Een Torpedo wordt afgeschoten KING PEPERMUNT ABDIJSIROOP Stop dien hoest Hr. Ms. O 16 geladen met spanning Nieuws i i van Schiphol Zaterdag 21 Mei 1938 Derde Blad Een commandant worstelt met zijn periscoop De natuurzuivere FIRMA TONNEMA Cie. SNEEK AKKER's versièrkle Ansterdam-Texel per KLM nog sneller? Tragiek bij een afbraak De bloedige worsteling in China De „O 16 boort de neus in de golven. We staan in de boegbuiskamer, de neus van de „O 16". Voor ons s staren 4 binnenwaarts gerichte oogen ons aan: in ieder ervan past een torpedo. Voordat het schip vanmorgen uitgevaren is zijn de projectielen klaar gelegd, het mechanisme is gesteld door de „inschiet- commissie", een instantie die iederen dag de resultaten van de inschietproeven con troleert, registreert en zwart op wit vastlegt en men wacht thans op het mo ment dat de eerste ingevoerd moet wor den en de duikboot verlaten zal. Deze boegbuizen zijn gemaakt voor torpedo's met een diameter van 53 centimeter, doch door middel van inlegstukken heeft men een ervan vernauwd tot 45 centime ter, In de boeg is ook plaats voor het mee nemen van torpedo's die hier dan zeevast gestouwd worden, In totaal heeft de O 16 'n capaciteit voor 14 stuks. NI. 4 in de boegbuis (4 gestouwd als reserve), 4 in de hekbuiskamer (achteruit dus) en 2 midscheeps. Ongerekend de antiluchtbatterij, een indrukwekkende be wapening. 14 Onderzeeërs in zakformaat, die, mits goed gelanceerd, dood en verderf kunnen aanbrengen bij 14 zeeschepen, Hoe vet het is, en hoe nauw. In de boegbuis glimt het. Zoowel de opva renden, als de kranen, knoppen en raderen. Alles zit dik onder het vet, en met name de torpedo's glanzen van de axium-olie. De eerste torpedo wordt ingevoerd in de buis en natuur lijk staan we in den weg. Trouwens, waar we dien dag ons ook bevonden, we hadden steeds zoo vaag het idee den een of ander in den weg te staan, hetgeen bij een bekrompen ruimte (met alle respect voor de „balzaal"...) niet te verwonderen valt. Safety-first. Het is de moeite waard het bedrijf in deze onderzee-neus te volgen. Daar komt een tor pedo aan. De roode kop loert ons aan met een geheimzinnige dreiging, het vet druipt klik klakkend op het staal van den bodem. 14 Handen werken mee het projectiel op z'n plaats te krijgen, zonder dat het ergens tegen- aanstoot. „Gaat Uwes asjeblieft opzij meheer," zegt een glimmende torpedist, „want asser een draadje knapt bent Uwes suur...!" iets wat we gaarne aannemen, gezien en gehoord hebbende het indrukwekkende gewicht. Vlak bij dit karwei is een andere autoriteit bezig. De hofmeester. Z'n kombuisje, wit ge schuurd en gepoetst als 't is, zou de vreugde van iedere huismoeder uitmaken en vanuit de electrische ornamenten stijgen de kostelijke aromen van de 0-16 koffie, een elixer, waaraan de hoogste eischen gesteld worden. Intusschen staat de majoor-torpedornaker naar al die werkzame handen te kijken. Niets ontgaat z'n scherpe oogjes, die heen en weer flitsen. Er mdg hem ook niets ontgaan, want nergens kan één moment van onattent ie on heilvoller werken dan juist op een onderzeeer De eenheid eommandant-periscodp We zijn weer terug in den toren. Commandant van Duim staat, nee, hg hangt, aan zijn persicoop, en als we hem zo bezig zien, roept hij onwillekeurig hennne ringen op aan een zeker jungle-mensch, ver maard over 5 werelddeelen... Het geopende achterluik van een der Jongen van het schip. Hij is bezig met het zoeken van het doel, waarop straks de eerste torpedo ge richt zal worden en vanuit 't onderwater- telings. oog van de O 16 valt dat om den drom mel niet mee. De periscoop heeft 2 