De 0*16 zet haar kieuwen open VOGELLEVEN X Het „gouden boek" der O 16 JlqMida, Maandag 23 Mei 1938 Tweede Blad Madlnieuuui Terug naar Nieuwediep Eerste Zomerconcert Intellect-voorstelling Aan de Lezers De «Zonnestraal" collecte Soerabaja krijgt een nieuw vliegveld Burgerlijke Stand van Den Helder De moeilijkheden in Tsjechoslowakije Een roodneus wordt overgezwaaid. De torpedo's worden met den takel van de „Mercuur" weer aan de „O 16" overgegeven. Nog tal van malen dien dag stonden wij te turen in het oog van de O 16, ais daar een torpedo het schip verliet. Telkens weer dat volgen van de' opkomende schuimriggel, die de baan aanwees. En telkens weer de run van de G 15 en de Mercuur, als het ware om er het eerste bij te zijn. Men is verbaasd te zien hoezeer de vaste wal bij dit inschieten een belangrijke rol ver vult. 25oo zal de boer die ergens buiten Oude- schild woont, er geen flauw besef van hebben, dat het dak van z'n woning gebruikt wordt als orienteeringspunt voor het torpedo-inschie ten, terwijl men in Den Helder niet weet dat „het huis met de 7 schoorsteenen" dat in fort Erfprins staat, eveneens een eerste klas her kenningspunt vormt. Trouwens, tusschen Oude- schild en den Nieuwediepschen Zeedijk, het inschiet-front, zijn tal van dergelijke punten, yaste bakens. De vreugde van het stijgen. Een dag aan boord van de O 16 gaat snel om. Vooral bij het inschieten van zooveel tor pedo's, het slurpen van zulke voortreffelijke koffie en het ondervinden van zooveel harte lijkheid, zij het van de zijde van commandant en officieren als de minderen. En daar is dan de vreugde van het stijgen. Als men na eenige uren onder water gezeten te hebben, aanstalten ziet maken om weer naar de oppervlakte te gaan. Dan ineens be seft ge hoezeer men z'n cigaret (o verslaaf de!) miste en dat de lucht in de stalen visch toch niet meer „je-dat" is. Er komt weer spanning: manometers wij zen diepten en snelheden aan, knoppen gaan tikken, en de telegraaf maakt weer muziek. In den toren kijken ze door twee periscopen maar we staan nu achter chef d'équipage Riksman, die als een Boeddha achter z'n diep temeter zit en een leerling aanwijzingen geeft. Het commando wordt gegeven: rijzen. En tegelijkertijd worden nu in het ge- heele schip weer de vele geheimzinnige manipulaties verricht. Staan ze klaar bij de vents en kingstons, wordt scherp uit gekeken door de periscopen. De tanks worden leeggeblazen dank zij den druk van vele M3 lucht en hoewel slechts even merkbaar, schiet Hr. Ms. „O 16" naar boven. In de periscoop zien we het: hoe de horizon weer een ander perspec tief begint te krijgen. Het luik gaat open. Dan duikt, hoewel we het niet zien kunnen, het voorschip uit de Marsdiepgolven op. Ge- heimzinnig-stil komt deze groen-stalen visch als een modern zeemonster verrezen. Nog spoelt het water er klotsend overheen en De „Mercuur", met aan boord opgevischte en weer klaargemaakte torpedo s, komt langszij. schreeuwen de meeuwen uit protest tegen deze verschijning uit de onbestemde diepten. We staan onder het luik, als dit wordt opengegooid en het is alsof een stuk blauwe hemel zich naar binnen stort in het inwen dige van de „O 16". Zilt en koel is deze lucht, die als in een groote long gegoten wordt en zich door het schip verspreidt. Prikkelende, aromatiseerende zeelucht, waarin je de verten en de vrijheid van het Mars diep ruikt. De electrische installatie is automa tisch op non-actief gezet en op het zelfde moment z(jn de 2 Diesels begonnen met hun 3200 