UZ&M De vaderlandsliefde der Katholieken RADIO Ti VAN Waalhaven verboden voor Defensie Roofoverval te Haaksbergen Twee nichten en twee neven i edgar rice burroughs Rotterdam eischt een eigen vliegveld De zaak Oss De grootste werkloosheid onder mannen van 31 tot 40 jaar De gouddiefstal te Utrecht Het arsenaal in de modder Lijk in hooiberg PROGRAMMA DOOR No. 78. Terwijl Tarzan naar het spoor zocht, kwam er een groote man uit het Noorden der jungle naar het kamp toe. Hij kwam recht op de blanke man en Mugambi af. Geen van beiden hun kunnen dromen, dat er nog een ander menselijk wezen, buiten henzelf op het Jungle eiland was. „Wie ben je?" vroeg de aapman. „Wat weet je van de ontvoering van mijn vrouw en de Mosula-vrouw?" „Alles," ant woordde de man. „Je vrouwen zijn gestolen en als U hen wenst weer te zien, ga dan vlug met me mee. Anders is het parelschip al op zee als wij de plek bereiken, waar het voor anker heeft gelegen". „Waarom ben je hier gekomen?" vroeg Tarzan. „Ik hoorde die duivel, Kai Shang en een van uw mensen een plan maken. Kai Shang heeft me uit het kamp verjaagd en wilde me dooden. Nu, ik wil het hem even graag. Vlug, er is geen mi nuut te verliezen". Door de wending, die de zaken nu namen opeens weer tot daden over gaande, volgden Tarzan en Mugambi de parel visser, en ze renden Noordwaarts door de jungle. Zouden zij nog op tijd komen? Slechts enkele minuten later kregen zij antwoord op hun vraag.Toen de drie tenslotte het dichte gebladerte op zij schoven en naar de haven keken en naar de oceaan, die daar voor hen lag, zagen ze, dat het inderdaad te laat was. Het lot was tegen hem geweest, want het parelschip had "de zeilen reeds gehesen en voer de haven uit, de open zee tegemoet. Wat nu te doen? De brede borst van Tarzan ging zwoegend op en neer. De laatste hoop was ver dwenen. Als Tarzan van de Apen ooit in zijn leven reden had gehad om te wanhopen, dan was het nu, toen hij het schip zag vertrekken, dat zijn vrouw naar een vreselijk lot zou voeren en dat vol gratie zeewaarts koerste. (Nieuwe spelling.? B. en W. van Botterdam hebben den raad voorgesteld, hen te mach tigen aan den minister van Water staat mede te deelen^ dat, aange zien Rotterdam de Instandhouding van een eigen vliegveld in haar naaste omgeving een onafwijsbare eisch acht, zij haar medewerking aan de uitvoering van het voorne men der Begeering tot den aanleg van een centraal vliegveld niet kan verleenen en er op aandringt, dat de beslissing omtrent dit voorne men door de Regeering op zoo kort mogelijken termijn wordt genomen en niet wordt uitgesteld tot om streeks de jaarwisseling 1938/39. In verband met de door B. en W. gedane toezegging, dat zij er geen bedenking te gen hebben, dat vanwege het departement yan Defensie op Waalhaven reeds dadelijk (ie noodige accomodatie wordt tot stand gebracht voor het gebruik van dat terrein door de militaire luchtvaart, is door den minister van Defensie bij schrijven van 19 Mei j.1. toestemming verzocht tot het doen bouwen en gebruiken van drie hangars imet toebehooren in den westelijken hoek van Waalhaven. Uiteraard is de toezegging geschied onder voorbehoud, dat de regee- rinc tegen verplaatsing van de burgerlucht vaart naar een terrein in den polder Zes- ïieruhoven geen bezwaar zou maken. Nu echter dit laatste wel te duchten is, Is het B. en W., hoezeer zij er van door drongen zijn, dat de Defensie-belangen in dezen spoed vereischen, vanzelfsprekend niet mogelijk, hangende deze aangelegen heid aan het verzoek van den minister van Defensie gevolg te geven. BEHANDELING DER BEROEPEN VAN DE MARECHAUSSEE. Naar wij vernemen, zullen de beroepen van de mareohaussee In Oss door het ambtenarengerecht behandeld worden op Donderdag 23 Juni aa. Aanval en verdediging. Begin dezer maand hield, aldus de Msb., het liberale oud-Kamerlid H. D. Louwes te Ruurlo een rede, waarin hij o.m. het vol gende programpunt formuleerde: „Vorming van een bezonnen en sterk nationaal centrum tegen alle