De werkloosheid over
de geheele wereld
Toen hij bloed zag vloeien,
liep hij weg
RADIO
H
O***
Moeilijkheden in het
haringvisscberijbedrijf
PROGRAMMA
EDGAR RICE
BURROUGHS
Voor het eerst siods
de opleving gestegen
Ruwe voetballer veroordeeld
Gevaarlijk projectiel gevonden
ETHEL M. DELL
DOOR
No. 38.
Toen de echo's van de bloeddorstige kreet
verstorven waren, keerde Tarzan zich naar
de uitgeputte Zweed. Zijn gezicht was koud
en wreed en in de grijze ogen zag de Zweed
moordlust. „Waar is de vrouw?" barstte de
aapman los. „Wat heb je met het kind ge
daan?" Als een bronzen beeld koud, hard
en gevoelloos stond hij over de hulpeloze
man heen gebogen, van plan de nodige in
lichtingen aan hem te ontwringen en hem
daarna te doden. De Zweed trachtte te ant
woorden maar een speer op zijn borst gericht,
deed de woorden in zijn keel blijven steken.
Eindelijk kon hij zich beheersen en hij
fluisterde moeilijk. Tarzan knielde neer en
vroeg weer:,, Waar zijn ze?" De Zweed wees
naar het bos. „De Rus heeft hen mèege-
nomen", fluisterde hij. „Ze hebben ons ge
vangen genomen. Ik vocht, maar ze hebben
me lelijk toegetakeld en me hier achter ge
laten. Hij nam Uw vrouw en kind mee".
Tarzan aarzelde even bij deze woorden! Dus
de slachtoffers waren toch zijn eigen vrouw
en kind! Zijn ogen vulden zich met tranen
en hij had moeite zijn bedaardheid te her
winnen. „Waarom waren zij bij jou? Wat heb
je met hen gedaan? Vlug, vertel. Zeg me het
ergste, anders zal ik je met mijn blote han
den in stukken breken!" Een blik van pijn
lijke verbazing kwam over het gezicht van
de Zweed. „Waarom?" fluisterde hij, „ik heb
hen geen kwaad gedaan. Ik trachtte hen te
redden van de wrede Rus. Uw vrouw was
vriendelijk tegen me op het schip. Ik hoorde
de kleine baby soms huilen. Ik heb zelf ook
een vrouw en kinderen in Zweden." Iets in de
stem van de man overtuigde Tarzan dat hij
de waarheid sprak. Zijn haat sloeg om in
medelijden. „Het spijt me", zei hij eenvoudig.
Hij tilde de Zweed voorzichtig in zijn sterke
armen en verzorgde de gewonde, tot deze
enkele uren later, de laatste adem uitblies.
Nederland, het verst verwijderd
van het peil 1929. Slechts in
Duitschland een hoopvol beeld.
Precies op den eersten dag van het nieu
we kwartal heeft het internationale arbeids
bureau weder zijn driemaandelijksch over
zicht over den stand der werkloosheid in
de wereld doen verschijnen. Het overzicht
bevestigd, aldus de N.R.Crt., dat de periode
van een algemeenen geleidelijken vooruit
gang van den oeconomischen toestand der
wereld voorbij is en dat tal van landen we
derom in het stadium van een geleidelijke
verslechting van den toestand zijn ingetre
den.
Zooals het internationale arbeids
bureau in zijn korte commentaar
tot zijn statische gegevens opmerkt,
is ditmaal voor het eerst sinds de
in 1933 begonnen periode van oeco-
nomisch herstel weder een vermin
dering der werkloosheid in verschil
lende belangrijke industrieele sta
ten vast te stellen.
Zoo is volgens de opgaven der plaatsing-
bureau's het aantal werkzoekenden in En
geland van 1.500.000 in Februari1937 tot
1.800.000 in Februari 1938 gestegen. Ook in
Frankrijk was een, zij het ook veel beschei
dener vermeerdering der werkloosheid vast
te stellen: het aantal werkzoekenden steeg
van 441.000 in Februari 1937 tot 444.000 in
Februari van dit jaar. Volgens de statistiek
der verzekering tegen de werkloosheid is
voorts in een anderen belangrijken industri-
eelen Europeeschen staat, België, het aantal
werkloozen van 131.000 in December 1936 tot
136.000 in December 1937 toegenomen, ter
wijl naar de statistische mededeelingen der
vakvereenigingen het percentage van het
aantal werkloozen in de Ver. Staten van
Amerika van 11.9 pet. in Februari 1937 tot
15.6 pet. in Februari 1938 gestegen is. Ook
in enkele minder belangrijke industrieele
staten, zooals Bulgarije, Ierland, Noorwegen
en Polen, was het aantal werkloozen in
Februari van dit jaar grooter dan in de
zelfde maand van het vorig jaar.
