RADIO s. H „Steler" en «assistent" met slecht geheugen Niet knoeien een uitzondering Nachtwaker verleid O D G A R R I C E URRO UGHS RECHTSZAKEN Wantoestanden in Amsterdamsch abattoir ETHEL M, DELL Ambtenaar van steun- verleening bedreigd Overtreding Vestigingswet Redacteur van „De Vrijdenker" veroordeeld PROGRAMMA Treurig bracht Tarzan de apen met Sheeta terug naar de jungle. Een half waanzinnig lachje krulde de lippen van de aapman, toen hij hen de vrijheid gaf. „Vaarwel, mijn vrien den mompelde hij. „Jullie bent goede en har telijke kameraden geweest en ik zal jullie missen". „Zullen zij niet terugkomen?" vroeg Ja.ne naast hem staande. „Mogelijk, maar misschien ook niet", antwoordde de aapman. „Ik zou niet weten ,wat ik van hen zou kunnen verlangen". „Kijk", vervolgde hij, „ze zijn ziek geweest van de rust sinds ze ge dwongen waren verschillende menselijke eigen schappen in zich op te nemen. Alleen Mu- gambi en ik werkten minder op hen, want hij en ik zijn tenslotte maar half mens. Jij bijvoorbeeld en de bemanning zijn veel te geciviliseerd voor mijn beesten. Zij vluchten voor jou. Mogelijk, dat zij bemerken, dat zij niet op zichzelf kunnen vertrouwen bij het zoeken naar goed voedsel in de omtrek". Jane lachte. „Ik denk, dat ze jou ontvluchten. Als kleine kinderen zijn ze blij aan de vaderlijke tucht te kunnen ontsnappen. Ik hoop, dat als zij terugkomen, het niet in de nacht zal zijn!" „Twee uur na de landing stonden de mensen naar het brandende schip te kijken, dat ze net op tijd verlaten hadden. Want over het water heen hoorden zij het geluid van een tweede ontploffing. De Kinsaid brak bijna vlak daarna in tweeën en zonk binnen enkele minuten voor hun ogen in de diepte. Ze wisten, dat de tweede ontploffing van de ketel was gekomen, maar wat de oorzaak van de eerste explosie was geweest konden zij niet nagaan. En Paulvitch, de enige, die dit raadsel had kunnen oplossen, zag van ver weg op de kust eveneens het schip zinken en meende, dat zijn wraak gekoeld was. (Nieuwe spelling.)' De inbraak in een villa te Oegst- geest. In een villa aan den Rijnsburgerweg te Oegstgeest, nog in de gemeente Leiden, had den zich in den avond van den 29sten Ja nuari van dit jaar met inklimming en braak twee jongelieden meester gemaakt van sieraden en andere voorwerpen van de weduwe D., aldaar wonende. De jonge mannen, B. en F. stonden gisteren terecht .voor de Haagsche rechtbank. Er waren verschillende getuigen opgeroe pen, onder wie twee agenten van politie, de 73-jarige weduwe D., het dienstmeisje en een buurman, welke laatste verklaarde dat hij op den bewusten avond een auto voor het huis zag staan, die zijn aandacht trok. Toen getuige met de twee agenten van politie ter plaatse verscheen zag hij dat één der inbrekers iets wegwierp, waarna beiden door de politiemannen werden over meesterd. Verdachte B. verklaarde, dat hij zich „moedwillig had overgegeven" en dat hij niets had weggeworpen. Ter zitting kwam echter een grooto schroevendraaier voor den dag, welke B. niet onbekend was, en welke hij toch wel had weggeworpen. 