mm
imz&M
BI
Tl!
Eeiie en mzLijeiï
Kindelu-ümd
De brug over de
Niagara-water val
Oplossing raadsel vorige week
Nieuwe Raadsels
Het woord „ballon"
EDGAR RICE
BURROUGHS
Nu, 't is half om half geweest. De jon
gens, die met het schoolvoetballen hebben
meegedaan en dat zijn bijna alle Helderse
schooljongens, hebben de eerste dagen in
de modder en tegen een storm van wind
kracht 9 getrapt en de laatste dagen in het
fijnst denkbare weer gespeeld. De meisjes
hebben Zaterdag, Zondag, Maanda0* en
Dinsdag kleedjes gehaakt en kousen ge
stopt, boeken gelezen en moeder geholpen
en Woensdag zijn ze uitgevlogen. Alles bij
elkaar genbmen was het nog een fijne va-
cantie en als je straks naar school gaat is
het vast met een beetje heimwee in je hart
aan die dagen van vrijheid.
Het boek is deze week gewonnen door:
ELLIE BISSCHOP,
Weezenstraat 71.
Jan Klunder. Jij bent nog eens een
verstandige jongen, Jan. Vader en moeder
zijn pas abonné en jij grijpt meteen naar
de pen en puzzelt en schrijft. Er zijn kin
deren van abonné's, die hebben drie jaar
nodig om tot zo'n besluit te komen en dan
schrijven ze: .Meneer, ik wou dat ik eerder
begonnen was". Maar jij hebt er geen gras
over laten groeien.
Joop en Willy v. Dijk. Ja, dat is heus
jammer, Joop en Willy, dat het met de
Paasdagen buiten zo somber was. We heb
ben tweede Paasdag nog een poging ge
waagd om naar de D. Duinen te komen,
maar op de Jan Verfailleweg zijn we een
boerderij binnengewaaid. Nu, dat vinden de
kinderen ook fijn, want daar waren jonge
kalveren en lammetjes en een klein geitje
en hele bergen hooi. Je begrijpt, dat was
feest.
Ma rietje Weeda. Je bent het dus met
me eens, dat je liever in Nieuwediep, dan in
Batavia woont, al zal jij op de Paasdagen
wel eens met een beetje verlangen in je
hart aan de Tropenwarmte van Soerabaia
gedacht hebben. Ié het niet zo?
Jan Strous, Vlissingen. Allereerst, van
harte gefeliciteerd, Jan, met je veertiende
verjaardag, 't Was gisteren, dus ik ben een
beetje laat, maar, ik kon moeilijk gisteren
het Juttertje ervoor laten verschijnen, dat
begrijp je. Je mag natuurlijk mee blijven
doen al ben je veertien. Voor mij is dat geen
enkel bezwaar, ik ben veel te trots op m'n
verre vriendjes.
Piet Strous, Vlissingen. Dat was een
prachtig rapport, een rapport waarmee je
straks zo naar de volgende klas vliegt. Maar
denk er om, dat je even goed je best blijft
doen, want anders duikelen de cijfers zo
naar beneden, 't Is gemakkelijker om met
zulke mooie cijfers eenige punten naar be
neden te gaan, dan naar boven. Het laatste
moet je proberen. Afgesproken?
Balie, Annie en Corrie v. Bynen. Doe
je de groeten aan je vader daar in het verre
land? 't Is door de luchtvaart wel niet zo
ver meer als voorheen. Je kan er in den tijd
van een paar dagen zijn, maar dan moest
de reis 1000 centen, in plaats van duizend
gulden kosten. Dan gingen we misschien in
de vacantie eens kijken, want van mij zitten
er over drie maanden ook weer zeven fa
milieleden in Indië.
Beatrix. Wel ja, die schuilnaam mag
jij wel gebruiken, 't Is immers leuk, als m'n
vriendjes en vriendinnetjes iedere week even
herinnerd worden aan dat kleine Prinsesje,
daar in Soestdijk. Want als je de naam leest,
denk jé aan haar. Dus, je bent met ingang
van heden zo herdoopt.
