Je boft wel bizonder, dat
je je fiets precies 'gehad hebt in een tijd,
dat de regen je tochtjes niet in de war stuur
de. Ik denk, dat je nu al de hele stad door
rijdt. Want leren gaat erg gauw. Ik weet
nog, dat mijn oudste jochie een paar maan
den geleden 's middags met een appelenkleur
thuis kwam en met stralende ogen zei: „Ik
kan fietsen." Wat was het geval? Hij moest
de fiets van z'n moeder even naar voren
brengen en toen had hij geprobeerd het rij
dend te doen en hij was zo weggetrapt, tot
grote verbazing van hemzelf. En zo zal het
met jou ook wel gegaan zijn.
Gerard Molenaar. Je kan het je bij je
volgende inzendingen gemakkelijker maken,
Gerard, je hebt dan de vragen niet allemaal
over te schrijven, maar eenvoudig het ant
woord te geven, de tijd, die je daardoor over
hebt kan je besteden aan een Franse
thema of een Engels dictee. Of heb je dat
nog niet?
Annie de Hoop. Kan jij net zo met de
poppen spelen, als onze Ita, Annie Ita
kan er uren lang mee bezig zijn, ze laat ze
rekenen en lezen en zingen, ze laat ze in
de hoek staan en deelt pluimpjes uit, als
zo'n pop haar les goed kent. We vinden het
wat leuk om haar zo bezig te zien. Hier
volgt het door jou ingezonden poppenrijm.
SLAAPLIEDJE.
Popje ik stop je
Maar gauw in je bed,
Jij moet gaan slapen,
Niet langer gapen,
Jetje, wat let je
Om slapen te gaan,
't Pretje is uit,
En het spelen gedaan.
Jij moet van slapen
Heel hard groeien,
Jij bent zo moe,
Van al dat stoeien,
Ook bij je Moeke
Gaan d' oogjes al toe.
Wel te rusten,
Wij beidjes zijn moe.
Annie de Hoop.
Henk Korbee. Ja, je moet nog oppas
sen, Henk, het weer is een beetje bedrie-
gelijk. Je zou met je blote haren buiten
lopen en meteen een verkoudheid opdoen,
die je twee weken tot Jan Snuffelgraag
maakt. Maar toch, voor Maart is het heer
lijk weer. Heb je wel opgemerkt, dat Maart
dit jaar nog helemaal z'n staart niet ge
roerd heeft? Zou hij het volgende week nog
doen?
Sientje Korbee. „Moed verloren, al ver
loren", Zeg t een bekend spreekwoord,
Sientje en je begrijpt de beteekenis ervan,
als je ergens geen vertrouwen meer in hebt,
dan verlies je alle moed om het door te
zetten. Verlies je de moed dus maar niet,
dat je nog eens een taart of een boek zal
winnen.
Joop Dito, Ik hoop, dat jij met puz
zelen net zo gelukkig bent als je tante in
Hoorn, Joop, die ook een fijn cadeautje
won. Misschien is het „puzzle geluk" in de
familie. Wie weet? Ik hoop het voor jou.
Sneeuwklokje en Begonia. Jullie zijn
wat Iaat of wat vroeg met het inzendien
van dit herfstgedicht, jongedames. Maar
mooi is het, al is het dan niet direct voor
de kleintjes, omdat die er weinig van zullen
begrijpen. Ik zal het dus plaatsen, maar
voortaan kinderlijker, hoor,
HERFST.
Iepen, linden en kastanje,
Majesteit in tinten fijn,
Rijen rustig in 't oranje
Of de dagen feesten zijn!
Vreugde vloeit er al in vlammen
Langs de lanen, waar het licht
Steigert langs de steile stammen
Als een daverend herfstgedicht.
Bessen kleuren 't bont gebeuren
Van 't seizoen als karmozijn,
Keur van loof en ooft odeuren
Kronen 't grootst natuurfestijn!
