t HOEKJE OUDERS XoS tvo-ait! Schilder - Ontleedkundige - Uitvinder Leonardo Da Vinci's fraaiste werk verbleekt Wonderen van menschelijk handwerk De zegetocht van het aluminium I Een gloeiende Platinaparel zuivert de lucht Stads ot.Spatböicüampjes noodig VOOR DE DU EÜ Zelfs op levens van groote geesten, die als het ware een door God begenadigde zending op Aarde hadden te volbrengen werpen de eeuwen die volgen, sombere schaduwen. Niettemin heeft een goedgun stig lot de tallooze wolken, die boven het weik van Leonardo da Vinei hangen, niet tot volmaakte duisternis laten worden, die ook de laatste sporen van een kleurfon- kelend mozaiek had kunnen verbergen. Zoo schitteren uit de nevelen van het verleden nog altijd enkele kostbaarheden, die ons liet leven en werk van een der grootste denkers en kunstenaars naderbrengen. De ups en downs van zijn leven spiege len zich nu slechts schetsmatig af in vele voor den tegenwoordigen tijd bewaard ge bleven teekeningen, brieven, notities en in de weinig nog behouden meesterwerken van den grooten Florentijn. Een nauwgezet onderzoek, dat zorgvul dig steen op steen heeft gezet, toonde aan, dat de enkele ons overgebleven schilderijen het niet alleen zijn geweest, die het leven van Leonardo da Vinei zoo rijk en vruchtbaar hebben gemaakt. Daartoe was de geest van dezen toovenaar op het ge bied van schoonheid en wetenschap, te zeer universeel. Uit de kunst, die zijn ziel vervulde, rees in het speurend brein van dit scheppend genie het verlangen alles ter wereld te verklaren evenals de gehei men van wording, vergaan en wederop standing te doorgronden. Voor hem als scheppend kunstenaar ver toonden zich de schoonheden van het men- schelijk lichaam als het omhulsel van de ziel en het kloppende leven, Waarmede de onderzoeker zich bezig hield en wel met de toewijding van iemand, die een helder in zicht verlangt. Men zegt, dat Leonardo da Vinei, terwijl hij geen medicus was, niette min dertig lijken heeft ontleed en dat hij daarbij is gekomen tot conclusies, die ook voor de schranderste artsen van zijn tijd nieuw en bijzonder waren. Dat zij juist waren en baanbrekend voor de ontwikke ling der anatomie, heeft de wetenschap in- tusschen reeds lang erkend. Ook autoritei ten met wereldreputatie bestempelden hem als den grootsten ontleedkundige van zijn tijd en als waarnemer van feiten, die eeuwen later nog onopgemerkt bleven. De teruggevonden „anatomische schrifturen" van Leonardo da Vinei getuigen voor zijn exacte methode om te komen tot ontraad seling van het menschelijk oog of van het wonder van het spierstelsel. In zijn geest spiegelde zich de wereld af. Palet en penseel hebben hem de mogelijk heid tot openbaring van zijn kunstenaar schap gegeven. Maar de geest, die verder gaat, kent niet de beperktheid van het lin nen doek of van het marmer, het materi aal voor den beeldhouwer. In de legerschare van Cesar Borgia trekt een Florentijnsch schilder mede. Hetgeen nu zijn taak is, heeft niets met tintelende kleuren uit te staan. De ingenieur Leonar do da Vinei vindt een slingerwerktuig uit, dat geweldige projectielen te midden der aanstormende, vijandelijke scharen werpt. Ook ontstaat gaandeweg uit de krabbels en schetsen van dezen veelzijdigen technicus een „stoomkanon". Dat 't toestel niet goed functioneerde, is aan een ongelukkige sa menloop van omstandigheden te wijten. Het merkwaardige feit blijft niettemin be staan, dat een schilder aan het begin van de zestiende eeuw de stuwende energie van de stoom heeft ontdekt! Het aanschouwen van vogels in hun vlucht wekt bij dezen man, die rust heeft, een nieuwe, vermetele gedachte op. Rond het jaar 1513 zou Leonardo da Vinei reeds vliegproeven genomen hebben met een apparaat, dat den vorm had van een vleermuizenlichaam. En al was ook h succes allerminst overtuigend, dan toch pleiten de aanwijzingen en aanteekemn- gen voor de juistheid der idee, die eerst vele eeuwen later werkelijkheid is gewor den. Het valscherm echter heeft Leonardo da Leonardo da Vinei „Mona Lisa", Vinei uitgevonden. Dat het al spoedig ver geten werd en eerst in het jaar 1783 weer in Frankrijk