Frida de Boer. Natuurlijk, Frida, na je
verblijf in Schiedam, ben jij bij je terug
komst in Den Helder, weer hartelijk wel
kom. Je hebt, door je rapport vast geen
droeve vacantie gehad. Wat een mooie
cijfers! Houd ze hoog! Dat aardige versje,
dat jij op school geleerd hebt, laat ik hier
graag volgen.
KLEUTERTJE.
Laatst liep ik op de straatweg
En zag een ventje staan,
Dat stond zoo droef te huilen;
Ik ben er heen gegaan.
„Heb jij je bal verloren?
Óf soms je bloes gescheurd?
Vertel me eens, jij ventje,
Wat of er is gebeurd?"
Met oogjes nat van tranen,
Sprak kleuter vol verdriet:
„Vandaag is het vacantie;
En Nel en Koos en Piet
Zijn allemaal op school verhoogd,
Enik allenig niet."
„Maar zeg me eens, jij ventje,
Hoe is dat wel gegaan?
Heb jij het hele jaar door,
Wel flink je best gedaan,
Of wou je soms niet leren,
En maakte je maar jool?"
„Ik" sprak de kleine snikkend,
„Ik ga nog niet naar school.
Ik heb nog geen vacantie,
Ik ben nog altijd vrij,
En ik wil óók vacantie,
En óók verhoogd, als zij!"
Frits de Boer.
Jopie Groenemeyer. Dat is mijn schuld,
Jopie, en eigenlijk misschien ook een beetje
jouw schuld, dat ik een jongetje van je
gemaakt hebt, want je hebt toch ook jon
getjes, die, als ze klein zijn, Jopie heten.
Dus kon ik het niet weten. Maar ik zal nu
een „zij" van je maken hoor.
Het vriendinnetje, dat me een
leuk vers van Jacqueline v. d. Waals zendt
en dat ook de mooie cijfers van haar
rapport meedeelt en dat een beetje nieuws
gierig vraagt naar Buffalo, heeft haar naam
vergeten. Ra, ra, wie is ze?...
HET GEITENWEIDJE.
Op het geitenweidje
Staat het kleine geitje
Bij de grote geit.
Geiteke wat moet je,
Met je kleine snoetje,
Dat zo klaaglijk schreit?
Met je bleke bekje,
Geiteke, wat rek je,
Trek je aan het touw?
Snuffelende aan mijn mouwen...
Met je lief vertrouwen
In zo'n vreemde vrouw!
In mijn handen» stop je
Nu je jonge kopje,
Zeg, wat moet ik doen?...
Op het geitenweidje
Staat het kleine geitje,
Als een wittigheidje
In het prille groen.
Uit: Nieuwe Verzen.
Jacqueline E. van der Waals.
Sientje Korbee. Ja, ik heb ook fijne
Paasdagen gehad. Sientje, niettegenstaande'
de kou. Gelukkig is onze vreugde er niet van
afhankelijk of de zon schijnt of niet schijnt,
of je in een groot of een klein huis woont,
of je op strand zit of thuis moet blijven.
De blijdschap moet in je hart zitten en dan
deren de andere dingen je minder.
Hennie Korbee. Ja, als ik geweten had,
dat het weer zó somber zou zijn, dan had
ik jullie een raadsel opgegeven, waarover je
eenige uren had moeten zitten puzzelen,
maar dat kon ik vooruit ook niet weten,
want Donderdag was het nog badpakweer,
Hennie.
Cornelia v. d. Vis, Oosterend. (T). Een
raadsel om uit je mouw te schudden, Corrie
vind je niet? Alle kinderen hadden de op
lossing goed en dat gebeurt maar zelden.
Je ziet, ik heb jullie de vacantie ten volle
gegund.
Mary Jurg. Wanneer word je elf jaar,
Mary, je schrijft wel dat de feestdag dicht
bij is, maar niet wanneer hij er is. Dat
moet je me dus volgende week vertellen,
hoor.
Teuntje Kloosterman. Op de beide
feestdagen heeft de zon toch nog vrij veel
geschenen, Teuntje, want onze haard was
Zaterdagavond buiten dienst geraakt en
toen moesten we ons dus redden met de zon
in de serre en dat is erg meegevallen. Je
kan het misschien niet geloven, maar het
is zo.