Gemaakt door G. Groot—Enzerink.
Ingez. door Sneeuwklokje en Begonia.
Joop en Willle v. Dijk. En hoe vinden
jullie het raadsel van deze week, Joop en
Willie. Dat is weer eens wat anders. Zo'n
kruiswoordpuzzeltje zal je ook niet veel in
spanning kosten, want moeilijk is het beslist
niet.
Mary Jurg. Gelukkig, Mary, dat je
nu weer profiteert van het fijne lenteweer.
Ik geloof, dat de zon zich vergist en dat ze
al zomerwarmte naar ons zendt. Zou jij dat
ook niet denken?
Rozeknop. Ja, Artis heb ik al ver
scheidene malen gezien, Rozeknop, en als
je kans ziet, moet je ook eens gauw heen
gaan, want het is de moeite waard, hoor.
Er is in Nederland niet een dierentuin zo
mooi en groot als Artis. Ik wandelde Dins
dag nog langs de dierentuin in Den Haag,
maar die haalt er niet bij. Ouwehand's
dierenpark, in Rhenen, lijkt er wat op en
in Arnhem is een dierentuin, die ook mooi
is, maar Artis overtreft dit alles toch.
Henk Doeleman. De katjes staan nu
overal in bloei, Henk, en bij de moerassen
zullen ze ook wel te vinden zijn. Wat zijn
ze mooi, hè? 't Is nu in de duinen ook
zo fijn, nog mooier vind ik dan 's zomers,
als het zo warm is.
Sjaantje Rejjnhout. Dat begrijp ik, dat
je je benen gevoeld hebt, na zo'n pijlzoek
tocht, Sjaantje, maar je hebt het er na
tuurlijk graag voor over en als je dan
's avonds in je bed kruipt en je doet je ogen
dicht, dan slaap je meteen, en je droomt
alleen van blije dingen, na zo'n fijne dag.
Je rijmpje neem ik hieronder op, Is het
van jezelf?
DE TWEE BROERTJES.
Janje en Keesje, die gingen naar den bakker,
Keesje droeg het, mandje en Jantje het geld,
Keesje zei de boodschap, Jantje gaf de
centjes,
Centjes op de toonbank uitgeteld.
Jantje en Keesje, die kregen van den bakker,
Allebei een koekje, dat lusten ze wel.
Keesje kreeg het koekje en stak het in z'n
mondje,
Jantje zei beleefd: ik dank u wel.
Simon Visser. Je hebt je vergist, Si-
mon, want je had inderdaad een fout ge
maakt iri je vorige raadsels. Je schreef
„ulivel", in plaats Van ulevel. Ben je trots
op jullie nieuwe trottoir? De hele Hoog
straat is er door opgeknapt, vind ik. Maar
je knikkerkuiltjes zijn er ook door wegge
raakt, is 't niet?
Hiske Zits. -Natuurlijk, ook jij bent
welkom, Hiske en nog duizend andere
vriendjes en vriendinnetjes, als ze maar
niet allemaal tegelijk komen, want dan zou
ik er grijze haren van krijgen.
Tini v. Brederode. Alles leeft nu in de
duinen, Tini. 't Lijkt zelfs of het zand ligt
te trillen in de zon en straks komen de
torretjes en de spinnen, de mugjes en
de sprinkhanen weer, die de duinen bevol
ken en waarnaar je stil kan liggen kijken
als je vacantie hebt. De konijnen springen
alweer vrolijk rond.
Annie, Balie en Cor v. Bijnen. Op ka,'n-
toor kunnen jullie hem afgeven, drietal, dan
komt de zaak in orde.
Gerard Jellema. Die speeltuin zal zijn
poorten wel gauw open doen, Gerard, ten
minste als het weer zo zonnig blijft, maar
je weet, ook April doet nog wat hij wil en
die Aprilse buien kunnen nog grilig en
koud zijn, doch reden om te mopperen heb
ben we in geen geval, want jonge, jonge,
wat een pracht weken hebben we gehad.