naar voren kwam, kan ook de beteekenis van deze daad van den Flo rentijn niet verminderen. Talloos vele ontwerpen voor machines, toestellen met trapbeweging, machines voor het slijpen van spiegels, ja zelfs de proeven van een sneldrukpers met zelfstandige heen- en weerbeweging van den drukvorm, hebben ten tijde van de Medici's voor de verbaasde oogen van de Florentijnen gele gen. Ook moeten wij nog andere uitvin dingen van Leonardo da Vinei noemen: een windmolen met draaibaren kap, een windzak, die de schoorsteen zuivert, ma chines voor het insnijden van een schroef draad en een menigte technische ideeën, die onopgemerkt en onbenut gebleven zijn. Maar boven dit alles uit reikt tenslotte de kunst en de scheppingskracht van den schilder. Was niet altijd de drang tot ex perimenteeren in het scheppend werk van Leonardo da Vinei, primair geweest, dan waren tallooze onvergelijkelijke stukken voor den tegen woordigen tijd bewaard ge bleven. De wereldvermaarde weergave van het Heilig Avondmaal in den eetzaal van het klooster Santé Maria della Grazie is thans nog slechts een schim van de eens zoo lichtende pracht. Die drang tot het ex periment bracht den kunstenaar er toe, de oude in zwang zijnde waterverven te ver vangen door nieuwe olieverven, in de hoop op deze wijze diepere en meer contrastee- rende kleuren op het fresco te krijgen. Een tragische vergissing van den meester. De tijd deed de overmatige kleurenpracht ver- bleeken. Reeds vijftig jaren na de voltooi ing van Leonardo da Vinci's meesterwerk, zag de beschouwer slechts nog een redde loos te gronde gaande, verbleekende voor stelling. Alleen de oude gravures en goed ge slaagde copiëen uit den tijd van den Flo rentijn zelf, hebben een vleugje van deze vervlogen schoonheid voor ons bewaard. Ook het portret van Lodovico en zijn ge malin, dat zich in hetzelfde klooster be vindt, is reeds lang verbleekt en laat nau welijks nog iets zien van de genialiteit van hem, die het vervaardigde. Behouden is evenwel gebleven, in een wondermooie kleurenpracht, zijn bekendste schilderij, 't portret van Mona Lisa, de vrouw van Francesco Gioconda. Het stuk behoort tot het kostbaarste, dat het Parijsche Louvre binnen haar muren heeft. Niet ver van het Bodenmeer ligt tus- schen de Zwabische Alpen en het Zwarte Woud, een liefelijk klein plaatsje, Tuttlin- gen. Ver van de ijzermijnen en -gieterijen, wordt hier het staal verwerkt met de meest vredelievende bedoelingen. Tuttlingen is beroemd om de daar van oudsher gevestig de industrie van chirurgische messen. In dit opzicht is het een der merkwaardigste industriestadjes, die er bestaan. De inwo ners staan bijna allen in dienst van de lij dende menschheid. Zooals het in zulke ge vallen gewoonlijk gaat, werd ook in deze branche de kennis met het ambacht van vader op zoon overgenomen. Reeds eeuwen geleden genoten de Tutt- linger smeden van messen, lepels en draad nagels een goede reputatie. De machine deed echter haar intrede en geruimen tijd zag de toekomst van het handwerk in Tutt lingen er somber uit. Want dezelfde voor werpen werden nu sneller en bovendien goedkooper gemaakt. Een jonge smid Jetter kwam evenwel na een studiereis door het land met nieuwe ideeën naar huis. Het door hem gegeven parool was, dat men zich op iets anders diende te specialiseeren en hij noemde daarvoor in het bijzonder de vervaardiging van chirurgische instrumenten. De oude messensmeden leerde hij de diverse bewer kingen; met hun bijzondere vaardigheid hadden de Tuttlinger smeden den nieuwen ambachtstak spoedig onder de knie. Daar bij kwam, dat de oorlog van 1870'71 den groei van de onderneming zeer in de hand werkte, zoodat uit het plan van Jetter na korten tijd de grootste fabriek voor chirur gische instrumenten ontstond. Van hieruit verbreidde zich 't nieuwe bedrijf snel over het geheele stadje. De zoons van de oude messenmakers kregen in de fabriek hun op leiding, bleven er in dienst of vestigden zich zelfstandig als instrumentmaker en zoo ontstonden er tal van kleinere en groo- tere bedrijven. Juist in deze kleinere be drijven bereikte het handwerk zijn hoogste volmaking. Hier