Ook in andere staten treurige
cijfers.
Bovendien moest ten opzichte van de
meeste staten, waar de werkloosheid in
Februari 1938 nog iets mi/ider groot was
dan in Februari van het vorige jaar, toch
worden vastgesteld, dat de verbetering, die
in vergelijking tot een jaar geleden te be
speuren viel, toch geringer was dan de
verbetering, die drie maanden geleden uit
een vergelijking van de jaarlijksche cijfers
gebleken was, zoodat ook in die landen in
vergelijking tot het vorige kwartaal niet
langer van een voortdurende beweging in
de goede richting kan worden gesproken.
Het eenige land, welks statistische
cijfers op een aanzienlijke verbete
ring van den toestand wijzen, is
Duitschland, waa rhet aantal werk
loozen van 1.800.000 in Januari 1937
tot 1 millioen in Januari 1938 ver
minderd is.
Vergelijking met het jaar vóór
de crisis.
Het internationale arbeidsbureau voegt
aan zijn rapport een mededeeling toe om
trent het aantal werkhebbende arbeiders in
de verschillende landen in vergelijking tot
dit aantal in het laatste jaar, voordat de
wereldcrisis uitbrak, 1929.
Hieruit blijkt, dat in tal van lan
den het peil van 1929 overschreden
is, zooals trouwens ook reeds een
jaar geleden het geval was.
Wanneer men het aantal werkhebbendon
in 1929 Op 100 stelt, bedroeg dit 139 in
Estland, 135 in Japan, 131 in Zuid-Afrika,
121 in Letland, 117 in Zuidslavië en Zweden,
110 in Engeland, 1Q9 in Italië en Finland.
Daarentegen was het peil van 1929 nog
niet bereikt in de volgende tien staten: Hon
garije (99), Canada (92, Polen (84), België
(83), Frankrijk (81), Tsjechoslowakije (79)
de Vereenigde Staten van Amerika (78).,
Zwitserland (78), Luxemburg )75.6) en Ne
derland (75,5).
Nederland heeft dus het laagste
cijfer in vergelijking tot het peil van
1929. Een troost is slechts, dat het ver-
gelijkingscijfer voor ons land in
Februari 1937 nog ongunstiger was
n.1. slechts 72.
Opvallend is voorts de aanzienlijke da
ling van het cijfer voor de Vereenigde Sta
ten van Amerika. Terwijl daar in Februari
1937 bijna het peil van 1929 weder was be
reikt, daar het aantal werkhebbenden toen
92 pet. van het aantal in 1929 bedroeg, was
thans in Februari 1938 nog slechts 78 pet.
van het aantal werkhebbenden uit 1929 aan
den arbeid.
Het gerechtshof te Amsterdam veroordeel
de gisteren een voetballer van „Amstelboys",
die een tegenspeler van D.T.S.S. gedurende
een wedstrijd te Duivendrecht opzettelijk
op het been zou zijn gesprongen, wegens
mishandeling tot vier maanden gevangenis
straf. De D.T.S.S.-speler was met een gebro
ken been naar het ziekenhuis vervoerd.
De rechtbank had den Amstelboy-speler
tot een half jaar gevangenisstraf veroor
deeld.
Medeplichtige aan den roofover
val op Dr. de Ridder staat in
hooger beroep terecht. Verhoo
ging vamstraf gevraagd tot 2V2
jaar gevangenisstraf.
Men zal zich nog den roofoverval herinne
ren, welke op 20 Augustus van het vorig
jaar is gepleegd op den Haagschen arts,
dokter De Ridder. Twee jongemannen dron
gen toen in zijn woning aan het Oranje
plein binnen en na den dokter schandelijk
mishandeld te hebben, ontroofden ze hem
van zijn portemonnaie.