P.K. het schip voort te stu wen. Ze gonzen en dreunen weer. We springen op het dek, dat nat en glad is. Steken een cigaret op en kunnen nog nét zien, dat het overspoelde achterschip zich vrij maakt. Dan zijn we boven. Drijven in een zee van louter zilver en doorzond blauw. De „Mercuur" nadert. Die heeft nu aan boord alle afgeschoten torpedo's, veilig en wel uit het Marsdiep opgevischt. Ze zijn weer klaargemaakt, en kunnen weer dienst doen. Met een 15-mijls vaart loopt de „O 16" naar de „Mercuur" toe. De bemanning op de „O 16" hijscht de vlag, gooit het achterluik open, probeert de fluit en maakt alles in ge reedheid om de nieuwe lading torpedo's in ontvangst te nemen. Zij, wier diensten op dat moment niet van noode zijn, zoeken hun troost inmiddels bij „de weduwe"... trekken met groote hartstocht aan in der haast ge rolde „sjekkies". Torpedo's worden teruggegeven. We leggen langszij van de „Mercuur" De commandant staat op de brug en heen en weer worden de noodige gekruide marine- grappen gebruld. Aan dek liggen roodge- neusde torpedo's, klaar voor het inhijschen. De kraan op de „Mercuur" staat klaar en de eerste wordt er reeds, met oneindige zorgvuldigheid, als gold het een zoo juist ge boren baby, ingehangen. En overgezwaaid op den onderzeeër. Zoo gaan ze: één voor één; kostbare lading. Nog geen drie kwartier later gaat het weer naar beneden. Weer het afscheid voor enkele uren aan blauwe lucht, zon en sprankelende Marsdiepgolven en het ondergaan in de diep ten bij garnalen en bruinvisschen. Weer het de tanks binnenloeiende water en het gillend verlaten van de lucht door de vents. Door de periscoop zien we de „G 15" ons in kiellinie volgen, ze ligt te dansen als een veulen in de schuimbaan, die we hebben achtergelaten. Het zal wel even duren alvorens de eerste dezer nieuwe serie afgevuurd wordt en in de longroom vinden we lichamelijke restau ratie middels warm gebakken bokking, ge hakt en kug. Het smaakt puikbest en spe ciaal wat het kug betreft kan dit de verge lijking met de meest exquise schotels uit de Parijsche keuken glansrijk doorstaan. Commandant Van Duim vindt nog gelegen heid ons een zeer belangrijk boek te laten zien. Het boek waarin tal van uitgeknipte krantenartikelen uit vele landen ter wereld opgeplakt zijn. Het boek, waarin de handtee- keningen van vele grooten van eersten rang voorkomen, onder anderen van Prins Bern- hard. Een boek. wat zeker in den loop der jaren een document van historische waarde zal worden. Of eigenlijk: dat is het n u reeds. Maar al spoedig gaat het weer naar den toren en vangt het eeuwig draaien en wor stelen bij de periscoop weer aan en is het schip weer één groote, met energie gela den. zenuwknoop, die tracht op de meest zuivere wijze een doel, dat ergens in de verte op het Marsdiep krulletjes duikelt, te raken. Terug naar Nieuwediep. Om 5 uur 's avonds gaat het naar Nieuwe diep terug. Als we weer aan de oppervlakte verschenen zijn, zoeken we een goed plaatsje op den commandotoren uit. Er loopt een beetje vloed en de „O 16" zal, hiervan profi- teerend, binnen een half uur in de haven zijn. Als een dolfijn schiet ze vooruit, met 15 mijl op den watertoren af, om dan met stroom mee de haven op te zoeken. De hemel is aan den Westerkim rossig ge kleurd en er zal morgen wel veel wind zijn. Dan is het inschieten nóg moeilijker en zal het nóg meer inspanning kosten de roodneu zen hun trefkans te geven. De zee is diepblauw en als inkt golft het water tegen en over de neus van de „O 