is het inderdaad tot een kunst geworden, waarin de vakman schep penden arbeid levert. Want deze stille meesters zijn het, die de wenschen en ver langens der wetenschap, welke steeds weer andere en meer verfijnde hulpmiddelen zoekt, tot werkelijkheid trachten te maken en daarbij eigen vindingrijkheid en ver nuft aan het werk zetten. Bewonderens waardig is het vaak, hoe deze technici de behoeften en wenschen van de chirurgen aanvoelen. En toch is de chirurgische-instrumenten- maker geen gespecialiseerd arbeider. Inte gendeel, hij moet alles tegelijk zijn: kunst smid, metaaldraaier, metaalperser, metaal bewerker en holslijper, want hij maakt elk instrument uit het ruwe staal, tot hij het kant en klaar aflevert. In de soort van in strumenten zijn de bedrijven echter wel ge specialiseerd. Elk maakt slechts instrumen ten voor een bepaalden tak van de chirur gie. Zoo zal bijv. een meester-instrument- maker met een tiental assistenten uitslui tend voor de hoofdchirurgie werken. Al leen voor oogen, keel, neus en oor vervaar digt een dergelijk klein bedrijf niet minder dan 800 verschillende instrumenten en toe stellen. Een ander weer maakt slechts pin cetten voor de oogheelkunde, wonderen van precisiewerk, die in 100 verschillende soorten worden vervaardigd. Een enkel voorbeeld slechts. Een irismes, in gebruik bij de oogheel kunde, bestaat uit een nietige hol geslepen sikkel, 5 mm. lang. Nog bewonderenswaar diger zijn andere oogheelkundige messen, waarvan het lemmet niet meer dan 1.2 mm. lang is. En zoo'n mesje is bovendien ook nog buigzaam! Soortgelijke wonderen zijn ook de oog pincetten. Hierbij is de precisie ten top ge voerd. Over een lengte van enkele mili- meters telt men op de grijpvlakken onge veer 500 zeer fijne tandjes. Ondanks de mi nimale afmetingen passen de tandjes pre cies in elkaar. Andere pincetten hebben weer een kam met dergelijke tandjes, die, gesloten, den indruk maken van opeenge klemde kaken. Dan bestaan er pincetten met omgebogen grijpers, bij welke aan den eenen kant een rij zeer kleine stiftjes staat, die juist moeten passen in correspondee- rende openingetjes in het andere vlak. Een ander merkwaardig instrument is nog een pincet, dat aan zijn punten een nietige, sta len punktroller draagt. Zij doen denken aan de voelhorens van vlinders of de poo- ten van een bij. Hierbij vergeleken doen de grootere chirurgische instrumenten als grof smeedwerk aan! Leonardo da Vinei - Het Heilig Avondmaal. De technische vorderingen op het gebied der lichte metalen zijn uitermate ten goede gekomen aan het gebruik van aluminium Speciaal vermeld dienen te worden de zoo zeer geslaagde prestaties op het gebied van de continue bewerking van bauxiet en van het autogenisch lasschen. Momenteel is men in Duitschland in staat aluminium te ver vaardigen met een zuiver gehalte van 99.99 pet., hetgeen practisch genomen aan de hoogste eischen beantwoordt. Koper, tin, zink en dergelijke grondstoffen worden daardoor steeds meer verdrongen. In ver band hiermede is de productie van alumi nium in de periode van 1929 tot 1937 dan ook geweldig gestegen en wel van 32700 ton tot 120.000 ton. De prijs is daarentegen enorm omlaag gegaan. In 1850 kostte 1 kilo nog 4800 mark, in 1890 zoowat 25.1 mark, terwijl de huidige noteering niet meer dan 1.33 mark bedraagt. LEVENSGLIMPEN. Benjjdt nooit iemand een schijn van geluk, Want ge kent niet zijn geheime smart. Waar wordt men in het algemeen het meest benijd In deze materialistisch-denken- de maatschappij zeer om welvaart. Dit komt ook al, omdat dit een factor is, die zoo op het oog gemakkelijk te consta- teeren 1 ij k t, of iemand welgesteld is of arm. Toch kan men zich ook daarbij leelijk vergissen. Er zijn heel wat menschen, die in een groot huis wonen (hoe lang nog?), die in hun eigen auto rijden (hoe lang nog?), die dientengevolge door talloozen benijd worden om hun schijnbaren welstand, terwijl, wanneer men achter de schermen kon kijken, men zou weten, dat diezelfde zoo welvarend-schijnende menschen slape- looze nachten hebben vanwege hun schul denlast, waar ze niet meer doorheen weten te komen, en