't HOEKJE
OUDERS
Weenen een centrum van cultuur
Talrijke bouwwerken getuigen van
glorie uit vroeger jaren
XoS rw-o-it!
Praat niet te veel
Symptomen van een nauw contact met Nederland
Niets gemakkelijker dan
aansteken
VOOR DE
Vooral niet over dingen, die 17
niet reker weet.
Na dei jongste gebeurtenissen staat Oos-
tenryks hoofdstad Weenen in liet brandpunt
der belangstelling. Van oudsher heeft tus
schen Weenen en Nederland een nauw con
tact bestaan Nog altijd is het een centrum
van kunstzinnige en wetenschappelijke
f u.TT'! ..e" handhaaf< het een oude
traditie. Talrijke paleizen, die herinneringen
wekken aan het Huis Habsburg, dat eens
hier resideerde, lokken telkenjare van heinde
en ver toeristen naar deze stad.
Prins Eugenius van Savoye-Carignan, Oos
tenrijks veldheer en staatsman (Parijs 1663
Weenen 1736), aan wien een belangrijk
deel van de boekerij der Nationale Biblio
theek toebehoord heeft.
ZOO dikwijls hoort men het fabeltje
verkondigen, als zou de Oostenrijker,
en dan nog in het bijzonder de Wee-
ner, luchthartig, ja zelfs lichtzinnig van
aard zijn. Het tegengestelde is eerder
waar. Zeker hij kan, wanneer de tijd daar
voor gekomen is, uitgelaten en vroolijk
zijn, maar wanneer de dagelijksche arbeid
roept, is hij in de tenuitvoerlegging daar
van zeker even ernstig als de Nederlander.
Maar de Nederlandsche mentaliteit ver
schilt hierin van die der Oostenrijkers, dat
zij minder soepel is.
Het deel van Parijs, dat bestemd is als
kijkspel voor den toerist, weerspiegelt al
lerminst de mentaliteit van den Parijze
naar en nog minder die van den Fransch-
man in het algemeen.
Evenzoo is het gesteld met den Weener.
Slechts een klein percentage van Oosten
rijks hoofdstad, bestaat uit bohémiens,
kunstenaars op allerlei gebied en van alle
rangen en standen. Het Weensche cabaret
staat hoog aangeschreven, maar evenzeer
geniet de Wiener Philharmonie een wereld
reputatie. Over het algemeen is de Oosten
rijker veelzijdig en het is dikwijls onze
eigen kortzichtigheid, dat wij hen lichtzin
nigheid of een oppervlakkige levenswijze
verwijten.
Men is er plooibaar en soepel. De ligging
meer naar het Zuiden is daaraan ongetwij
feld niet vreemd. Het nordieke type, waar
toe ook het meerendeel der Nederlanders
behoort, is in de eerste plaats stug. in zich-
zelve gekeerd en gesloten. Zuidelijke ty,
pen, als Italianen en Spanjaarden vormen
het tegendeel. Zij hebben een vuriger tem
perament, zijn minder bezadigd en over het
algemeen heethoofdiger van aanleg.
De Oostenrijker houdt tusschen de twee
geschetste typen zoo ongeveer het midden.
In de muziek, die evenals de literatuur, 'n
spiegel is van het leven, kan men die ver
schillen gemakkelijk waarnemen.
WEENEN, STAD VAN LICHTE
EN KLASSIEKE MUZIEK
Op het gebied der kunst houden Opera
en Burgtheater de oude traditie hoog. Ver
der de Philharmonie, een machtige, gepri-
vilegeerde instelling, die door haar invloed
het geheele klassieke muziekleven van Wee
nen beheerscht. Zij staat op dezelfde hoog
te als ons Concertgebouworkest, dat even
eens een meer dan Europeesche reputatie
geniet.
In het begin van den zomer vinden hier
altijd de „Wiener Festwochen" plaats, fes
tiviteiten op het gebied van sport, kunst en
S°Det glansrijke carnavalstüd levert leder
jaar, der traditie getrouwd, een der hoogte
punten in den vorm van het schitterend
operabal.
Van het lichtere genre zijn de Weensche
vertegenwoordigers der laatste decennia.