hand vaten en hieraan slingert, hangt, sjort, steunt of balanceert de commandant beur- Zijn physionomie is een studie waard: men moet n.1. met één oog zoeken. Nu staan de commandanten uren en uren voor het kunst oog en het is ons ten eenenmale onbegrijpe lijk dat nochtans deze officieren niet aan een vergevorderde mate van scheelheid laboree- ren. Ook wij hingen dien dag herhaaldelijk voor het periscopisch oog, doch des avonds danste het halve Marsdiep en half Texel een carioca voor onze gezichtsorganen. Toch hebben de oogen van dit urenlang turen niet onbelangrijk te lijden en met name als de zon op het water schijnt, komt de periscoopman meermalen met barstenden hoofdpijn thuis. Spanning in de O 16. Er zit spanning in den commando-toren. Ze zeggen het wel niet, maar je kan het voelen. Er is een haast tastbaar geworden contact tusschen den commandant en de opvarenden in het centraal station. Herhaaldelijk rinkln- kelt de telegraaf, de telefoon wordt druk gebruikt en de man. die levensgevaarlijk ba lanceert tusschen toren en station herhaalt als in een ryte toonloos de steeds afge roepen koers. Een ander officier maakt inmiddels in den toren berekeningen. Hij meet na op de kaart van het zeegat Texel, maakt ingewikkelde vermenigvuldigingen en deelingen, telt rijtjes getallen op en ziet ieder oogenblik in de pe riscoop. Klokken trillen... in manometers dansen nerveuse pijlpuntjes, en steeds klinkt het „aye aye" van boven naar beneden en van beneden naar boven. Er gaat dan ook inderdaad iets gebeuren! „Buis klaar tot pen ultf'. Ze staan nu klaar in den boeg, klaar ook in de centrale, klaar in den toren. De heele O 16 is geladen, letterlijk en figuurlijk, met spanning. De spanning die het afsohieten van iedere torpedo steeds meebrengt. De lampjes branden en verkonden dat de buis „klaar is tot pen uit". Commandant van Duim heeft het doel, de barkas nu eindelijk goed in het vizier gekregen. Het is nu maar de kunst de onderzeeër in bedwang te houden Dan gaat het signaal: „pen uit!" Het is stil ln de O 16 zoo stil, dat Je bijna je eigen adem kunt hooren. De hand van den commandant gaat tastend van het eene periscoop-handvat naar het afvuurbord. Het klepje van het contactknopje staat al open. De duim wordt er op gedrukt. Nog eens de juiste koers afgeroepen.. dan, toch nog onverwachts, drukt de duim definitief door. Op hetzelfde moment is het of de onderzeeër es-en stil blijft liggen. Een schok plant zich van voor naar achteren voort, een moment trilt deze geheel stalen visch. Recht op het doel af. We staan direct voor de periscoop. Eerst niets... maar dan zien we een schuimende voor door het Marsdiepwater trekken, linea recta op de barcas aan. Daar gaat het enorme projectiel, deze zelfbesturende onderzeeër in het klein, recht op haar doel af. De G 15 stuift reeds nabij, want aan boord daarvan zien nu verscheidene oogen scherp op den baan toe. Ook de „Mercuur" komt aangeloopen. Aan haar is de taak toebedeeld het projectiel weer op te visschen en klaar te maken voor nieuw gebruik. Het is allemaal het werk van enkele secon den, en toch ook weer het resultaat van meer dan een half uur van eindeloos zoeken, passen en controleeren. Hoe moeilijk het is. Nog verscheidene malen dien dag drukt de vinger van den commandant op het klepje van de afvuurkast en evenzoo vele malen trilt Hr. Ms. O 16 bij het verlaten van de torpedo's en eerst langzamerhand krijgen wij er idee van welk een verbijsterend moeilijk werk het is zulk een projectiel met éénige trefzekerheid op z'n doel af te schieten. Men vergete niet, dat bij het richten met een schier