Gerard Molenaar. Je hebt toch niet
teveel eieren gegeten met de Paasdagen,
Gerard De voedzaamheid van eieren
is ook beperkt, hoor, en als je teveel eet,
dan ondervind je daarvan zelf de gevolgen.
Trouwens „teveel" is nooit goed.
Tiny Gomes. Er moet wel eens een
moeilijk raadsel tussendoor lopen, Tiny, één
waar je rimpels voor in je hoofd moet trek
ken en waar je over moet piekeren, tot je
haar „grijs" wordt zou ik bijna schrijven,
maar dat is te erg. Na zo'n moeilijk raadsel
waardeer je de gemakkelijke des te meer.
Simon Visser. Heb je het fijn gehad in
Amsterdam, Simon?
Fritsje Coster. Gefeliciteerd, Fritsje,
dat je een boek wint met een raadsel, dat
je broertje voor je heeft ingestuurd. Je
moet maar boffen.
Thea Bok. Ik mag voor jou wel extra
eenvoudige raadsels opgeven, Thea, want
zo'n hummel van zeven jaar als jij, die kan
natuurlijk nog geen zware puzzles oplossen.
Of helpt vader jé een beetje?
Thea en Jacques Engel. Of ik jullie
ken! Thea en Jacques, dacht je soms dat
ik onze tochten nu al vergeten was. Na
tuurlek mag je iedere week een briefje
schrijven en even natuurlijk krijg je dan van
mij een briefje terug. Dus, tot volgende
week.
Repelsteeltje. Ja, dat is fijn, Repel
steeltje, in een buurt te wonen waar veel
stegen zijn. Daarin woornde ik toen ik klein
was ook en je kon er heerlijk schuilhokje
en alle andere spelletjes spelen. Natuurlijk
verklap ik nooit wie jij bent, dat is een ge
heim tusschen ons tweeën.
Loeki en Leon v. d. Wal. Ja, dat is
zeker leuk, jongens, dat je vader al de
briefjes voor jullie bewaard heeft en dat we
dus al ruim twee jaar met elkaar aan het
corresponderen zijn, en... elkaar nog niet
kennen. Fijne feestdagen hebben jullie ge
had, ook door de verjaardag van Leon. Ook
ik heb prettige dagen gehad, hoor.
Annie de Hoop. Ik zal het rijmpje in
het Juttertje zetten, Annie, maar ik weet
niet of er vandaag ruimte voor is. Anders
komt het volgende week. Denk er om, niet
de naam van de(n) dichter (es) vergeten,
hoor.
OP REIS.
„Zeg jongens, waar ga je zo deftig naar toe
We zullen tesaam naar luilekkerland, Moe".
Moe kan het niet vinden, 't ligt ver hier
vandaan.
We reizen er henen, rechtuit en rechtaan.
Ze stapten heel deftig, precies in de maat,
En liepen naar de andere zij van de straat.
Nog eventjes verder, daar stonden ze ras
Voor 't huis van oom Janus, die koekbakker
was.
Ze brachten die Janus oom gauw een bezoek
En kwamen terug met een lekkere koek.
„Zeg jongens" zei Moe, „met mijn oogen
half dicht.
Weet ik nu ook waar luilekkerland ligt!
Arie de Hoop. Jij hebt al een hele
voorraad boeken, Arie, maar ik hoop, dat je
er minstens nog eens zooveel bijkrijgt. Want
boeken zijn de beste vrienden in je leven. Ze
laten je nooit in de steek en vertellen je
vaak de mooiste dingen.
Tini v. Brederode. Ik heb vandaag wel
veel gedichtjes gehad, Tini. Op dit oogen-
blik weet ik nog niet of er voor het door
jouw ingezonden versje wel ruimte is, maar
misschien vind je het hieronder. Ik denk,
dat de donkere, koude Paasdagen oorzaak
zijn van deze rijmpjesoogst.
LENTE.
De winter is geweken,
De lucht is warm en zacht,
Het sneeuwkleed is gesmolten
De lentezonne lacht.
De knoppen springen open,
De vogels fluiten weer,
En al het vliegend goedje
Is ijvrig in de weer.
Dat is een vrolijk leven,
Gezoem, getierelier,
De kleine krekels stemmen
Hun vedeltjes met zwier.
En al de bloemenkind'ren
Vormen een bontekrans,
En hopsa, heisa, hopsa,
Gaat 't op ten bloemendans.