Franz Lehar en in het bijzonder Robert
Stolz.
WEENEN IS RIJK AAN MONU
MENTALE BOUWWERKEN
SLECHTS in vogelvlucht kan men in
dit kort bestek de overige beziens
waardigheden van Weenen langs
gaan. In de eerste plaats dient gewe-
zen t6 worden op het indrukwekkendste
gebouw, dat opgetrokken werd in gothi-
schen stijl, de Stephanskerk. Deze gothi-
sche bouwtrant komt in geen enkel ander
gebouw van de stad Weenen zoozeer tot
zijn recht als in deze kerk.
Talrijker zijn de gebouwen, dateerend uit
de periode van den zgn. barokstijl als bijv.
de Belvédère en de Karelskerk
De binnenwi.jken zijn rijk aan paleizen.
De trots van de stad echter vormen de
Kingstrasse, een van de schitterendste sta
tiestraten ter wereld, en de enorme rijk
dom aan parken en tuinen: de Ringstrasse
is 4 K M. lang en 75 M breed.
Musea, die kostbare verzamelingen op
velerlei gebied herbergen, zijn eveneens
talrijk. Ook zij leggen het getuigenis af,
van een oude cultuur
Wereldberoemd, om maar iets te noemen,
zijn de schilderijenverzamelingen, waarin
ook verscheidene Hollandsche meesters als
Breughel, Rubens, Rembrandt e.a. te vin
den zijn. De Liechtensteingalerij herbergt
bijv. een dergelijke collectie.
WAAR DE HABSBURGERS
RESIDEERDEN.
OP vele plaatsen treft men sporen aan
van het vroeger regiem der Habsbur-
gers. Zij hebben geresideerd o.a. in
de Horburg en het lustslot Schön-
brunn, met zijn luxueuse prökkamers en
kostbare verzamelingen; het prachtige park
en het zich daarin bevindende palmenhuis
is uniek.
Gedurende het beleg van Weenen door
de Turken in 1683 werd Schönbrunn van
de aardbodem weggevaagd. Het was een
eenvoudig gebouw geweest, maar nu men
tot reconstructie wilde overgaan, besloot
men geheel te breken met de traditie van
het bouwwerk, dat er gestaan had, en legde
een veel luxueuzer bouwplan eraan ten
grondslag. Het was de beroemde bouw
meester Fischer vin Erlach, volgens wiens
ontwerp een nieuw Schönbrunn herrees.
Ten tijde van Maria Theresia werd het vol
tooid. Hier heeft de groote keizerin het
liefste vertoefd en zij werd nimmer moe er
de kostbaarste schatten in te doen onder
brengen.
Wij spraken hierboven reeds van de
Weensche Hofburg, 't kolossale paleis, dat
op zichzelf welhaast een stadswijk vormde.
In den loop der tijden moest het wijken
voor Schönbrunn, dat als landgoed we] het
meest ideaal gelegen is, afgezonderd van
het stadsgewoel door hooge begroeide mu
ren. Het bleef een stuk natuur, een open
stdk land, midden in de stad.
Groepen toeristen worden nu dagelijks
door dit enorme paleis rondgeleid, een
doolhof van gangen en kamers. Het slot
Schönbrunn bevat ruim 1400 kamers en
139 keukens. Is het te verwonderen, dat
zich om dit sprookjesachtige slot, waar de
sfeer van vervlogen tijden haast voelbaar
wordt, dank zij de pracht de letterlijk
opeengehoopte schatten legenden heen-
gesponnen hebben?
Hol weerklinken de voetstappen der tal-
looze bezoekers, door de ruime, hooge ver
trekken, waar de teekenen van luxueus le
ven en uitersten eenvoud telkens weer een
schril contrast vormen.
Niet zonder ontroering staat men voor
het smalle, ijzeren bed. waarin keizer
Franz Jozef gestorven is. De hooge adel
vierde feest na feest, en verkwistte kapi
talen, maar rond hem heerschte de grootste
eenvoud en soberheid. In veel geleek hij
een „gemeen soldaat". Zijn werkkamer on
derscheidt zich nauwelijks van het kantoor
van een hooggeplaatst ambtenaar.
