VAN
Radioprogramma
Itar
jEDGAR R1CE
[BURROUGHS
Hoe het Rijksmuseum tegen
brand beschermd wordt
Extra kalvertoewijzing
Met Paschen naar de
bollenvelden
Haar kind uit den weg
geruimd
Wegwerkers staken
Een duur dubbeltje
Sterfte door mond- en
klauwzeer
O
ETHEL M, DELL
es
«••••IttKMSMtM
DOOR
No. 44.
Jane wist, dat zelfs al zou ze Rokoff doden,
ze niet beter af zou zijn. Het schot zou zijn
mannen hierheen roepen en haar lot zou mis
schien nog vreseljjer zijn.. De herinnering aan
de twee bruten, die er bij stonden te kijken
en te lachen, toen Rokoff haar vooruit
stompte, was nog zeer levendig. Opeens leun
de de Rus naar haar over, maar ze was vlug
ger. Terwijl zij het zware wapen op zijn ge
zicht richtte, gaf ze hem een vreselijke slag
tussen de ogen. Zonder, een kik te geven
zonk hy bewusteloos op de grond. Een ogen
blik later stond Jane naast hem op dat
moment tenminste vrij van zijn aanvallen.
Ze deed de lamp uit en in de duisternis
wachtte zij even om haar gedachten bij
elkaar te krijgen en te overleggen wat haar
nu te doen stond. Buiten hoorde zij weer het
geluid, dat Rokoff's aandacht had getrokken.
Met zachte stap, iedere zenuw tot het uiter
ste gespannen, sloop Jane naar het achterste
gedeelte der tent. Terwijl ze bijna over Rokoff
struikelde, voelde zij het heft van zijp lang
jachtmes, Daarmede sneed zij een opening in
het tentzeil. Zwijgend ging zij naar buiten,
waar zij eerst goed luisterde. Het kamp
scheen echter te slapen. Tegen middernacht
was de jungle vol ondefineerbare geluiden. Ze
aarzelde bevend. De jungle joeg haar vrees
aan. Maar achter haar lag een lot, erger dan
de dood, door de handen van menselijke
wezens. Voor haar lag een even onafwend
baar noodlok maar het was enkel de dood,
plotseling, barmhartig en eervol. Zonder ver
der te aarzelen sloop ze uit het kamp en de
geheimzinnige jungle sloot zich om haar heen.
Stijgleiding en sproeiers in de
torens. Amsterdamsche brand
weer oefent.
Vele Amsterdammers, die zich gistermor
gen naar hun kantoren begaven en het
Rijksmuseum passeerden, zagen daar plotse
ling tot hun ontsteltenis een motorspuit van
de brandweer voorrijden. Slangen werden
uitgelegd, snel begaven zich brandweerlie
den bet gebouw binnen. Spoedig stonden ve
le belangstellenden het verontrustend bedrijf
gade te slaan...
Er was ïntusschen niets ernstigs aan de
hand. De brandweer, altijd waakzaam en
even bedacht op het nemen van voorzorgs
maatregelen, als op het blusschen van een
maal uitgebroken vuur, was uitgerukt met
een reservemotorspuit voor een van de
controleproeven, die op gezette tijden bij
toerbeurt in de verschillende torens van
het Rijksmuseum worden genomen, teneinde
na te gaan, of de daar «aanwezige installa
tie nog zonder hapering funetionneert. De
torens zijn voor een belangrijk deel van
hout opgetrokken, dat met lei bedekt is. In
iedere toren loogt 'n z.g.n stijgleiding, waar
langs het water door 'n motorspuit tot bo
ven in den nok gepompt kan worden, ter
wijl op iedere verdieping een koppeling is
aangebracht met een handle, welke het
mogelijk maakt daar een slang aan te slui
ten, om aldus eventueele branden te blus
schen.
Binnen in den toren zijn op de
stijgleiding sproeiers, een soort
douches aangebracht, die een gor
dijn van water langs de houten
binnenzijde van den toren kunnen
doen neerdalen, waardoor bij even
tueel vuur, van de straat af, door
aansluiting der stijgleiding op de
motorspuit binnen den kortst mo
gelijken tijd het blusschingswerk
aangevangen kan worden.