16", die als het ware er door heen snijdt. De wind giert om den toren, en tracht het voortijlende schip in z'n vaart tegen te houden, maar tegen dit perfecte stuk techniek is hij kans loos. We jagen de haven in, voorbij de Harssens en de „Java" en de „Emma", waar gesalueerd wordt en bootsmanfluitjes en snert-dampen verkonden, dat we weer in het oude Nieuwe diep zijn. Om 6 uur ligt het vlaggeschip der Neder- landsche onderzee-vloot vast aan den steiger. Voor vandaag is het Schlusz. Morgen een nieuwe dag. Morgen opnieuw met de roodneuzen er van door. Dalen... stijgen... urenlang turen in bij tend zonlicht, dat door periscoop-glazen valt. Het berekenen, zoeken en speuren naar een bewegend doel. En overmorgen... iederen dag. lederen dag, ter vervolmaking van een deel van het materieel der Koninklijke Nederland- sche Marine. Er is méér voor noodig, dan de argelooze landrot meent! ORANJE HARMONIE-KAPEL. Hieronder volgt het programma van het eerste zomer-concert, te geven op Dinsdag 24 Mei a.s., 's avonds 8.3010 uur, in het Julianapark, door de „Oranje-Harmoniekapel", directeur de heer D. H. Steinroth. 1. Psalm 66. 2. Marsch „K 18" A. J. Maas. 3. Ouverture L'enlevement on Serail Maart. 4. Atilla, fantasie uit Opera Verdi arr. Roele. 5. Kif-Kif, polka voor 2 pistons J. Gantz. Solisten de h.h. A. Bontes en P. Kramer. 6. Tambour Major, fant. Opera Offenbach, arr. Schouten. 7. Les Rameaux J. Flanse. 8. Officer of the Day R. B. Hall. De Golem: Knappe Fransche film met indrukwekkend spel van Harry Baur. Toen wij in ons nummer va" Vrijdag een bericht opnamen betreffende film „De Golem", hebben wij ons niet „-waagd aan eenige voorspelling dit werk betreffende. De kwaliteiten ervan waren ons niet bekend, wel de sage zelf en de litteratuur, welke naar aanleiding dezer oeroude mythe ontstaan is. Zooals reeds geschreven in genoemd be richt vindt het optreden van het fenomeen, dat Golem heet, plaats in Praag. Het Praag van de zestiende eeuw, met zijn ghetto, zijn gothiek, bijgeloof en duivelskunstenarij. Praag, de woonplaats van vele duizenden joden, ook daar levend in een stadskwartier, afgesloten van het overige burgerdom en af hankelijk van de willekeur van koningen en keizers. Zwaar wordt Israël ook hier beproefd. Tel kenmale weer wordt het volk opgejaagd, treft het noodlot fel en striemend dit volksdeel, dat tot wanhoop gedreven zoekt naar uit komst. De legende zegt, dat rabbi Loew uitkomst vond: hij kreeg de macht een wezen te creëeren uit leem en zand, hetwelk hij het leven inblies. Een wezen, luguber van aan zien maar beschikkend over reuzen-kracht. Het heette Golem. De Golem strafte de jodenonderdrukkers, maar verdween even geheimzinnig als het ge komen was. Het werd verborgen gehouden in een torenkamer van de oude synagoge. Een brok leem, wachtend op de formule om weer tot leven te komen en Israëls vervolgers te verdelgen. Dit alles laat de film zien en de Fransche cinéast Julien Duvivier is er op frappante wijze in geslaagd de sfeer, het wezenlijke deel van deze legende, te benaderen, zonder welke werd een boekje toegezonden over tand- en mondverzorging met Ivorol (volgens nieuw recept) in welke tandpasta de nieuwste weten schappelijke vinding is toegepast. De tanden worden er prachtig wit door en de mond bijzon der frisch en rein. Gebruik wordt aanbevolen. brengt hulp in gezinnen, waar door geboorte, onvolwaardig heid of ziekte van kinderen bij zondere nooden zijn ontstaan. Zendt Uw bijdrage op Postgiro 75000 Den Haag. aiii zij een