DE NATIONALE BIBLIOTHEEK,
WEENEN is rijk aan monumentale
gebouwen als weinig andere ste
den ter wereld. Zoo bleef nog on
vermeld, de prachtige „National Bi-
bliothek". In vele opzichten kan zij zich
meten met de Koninklijke Bibliotheek te
's Gravenhage, die eveneens over tal van
bijzondere werken beschikt en daardoor
geteld wordt onder de belangrijkste boeke
rijen van Europa De Weensche Bibliotheek
is in meer dan een opzicht belangwekkend.
Zij vormt een der kernen waarom heen zich
de cultuur van Weenen heeft gekristalli
seerd.
Keizer Leopold I nam het initiatief tot
den bouw en nog voor den inval der Tur
ken, ondernam men het werk; vijf en veer
tig jaar later werd het eerst voltooid.
DE KOSTBARE BOEKERIJ
VAN PRINS EUGENIUS.
DE naam van Prins Eugenius, de beken
de Oostenrijksche opperbevelhebber,
heeft het gebouw dus ook reeds ge
kend. Op bijzondere wijze blijft zijn na
gedachtenis aan dit slot verbonden.
Uit zijn particuliere boekverzameling, die
meer dan 15.000 deelen omvatte, is het
grootste gedeel*dat reeds tijdens zijn le-
De Stephanskerk, een der beroemdste
bouwwerken in den gothischen stijl, da
teert uit de jaren 1144 tot 1511. Dikwijls
genoemd als het zinnebeeld van de stad
Weenen, daar zij door haar hoogen ouder
dom de ontwikkeling van Weenen gezien
heeft tot wereldstad.
men nu het sieraad der Bibliotheek en zijn
ondergebracht in de kasten der zooeven be
schreven koepelzaal.
ven beroemd was, overgegaan naar de „Na
tional Bibliothek" in Weenen De prachtige,
met goud bestempelde marokkijn- en saf-
fiaan-leder banden, in diverse kleuren, vor-
HOLLANDSCHE BEZIENSWAAR
DIGHEDEN IN WEENEN.
BEHALVE de schitterende schilderijen
verzamelingen, waarin veel werken
van Hollandsche meesters voorkomen,
zal de Nederlandsche tourist in Wee
nen nog vele symptomen aantreffen van
het contact, dat sinds lang tusschen Oos
tenrijk en de „lage landen bij de zee" heeft
bestaan. Uit dankbaarheid voor de hulp.
die men in Oostenrijk na den Wereldoorlog
van Nederland heeft ontvangen.
De Hollandbriicke en Hollandstrasse zgn
zoo door de bewoners van Weenen ge-
Het Weensche Burgtheater, dat in één
adem genoemd kan worden met de Ween
sche opera en eveneens op lange bestaans-
periode kan bogen. Het repertoire dat ge
speeld wordt, omvat zoowel het klassieke
als het moderne theater.
noemd uit erkentelijkheid voor de daad
werkelijke hulp, die het Oostenrijksche
volk in de jaren na den wereldoorlog van
het Nederlandsche heeft mogen ontvangen.
In het genoemde slot Schönbrunn hangt
een beroemd portret van Maria Theresia,
het is van de hand van den Nederlander
Meytens.
Dezelfde Maria Theresia had tot lijfarts
eveneens een Nederlander Van Swieten, de
oprichter tevens van een reeks belangrijke
instellingen op geneeskundig gebied. Op
't monument van Maria Theresia blijft zijn
nagedachtenis voor de eeuwigheid bewaard.
Hoe ingewikkeld en vervelend is het aan
steken van de kachel volgens de oude me
thode! Met een nieuw, electrisch apparaat
gaat het voortaan buitengewoon handig.
Het apparaat bestaat uit een ventilator met
een electromotor, electrische verwarmings
draden en bovendien een ongeveer 50 cM.
lange buis om de lucht te laten circuleeren.