De beide daders van dezen laffen overval
zijn door de Haagsche rechtbank tot ieder
drie jaar gevangenisstraf veroordeeld. Na
dit vonnis werden nog twee andere jonge
lieden gearresteerd, die aan den overval
hebben meegeholpen.
Het waren de broer van één der hoofd
schuldigen, de 18-jarige T. C. J. V. en ze
kere W.
Het bleek dat V. aanvankelijk met
zijn broer wel naar binnen was ge
gaan, doch later, toen hij zag, dat er
bloed vloeide, weggevlucht was. Hij
had toen een ander, die buiten op
den uitkijk stond, gevraagd in zijn
plaats naar binnen te gaan. Later
had hij, evenals W., geld, afkom
stig van den roofoverval, aangeno
men.
Ook aan een inbraak aan het Smidswa-
ter, gepleegd op 23 Juli, is hij medeplich
tig geweest. Tegen. V. had de officier van
justitie eveneens drie jaar gevangenisstraf
gevorderd, doch de rechtbank verminderde
deze straf tot één jaar. W. werd tot acht
maanden gevangenisstraf veroordeeld. De
Officier van Justitie was met het vonnis,
tegen V. gewezen, niet tevreden en teeken-
de hooger beroep aan. Gisteren diende deze
zaak voor het Haagsche Gerechtshof.
Heel erg!
„Het is wel heel erg", zeide de President,
mr. Lodder tot verdachte, „een jongen van
achttien jaar die al aan dergelijke feiten
meedoet."
De procureur-generaal mr. L. B. J. Ver
meulen, meende, dat er niet veel reden was
om dezen verdachte een lagere straf op te
leggen, dan de andéren.
Wel heeft hij zich op het zien van
bloed teruggetrokken, maar dat was,
omdat hij zich toen niet meer in
staat achtte mee te doen. Niet om
dat hij spijt van zijn daden kreeg.
Hij zag er dan ook niet togen on
een kameraad te vragen in zijn
plaats naar boven te gaan en later
een gedeelte van den buit aan te
nemen.
Op grond hiervan vroeg spr. verhooging
van de straf tot twee en een half jaar ge-
van genisstraf.
Verdediger dringt op gedeeltelijk
voorwaardelijke straf aan.
De verdediger, mr. A. P. C. Peters, vond
deze straf wei buitengewoon hoog. Verdach
te is in deze zaak slechts medeplichtige ge
weest, die zich teruggetrokken heeft, toen
er geweld werd gebruikt.
Pleiter wees op het reclasseeringsrapport,
dat over verdachte was uitgebracht en
drong aan op een gedeeltelijk voorwaarde
lijke straf, het onvoorwaardelijk gedeelte
zoo mogelijk door te brengen in de jeugd
gevangenis te Zutphen.
Uitspraak 13 April.
Naar men ons van arbeiderszijde mede
deelt, dreigen er moeilijkheden in het ha-
ringvisscherijbedrijf.
De Nederlandsche Bond van Christelijke
Fabrieks- en Transportarbeiders, de Cen
trale Bond van Transportarbeiders en de
Nederlandsche R.K. Bond van Transport
arbeiders „St. Bonifacius" hebben bij de
werkgevers eenige verlangens naar voren
gebracht voor 'n nieuw af te sluiten C.A.O.
De werkgevers hebben deze verlangens
afgewezen en zich bereid verklaard de oude
voorwaarden te handhaven, alleen echter
als het extra boetloon voor een Schotsche
vleet zou komen te vervallen.
De besturen der werknemersorganisaties
hebben daarop geantwoord dat zij geen C.
A.O. wenschen af te sluiten waarvan de ar
beidsvoorwaarden zelfs niet aan bescheiden
verlangens van de opvarenden voldoen.
Binnenkort zullen de besturen van de ar
beidersorganisaties met hun leden verga
deren om hun standpunt tegenover de af
wijzende houding van de werkgevers na
der vast te stellen.
Op een terrein in de binnenstad te Amers
foort, waar van gemeentewege een woning
complex wordt gebouwd, heeft een veertien
jarige jongen een nog geheel intact zijnde
granaatkartets voor een modern stuk ge
schut gevonden.