onwaarachtig en groteske fantasie wordt. De sfeer van de bochtige ghetto- steegjes, van de prachtige koppen der Joden, van het melancholiek gezang der rabbijnen als ze God aanroepen om hen te helpen. Het is geen film geworden, die speculeert op de sensatiezucht der massa en daar dit zeer verleidelijk was, mag het als een bijzon der compliment voor deze Fransche film gel den. Harry Baur speelt de rol van Keizer Ru- dolf, den zwakkeling, wreed als een duivel soms, doch ook weer meelijwekkend en klein in zijn angst en wanhoop. Baur geeft hier weer een van die imposante karakterrollen, welke zijn roem over vijf werelddeelen deed gaan. Een rol, gespeeld van binnen uit. Zooals gezegd: men heeft niet gespeculeerd met het Golem-fenomeen. Eerst in het laatste bedrijf komt het luguber wezen tot leven om dood en vernietiging te brengen in Praag. En het is dan een climax, die aan een tot obses sie geworden spanning een einde maakt. Ook met deze film blijkt weer, dat de Fransche filmindustrie op goede wegen aan gekomen is. Nergens een spoor van effect- jagerij, nergens het uitbuiten van goedkoop sehtiment of een hang naar het theatrale. Maar een werk, waarin men een stuk historie ziet afgebeeld, verbijsterend van realiteit en met een couleur locale zooals men dat slechts zelden aantreft. 450.opgebracht. Met het resultaat van ruim 450.kan „Zonnestraal" .zeer tevreden/-zijn, gezien het buitengewoon gure weer. Een woord van hartelijken dank aan col? lectrices collectanten, de heer v. Twist en de firma van Baaren, is hier zeer op zijn plaats. De prachtige gramofoonplaten waren van de firma Tielrooij. Het gouvernement heeft besloten op Tand jong Perak, bij Soerabaja, een nieuw vlieg veld aan te leggen, zonder opstal doch inclu sief twee startbanen, zes ton kostend, waar toe nog dit jaar een aanvullingsbegrooting zal worden ingediend. (De Telegr.) OVERLEDEN: W. Melgerd, (m), 28 jaar. BEVALLEN: J. MaarsenGieze, z. A. KapteinJansen, d. KRUIDENIERS VERG ADERIN G« In een advertentie in dit nummer worden de Heldersche kruideniers opgeroepen voor een protestvergadering hedenavond 8.30 u. in het Kegelhuis. Voor bizonderheden zie men de advertentie. De regeering van Tsjechoslowakije heeft 't zwaar te verantwoorden. De moeilijke binnen- landsche omstandigheden en de druk van buiten zijn beide factoren die veel tact en beleid noodig maken om de rust t« hand haven. Gisteren zijn de gemeenteraadsverkiezingen begonnen en hoe gaarne de regeering gewild heeft, dat deze geen politiek karakter dra gen, is haar dat niet mogelijk gebleken. Aan den vooravond van deze verkiezingen heeft minister-president Hodzja een verkla ring aan de pers gegeven, waarin hij de grond beginselen van het nationaliteitenstatuut heeft uiteengezet. Tsjechoslowakije, aldus de pre mier, is zich bewust van zijn taak en zal die taak, hoe moeilijk ook, naar beste krachten voor het oog van de wereld trachten te ver vullen. Tsjechoslowakye mag in 't verleden fouten gemaakt hebben, fouten, welke verklaarbaar zijn door het verleden en welke niet ernstiger zijn dan die, welke elders zijn gemaakt, op 't oogenblik streeft zijn regeering met goeden wil naar een oplossing, welke allen kan be vredigen. Zij heeft daarbij niet alleen te rekenen met de wenschen van een Duitsche bevolkingsgroep: in niet mindere mate moet zij rekening houden met de opvattingen van haar eigen bevolking. Wie de Praagsche bladen van de laatste dagen leest, beseft, zoo schreef de N. R. Crt., dat nog vele kringen op een