4 Verdachte F. deed dan een relaas waarbij hij zijn collega B. aanduidde als de „steler" en zichzelf als de „as sistent", beschreef. Alles lag al over hoop toen hij met B. door het open raam mee naar binnen wandelde. De president, tot verd. B.: „Klopt dat?" Verdachte: „Ik weet er niets meer van, ïk heb er reuze spijt van en ik hoop een Voorwaardelijke straf te krijgen." Wanneer de president hem echter de ver klaringen voorlas die hij zelf voor den rech- ter-commissaris en den Officier van Justi tie had afgelegd, draaide verdachte's geheu gen wat bij. De Officier van Justitie vond de zaak, wat het geheugen van de beide verdachten be treft, nogal merkwaardig. Aan de verklarin gen van de verdachten hechtte hij dan ook geen waarde, de feiten alleen al wezen op wederkeerige medeplichtigheid. Bovendien staan beiden ongunstig bekend. Tegen de eerste verdachte B. eischte hij 3 jaar gevan genisstraf, tegen den ander 1 jaar en 6 mnd. De verdediger van verdachte F., Mr. Smelt, ideed een beroep op de passieve rol, die zijn cliënt bij de inbraak had gespeeld en op het feit dat hij eerst zes weken geleden uit de gevangenis was ontslagen. De werkloos heid heeft ook in dit geval aan veel schuld en heeft in tal van gevallen ten gevolge dat men minder toerekeningsvatbaar tegen over de gelegenheid tot misdaad komt te staan. Dat is hier zeker het geval geweest. Pleiter drong er dus ook op aan een ge deelte van de straf voorwaardelijk op te leggen of de uiterste clementie te betrachten. De verdediger van verd. B., Mr. Royaards, achtte de eisch van den Officier wat al te zwaar en bepleitte voorwaardelijke straf. Uitspraak 2 Juni. Zeven verdachten voor de recht bank. Eenige maanden geleden kwam men tot de ontdekking, dat op het Amsterdamsche abattoir herhaaldelijk vleesch werd ge stolen. Het bleek, dat door jonge mannen, in dienst van slagers en grossiers, groote hoeveelheden vleesch werden medegeno men en aan derden verkocht. De politie arresteerde zeven mannen, vier werden wegens diefstal vervolgd, drie had den zich te verantwoorden wegens heling. Gisteren behandelde de rechtbank deze zaak. De Officier van Justitie, mr. B. Kist, hield een scherp requisitoir, waarin hij o.m. zeide, dat onder linge knoeierijen aan de orde van den dag zijn. Niet knoeien is daar een uitzondering. Wij zullen trach ten aan de wantoestanden een ein de te maken, aldus spreker. Tegen den jongeman, die terecht stond wegens diefstal van ossentongen, vorder de spr. een gevangenisstraf van één jaar. Hij is reeds eerder veroordeeld. De tweede verdachte had kisten met le vers gestolen; tegen hem eischte het O.M, een jaar gevangenisstraf voorwaardelijk. De twee volgende verdachten, waarvan de één nog minderjarig is, schetste de Of ficier als slappelingen, die wel hard willen werken, doch die met de eerlijkheid op ge spannen voet staan. Zij vinden hun misdrijf niet zoo erg, omdat een groot deel van hun collega s zich aan dergelijke feiten schuldig maakt. Tegen den meerderjarigen verdachte eischte spr. een jaar gevangenisstraf waarvan zes maanden voorwaardelijk. Tegen den 17-ja- rigen jongen requireerde hij een tuchthuis- schoolstraf van een jaar, waarvan even eens zes maanden voorwaardelijk. De proeftijd door te brengen onder streng toezicht stelde de Officier ep drie jaar. Tegen drie mannen, verdacht van heling, vorderde spr. resp. onderhalf jaar, tien maanden en een jaar gevangenisstraf. Vonnis 2 Juni. „Meneer de president, ik beken". MEINEED EN GELDDORST. Een nachtwaker uit Leiden, H. M. L., was zoo onvoorzichtig geweest ter zitting v. de rechtbank van 10 Febr. op aansporing van de verdachte uit die zaak, wien verduistering was ten laste gelegd, meineed te plegen. Thans stond hij daarvoor terecht en hoorde hij den Officier van Justitie