Het gevaarlijke projectiel is door de po
litie naar de cavaleriekazerné aldaar over
gebracht.
Door gemeentepersoneel wordt thans on
der politietoezieht het geheele terrein afge
graven, daar de mogelijkheid bestaat, dat
zich nog meer granaten in den grond be
vinden.
VRIJDAG 8 APRIL 1938.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
Algemeen Programma, verzorgd door de
N.C.R.V.
8.00 Schriftlezing, Meditatie, gewijde muziek.
(Gr.pl.).
9.30 Gelukwenschen.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.30 Morgendienst.
11.15 Cello en piano. In de pauze gramofoon
muziek.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
I.00 Ensemble van der Horst. In de pauzej
Gramofoonmuziek.
2.30 Christelijke Lecteuur.
3.00 Zang, piano en gramofoonmuziek.
4.00 Gramofoonmuziek.
4.45 De Gooilanders en gramofoonmuziek.
6.30 Tuinbouwpraatje.
7.00 Berichten.
7.15 Literair halfuur.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten ANP, herh. SOS-berichten.
8.15 NCRV-orkest.
9.00 Causerie „Wat de Bijbel zelf zegt".
9.30 Vervolg concert. (10.0010.05 Berichten
ANP).
10.45 Sportpraatje.
II.00 Gramofoonmuziek.
ca. 11.5012.00 Schriftlezing.
Hilversum II, 301,5 m.
8.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA,
12.00 AVRO, 4.00 VARA, 7.30 VPRO, 9.00
VARA, 10.40 VPRO, 11.00—12.00 VARA.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Declamatie.
10.40 Cello en piano.
11.30 Orgelspel.
12.00 De Palladians.
1.00 Gramofoonmuziek.
I.45 Vioolvoordracht.
2.15 Declamatie.
2.35 AVRO-Dansorkest en solisten.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Orgelspel.
6.05 Gramofoonmuziek.
6.30 Politiek radiojournaal.
6.50 Orgelspel.
7.00 Causerie „Honderd jaar Burgerlijk Wet
boek".
7.20 Berichten ANP.
7.30 Causerie Pinkster 1938".
7.40 Literaire causerie.
8.05 Waleson-kwartet.
8.30 Causerie „De oecumenische beweging".
9.00 VARA-orkest, Rotterdams Philharmo-
nisch Koor, en solisten.
10.00 „Fantasia".
„Fantasia".
10.30 Berichten.
10.40 Avondwijding.
II.00 Pianoduetten.
11.45 12.00 Gramofoonmuziek.
FEUILLETON.
29.
DOOR
„Maak U niet zenuwachtig!" zei Crofton.
„Ik zinspeel op niets. Ik ben alleen bezig
tenminste eenige orde in dezen chaos te
brengen. Mijn eerste idee in een geval als
dit, is om den juisten tijd te bepalen van de
verschillende episodes. Dat helpt zeer veel In
het te zamen passen van de puzzle. Ik besef
volkomen, dat het nutteloos is uw arme
schoonzuster nog langer te plagen; maar als
ik het kan klaar spelen om een duidelijk en
nauwkeurig verslag van het gebeurde voor
haar op te stellen dat zij slechts behoeft
door te lezen en te onderteekenen zou dat
een groote hulp voor ons zijn, vindt U niet?"
„Maar hoe?" vroeg Claire, nu werkelijk
geheel ten einde raad. „Pax heeft U alles
verteld wat hij weet. Yvonne heeft haar best
gedaan. De eenige andere persoon die bij het
drama betrokken is Guy is dood. Hoe
kan U nog hopen op verdere bijzonderheden?
En waarom zou U die nog verwachten, waar
de geheele zaak zoo duidelijk Is?"
Crofton nam zijn helmhoed op, „Ik weet het.
Voor de oningewijder ljjkt de zaak duidelijk.
Maar, ziet U niet, juffrouw Chisledon, dat ik
de absolute zekerheid moet hebben dat ik
alles gehoord heb van een ieder, die iets van
de zaak afweet? En het spijt mij maar
die zekerheid heb ik nog niet."
„Ik begrijp U niet," zei Claire.
Hij maakte een lichte buiging ten afscheid.