E. Dopheide-Witte.
Uit: Bloemenkinderen (Tante Lize)
Ingezonden door Tini van Brederode.
Jongens en meisjes, ik ben door alle
vacantie-briefjes heen. Tot volgende week.
Hoe moest het begin gemaakt worden?
De vlieger bracht de oplossing.
Een paar weken geleden lazen we in de
krant, dat de beroemde brug over de Nia-
gara-waterval door de kracht van de ijs-
schotsen geheel is vernield. Duizenden
mensen hebben in de loop der jaren op die
brug gestaan, die over het bruisende ko
kende water heen was geslagen en hebben
gekeken naar de schitterende waterval, die
door schijnwerpers met telkens wisselende
kleuren wordt belicht. Maar heel weinigen
hebben vermoed, dat ze daar slechts kon
den staan door toedoen van een kleinen
jongen met zijn vlieger.
In 1850 was Niagara een onbekend stad
je met een paar duizend inwoners. Toen
werd het plan geopperd om een brug te
bouwen, niet ver van de waterval. De no
dige gelden werden ervoor gekregen, plan
nen en ontwerpen getekend en ingenieurs
kwamen uit de grote steden om de plaats
te bekijken en met het voorbereidende
werk te beginnen. Maar toen ze de gewel
dige watermassa's zagen, toen ze het don
derend geluid hoorden, waarmee de schui
mende stroom tegen de rotsen sloeg, toen
begrepen ze dat hier grote moeilijkheden
zouden zijn te overwinnen.
Allereerst moest er een verbinding van
de ene oever naar de andere tot stand
worden gebracht, maar hoe moest dat ge
beuren? Geen. boot kon over dat bruisende
water heen varen.
Eindelijk dacht men de oplossing te heb
ben gevonden: een raket zou worden afge-
Atlas, teint, linde, ander, sterk.
Goede oplossingen ontvangen vant
Arie de Hoop, Repelsteeltje, Thea en
Jacques Engel, Ab Ritsma, Co en Annie
Visser, Nelly Rotgans, Annie Krijnen, Cor
nelia, Coenraad en Tiny Coster; Thea Bok,
Annie de Hoop, Corrie v. Zoest, Dikkie
Bruinsma, Leon en Loeki v. d. Wal, Fritsje
Coster, Ali Doves, Simon Visser, Tiny
Gomes, Gerard Molenaar, Teuntje Klooster
man, Willie Krijnen. Henny Visser, Tineke
en Joop Potjes, Mary Jurg, Cornelia v. d.
Vis, Texel, Sientje en Henny Korbee,
Jeantje, Annie en Meta v. Andel, Wijnand
Kerstens, Rika Koningstein, Dora Tijdeman,
Ellie en Tillie Bisschop, Jopie Groenemeyer,
Tini v. Brererode, Jan Bek, Grietje en
Neeltje Blokker, Hiske Zits, Frida de Boer,
Gerda Berkhof, Nelly Visser, Rozeknop,
Beatrix, Bali, Annie en Corrie v. Bijnen,
Jan en Piet Strous, Vlissingen, Annie en
Loeki Janssen, Marietje Weeda, Henny v.
Os, Joop en Willie v. Dijk, Sientje Hooi
veld, Jan van Bale, Jantje Koomen, Maria
Hooiveld, Henk Boogaard, Trijntje v. Breu-
gel, Henkie v. Andel, Jan Klunder, Henk
Prosper.
1. Met g maak ik leven, met h wuif ik
in de wind, met een p verhef ik mij in de
lucht en met een z zwem ik in het water.
2. Wie kan alle talen spreken, zonder
ze te leren?
3. Wat is het verschil tussen een mug
en een vlieg?
Pas op, laat je niet te pakken nemen.
schoten naar de andere oever en daar zou
een lijn aan vast wordeng ebonden. Maar
de raket kwam niet aan de andere oever en
het plan mislukte.
Toen dachten ze er over om het touw op
een rustige plek over het water te span
nen en dan met de beide uiteinden net zoo
lang langs de oevers te lopen, tot het boven
de waterval was gekomen. Maar de oevers
waren te rotsig en te veel vol diepe klo
ven en afgronden om dat uit te voeren.