requisitoir nemen en 6 maanden ge vangenisstraf met aftrek van 6 weken voorarrest tegen zich eischen. De verdedigster, mej. Mr. Brand, wees op het blanco strafregister van verdachte en bepleitte een voorwaardelijke straf. De uitlokker van den meineed, zekere S. M., stond vervolgens terecht. Tal van getui gen a charge waren opgeroepen. Verdachte onderschepte echter den stroom van tegen hem in te voeren bezwarende feiten door te zeggen: „Meneer de president, ik beken". De Officier eischte 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf. De verdediger achtte de bekentenis van verdachte op het laatste moment van groot belang, op grond waarvan hij aandrong op gedeeltelijke voorwaardelijke straf of cle mentie. PI. verzocht verdachte uit de pre ventieve hechtenis te ontslaan. De rechtbank trok zich in Raadkamer te rug, doch vond geen termen om aan het verzoek van de verdediging te voldoen. Zij waren aan elkaar gewaagd. Vervolgens werd de zaak behandeld van de verduistering, waaraan M. zich had schul dig gemaakt en in verband waarmede de nachtwaker, den meineed had gepleegd. De eerste getuige was de benadeelde B., die het relaas deed van den dag dat hij in de horlogerie van M. kwam en zijn geld, ten bedrage van 150 gulden, terugvroeg. Volgens de verklaringen van ver dachte, had deze het geld echter ge weigerd, omdat B. nog gouden rin gen en andere sieraden bij hem had gestolen, die hij hem zoodoende wilde dwingen terug te geven. Hij wilde er geen politiezaak van maken. Motief om zich die 150 gulden toe te eige nen, had hij niet. De Officier achtte in dit geval van geld dorst, waarvoor hij nog andere bewijzen aanvoerde, een hooge geldboete op zijn plaats, doch met het oog op de vrijheidsstraf die verdachte vermoedelijk tengevolge van de voorgaande zaken zal hebben te onder gaan, leek het spr. beter hier een gevange nisstraf van 3 maanden te eischen. Na pleidooi door den verdediger, die op juridische gronden vrijspraak bepleitte, stel de de rechtbank de uitspraak in al deze za ken vast op 2 Juni. FEUILLETON. A DOOR 65 Zij zag hem op hetzelfde oogenblik, schrok, bleef staan, scheen toen al haar kracht te verzamelen en kwam langzaam naar beneden Hij' sloeg haar gade terwijl zij de trap afliep en zag dat haar oogen een vreemden, staren den blik hadden, alsof zij iets in de verte zochten. En toch zag zij hem, want zg bleef staan. „O, ben je gekomen?" zei ze. „Ik heb je op gebeld, niet waar?" Hij nam haar hand in de zijne, die als gs aanvoelde. „Claire!" zei hij. Wat is ei gebeurd? Ver tel het mij!" Zjj keek hem aan, maar steeds met dien verstarden blik. „Zij is heengegaan, zei z fluisterend. Zij is dood." „Liefste!" zei Pax. Hij legde zijn arm om haar heen, zonder dat het tot haar scheen door te dringen. „Kom in de eetkamer en ver tel mij alles! Hoe is het gebeurd Zij bleef onbeweeglijk staan. „Het was ee te groote dosis." zei ze. „Zij heeft zichzelf gedood. Misschien kan jij mij zeggen \v Er was niet het minste gevoel in haar stem die dof en krachteloos klonk. Haar gezich was bleek er dan hij ooit gezien a „Claire!" zei hij, diep geschokt. „Ben je er ZTo, heel? zeker," antwoordde ,M adem de eenigen tijd erg vreemd en toen na de komst van den dokter ring het langzamer en langzamer tot het ademhalen eindelijk geheel"ophield. Hij heeft nog een injectie toegediend, maar het hielp niet meer. Ik ging naar beneden en belde je op, omdat de dokter vond, dat