ontelbaar aantal factoren rekening gehouden dient te worden. Teneerste is een onderzeeër geen aan de oppervlakte varend zeeschip, doch drijft zij in een beweeglijk ruim. Voorts is daar de stroom, en de vaart, waar mede rekening gehouden dient te worden, en als alles theoretisch klopt, eerst dan verlaat de torpedo de buis. Hij zou dan, afgezien van de toegestane marge, moeten treffen. Na het inschieten wordt dan 't verschil opgenomen en in de de al eerder genoemde staten van de inschietcommissie genoteerd. Men moet er „kijk" op hebben. Lanceeren is overigens iets wat men welis waar kan leeren, doch waartoe naast een groote mate van routine ook het „kijk" er op hebben een belangrijke plaats inneemt. Zoo is het dan ook te verklaren, dat de eene commandant als inschieter een kunstenaar is terwijl de ander steeds te kampen heeft met het een of ander ongelukkig toeval. In deze maanden wordt veel ingeschoten. Ongeveer 600 maal wordt per seizoen een torpedo afgevuurd, waarbij men dan wete, dat iedere nieuwe torpedo meerdere malen gelanceerd wordt. Men heeft dan 'n meervoudige controle en kan met deze er varing de apparaten dusdanig afstellen, dat de trefkans als maximaal beschouwd kan worden. om te genieten om U te verkwikken! welke U overdag kwelt en 's nachts belet te slapen. Stop dien hoest direct, maar bedenk dat die hardnekkige hoest-buien alleen maar kunnen worden verdreven door een krachtig en doeltreffend werkend mid delde nieuwe verstèrkte Abdijsiroop. Abdijsiroop j, vanouds een natuurlijk kruiden- middel, bereid uit oude beproefde geneeskruiden, welker verrassende werking op aandoeningen der ademhalings-organen wordt erkend en geroemd. Bovendien echter is in de nieuwe Abdijsiroop nu nog toegevoegd de krachtigste hoest-bedwingen- de stof welke er bestaat, namelijk de codeïne". De nieuwe versterkte Akker's Abdijsiroop ver- eenlgt dus nu in zich de zachte maar grondige werking der geneeskruiden en de snelle zeer krachtige werking der codeïne en daarom noemt men Abdijsiroop,,'s Werelds biste Hoest-siroop". Flacon 90 ct., f 1.50, f 2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar. Hoe grooter flacon, hoe voordeeliger het gebruik. (Van onzen K.L.M.-medewerker). Nu met ingang van den zomertijd de zomer dienst van de K.L.M. eerst goed is begonnen, heerscht op Schiphol een groote, doch prettige drukte. De diensten op het binnenland zijn weer ge opend en ook natuurlijk de Texel-dienst, die voor ons Jutters eigenlijk één van de belang rijkste lijnen van de K.L.M. is. Vorig jaar werd deze Texel-dienst alleen door éénmotorige Fokkers gevlogen, n.1. de F 7 a's, maar men heeft al spoedig in gezien, dat er grootere machines voor dezen dienst noodig zjjn, aangezien deze dienst de hoogste verwachtingen overtrof. Daarom vliegt men thans met de Douglas DC 2 op Texel, die 14 passagiers kan ver voeren en natuurljjk weer veel sneller is. Vloog men er met de F 7a ongeveer 40 mi nuten over, met de Douglas vliegt men het in 25 minuten, dit is natuurlijk voor dit korte traject een aanmerkelijk verschil. Hoogstwaarschijnlijk zal in den loop van dit seizoen ook de Lockheed 14 Super Electra. op Texel gaan vliegen en dan vliegt men er nog korter over, daar deze Lockheed weer aanmerkelijk sneller is dan de Douglas. Op het oogenblik vliegt de Lockheed al op Groningen en Twente. Nu we het toch over de Lockheed heb ben, willen we IJ nog iets over deze ma chine vertellen. Zooals bekend zitten de benzine-tanks van bijna alle vliegtuigen in de vleugels. De Lockheed heeft echter geen benzine tanks, de benzine bij de Lockheed is direct in den vleugel