Onder leiding van brandmeester F. de
Jongh, heeft de Amsterdamsche brandweer
gistermorgen nagegaan of deze installatie
nog in alle opzichten funetionneert.
Het bleek, dat de installatie geen enkele
hapering vertoonde en dat de druk van een
motorspuit ruimschoots voldoende was om
het water tot in den hoogsten nog te bren
gen. Zelfs spoot het water boven van den
toren nog een meter of vijf uit den uitlaat
de lucht in.
Om ongeveer kwart voor elf rukte de
brandweer in. Wij kunnen gerust zijn. Het
Rijksmuseum wordt goed tegen brandge
vaar bewaakt.
In verband met mond- en klauw
zeer.
Naar wij vernemen heeft de mi
nister van Economische Zaken be
sloten, dat met het oog op de bij
de laatste mond- en klauwzeer epl-
zoötie geleden verliezen de aan de
onderscheidene gewesten voor 1938
verleende kalvertoewijzingen alsnog
een verhooging zullen ondergaan.
Het aantal extra schetsen voor
geheel Nederland is op 28506 vast
gesteld.
Ten aanzien van de toewijzingen binnen
de gewesten, de toewijzingen dus aan de
verschillende daarvoor in aanmerking ko
mende veehouders, is bepaald, dat. alleen
zij, op wier bedrijf volgens officieele ver
klaringen na 1 Augustus 1937 mond- en
klauwzeer heeft geheerscht, voor deze toe
wijzing in aanmerking kunnen komen.
Voorts zal bij de vaststelling van de toe
wijzing rekening worden gehouden met:
le. het aantal aan mond- en klauwzeer
gestorven dieren boven 1 jaar tijdens die
periode, gedurende welke het bedrijf door
den veeartsenijkundigen dienst besmet is
verklaard;
2e. het aantal na de vorenbedoelde perio
de aan mond- en klauwzeer gestorven die
ren boven 1 jaar en de tijdens en na die pe
riode tengevolge van genoemde ziekte plaats
gehad hebbende noodslachtingen van die
ren boven 1 jaar;
3e. het aantal stuks vee boven 1 jaar, het
welk door het mond- en klauwzeer wrak is
geworden en dientengevolge spoedig zal
moeten worden opgeruimd.
Door de gewestelijke Landbouw-crisis-or-
ganisaties zal zoo spoedig mogelijk bekend
worden gemaakt, waar en op welke wijze
aanvragen voor deze bijzondere toewijzing
dienen te worden ingediend.
Hyacinthen bloeien nog.
Door het koudere weer teruggehouden is
de hyacinthenbloei nog lang niet beëindigd.
Meerdere soorten moeten zelfs nog in bloei
komen.
Dit valt zeer gunstig samen met de vroe
ge tulpen, waarvan er met Paschen vele in
bloei zullen zijn, ook wanneer het koudere
weer blijft aanhouden.
Met de feestdagen zal er dus heel wat te
zien zijn, en een zeer druk bezoek wordt in
de gelieele bloembollenstreek verwacht.
Tegen wreede moeder drie jaar
gevangenisstraf geëischt.
Gistermorgen behandelde de Gro-
ningsche rechtbank de zaak tegen
een 29-jarige moeder uit Bedum, die
haar tweejarig dochtertje op 20 De
cember 1937 dusdanig heeft mishan
deld, dat het aan de gevolgen is over
leden.
Uit het getuigenverhoor kwam vast te
staan, dat de vrouw vaak zeer hardvochtig
tegen het kind is opgetreden.
De psychiater Dr. Van Mesdag, kenschet
ste de moeder als een egocentrische vrouw
met een hard, wreed karakter, die zich thans
meer bekommert over hetgeen haar is
overkomen, dan berouw heeft over hetgeen
zij heeft misdaan.