het beter was, dat je hier kwam: Toen ik terugkwam, leefde zij nog Nog een laatste rilling —toen stierf z-j. Hij zei, dat het beter was, dat ik naar beneden ring, daar er niets meer te doen was. „Wat heeft zij ingenomen vroeg Pax. met het wanhopige gevoel dat, als hij niet op de een of andere manier haar aandacht kon trekken, die voor goed buiten zijn bereik zou dwalen. Zij schudde het hoofd. „Ik weet het niet. Het was een Indisch middel, dat Ghulam had. Ik wist, dat zij het nam, maar den laa,s!"n tijd gebruikte zij het veel minder, en ik dacht toen Chris kwam Weer trilde haar stem even. „Waar is Chris?" zei ze opeens. Hij is in het hotel. Ik heb hem nie's ver teld zei Pax, dat had je mij gevraagd „Neen." zei ze. „Hij had haar vanmorgei zoo verdrietig gemaakt, dat ik hem niet meer bij haar wilde toelaten.zij rilde plotseling is het hier niet vreeselijk koud?" „Kom in eetkamer!" zei Pax weer. „Daar brandt de haard toch, niet waar?" Ja, ik geloof het wel. Ik ben den gehee- len avond boven geweest. Wij moesten zoo lang op den dokter wachten." Zij ringen samen de eetkamer binnen. Er Ia<ren "nog een paar brandende stukjes in de asch en Pax zette haar in een stoel bij den haard en knielde neer om het vuur op te r&kclcn. Claire zat naar hem te kijken met haar handen om haar knieën geklemd: nu en dan doorliep een heftige rilling haar tengere ge stalte. maar zij was te geslagen en te uit geput om eenige aandoening te doen blijken. Pax slaagde er eindelijk in het vuur in den haard te doen opvlammen. „Het zal hier dadelijk warm zijn. Maar waar heb je de cognac? In die kast daar?" „Dat weet ik niet," zei ze. Hij stond op en begon'in de kast te zoeken. „Wie is er in de keuken E zal toch wel niemand zijn behalve Ghulam „Ja, Juffrouw Chicory is nog hier. Ten minste ze heeft gezegd, dat zij zou blijven." Claire sprak als in een droom. Pax vond eindelijk een flesch cognac en liep naar de deur. „Ik haal even water," zei hij. Hij was nog nooit tot de keuken doorge drongen. Toen hij er binnenkwam, zag hjj een oude vrouw uit het dorp voor het fornuis staan, bezig met iets te koken. „Goeden avond, mijnheer. Hoe is het met mevrouw Chisledon vroeg ze fluisterend. „Ik vrees, dat wij ons op het ergste moeten voorbereiden," zei Pax kort. „Mag ik wat water?" En toen zij zich haastte het voor hem te halen, vroeg hij: „Kunt U hier blijven? Wij zullen misschien hulp noocjig hebben." „Natuurlijk zal ik blijven, mijnheer," zei de oude vrouw. „Het zal mij een genoegen zijn iets voor mevrouw Packersley te kunnen doen. Wat vreeselijk. mijnheer, en wij dachten juist, dat mevrouw Chisledon wat beter werd! En zoo'n mooie dame ook! Wel, wel, wat vreeselijk!" „Dank U." zei Pax kort. nam df waterkaraf van haar aan en verliet de keuken. In de eetkamer vond hij Claire zooals hij haar had achtergelaten, haar handen ineen geklemd. haar oogen starend in het oneindige Hij mengde wat cognac en water en reikte haar het glas over. „Drink dit, lieve! Het zal j«. goed doen." Zij nam het glas werktuigelijk van hem aan. dronk er een teug van en zette het neer. „Ik vind het i.iet lekker," zei ze. Hij legde zijn hand op haar schouder. „Je moet het toch drinken, lieve. Je hebt het noodig." Zij ledigde het glas en keek hem toen aan met oogen, die begonnen te ontwaken. Hij dacht bij zichzelf, dat zij zich waarschijnlijk Werklooze tot een hall jaar ge vangenisstraf veroordeeld. Op 8 Februari j.1. ontstond