aanwezig. Deze constructiewijze brengt het groote voordeel met zich mede, dat men belangrijk lichter kan bouwen en boven dien meer brandstof kan medenemen. De actie-radius wordt dus grooter. Men heeft op de Lockheed-fabriek, voordat men tot een dergelijke constructie overging, uitvoerige proeven genomen inzake de ben- zine-dichtheid van de verschillende klinkver bindingen en men is daarbjj tot de overtuiging gekomen, dat het systeem, zooals thans is toe gepast bij de Lockheed Super Electra's, het beste is. De klinknaden zijn afgedicht met een elastische stof, genaamd neopine-cement, die de eigenschappen bezit niet hard te worden, doch plastisch te blijven. Wel moet er voor ge zorgd worden, dat de tanks nooit heelemaal leeg zijn. Verder heeft Lockheed een inrichting ver vaardigd, welke ln de benzineruimen moet Wjj gaan in Den Helder de krot-wpningen opruimen; oogenschönljjk zal niemand die af braak betreuren, maar tochJuist één dezer dagen is men in een stadsgedeelte met zoo'n afbraak begonnen; moeten drie huisjes het veld ruimen om plaats te maken voor nieuwe, moderne woningen. Het gaat bij die afbraak niet bepaald zachtzinnig toe; het lijkt wel, of het de bedoeling is, dat alles en alles juist in puin moet; de werklieden, als echte waaghalzen op het dak gezeten, smijten de dak pannen van boven af in een vrachtwagen, waar alles in gruizelementen neervalt; al deze werk zaamheden gaan gepaard met veel waarschu wend geblerk en geschreeuw, omdat de kinde ren uit de buurt angstvallig dichtbij staan om het vernielingswerk goed te kunnen aanschou wen. Stukken muur en verrotte balken, waar aan nog de vlechtmatjes hangen, eens, lange, lange jaren geleden door de kinderen op de Fröbelschool gemaakt, en vol trots aan de moeder gegeven, binten en groote brokken steen storten in een wir-war omlaag; in korten tijd gelijken deze woonhuizen op een ruïne; het is of ze door een hevige aardbeving of door een natuurramp, een windhoos als die van Bor- culo geteisterd zijn, of dat een vliegtuig op deze' woningen eenige bommen van zwaar kali ber heeft neergeworpen. Met veel lawaai, met donderend geweld, storten muren omlaag; de stofwolken vliegen huizen-hoog. Behalve de kinderen, staan ook vele oudere buurtgenooten van het schouwspel te genieten, en telkens gaat een hoera-tje op en weerklinkt gejuich, als weer een gedeelte van de woningen met veel geraas instort. Wat hebben die kermis-exploi- tanten toch een goeie kijk op de mentaliteit van het menschdom, door op de kermissen een vroolijke keuken ter beschikking te stellen, waar de menschen hun zucht tot vernieling kunnen bot vieren! Want zie dit publiek nu eens aan; met open monden staan ze naar het vernielingswerk te kijken, en je kunt er van op aan, dat hunne handen tintelen en hunne vin gers jeuken om ook eens aan deze ravage mee te mogen doen! Doch tusschen dit publiek staat een oud, een zeer oud vrouwtje; wij schatten haar ver in de tachtig, maar zij kan ook negentig of bijna honderd jaar oud zijn. Haar leeftijd is moeilijk te bepalen, want tien jaar geleden zag zij er net zoo uit als nu. Zij was de bewoonster van één dier huisjes, jarenlang, en ziet nu met be traande oogen de vernieling aan van wat eens haar trots was. Uit dit huisje zijn haar jon gens, als flinke, ferme kerels, naar Oost en West getrokken; uit dit huisje hebben haar dochters stuk voor stuk, één voor één, als over-gelukkige bruiden, een nieuw nestje be trokken; in dit huisje heeft zij toen nog een vief, pittig, oud vrouwtje tot aan zjjn dood haar echtgenoot verpleegd, toen hem de ouderdomskwalen en -gebreken overvielen; en