Deze buis wordt zoo in de kachel gelegd,
dat ze tusschen de kolen komt. Daar het
verwarmingslichaam in enkele oogenblik-
ken een temperatuur van 800 gr. ontwik
kelt, branden de kolen reeds in een paar
minuten. Idealer kan het niet. Hulpmidde
len als hout, papier of geprepareerde vuur
makers zgn niet meer noodig. Daarbij
komt nog een andere verbetering: het op-
treden van rook en verbrandingsgassen bij
het aansteken is zoo goed als uitgesloten.
Dikwjjl. ziet men de hechtst-schynende
relaties en vriendschappen plotseling als een
zeepbel uit elkaar spatten. En waardoor?
Daarvoor kunnen verschillende redenen
zijn, maar een van de grootste factoren is
vermoedelijk, dat wij te veel praten, en wel
hoofdzakelijk te veel praten over elkander,
d.w.z. over menschen.
Wanneer er drie menschen zijn die elkaar
kennen, b.v. A, B en C, en A kent B en C,
en B en C kennen elkaar ook, dan komt er
vermoedelijk te eenigertijd een kink in de
kabel, waarna althans twee van de drie niet
goed met elkaar zijn. Hoe komt dat?
Doordat A met B praat over C, en met C
weer over B, terwijl wellicht B en C samen
weer over A praten. En zonder de minste
opziet tot kwaadspreken, ontstaan er dan
heel licht situaties, die de vriendschap be
dreigen, omdat men allicht, ook alweer zon
der kwade bedoeling, eens wat terugvertelt.
Dat wordt dan verkeerd of half begrepen
en daardoor kwalijk genomen, en de basis
ter ondermijning van de vriendschap is ge
legd. Neemt een goede gewoonte aan: wan
neer U twee vrienden, vriendinnen of kennis
sen heeft, die elkaar kennen, spreekt dan
nooit met de een over den ander en met
den ander over de een. Kennen ze elkaar
niet, dan zult U daartoe vanzelf niet zoo
licht komen, daar weinig menschen belang
zullen stellen in gesprekken over anderen,
die ze niet kennen. In het algemeen: praat
weinig over menschen en zeer zeker niet in
afbrekenden zin. Men doet meer kwaad dan
goed, door dat vele praten over menschen,
meer uit onnadenkendheid dan uit boos op
zet, maar de gevolgen blijven dezelfde.
Dikwijls zeggen wij dingen, die we niet
geheel kunnen verantwoorden, omdat we het
onbewust pTettig vinden, „er ook wat van
te weten," omdat wjj liever niet uitgescha
keld willen worden naar aanleiding van het
antwoord: „ik weet er eigenlijk niets van".
Onlangs gebeurde het, dat een jongeman
bij een vriend van hem k-vam, met een ver
ontwaardigd verhaal over hetgeen hem aan
gedaan was door een derde, dien de vriend
ook kende. Hy besloot zyn verhaal met: „ja,
en nu hoor ik van zoo en zoo dat hy
inderdaad niet te vertrouwen is, want die
heeft dat en dat van hem ondervonden. Weet
jy daar iets van?"
De aangesprokene antwoordde kalm: „zoo- „>1
iets heb ik ook gehoord, maar ik sta nooit
stil by dingen die ik hoor, en ik neem ze ook
niet aan, zonder volslagen bewezen. En wat
jouw onaangenaamheden met X betreffen,
daar wensch ik, aangezien ik met jullie beiden
bevriend ben, absoluut buiten te biyven. Dat
was een houding, volkomen vry van belust
heid op sensatie en van den wensch tot in-
drukmaken. In dergeiyke gevallen doet in
menging bijna altyd, meer kwaad dan goed,
en helpt men, met de beste bedoelingen, an
deren van den wal in de sloot. Weest wys
en houdt U erbuiten.
Dr. JOS DE COCK.
The rigt man in the right place,
en dan zjjn gezag met alle kracht
gedekt l
Deze uitdrukking gebruikt Kleefstra
ergens in zijn boekje „Grondslagen van op
voeding en onderwas. En al ben ik het in
velerlei opzicht lang niet eens met Kleefstra,
op dit terrein durf ik volkomen met hem
meegaan. De groote kwestie in de opvoeding
is steeds maar weer: hoe worden de begin
selen uitgevoerd en welke geest zit er
achter.