in het Raad huis te Wormer oneenigheid tusschen den werklooze J. K. en een ambtenaar, die met de uitbetaling der steungelden was belast. Toen de ambtenaar den man buiten de deur wilde zetten, haalde K. een dolkmes te voorschijn en wilde daarmede den amb tenaar te lijf gaan, die echter nog juist bij tijds de deur wist te sluiten. Veertien dagen geleden had het O. M. bij de Haarlemsche Rechtbank acht maanden gevangenisstraf geëischt. De rechtbank veroordeelde hem gisteren tot zes maanden gevangenisstraf. Bakker van rechtsvervolging ont slagen. De Haarlemsche rechtbank heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak tegen een bak ker uit IJmuiden, die in hooger beroep te recht had gestaan wegens overtreding van de Vestigingswet. Hij had, nadat de spertijd voor het bak kersbedrijf reeds was ingegaan, de zaak van zijn patroon overgenomen, zonder daartoe vergunning aangevraagd te hebben. De Kantonrechter had den bakker ont slagen van rechtsvervolging, omdat in de spertijdbepaling niet gesproken wordt van voortzetting van bestaande zaken. Overeenkomstig den eisch van het O. M. heeft de rechtbank op dezelfde gronden den bakker gister van rechtsvervolging ontsla gen. Wegens godslastering. Veertien dagen geleden heeft voor de Haarlemsche rechtbank terecht gestaan de voorzitter van de Vrijdcnkcrsvereeniging „De Dageraad" en redacteur van het orgaan „Do Vrijdenker", J. H., wien ten laste was gelegd, dat hij zich schuldig had gemaakt aan godslastering, door in „de Vrijdenker" van Januari j.1. een artikel op te nemen, dat krenkend werd geacht voor de gods dienstige gevoelens van anderen. Hot O.M. had een maand gevangenisstraf geëischt. Dc rechtbank veroordeelde den verdachte gisteren tot twee maanden ge vangenisstraf. ZATERDAG 21 MEI 1938. Hilversum I, 1875 en 415,5 m„ KRO-uitzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Be richten). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Orkest. 1.00 Gramofoonmuziek. 1.15 Berichten. I.20 KRO-Melodisten en solist. 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Vervolg concert. 3.00 Kinderuur. 4.00 Berichten. Hierna: „Het lied der zee", kinderoperette. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie: „De Katholieke Kerk en het vredesideaal". 7.35 Actüeele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 KRO-Orkest, KRO-Melodisten, solist en gramofoonmuziek. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Filmpraatje. 10.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum n, 301,5 m, 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 8.00—12.00 AVRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 5.30 The Four Blue Stars en soliste. 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Berich ten). 12.30 A. Spezialetti's ensemble en gramo foonmuziek. 2.00 Concertgebouworkest en solist (gr.opn.) 2.45 Renova-kwintet, declamatie en zang (gr.opn.). 4.30 Orgelspel. 5.00 Filmland. 5.15 Hoorbericht. 10.20 Voor Arbeiders in de Continubedrijven. 5.50 Sportreportage. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.10 Sportreportage. 8.30 Omroeporkest, Kovacs Lajos Orkest, AVRO-Girls en solisten. II.00 Berichten ANP, hierna: het AVRO- Dansorkest. 