„Neen? Wel, ik ga nog eens praten met
Peters. Dat kan de zaak misschien vereen
voudigen. Weet U, hij een plotselinge blik
vol humor trof haar uit zijn lichte oogen
„hij beweert dat hij niemand gezien heeft."
„O, maar Peters," Claire zocht naar
haar woorden „U kunt Peters niet au
sérieux nemen!" eindigde ze hijna smeekend.
„Dat doe ik ook niet," zei Crofton, en
wendde zich naar de deur. „Ik neem alles wat
Peters zegt, met een weinig z-zout."
Hij vertrok en Claire keek hem na met
peinzende treurige oogen. Toen, een plotse
linge rilling onderdrukkend, ging zij terug
naar Yvonne.
HOOFDSTUK VU.
De gunst.
„Dit is afschuwelijk," zei Chris Markham.
Hij stond op de waranda en keek naar
Pax. die in een rieten stoel lag met een siga
ret tusschen de lippen. Elfrida had haar
meester op een plichtmatige en tevens voch
tige manier verwelkomd, en was terugge
keerd bij den man, die haar meester niet was
zij zat tegen zijn knie en saarde hem met
haar roodgerande oogen vol toewijding aan.
In die dagen had Elfrida's trouw iets held
haftigs; en haar zwijgende sympathie hielp
Pax onbewust.
Pax sprak peinzend met een cynischer,
ondertoon. „Er zijn betere menschen dan ik
om minder gevallen."
„Maar om 's hemelswil man," stormde
Chris, „je kunt dit toch niet lijdzaam over
je laten komen."
„Ik weet het niet,' 'zei Pax ernstig, „of
dit niet het beste is, wat ik doen kan."
„Wat bedoel je?" vroeg Chris zenuwachtig
ongeduldig. „Het is ontzettend. Je kunt toch
niet toelaten, dat ze je van moord beschul
digen."
Pax knipte de asch van zijn sigaret. „Het
is nu juist niet een kwestie van toelaten,"
zei hij. „Niemand wordt graag van moord
beschuldigd natuurlijk niet maar ik zie
niet in, dat men het verhoeden kan door op
zijn achterste beenen te gaan staan."
„Maar, kerel!" zei Chris. „Hoe kan je er
zoo kalm over zitten redeneeren!"
„Ik heb den tijd gehad om er over na te
denken," antwoordde Pax.
De diepe lijnen onder zijn oogen getuigden
dat hij meer tijd aan denken besteed had dan
aan slapen, en Chris, die op hem neerkeek,
terwijl hij schijnbaar rustig in zijn stoel lag,
kreeg een onbehaaglijk voorgevoel.
„Maar om zoo iets maar lijdelijk aan te
nemen!" wierp hij opnieuw tegen. „Als ik in
jouw plaats was, zou ik hémel en aarde be
wegen."
„Daar ben ik nog niet zeker van," zei Pax.
Chris keek hem scherp aan, wilde eerst
zwijgen, en barstte toen plotseling uit. „Hoor
eens Pax! Als je soms het idee hebt dat je
mij in deze kwestie moet sparen, zet dat dan
zoo spoedig mogelgk uit je hoofd! Ik zal aan
de heele wereld vertellen, dat ik geflirt heb
met Yvonne, en dat ik laf genoeg was om
te verdwijnen, zonder er haar van te verwit
tigen."
„Dat zou ik niet doen," zei Pax kalm. „Het
zal niemand helpen en zal zeker haar repu
tatie als getuige geen goed doen."
Chris vloekte hardgrondig. „Zij zullen haar
nooit als getuige oproepen. Nicholls zegt, dat
zij absoluut ongeschikt is om eenige verkla
ring af te leggen."
„Ik geloof, dat dit inderdaad zoo is," zei
Pax. „Crofton heeft er reeds over gesproken,
maar het resultaat heb ik nog niet gehoord."
Hij legde zijn hand op den zachten kop van
Elfrida. „Blijkbaar houdt hij mjj niet op de
hoogte van zijn bevindingen."
„Maar bij alle duivels!" zei Chris. „De
geheele zaak was toch zonneklaar een onge
luk en het is bekend, dat Chisledon dron
ken was. Waarom gelooven ze je niet op je
woord en daarmee uit?"
„Dat moet je mij niet vragen," zei Pax
kalm, en Elfrida stak haar roode tong uit in
een vergeefsche poging om de streelende hand
te liefkoozen.