stand punt staan, dat de regeering reeds lang verlaten heeft en dat het de laatste veel moeite zal kosten allen van het goede en het noodzakelijke van haar maatregelen te overtuigen. Belangrijk is voorts de gewijzigde houding van het z.g. verdrag van Pittsburg, de over eenkomst, destijds gesloten tusschen Tsjechi sche en Slowaaksche vertegenwoordigers in Amerika. Jarenlang heeft de Tsjechische re geering de waarde van deze overeenkomst ontkend en heeft men haar niet als richt snoer voor de inrichting van den staat willen nemen. Op deze wijze tracht Hodzja te streven naar een verbroedering van Tsjechen en Slo- waken in den staat zelf en naar een wegne men van de geschilpunten, welke deelen van deze groepen steeds verdeeld heeft gehouden. Een streven, dat overal waardeering zal vinden. Zullen de verkiezingen uitkomst brengen? Dit is de vraag, welke velen zich op dit moment stelen. Een vraag, waarbij men speciaal denkt aan de kleine ongeregeldheden, welke op verschillende plaatsen zijn voorge vallen. Gebeurtenissen, welke op zich zelf onbclangrijk-zijn. maar gevaarlijk zijn in ver band met mogelijke gevolgen. BIOSCOPEN: Tivoli-theater, Spoorstraat, half 8: „Hoogspanning... Levensgevaarlijk" en „De Zwarte Spin". Rialto, Spoorstraat, half 8: „Saratoga" en „Go West young man". Witte Bioscoop, Koningstraat, half 8: „Schandaal om een vleermuis" en „Pers schandalen". Opgenomen om 8 uur hedenmorgen. Barometerstand Den Helder 766.4 Temperatuur zeewater 13.0 Temperatuur lucht 12.7 Licht op 9 u. 38 m. Hoogste temp. lucht gisteren 13.1 Laagste temp. lucht gisteren 9.2 Hoogwater (heden) 13.15 Laagwater (heden) 20.10 Hoogwater (morgen) 2.35 14.35 Laagwater (morgen) 8.05 21.20 Rob(jnen In de duinen. Wanneer U eens een tochtje door onze mooie duinen maakt, hier in de buurt, (liefst in het bezit van een Wandelkaart, want dan kan U nog eens buiten de gewone paadjes), dan zult U zich wel eens afvragen, wat dat toch voor muschachtige vogeltjes zijn, die steeds voor U opvliegen en een eindje verder weer op de prikkeldraad-omrastering gaan zitten, dan wel met een mooie boogvlucht over de aanplanting de duinen verder intrek ken. „Tuk-tuk... tuk". Neen, musschen zijn het niet, dat hoort U onmiddellijk aan het geluid. 'Dat bescheiden getuk is heel iets anders dan het brutale getjilp van onze huis. of straatmusschen. Ook hebben deze vogel tjes aan de staart witte zijzoompjes en in de vleugeltjes wittere randen. Het zijn de Kneutjes, die iedereen uit Den Helder, ten minste diegenen, die wel eens door de duinen loopt te speuren, wel zal kennen. Een man netjes-kneu kan om dezen t(jd van het jaar in het geheel geen verwarring geven met onzen musch. Het voorhoofd en de borst zijn nu mooi zacht-rood. (In het najaar grijs bruinachtig.) 't Wijfje mist echter al het rood Zij is over het algemeen dan ook de schuldige dat men wel eens op de gedachte komt met een gewoon muschje te doen te hebben. Zfl is over het geheel meer bruin, alleen de kop en de borst hebben dezelfde kleur als het mannetje in zijn herfstpakje. Deze aardige vogeltjes kunnen trotsch zijn op hun vele namen, een teeken dat ze ook over het ge- heele land verspreid zijn. De Friezen. Gronin gers en een groot aantal Hollanders betitelen hem met „Robijntje". Voorwaar geen slecht gekozen naam. In Overijsel heet hij „Tukker" te danken aan zijn roep: „tuk... tuk... tuk. In Noord.Brabant is het Heimourik, in Lim burg: Meertje en in Gelderland: Lukker. Dan nog de plaatselijke namen: Vlamsijsje, Hen- nepvink (voedsel hennepzaden) en Heikneu ter of Kneuter. Groepsgewijs trekken en dolen. Omstreeks Juli, nadat het laatste broedsel is grootgebracht, vormen zich groote troepen Sommige van deze vluchen verlaten ons land en vertrekken naar warmer en voedselrijker streken, (b.v. Zuid-Europa.) Andere denken er anders over en blijven hier te lande: zwer vend door de duinen, over de bouw- en wei landen of braak liggende gronden, overal rondneuzend („rondsnavelend"), naar iets van htm gading: zaden, zooals hennep-, papavers, distel- brandnetel., raap- of koolzaad. Dit spieden en zoeken gaat steeds gepaard met 'n vertrouwelijk, prettig gebabbel en een onop houdelijk „getuk". Zijn ze den winter goed doorgekomen en de naar warmere streken vertrokken groepen weer teruggekeerd, dan wordt al vrij gauw begonnen met den nestbouw. De groepen worden groepjes en deze slinken weer tot enkele paren. Die blijven dan ook dikwijls bij elkaar, zoodat het vaak gebeurt, dat meerdere kneuennesten vlak bij elkander gevonden worden. (Men denke hierbij echter niet aan kolonievorming). Deze nesten worden gemaakt van halmpjes, vezeltjes, kleine, dunne wor teltjes en dergelijke en worden gevoerd met haar en zaadpluisjes. Hier in de buurt kunnen we die nestjes vinden in de doornstruikjes of in de denneboompjes. In dit stevige, zachte bedje legt moederkneu de 4 tot 6 lichtblauwe eitjes, die rood-bruin gevlekt zijn en bebroedt ze een dag of dertien. De jongen worden niet zooals bij de meeste kleine zangvogeltjes met insecten gevoed, doch met zaden, welke eerst in de krop geweekt worden. (Ongeveer zoo als bij onze duiven. z(jn het dan op kleinere schaal). Bij vergissing! legt de Koekoek wel eens een ei in het nest van een kneu. Deze vrij. buiter is echter insecteneter en de jonge Koe koek zal dan ook wel ten doode gedoemd zijn. Zijn de jongen uitgevlogen, dan wordt in Juni nog getracht een tweede broedsel groot te brengen. In Juli zijn dan weer de Heldersche duinen gevuld met het prettige, kraaiende kneuen-gezang en vroolijk getuk. Nog meer juweeltjes in de duinen. Op de witte steen, die dient als richtingaan. wijzer: Helder, Strand, Callantsoog, zit een mooi grijs gekleurd vogeltje. De borst is geel, terwijl onder het oog een zwarte streep loopt. De staart lijkt zwart, maar vliegt hij op, dan zien we, dat de stuit wit is. Terwijl hij daar zoo op dien steen zit, onophoudelijk met de staart wippend, krijgt hij gezelschap. Het is zijn wjjfje. Nu kunnen we duidelijk het ver schil tusschen deze twee zien. Het mannetje heeft onder het oog een breede, zwarte streep, welke in een oorvlek eindigt. Deze ontbreekt bij het wijfje. Zoo op het eerste gezicht lijken het wel Kwikstaarten te zijn. Het zijn echter onze Tapuiten, de duinvogels bij uitnemendheid Hun broedsel is dan ook in veel gevallen te vinden in een oud konijnenhol. Niet altijd ech ter, wat ik heb wel eens nesten gevonden onder de spoorbiels, alhoewel ook daar lastig bij te komen is. De eieren z|jn lichtblauw van kleur. „Tek-tek-tek" en met een sierlijke zwaai, zwenken ze duinen in. De kleuren van deze vogeltjes zijn mooi, maar hun karakter is nu niet zoo prijzenswaardig. Steeds zoeken ze ruzie met de andere zangertjes en in de meeste gevallen worden z(jn dan ook gemeden. Een familielid van deze tapuiten is het Paapje, een ook hier in de duinen veel voor komend vogeltje, maar daarover een volgende keer. want ons „juweelenkistje" is nog lane niet ledig. d. J.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 5