In zijn requisitoir schetste de Of
ficier van Justitie Mr. Polman de
daad van de vrouw als een uiting
van een stil verlangen om haar kind,
dat in den weg stond tusschen haar
en haar man, kwijt te raken.
Hij achtte de tenlastelegging, bewezen en
requireerde, de moeilijke huiselijke omstan
digheden in aanmerking nemende, drie jaar
gevangenisstraf.
Mr. Vos pleitte clementie.
Uitspraak 28 April.
Gisterochtend hebben ongeveer veer
tig arbeiders die werkzaam zijn bij de
moderniseering van den provincialen
weg BaarnHilversum, liet werk
neergelegd.
De arbeiders eischen van den aan
nemer, J. de Kroon en Zn., te Rhenen,
naleving van de landelijke collectieve
arbeidsovereenkomst voor de bouw
bedrijven, water-, spoor- en wegen
bouw 19381939, hoewel noch de aan
nemer, noch een gedeelte van de sta
kers georganiseerd is.
De arbeiders hebben zich bij den aanvang
van het werk contractueel verbonden voor
het geldende loon, dat ongeveer twee cent la
ger is dan volgens de bovengenoemde ar
beidsovereenkomst. Op het oogenblik onder
handelt de heer Kroon met een technisch
ambtenaar van den Provincialen Waterstaat
over het aanvoeren van arbeidskrachten uit
Rhenen, hetgeen volgens het bestek, niet ge
oorloofd is, daar slechts arbeiders uit Baarn,
Soest en de Lage Vuursche tewerk mogen
worden gesteld. Op bet oogenblik wordt ge
werkt door zes vaste arbeiders van de firma
De Kroon.
De stakers posten bij het afgesloten gedeel
te van den weg. Bij het werk zelf kunnen
zij niet komen, omdat thans ook de bermen
van den weg op last van den Provincialen
Waterstaat voor voetgangers zijn afgesloten.
Oneerlijk tramconducteur beboet
Het Arnhemsche Hof veroordeelde een
wagenbestuurder bij de electrische tram, die
een kaartje aan een passagier zou hebben
afgegeven dat al eens gebruikt was en zich
zelf daardoor voor een dubbeltje zou heb
ben bevoordeeld, tot f 75.boete subs. 25
dgen hechtenis.
De Arnhemsche rechtbank had verdachte
vrijgesproken. Hiertegen had de officier van
Justitie hooger beroep aangeteekend.
BORG ONDER VALSCHEN NAAM.
Chauffeur vrijgesproken.
Het Arnhemsche gerechtshof wees giste
ren arrest in de strafzaak tegen den chauf
feur A. J., te Apeldoorn, die zich wegens
valschheid in geschrifte te verantwoorden
had, nadat hij door de rechtbank te Zut-
phen was veroordeeld tot één maand ge
vangenisstraf.
Volgens de tenlastelegging zou hij voor
een ander onder een valschen naam zijn
borg geblven en had hij d van de betrok
ken geldleening opgemaakte schuldbeken
tenis met dien valschen naam onderteekend
Het Hof was na hernieuwde behandeling
der zaak van oordeel, dat bet tenlaste ge
legde misdrijf van valschcid in geschrifte
niet was bewezen en sprak den verdachte
alsnog vrij.
In de week van 3 t.m. 9 April stierven
aan mond- en klauwzeer, 14 kalveren en 13
varkens en biggen.
Sedert de week van 1926 September
1937 zijn aan deze ziekte in totaal ge
storven 3118 runderen, 3919 kalveren, 3037
varkens en biggen, 242 schapen en 50 geiten.
bekaken
FINE SLAAT BERNSTEIN.
Het Amerikaansche kampioen
schap.
De twee afgebroken partijen uit de achtste
ronde hadden het volgende resultaat:
SimonsonMorton 10
FineBernstein 10
In de kopgroep is de stand thans:
i. Ileshevskv 7 punten; 2. en 3. Kashdan
en Simonson ieder OV2 punt; 4. en 5. Fine en
Dake ieder 6 punten; 6. Treysman 5 punten.
ZATERDAG 16 APRIL 1988.