Kleefstra zegt: Er zijn families, geslach
ten en volken, onder wie schynbaar niets
opzettelijks voor de opvoeding wordt gedaan
en die toch een uitstekende jeugd kweeken;
er zijn daarentegen eveneens families, ge
slachten en volken, die honderd uit over de
opvoeding praten, stroomen wijze woorden
aan de kinderen verspillen en geen stuur
in de jeugd hebben. Dit hangt af van de
wijze, waarop de teugel wordt gevoerd."
Maar hoe gaat het nu dikwyis?
Men hééft voor zichzelf een bepaalde wyze
van onderwyzen en opvoeding gekozen, doch
dan komen in de praktyk de „stuurlui aan
den wal". Dan komen de raadgevingen van
allen kant, dan komen de meeningen los
en men raakt in een „dwarreling van mee
ningen, bedenkingen en raadgevingen".
Discipline? Orde en tucht? Het zyn maar
kinderen, ze weten toch niet beter. Je bent
toch ook jong geweest? Hebt u steeds
braaf opgepast? Bent u zonder straf de
schooljaren doorgekomen? Men laat zich
verlokken tot concessies, soms is het een
dwingen tot het doen van deze toegeefiyk-
heid, maar hoe dan ook: de jeugd krygt het
in de gaten en viert vrij spel!
Het kind is heusch niet zoo afkeerig van
orde en tucht als men wel denkt. Kijk maar
eens naar het kinderspel. Let maar eens op,
hoe streng zy de regels handhaven: „jy
doet niet meer mee," luidt het tegen een
speelkameraadje, dat de en of andere over
treding tegen de spelregels heeft gemaakt.
Onverbiddelijk kunnen ze zgn. Hoe dikwyis
heb ik niet tusschenbeide moeten komen
om te trachten een „uitgestootene" weer
tot het spel toegelaten te kregen.
Wanneer men in de school de kinderen
een geheelen da_ de vrijheid geeft, zooals
bgv. by verjaardagen van het onderwijzend
personeel, dan ontaardt deze vryheid bijna
steeds in bandeloosheid, onrust of geladen
sfeer. Kinderen willen geleid worden, zooals
zoovele volwassenen geleid moeten worden.
Het kind houdt van strenge orde, mits deze
maar rechtvaardig is. De onderwijzer, wiens
orde steeds berustte op onverzetteiyke hand
having van recht, biyft in de meeste ge
vallen het langst in de herinnering van den
opgroeienden mensch leven. „Streng was hg,
maar altyd rechtvaardig! Hij trok nooit
iemand voor en als je kwaad bedreven had,
kon je er van verzekerd zyn, dat hy je on
verbiddelijk je verdiende straf zou geven!"
Er zijn ouders en leerkrachten, die een
groote, ja te groote toegeeflijkheid betrach
ten bij de opvoeding. De .outen wreken zich
bijna altijd. Het kind verlangt, ik zeg het
nog eens, naar een krachtige hand, welke
het leidt en bestuurt. Zooals een paard aan
een meester gewend raakt en gemakkeiyk
zich leiden laat en dadelgk bemerkt dat een
ander de teugels in handen heeft, weet het
kind precies, tot hoever het met zyn ouders
en onderwyzers gaan kan. Biykt het, dat
deze de teugels niet in de hand hebben, ze
althans niet zoo vasthouden, dat het gevoeld
wordt, dan zullen de kinderen daar dra de
profgten van zien te trekken. Alweer gaat
de vergeiyklng met het paard op, Een paard
holt nooit, wanneer het gemene} wordt door
een voerman met vaste nand! Maar niet
zoodra heeft een ander de teugels in han
den en merkt het dier, dat het zgn kans
kan wagen, of het slaat op hol! De kalme,
resolute opvoeder, met het grootste recht
vaardigheidsgevoel by menschen denkbaar,
zal het minst last van zijn pupillen onder
vinden. „Een gemeenschap, die in zaken
van opvoeding kalme beslistheid verstaat,
doet door stille suggestie meer voor de vor
ming der jeugd dan boeken vol wgze rede
naties vermogen," aldus Kleefstra en ik
onderiyn deze uitspraak volkomen.