Radeloos stonden de knappe ingenieuis
aan de kant.
Eén keek toevallig naar boven en zag
daar een zwart figuurtje in de lucht. Wat
was dat? Een vlieger! „Nou heb ik het!
Zien jullie dat zwarte ding daar in de
lucht?" riep hij en meteen keerde hij zich
naar een troepje dorpsjongens, die stonden
te kijken. „Weten jullie van wie die vlie
ger daar is?" „O, ja, meneer, die is van Ho-
man Walsh. Die heeft zijn vliegers altijd
zo hoog!" „Ga dien jongen dan eens zoe
ken en breng hem hier, je krijgt er twee
dollar voor!" Dat was de moeite waard en
een poosje later stond Homan voor de he
ren en men vertelde hem, wat hij moest
doen.
De wind kwam uit het Zuidwesten, dus
moest de vlieger van de Canadese oever op
gelaten worden. De volgende dag ging een
hele mensenmenigte mee met den jongen
Walsh. De vlieger steeg op, vloog over het
water en zweefde hoog boven de andere
oever. Als bij zonsondergang de wind ging
liggen, zoals meestal, dan zou de vlieger
wel naar beneden komen. Daar wachtten
ze nu op. Maar het werd donker voor de
vlieger daalde en niemand kon hem meer
zien. Men zocht en zocht, waar hij was te
recht gekomen en eindelijk hoorde men op
de Canadese oever een geschreeuw van de
overkant, dat boven het geluid van de wa
terval uitklonk. De vlieger was gevonden!
Nu begon Homan heel voorzichtig de lijn
wat te laten vieren. Maar plotseling werd
het touw hem met een krachtige ruk uit
de hand getrokken. Het was achter een ijs-
schol blijven steken en werd meegevoerd.
Een paar dagen later werd het nog eens
geprobeerd en ditmaal ging alles goed, de
vlieger landde op de juiste plaats en het
touw bleef heel. Aan het dunne touw bond
men eerst een dikker touw en daaraan
weer een stalen kabel, zodat de eerste ver
binding tussen beide oevers was gelegd en
het werk kon worden begonnen.
Weten jullie waar het woord ballon van
daan komt? Het is eigenlijk een Italiaans
woord en het betekent letterlijk „grote bal".
De uitgang one betekent in het Italiaans
altijd iets groots.
DOOR
De Rus was naar de plek gegaan, waar zijn
metgezellen de kano's hadden achtergelaten en
was in een ervan gesprongen, waarna hij zich
stroomafwaarts begaf in de hoop Jane te kun
nen opvangen. Toen hij zijn doel bijna bereikt
had. kwam hij plotseling tegenover Tarzan te
staan. Op het gezicht van zijn aartsvyand
werd de bruine huid van den aapman byna
rood en hij uitte zijn onheilspellende kreet der
menschapen. Rokoff beefde bij het horen hier
van. Daarna zag hij Tarzan vlug de bocht van
de rivier onirennen. Een ogenblik later stortte
de aapman zich zonder enige vrees in het
water van de tropische rivier. Met grote,
krachtige slagen zette nij de kano achterna.
De ogen van Rokoff ging wijd open van angst
en hjj zag de levende dood dichter en dichter
bijkomende en roeide als een bezetene om
hem voor te blijven. Maar aan de tegenover
gestelde kant oever lag, door geen der beide
mannen opgemerkt, een dier dat zich naar de
half naakte zwammer bewoog. Tarzan had 'n
snelle vaart, doch hij raakte met zijne ene
hand het dier van opzij aan. Een plotselinge
blik van Rokof op het water trok de aan
dacht van de zwemmer. Rokoff zag de kro-
kodill en wist wat er zou gebeuren. Tarzan
voelde de sterke kaken zich om zijn rechter
been sluiten. Hij trachtte zichzelf in de boot
te hijsen, maar Rokoff sloeg Tarzan met zijn
paddie op het hoofd. De vingers van de aap
man lieten los. Er was een klein gevecht
onder de wateroppervlakte, een kleine beroe
ring, daarna luchtbelletjes, die de plaats aan
gaven, waar Tarzan van de Apen, Koning van
het oerwoud, uit het gezicht was vc 'wenen.