Hilversum I. 1875 en 415.5 m.
KRO-Uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek.
8.30 H. Mis.
10.00 Gramofoonmuziek.
10.35 Uit Praag: VredesuitzendLng van het
Tsjecho-Slowaaksche Roode Kruis.
11.05 Gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Klokgelui.
12.30 KRO-Orkest en gramofoonmuziek.
2.00 Voor de rijpere jeugd.
2.30 KRO-Orkest en solisten.
3.00 Kinderuurtje.
4.00 De KRO-Melodisten en solist.
4.45 Gramofoonmuziek.
4.50 Causerie „De Paaschei-actie".
5.00 Vervolg concert.
5.30 Esperanto-nieuws.
5.45 KRO-Nachtegaaltjes.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.45 Gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie „Maria en het verlossingswerk".
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.55 Declamatie.
9.10 Causerie.
9.20 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Internationale sportrevue.
10.5512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum n. 301,5 m.
VARA-Uitzending.
10.00—10.20 v.m. en 7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Continu
bedrijven.
12.00 Gramofoonmuziek.
I.001.45 Zang en orgel.
2.00 Causerie „Vrouwenarbeid nu".
2.15 Pianovoordracht.
2.35 Esmeralda-Septet.
3.15 Schaakles.
3.30 Residentie-orkest. (Gr.opn.).
4.35 Esperanto-uitzending.
4.50 De Stem des Volks, Utrechts Stedelijk
orkest, en solisten.
5.40 Literaire causerie.
6.05 Orgelspel.
6.30 Uit de Roode Jeugdbeweging.
7.00 Filmland.
7.30 Bijbelvertellingen.
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP. VARA-Varia.
8.15 VARA-Orkest, m.m.v. solisten.
9.00 Propagandatoespraak.
9.15 ,,En nu... Oké!"
10.30 Berichten ANP.
10.35 Community-singing (Gr.opn.).
II.00 Souvenir-orkest m.m.v. soliste.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
FEUILLETON.
DOOR
36.
Dit waren omstandigheden, die niet wegge
cijferd konden worden, en die ten slotte de
stem, die voor rechtvaardigheid pleitte, het
zwijgen hadden opgelegd. Hij had geen keuze
gehad. Als hij de waarheid gesproken had, zou
hij willens en wetens verraad hebben gepleegd
en bc "endien een verraad aan het vertrou
wen, dat Claire in hem gesteld had. En dat
had hij nooit kunnen verdragen. Liever zou hy
terecht gestaan hebben voor moord en ter
dood veroordeeld woruen.
Maar dat was niet van hem gevergd. In
plaats daarvan had hij alles verloren, en of
schoon hij zich met al zijr kracht en onder
nemingsgeest weer een camtre wilde schep
pen, had hij nog niet het minste idee, ho1 hy
dat zou aanleggen. De schaduw, die op hem
rustte verduisterde alles en scheen zrjn
m°nT zal Te'rrter'worden," zei hij tegen
Flfrida terwijl hij haar nekharen weer glad
streek..Maar het zal geen gemakkelijk vraag-
StHetZdier antwoordde met een zacht gebrom
dac overging in een dreigenden, woedenden
blaf. Haar puntige ooren gingen overeind ten
teeken dat zij buiten een Se,uid
waarvoor zij het raadzaam achtte te
waarschuwen. Menschen als Pax, die praatten
wanneer zij moeten luisteren, hadden een hond
noodig die voor hem waakte. Zij stond op met
stijr- waaidigheid, stelde zich op naast zijn
stoel, en snoof onderzoekend in de richting van
het naderende geluid.
Het was tenslotte een goede bekende, die de
warandatrap opkwam, ofschoon Pax in een
seconde overeind sprong en naar de trap snelde
om hem te begroeten. Kolonel Risborough.
bleeker en zorgelijker dan gewoonlijk, kwam
met uitgestrekte hand op hem af.
„Wat bijzonder hartelijk van U, kolonel!"
zei Pax, terwijl hij de hem aangeboden hand
krampachtig drukte.