,,'t Is ellendig!" gromde Chris weer. „Als
ik het geweest was..."
Plotseling draaide hij zich om. „Ik ga met
Crofton spreken. Hij moet redelijk zijn en in
zien dat het een ongeluk was."
„Dat zou ik niet doen," merkte Pax op. „Ik
begrijp niet waarom je eigenlijk teruggekomen
bent. Het ligt niet op jouw weg om tusschen-
beide te komen. Integendeel, hoe meer je je
er buiten houdt, hoe beter."
„Waarom?" vroeg Chris.
Met onveranderd geduld legde Pax uit: „Het
is niet noodig, dat jij hun motieven openbaart
of andere verwikkelingen in het leven roept.
Ze hebben mijn verhaal. Laat ze daarop door
gaan! Het is niet noodig van thema te ver
anderen."
„Maar jij maar j*," zei Chris ziedend van
woede.
Een flauwe glimlach speelde om Pax' strak-
ken mond.
„Zij kunnen mij niet ophangen op mijn eigen
verklaring, zei hij. „Ik blijf bij wat ik gezegd
heb. Mijn voornaamste troost is, dat jij in de
bosschen op jacht was, toen dit treurspel werd
afgespee.d, en ik wilde bij den hemel, dat je
er gebleven was."
„Hoe kon ik dat?" zei Chris verontwaar
digd.
„Misschien —heb je gelijk," zei Pax, „maar
toch had ik het veel liever gehad. Maar nu je
hier bent heb je al gehoord van mijn huwe
lijksplannen
„Je wat?"
„Ik zie, dat je nog niet ingelicht bent," zei
Pax onverstoorbaar. „Het zal misschien een
verrassing voor je zijn. Dat was het voor mij
eerst ook. Mejuffrouw Chisledon Claire
heeft mij de eer aangedaan mijn huwelijksaan
zoek aan te nemen."
„Wat?" zei Chris in uiterste verbazing.
„Ik dacht dat je het misschien gehoord had,"
zei Pax. „Zij wist hoe het mij gesteld was,
voor zij naar Kapoo ging, maar de zaak bleef
hangende, om zoo te zeggen. Nu is zij terug
gekomen en staat er op, dat onze verloving
publiek wordt gemaakt."
„Groote Goden!" riep Chris uit. „Wat ter
wereld ik bedoel, hoe kwam zij daartoe?"
Pax keek plotseling met belangstelling
naar Elfrida. „Dat kan ik je niet zeggen,"
zei hij. „Heb je jezelf ooi£ afgevraagd, waar
om een vrouw een man accepteert?"
„Mijn beste kerel!" zei Chris, en legde zijn
hand op Pax schouder. „Het doet mij gewel
dig veel genoegen natuurlijk. Tenminste als
deze ellendige vertooning geëindigd is. Zij is
een buitengewoon aardig meisje, dat heb ik
altijd gevonden."
„Dank je," zei Pax, zonder op te kijken.
„Daar zijn wij het tenminste over eens." Hij
zweeg een oogenblik en ging toen eenigszins
gedwongen voort. „Er is echter één ding,
Chris! Je bent een goede kerel, maar je
weet je bent nogal vurig en voortvarend.
En dat ééne ding kom ik je vragen als
een persoonlijke gunst."
„Alles, wat je maar wilt," verklaarde Chris.
„Het zal je niet meevallen," waarschuwde
Pax.
Chris werd plotseling vuurrood. „O, begin
niet meer over die ellendige kwestie,
Pax! Ik heb haar in den steek gelaten om
jou genoegen te doen."
„Ja, en ik had graag dat je er niet op
nieuw mee begon," zei Pax. „Het is geen
mooi Hoofdstuk in je levensboek geweest,
mijn jongen, en ik wil er zeke*1 van zijn, dat
hoe de zaak voor mij ook zal afloopen
dit voor goed is afgesloten. Goed begrepen?"
Chris' hand gleed van zijn schouder. Hij
keek hem verrast en verslagen aan. „Wel,
natuurlijk," zei hij, „ik hoop dat ik zooveel
fatsoen za] hebben, om op het oogenblik
Yvonne niet last g te vallen."
(Wordt vervolgd.)