in werkelijkheid aan den rand van den ondergang staan. Het is niet alles goud wat er blinkt, en het zijn niet allen menschen met een groot bank-saldo, die in een groot huis wonen en in een eigen auto rijden, maar goed, laten wij eens aannemen, dat dit banksaldo er wel is, dat hun weel derige levenswijze niet ten koste van schul den gaat, dan nog is er geen reden om hen te benijden, omdat weelde zoo heel weinig te maken heeft met geluk. Geld is een groot gemak, meer niet. Datgene wat het leven van hen, die verre van welgesteld zijn, dikwijls bederft, is lang niet zoozeer hun gebrek aan meer geld, als wel de verkeerde gedachtengang, waardoor ze het bezit van geld schromelijk overschat ten. De mensch overschat nu eenmaal altijd datgene, wat hem begeerenswaardig voor komt en wat hij net niet heeft, en dan in het bijzonder rijkdom, evenals hij geneigd is om de zorgen en moeilijkheden, die hij persoonlijk nooit ondervonden heeft, te onderschatten. Menigeen zal zeggen: „nu ja, wie vol doende inkomen heeft om zonder al te veel zorgen door het leven te komen, kan ge makkelijk zeggen, dat geld niet belang rijk is. Wij Zeggen geenszins, dat geld niet be langrijk is, alleen dat het ten opzichte van geluk een aanzienlijk kleinere rol speelt dan de meeste menschen schijnen te denken. Ware dit anders, dan zou daaruit volgen, dat alle rijke menschen gelukkig zouden zijn. En voor den scherpen opmerker zegt alleen reeds de onbevredigende en ver- moeid-onverschillige uitdrukking van hun gezicht reeds, dat zij verre van gelukkig zijn, al kunnen ze dan ook alles hebben wat voor geld te koop is. Menigeen heeft ons verteld van een pe riode - in z\jn of haar leven, waarin ze te kampen hadden mef geldzorgen naast an dere bezwaren als ziekte, gezinsmoeilijk heden, disharmonie in hun huwelijk. En bijna al die menschen waren van oordeel, dat geldzorgen niet het ergste waren, maar dat het alleen lastig was, dat bij al het andere nu ook nog geldzorgen kwamen. Lastig, dat is het juiste woord, want wij hebben het reeds gezegd geld is gemak kelijk, meer niet. Wanneer een huwelijk schipbreuk schijnt te lijden op geldzorgen, dan was die schip breuk zonder geldzorgen, zij het wat later, toch gekomen, want dan deugden de fun damenten niet, de gevoels-fundamenten. Wanneer een verhouding absoluut goed is, dan brengen zorgen de menschen dichter bij elkaar inplaats van ze uiteen te drijven. Legt den nadruk minder op het mate- rieele in Uw leven. Zegt niet: „ik wil rijk worden", maar: „ik wil gelukkig worden". Bedenkt, dat men niemand kan benijden omdat men van iemand alles weet, en dat benijden U van het geluk verwijdert inplaats van U er dichterbij te brengen. Wie „geluk" verbindt aan de conditie van een inkomen van minstens zooveel per jaar, die staat nog zeer ver van het ware geluk af, ook al zou hij morgen millionair worden. Dr. JOS DE COCK. Er is een interessante nieuwe methode gevonden, om in zalen en vertrekken de lucht te verbeteren de gloeiende plati naparel. De uitvinding bestaat uit een klein bakelieten gloeilampje, dat in verbin ding staat met een reservoir, waarin een vloeistof van bepaalde samenstelling. Als het lampje brandt, doet de gloeiende plati naparel de vloeistof verdampen, waarbij formaldehyde ontstaat en tegelijk een hars achtige geur wordt verspreid, die vooral veel bijdraagt tot verbetering van de lucht. De eenige bediening, die voor het toestel letje noodig is, bestaat hierin, dat van tijd tot tijd het reservoir moet worden bijge vuld. VfJS W -i Juli Is de afstand tusscheh derr zijkant van uw auto en de buitenzijde van het koplampglas soms ook grooter dan 40 centimeter? Dat moogt u we! eens nameten, want ln dat geval hebt u In het vorige hoekje noemde ix reeds en kele verschillen, welke er bestaan tusschen het introverte en het extraverte kind. Over het introverte kind laat ik thans nog enkele belangrijke opmerkingen volgen: „Het (in troverte kind dus) komt alles met voor zichtigheid en groot wantrouwen tegemoet en doet zich onvriendelijk voor, gesloten, vaak zelfs afstootend. Maar al te vaak vindt zoo'n kind weinig begrijpen, want men be