uit dit huisje is haar man tenslotte naar het kerkhof op Huisduinen weggedragen. Toen bleef zij geheel alleen achter; op en versleten; in haar oude huisje tevreden wach tend op den barmhartigen dood. Hoe moet dat menschje geschrokken zijn. toen haar de Jobs tijding bereikte, dat zij op haar ouden dag nog zou moeten verkassen. Is het te verwonderen, dat zij zich aanvankelijk halsstarrig daartegen verzette? Want nog voor geen paleis zou zij immers haar schamele woning, waar zij al die lange jaren lief en leed ondervonden heeft, wil len ruilen, en voor haar gold speciaal in dit ge val wel in zeer sterke mate het: „Partir, c'est mourir un peu!" Doch de mensch wikt en de huisbaas beschikt! Oude boomen verplant men niet, want daar kunnen zjj niet tegen, doch oude menschen verplant men soms wel, ook al voorziet men hiervan de nadeelige gevolgen. Het oude vrouwtje is tenslotte verhuisd, maar nog dagelijks trekt zjj langs haar oude woning. En nu aanschouwt zij met betraande oogen de afbraak van haar huisje; steen voor steen ziet zij haar woning, waar zij jarenlang alle vreug de, maar ook alle ellende, heeft gedeeld met haar man en hare kinderen, verdwijnen. Het huis, waarin zij hare kinderen heeft groot ge bracht en gemaakt tot nuttige leden der maat- schappij, wordt met den grond gelijk gemaakt; zij ziet haar eigen huis voor het laatst en niemand van het publiek, dat van deze defini tieve afbraak op zjjn manier staat te genieten, niemand van al die toeschouwers begrijpt of beseft ook maar eenigermate iets van de tragiek, die in deze ravage voor dit stok-oude vrouwtje schuilt! Want hoe goed dit oude menschje nu ook behuisd moge worden, zij zal haar verdere levensdagen toch altijd en immer weer het gemis van haar oude woning bl(j- ven betreuren! Er was eens een dame ln Schagen, Haar voeten dat waren d'r plagen! Dick Wegman wist raad. Want bij hem vond ze baat! Nu tippelt ze vlot, alle dagen! PEDICURE HOOGENBOSCH, W eststraat 66 De strijd om de macht in China duurt voort, evenals het drama in Spanje, waar van het einde evenmin in zicht is. China is onmetelijk groot en het aantal strijders is naar verhouding ook enorm, terwijl de mogelijkheid om uit te wijken, weer aan te vallen en opnieuw de wijk te nemen, nog lang niet uitgeput is. Het kan dus nog maanden duren voordat een beslissing valt. Wel zjjn de Chineezen opnieuw ge dwongen geweest voor de Japansche over macht te retireeren. Met versterkte krachten hebben de Japan ners de laatste week getracht een beslissing aan het front bij Soetsjou te forceeren en tegen dezen nieuwen druk waren de Chineezen niet bestand. Niettegenstaande hun sterken tegen stand moesten zij wijken en de tyd is in zicht of Soetsjou, het knooppunt van spoorwegen, zal in handen van de Japanners vallen. Een succes, waaraan Tokio zoo dringend behoefte heeft, zal dan behaald worden, schrijft het Hbl. Na een worsteling van maanden zullen de Japanners weer een stapje voorwaarts zijn ge komen. Het kost niet veel moeite om in te zien, dat de Chineezen den strijd om den Loenghai-spoorweg evenzeer als een suc ces aan hun zijde kunnen beschouwen. Van den aanvang van dit jaar af is het directe doel van de Japansche legerleiding ge richt geweest op het tot stand brengen van een vereeniging van de beide door hen ver overde gebieden, welke Peking en Nanking tot hoofdsteden hebben. Zou dit doel bereikt zijn, dan zou de mogelijkheid van een aanval op Hankou open staan, waardoor de Japan ners ook de hand zouden kunnen leggen op den spoorweg naar Kanton, op het oogen blik een der strategisch belangrijkste verbin dingen