„Mijn beste kerel!" zei de kolonel en zweeg
als overmand door een aandoening, die hij
met moeite onderdrukte.
Pax stond volkomen bewegingloos. „Gaat U
zitten, kolonel," zei hij met een stem, waarin
niet de minste aandoening klonx.
„Neen, zei de kolonel. „Neen. Ik kom maar
een oogenblik, want ik ben op weg naar de
sociëteit, zooair je ziet."
„Natuurlijk; het is gastenavond," zei Pax.
„Daar dacht ik niet aan."
„Kom je ook?" vroeg kolonel Risborough.
„Neen, kolonel. Ik heb afgeschreven wel
wat laat, vrees ik. Zij mllen mij nog moeten
beboeten, voor ik vertrek," zei Pax met een
sti, en, officiëelen glimlach.
„Dat spijt mij," zei de kolonel, „maar je
hebt vandaag reeds je deel gehad. Ik heb er
over nagedacht of er niets aan te doen is
of je werkelijk je ontslag moet nemen of
je Hij hield op en kuchte, en zei toen
ronduit: „Ik zou je graag helpen, Packersley,
als ie mij dat mogelijk wilt maken. Ik kan
niet aanzien, dat een goed officier als jij, te
gronde gaat om niets. Je bent mij in het
regiment bijzonder veel waard. Als je mij
maar eenig recht geeft om je terzijde te staan
om je mijn steun te geven in het kort, om
de wereld te toonen. dat ik weet. dat je abso
luut een man van eer xijt en boven alle ver
denking, dan zal ik het doen, en je helpen deze
ongelukkige zaak te vergeten. Maar de vraag
is wil je mij dat recht geven?"
Bij deze woorden keek hy Pax recht in het
gezicht en zijn oogen deden méér dan vragen,
zij smeekten.
„Ik ben niet als Crofton," zei hij, toen Pax
bleef zwijgen. „Ik ben h.er gekomen als een
vriend om te helpen, als ik kan, maar in
geen geval om een belemmering te zijn. Be
grijp je mij?"
„Ja, kolonel," zei Pax. Hij stond kaarsrecht
voor den ouderen man; en het was alsof hij
meester van de situatie was. zoo onwrikbaar,
zoo star en onverzoenlijk was zijn blik. „Ik
dank U meer dan ik zegger kan. Ik heb alles
wel overwogen maar er is niets aan te
doen. Als U mij niet gelooven'lkunt, weet ik
geen ander middel om U te overtuigen."
„Dat is niet geheel wat ik bedoel," zei kolo
nel Risborough en hij sprak met een waardig
heid en een eenvoudige oprechtheid, die meer
indruk maakten dan eenig vertoon van gezag.
„Ik kan je gelooven, Pax, als je verkiest open
hartig met mij te spreken. Maar ik weet
evenzeer als Crofton het weet dat je nog
tegenover niemand open bent geweest. Je
kunt de waarheid gezegd hebben maar het is
niet de geheele waarheid. En dat wordt je
aangerekend. En de geheele waarheid moet ik
weten, als ik mijn heele persoon en al mijn
invloed beschikbaar stel om je voor het Regi
ment te behouden. Ik kan je gelooven als
je mij je vertrouwen maar wilt geven. En wat
je mjj zeggen zult, is bij mij veilig; dat weet
je"
Er klonk een smeekende toon in zijn stem,
en Pax maakte een lichte beweging van pro
test. Voor de rest bleef zijn houding onveran
derd.
„Natuurlijk weet ik dat, kolonel." zei hij. „en
ook heel natuurlijk, ben ik U oneindig
dankbaar. Maar ik vrees, dat er niets aan de
zaak te veranderen valt. Ik heb de dingen te
aanvaarden en zal trachten ze zoo goed
mogelijk te dragen. Wilt U misschien iets
drinken, kolonel?"