11.4012.00 Gramofoonmuziek. nooit de tien minuten zou herinneren, die verloopen waren tusschen het verlaten van Yvonne's kamer en dit oogenblik. „Dank je," zei ze, het heeft mij, geloof ik goed gedaan." Een plotselinge rilling over viel haar. „Ik kan het ik kan het bijna niet gelooven," zei ze. „Dat begrijp ik," zei Pax met zijn hand nog op haar schouder. „Het is ook niet te gelooven. Maar het moet een ongeluk zijn geweest." „Het was geen ongeluk," zei Claire met overtuiging. „Het was om Chris. Er is iets achter dit alles iets, dat je voor mij ver borgen houdt. Het is onmogelijk," ging ze voort terwijl ze een heftige rilling trachtte te onderdrukken, door te leven met dit geheim tusschen ons. Als ik weet, dat het iets slechts is, zal ik je op den duur misschien kunnen vergeven maar ik kan nooit iets vergeven, wat ik niet weet." „Ik heb nooit iets slechts tegenover je ge daan," zei Pax rustig. „Ik denk aan haar, niet aan mijzelf," ant woordde Claire koud. „Ik weet, en Chris weet het ook, dat er een geheim tusschen jou en Yvonne bestond. Ik zeg niet, dat je mij on recht hebt aangedaan, maar je moet je schuldig gemaakt hebben tegenover Yvonne het was dat geheim, dat haar in den dood heeft gedreven." Pax nam kalm zijn hand van haar schouder weg. Er was n.eer dan een vermoeden in haar woorden: zij hielden een beschuldiging in. Er was iets onverzoenlijks in haar oogen, wat hij er nooit in gezien had. Na eenige oogenbiikken van pijnlijk zwijgen begon hij' te spreken. „Ik vind, dat je je oordeel voorloopig moet opschorten. Het ge beurde is misschien absoluut een ongeluk geweest. Maar. hoe het ook zij, als je denkt, dat zij opzettelijk iets voor je verborgen hield, zou je dan nu willen trachten het te weten te komen?" „O. je begrijpt niet." zei Claire en stond op met een beweging van onbewuste majes teit, die een onmetelijken afgrond tusschen hen scheen te openen. „Yvonne is altijd al* mijn eigen ziel voör mij geweest. Ik begreep haar ik kende haar. Zij heeft ontzettend geleden; en als zij mij niet alles verteld heeft, is het terwille van mij geweest niet van haarzelf omdat zij wist, dat wat haar be droefde, mij altijd nog dieper trof. Alleen vandaag," haar stem begon te trillen, maa* zrj bedwong haar aandoening „toen ik haar na het vertrek van Chris zoo hevig op gewonden aantrof, heeft zij getracht mij te doen gelooven, dat slechts haar groote ver moeidheid de oorzaak ervan was. En vanmid dag stuurde zij mij weg om te rusten. O, had ik het maar geweten!" Zij klemde de handen ineen. Met onveranderlijke overtuiging in haar stem ging zij voort: „Zij had Chris lief - ik weet. dat zij hem liefhad. Maar jij kwam tusschen hen. Je hield hen terug van het geluk. En nu en nu Haar handen grepen naar haar hoofd. Zij stond op en leunde tegen den schoorsteen mantel. Hij hoorde haar snikken, heftig tranenloos. Hij naderde haar, maar raakte haar niet aan. „Claire" zei hij, en niettegenstaande zijn uiterste zelfbefceersching klonk er onnoemlijk leed uit zijn atem, ,,ik weet niet, wat je denkt, maar ik zweer je voor God dat ik nooit jou of Chris en Yvonne leed heb aan gedaan." Zij bewoog zich niet. Haar stem klonk ge smoord door haar handen. „Ik geloof je niet. Het spijt mij, maar ik kan niet. Zelfs Gluhani haat je. Waarom? waarom?" Zij boog het hoofd dieper en stond daar on beweeglijk. gebogen door een smart, die haar machteloos maakte. Nu en dan ontsnapte haar een droge snik, die haar hart scheen te ver scheuren. trad eenige schreden terug. Hij kon "■5^ ™eer bedenken; hij stond tegenover een wïï£ gen 2elfs hij niet waa °P?e- Wordt vervolgd-)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7