Klaas Jellema Ik heb een vraag
teken achter je naam gezet, Klaas, want
je had vergeten je naam onder je briefje te
schrijven, maar aan de hand meende ik te
zien, dat het van jou was. Ben jij 14 Maart
jarig. Nu, nog van harte, hoor.
Goudsterretje. Jij mag een schuilnaam
gebruiken, veertienjarige. Je moeder heeft
geüjk, dat ze je nog op school laat, want
als je er eenmaal afbent, dan zal je nog
vaak terug denken aan die fijne schooltijd,
maar dan kan je niet meer naar meneer
Heeroma toelopen en zeggen: „Meneer, ik
wil weer terug. „Hoe vriendelijk die meester
van je ook is, dat zal hij niet kunnen doen.
Lenie v. Amesfoort. Ik ben een beetje
bang, dat er van dat pianospel van jou niet
veel terecht zal komen, Lenie. Niet erg
vriendelijk van me, om dat te denken, hè?
Maar het is met piano-studie, net als met
andere studie, je moet er leiding bij hebben.
Ik zal die boer eens op laten zoeken, hoor
en als we hem vinden, dan komt hij heus in
de krant. Dank je vriendelijk voor de raad
sels die je me zondt.
Cor v. Bijnen. Die stekeltjes hebben
jou lelijk te pakken gehad, Cor, inplaats
van jij hen. Ze dachten zeker, die jongen
wil ons uit het water halen, we zullen de
rollen maar eens omkeren en hem in het
water halen. Gelukkig, dat je er alleen met
een nat pak afkwam .Ja, dan kan je beter
met je „vijfje knoerten" dan stekeltjes
vissen, maar daar kan je ook nat van wor
den als je een uur lang speelt, vooral als het
warm is, dan lopen er straaltjes water
langs je neus en over je wangen.
Neeltje Coster. Je oplossing was toch
heus niet goed, Neeltje, want „microb" be
staat niet, wel microbe, maar dan kwam
het aantal letters niet uit.
Jongens en meisjes, tot volgende week,
dan mogen jullie de pen weer opnemen om
me te schrijven, want ik heb vandaag
schoon schip gemaakt.
1. Hagelstenen.
2. Een ei.
3. Koets, boer, berk, mes, room, roos.
Goede oplossingen ontvangen vant
Joop en Willie v. Dijk; Rozeknop, Henk
Prosper, Ab Ritsma, Henk Doeleman, Tiny
Bakker, Goudsterretje, Ellie en Tillie Bis
schop, Loeki Janssen, Annie Janssen, Ge
rard en Klaas Jellema, Annie, Balie en
Corrie v. Bijnen, Netty Hoogerwerf, Tiny
v. Brederode, Jan v. Bale, Gerard Hendrik
Molenaar, Leendert Kloosterman, Teuntje
Kloosterman, Ria Zomer, Annie Krijnen,
Jan Wever, Nelly Keyzer, Cornelia v. d. Vis,
Texel, Jan Geus, Willie Geus, Mary Jurg,
Hiske Zits, Jan Bek, Simon Visser, Henny
v. Os, Henk Korbee, Tony Pottinga, Dora
Tydeman, Sientje Korbee, Tiny en Beppie
Vink.
Bij dit kruiswoordraadsel vormen alleen
de lange rijen hokjes woorden, dus drie
horizontaal en drie verticaal. Zie eens of
je die woorden kunt vinden, ze zijn nogal
lang, maar niet erg moeilijk.
Verticaal, van boven naar beneden krij
gen we dan:
f
e
1 Speelgoed, waar jongens en meisjes bui
ten mee spelen, vooral in het najaar;
2. iets wat in de tegenwoordige tijd op het
dak van veel huizen staat;
3. een bijvoegelijk naamwoord, dat vaak
voor een professor wordt gebruikt.