van China. Tal van pogingen om den Loenghai-spoor weg te bereiken zijn intusschen mislukt. Op verschillende plaatsen, nu eens meer Weste lijk, dan weer meer Oostelijk werden deze aan vallen ondernomen. Indien de Chineezen, ondanks deze neder laag, van een strategisch succes spreken, dan kan men dit volledig beamen, meent het blad. Een succes, dat daarin bestaat, dat met deze nederlaag een grooter gevaar Is afgeweerd. De bezetting van Soetsjou zal in geenen deele meer een beslissende phase in den strijd zijn, gelijk zulks in het begin van dit jaar wel het geval had kunnen zijn. Terecht zeggen de Chineezen, dat dit front zjjn strategische beteekenis heeft verloren en in die bewering zit niets van de gebruikelijke verklaringen van den verliezer. De maandenlange weer stand heeft den Chineezen gelegenheid gege ven overal in het land nieuwe versterkingen te bouwen. Het Chineesche leger zal zoo noo dig terugtrekken, maar het is niet verslagen. Ligt het Chineesch succes dus vooral daarin, dat zij er in geslaagd zijn de Japanners tegen over een vrijwel gelijkwaardigen tegenstander te plaatsen, daarnaast mag niet uit het oog verloren worden, dat de Japanners vorderingen maken. Belangrijke punten van China zijn in hun handen en hoe meer zjj er bezetten, des te moeilijker zal het voor China zijn om hen er uit te krijgen en des te eerder zullen de Chi neezen bij eventueele vredesonderhandelingen een veer moeten laten. Men krijgt wel eens den indruk, dat dit bij de verheugenis over de wijze, waarop China weerstand biedt, wordt vergeten. worden aangebracht en waarin men anti-cor- rosie patronen kan aanbrengen. Deze patronen bestaan uit een zakje, gevuld met een stof, welke zich verbindt met water, doch niet met benzine. Indien water in de tanks is ge komen, hetzij door condensatie, hetzij met de benzine uit de grondtanks mede, wordt het aangetrokken door de patronen en is zoodoende niet in staat oxydeerend op het metaal te werken. Zooals U ziet zijn dit een paar ingenieuze vindingen van de Lockheed-fabrieken. Binnenkort worden de twee andere Lock- heeds, bestemd voor de K.L.M., op Schiphol verwacht. Het zijn de PHASL (Lepelaar) en de PHASM (Meeuw). Ook komt binnenkort de laatste van de door de K.L.M. bestelde serie DC 3 vliegtuigen, de PHASK (Kemphaan) op Schiphol. De K.L.M. beschikk dan over een keurige vloot vliegtuigen en kan men de groote drukte met een gerust hart het hoofd bieden. Het aan tal Douglas-toestellen bedraagt thans 31. De heer Geysendorffer is weer terug uit Amerika. Zooals men weet heeft Geysendorffer de „Parkiet" van de Lockheed-fabrieken over gevlogen naar de West met Prins als mecano en v. d. Kolk als radio-telegrafist. Geysendorffer was tevens in Amerika voor bestudeering van verschillende nieuwe soorten vliegtuigen. W# vroegen hem nog zjjn oordeel over de Douglas DC 4, maar aangezien deze kist nog lang niet aan z'n eersten proefvlucht toe was, kon Geysendorffer hier niet veel over zeggen. NATIONAAL DEFENSIEFONDS. Na de laatste verantwoording is nog binnen gekomen: 0.50 „van een werf sjouwer" en 2.van een „Heldersche Politieagent", waardoor het bedrag is gestegen tot 43.25, welk bedrag inmiddels is overgemaakt aan den Minister van Defensie. Wij vestigen er nogmaals de aandacht op, dat zij. die voor het Nationaal Defensiefonds iets willen offeren, dit niet behoeven op te zenden naar Den Haag. doch dat er in onze plaats ook gelegenheid bestaat voor dit doel een bedrag te storten. Bijdragen daarvoor kunnen worden gestort bij A Uithol, Piet Heinstraat 26, alhier.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 9