grijpt heelemaal niet, waarom het zoo ang stig en terughoudend is en waarom de aan passing aan de nieuwe omgeving het zoo zwaar valt. Zoo'n kind kan echter ook zeer vriendelijk uit de oogen kijken en ons tegenlachen, maar het is een van de wereld afgewend vreemd lachen, als van iemand, die vanuit de ramen van een slot op ons neerziet; de wereld, waarin wij ons bevin den lijkt wel erg bekoorlijk, maar het kind zelf zou er toch niet in willen leven. Wij voelen instinctief, dat het de moeite waard zou zijn om dit kind te winnen en tegelijk weten we, dat dit niet gemakkelijk te be reiken zal zijn. Het onvriendelijke wan trouwende, evenals het angstige terughou dende kind behooren beide tot het intro verte type. Ze leven in een wereld voor zichzelf en de dingen van de omgeving wor den op een behoorlijken afstand gehouden; hebben deze daarentegen genade in hun oogen gevonden, dan worden ze binnen hun eigen bereik getrokken en wordt er over hun waarde of onwaarde beslist." Menig ouder zal in deze beschrijving zijn kind herkend hebben! En het is natuurlijk niet voldoende, dat we ons kind weten onder te brengen in een bepaalde rubriek! Van veel meer belang is het te weten, hoe we een dergelijk kind tegemoet moeten treden en hoe we met onze opvoedigs- en onder wijsmethoden bij dergelijke typen van kin deren de beste resultaten kunnen bereiken. Het introverte type is meestal langzamer en veelal ook grondiger in zijn uitingen. Het introverte kind heeft t ij d noodig. We moe ten daar terdege rekening mee houden, wanneer we het kind iets vragen of opdra gen. Bij het moeten doen van een keuze, zal dit type van kind lang weifelen: het wil znij keuze eerst doen n a grondige overden king van het waarom. Het geeft niet dadelijk een antwoord. Laten we nu niet denken, dat dit kind het antwoord niet weet: integendeel, het weet zelfs meer 1 dan het antwoord! Het weet, dat het-ant- woord-geven op een vraag berusten moet op het nagaan van de mogelijkheden, welke .in de vraag schuilen! En het is daarom, dat ik bij het opgeven van proefwerk nimmer een bepaalden tijd vaststel. Wanneer er voor het maken van tien sommen een uur tijd beschikbaar wordt gesteld, is het zeer wel mogelijk, dat het extraverte kind de sommen in drie kwarier af heeft, het in troverte kind daarentegen heeft er moge lijk wel twee uren voor noodig. Het lijkt mij nu zeer onbillijk, dit laatste kind gelijk te schakelen met het eerste. We meten op deze wijze allerminst het rekenkundig ver mogen van deze kinderen. Ik volg dan ook dezen weg: „Hier heb ik tien sommetjes. Probeer ze zoo vlug mogelijk te maken, doch haast je niet. Wie ze gemaakt heeft, kan ze op mijn tafeltje inleveren." Mijn leerlingen weten dan ook, dat ze hun werk kunnen en moeten maken in een tempo, dat precies overeenstemt met hun aard. Wan neer het kind vertrouwen heeft in zijn on derwijzer en het daarnaast weet, dat zijn onderwijzer hem kent, zal het van een dergelijke vrijheid geen misbruik maken! Ik ben op deze kwestie iets uitvoeriger ingegaan, omdat ik weet, dat het intro verte type in zijn vroege jeugd meestal voor onbegaafd aangezien wordt. Zoo be hoeft naar mijn overtuiging een langzaam kind geen onbegaafd kind tc zijn en is het dwaasheid, te verlangen, dat ieaer kind even snel,werkt! Wij moeten de instellings- wijzr van onze kinderen kennen, zegt Hon- dius in zijn werkje: „Moeilijkheden in het gezin en in ons zelf." Inderdaad, dat is een der belangrijkste opdrachten aan ouders en onderwijzers! Leert het kind kennen in zijn instellingswijze. Allerlei moeilijkheden zul len dan zijn opgelost en vergissingen wor den voorkomen! Want moeilijkheden en vergissingen ko men juist in de opvoeding zoo dikwijls voor en zijn meestal van verstrekkenden invloed. Dikwijls vroeg ik collega's naar den aard van een bepaalden leerling en het bleek mij bijna altijd, hoe weinig begrip zij hadden van deze ding e'n. Zij kon den mij geen duidelijke omschrijving van het kind geven en bepaalden zich tot het opnoemen van allerlei futuliteiten! Het zelfde komt voor bij ouders!!! Ovéeka.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 11