Nu horizontaal:
4. een plank of een smal bruggetje over
een sloot;
5. het tegengestelde van boven;
6. een jongensnaam, die we allemaal de
laatste tijd vaak hebben gehoord.
In het volgende stukje zijn
de namen van verschillende
bomen verborgen, negen in
het geheel. Lees het maar
eens langzaam en nauwkeu
rig door, dan zul je ze wel
vinden. Ze zitten in de woor
den verborgen of ze springen
van het ene woord op het an
dere, zoek maar goed.
HET NIEUWE MEISJE.
De school is al aan, de kin
deren zijn al in de klas en
de juffrouw wil juist begin
nen. Daar komt de hoofdon
derwijzer binnen met een
vreemd meisje. „Ik breng U
een nieuw leerlingetje", zegt
hij. „Is er nog een plaatsje
voor haar? Ja, naast Nel is
nog een plaats open. Het
nieuwe meisje gaat bij haar
in de bank zitten. Nel schuift
dicht naar haar toe en vraagt
„Hoe heet je?'* „Beppie",
zegt het meisje. De juffrouw
hoort het ook. „Nu", zegt ze,
„Beppie probeer maar met
ons mee te lezen. We beginnen vandaag
met de leesles." Nel wil graag samen in
één boekje kijken en dat mag voor de eer
ste keer nog, omdat de nieuwe boekjes nog
niet zijn gekomen. In het speelkwartier
zegt Nel: „Wil je een stukje van mijn bo
terham? Ik heb er kaas op." Ja, dat lust
Beppie graag en ze haalt zelf een grote
sinaasappel te voorschijn. Die schilt ze net
jes en deelt hem met Nel, ieder zes part
jes. Nel en Beppie vinden elkaar dadelijk
aardig en ze spreken af om vriendinnetjes
te zijn.
f 2 3
DOOR
/f» uIK.
Mm
I
1
J
No. 30.
Weken lang was Jane Clayton een gevan
gene geweest aan boord van de „Kinsaid".
Die vreselijke nacht, toen ze alleen naar het
schip was gegaan in de hoop haar kind en
man te vinden, leek haar jaren geleden. In-
plaats van man en kind, had zij zichzelf op
gesloten gevonden in een hut door Nicolaas
Rokoff. Ondanks haar smeekbeden werd zjj
gevangen gehouden en hoorde niets over de
haren, die zij zo liefhad. Gedurende deze tijd
bracht de Zweedse kok haar voedsel, maar
ook hij scheen doof te zijn voor al haar vra
gen. Op zekeren morgen, toen ze voor haar
patrijspoort stond, zag ze, dat haar man naar
de kust werd geroeid en dat het schip daarna
zijn reis voortzette. Drie dagen varen van de
plek, waar Tarzan was achtergelaten, ging
de „Kinsaid" voor anker in de mond van een
grote rivier en nu kwam Rokoff bij Jane in
de hut. Na haar te hebben verteld, wat er
met Tarzan was gebeurd, vroeg hij haar een
cheque voor een groot bedrag. Dit zou haar
veiligheid en terugtocht naar Engeland ga
randeren, zeide hij. „Als u weigert", vervolg
de hq, „bedenk dan, dat ik uw zo in handen
heb." En tenslotte schreef Lady Greystoke
de cheque en gaf die aan Rokoff, die deze
met een grijns van voldoening op zijn duivels
gezicht, aannam. Maar hij wilde de vrouw
nog meer schrik aanjagen. Hij liep naar haar
toe, maar Jane week zovel mogelijk achter
uit. Plotseling kwam er een trek van krank
zinnigheid op zijn gezicht. Hij sprong naar
haar toe en greep haar bij de keel. Op dat
zelfde ogenblik werd de deur van de hut ge
ruisloos geopend en een man in vuile witte
kleren stapte binnen.
(Nieuwe spelling.)