Het was alsof hij een ondoordingbaar schild
voor zich hield en daarmede den anderen man
dwong terug te trekken. Kolonel R'sborough
zuchtte en aanvaardde de nederlaag. „Ik
vind dat je den verkeerden weg inslaat," zei
hij, „maar ik kan het je niet beletten. Neen,
niets, dank je. Hoe staat het met je verloving?
anwoord niet, als je het liever niet doet."
„Ik zou U graag antwoorden," zei Pax met
een vertrekken van zijn lippen, dat nauwelijks
op een glimlach leek. „Maar ik verwacht juist
zelf het antwoord op die vraag. Zooals U be
grijpen zult, heb ik niet veel meer aan te bie
den. M; ar die beslissing rust niet bij mij."
De kolonel wendde zich onverwachts om
en legde zijn hand op Pax' schouder. „Houd
je van haar, Pax?" vroeg hij.
Pax scheen, als het mogelijk was zich
nog rechter te houden. Hij keek strak voor
zich uit en antwoordde bijna fluisterend alsof
hij liever in het geheel niet gesproken had:
„Wel natuurlijk."
„Goddank!" zei de kolonel met een zucht
van verlichting. „Ik wil nu niets meer zeg
gen. Ik begrijp, dat ik hiei niet helpen kan.
Maar, als mijn vrouw of ik iets kunnen doen
met betrekking tot je huwelijk of in iets
anders moet je het laten weten. I dat af
gesproken
„Dank U, kolonel," zei Pax.
De hand van den kolonel drukte een oogen
blik zwaar op zijn schouder. „Er is niemand
van wien ik zoo ongaarne afscheid neem dan
van jou, Pax," zei hij moeilijk. „Vaarwel."
Pax hief instinctief zijn hand op om te
salueeren. Zijn oogen keken zijn chef aan.
„Dank U, kolonel," zei hij kortaf, bijna werk
tuigelijk. „Vaarwel!"
Maar zijn handdruk was niet werktuige
lijk, en toen de kolonel vertrokken was. keek
hij hem na met een onbewust verlangenden,
hopeloozen blik.
Peters kwam hem vijf minuten later sto
ren. Peters, keurig geüniformeerd en correct,
alsof hij nooit eenige minuten geleden een
sigaret had gerookt achter de struiken naast
het huis.
„Vraag excuus, kapitein," zei Peters. „Ik
heb uw briefje afgegeven, en er bij gezegd
dat het mijn schuld was, dat het zoo laat
kwam; dus ik hoop, dat U niet beboet zult
worden, kapitein."
„O!" zei Pax. Hij was in een stoel neer
gevallen, en zag er vermoeid en uitgeput uit.
„Dat was geschikt van je, Peters, maar je
had die moeite niet behoeven te doen."
„Voor U is niets te veel moeite, kapitein,"
zei Peters.
Pax leunde achterover in zijn stoel en keek
naar hem op. „Wel Peters," zei hij, „je zult
in elk geval niet veel moeite meer voor mij
behoeven te doen. Ik vertrek binnenkort naar
Engeland."
„Wat! Gaat U het leger verlaten, kapi
tein?" riep Peters.
Pax boog zich naar Elfrida voorover. „Ja,
ik ga weg," zei hij.
„Allemachtig!" zei Peters. „Dat zullen zij
nooit toestaan, kapitein!"
Pax liet een vreemden lach hooren, die
zelfs Elfrida den kop deed opheffen. „Het is
geen kwestie van toestaan," zei hij. „Het is
nu eenmaal niet anders," zei hij. „Zelfs jij
kan er niets aan veranderen Peters of
schoon je je best hebt gedaan onder zeer
moeilijke omstandigheden."
„Ik. kapitein!" zei Peters, met vriendelijke
verontwaardiging. „Met uw verlof, ik heb in
het geheel niets gedaan. „Maar ik zou veel
'willen doen, kapitein, als ik de gelegenheid
kreeg. Maar ik geloof niet, dat ik die krijgen
zal, kapitein, want U zult niet gehinderd wil
len v/orden met zoo'n stuk overtollig huis
raad als ik ben."
„Wat bedoel je daarmee?" vroeg Pax, zon
der het hoofd op te heffen.
(Wordt vervolgd.)