beïnvloeding van ons staatkundig leven door buitenlandsche mach ten; deze is te vinden bij de natio- naal-socialisten en comm. en in zekeren zin bij de Roomsch-Katho- lieken, daar ook deze ingeschakeld zijn in de wereldpolitiek van het Vaticaan". Waarbij de „Leidsche Courant" aantee- kent: Hier wordt dus wéér eens de stelling geplaatst, dat de Katholieken, door hun lidmaatschap van de Katholieke Kerk, die internationaal en universeel is, geen vol bloed vaderlanders kunnen zijn. Minister Romme had Zondag 1 Mei op den kaderdag van De Jonge Werkman te Eindhoven deze stelling een vervloekte stelling genoemd. afgewezen moet worden, zoo sprak de minister, de vervloekte stelling, dat een principieele levensbeschouwing zich niet zou verdragen met het nationale gevoel. Elk Nederlander kan rechtgeaard vader lander zijn, als hij, binnen het kader van het nationaal gevoel, werkt uit principi eele overtuiging". Wij tarten, aldus het blad, een ieder, om te noemen één katholiek beginsel, waardoor de Katholiek minder goed vaderlander zou zijn, dan een ander! Wij tarten een ieder, om te noemen één pauselijke uitspraak of één pauselijk be vel, waardoor de trouw van den Katholiek aan zijn land en aan het wereldlijk gezag in gevaar zou kunnen worden gebracht! t Is alles praat in de ruimte, na-praterij. V67-OJ1lo Nog nooit heeft iemand met eenig bewijs kunnen tegenspreken onze rechtmatig-fiere verklaring: Er zijn wel even goede, maar geen betere vaderlanders, geen betere Ne derlanders, geen betere onderdanen van H.M. de Koningin, dan de Katholieken! 't Is droevig, dat nog steeds een ver vloekte stelling, als die, welke op een li- beralenvergadering te Ruurlo is verkon digd, aanhangers vindt, zoo besluit de Leidsche Crt. Onverlaten slaan weduwe met een hamer op het hoofd. Gisternacht is te Stepelo, ge meente Haaksbergen, een overval met roof gepleegd op de aldaar met haar dochter en een knechtje wo nende 55-jarige weduwe G. J. te Vaarwerk. De onverlaten drongen de boerderij bin nen, overvielen de weduwe en hebben haar met een hamer op het hoofd geslagen en ernstige verwondingen toegebracht, waarna men de bewoners over elkaar in het bed gooide, terwijl één van de daders hen onder bedreiging van een revolver in bedwang hield. Daarop heeft een tweede persoon het hee- le huis doorzocht, waarna de indringers vertrokken met medeneming van gouden sieraden. Het geld hebben zij niet gevonden. De daders zijn daarop per rijwiel ver dwenen naar een in de nabijheid staande auto en zijn weggereden. Onmiddellijk is aangifte bij de politie ge daan, die een uitgebreid onderzoek heeft ingesteld. Naderhand zijn de rijwielen te ruggevonden. Van de daders ontbreekt elk spoor. De toestand van het slachtoffer is redelijk wel. Uit een op 1 April j.1. gehouden telling van de bij de gezamenlijke organen der openbare Arbeidsbe middeling ingeschreven werkloozen blijkt, dat de grootste werkloosheid heerscht onder de mannen van 31 tot en met 40 jaar; deze groep be slaat n.1. 18,7 van het totaal aan tal werkloozen. Dan volgen resp. de groepen van 25 t.m. 40 jaar met 17%, van 61 tot en met 65 jaar met 16%, van 41 tot en met 50 jaar met 15,9%, van 51 tot en met 60 jaar, met 15,2%, van 18 tot en met 24 jaar, met 8,9 van 14 tot en met 17 jaar met 3,8% en van 65 jaar en ouder met 1,6 Van de vrouwen telt de categorie van 14 tot en met 24 jaar de meeste werkloo zen. Vijf personen veroordeeld Gisterochtend heeft de rechtbank te Utrecht uitspraak gedaan in de zaak van den bekenden gouddiefstal aan het Tandheelkundig Instituut te Utrecht. De 27-jarige Amsterdamsche schoenmaker C. V. werd veroor deeld tot drie jaar gevangenisstraf, met aftrek van den tijd, in pre ventieve hechtenis doorgebracht (eisch vier jaar.) De 25-jarige chauffeur D. J. van der S., tot drie jaar gevangenisstraf, eveneens het aftrek (eisch vier jaar,) de 33-jarige typograaf L. de G., werd conform den eisch tot vier jaar gevangenis straf veroordeeld, met aftrek van voorarrest. De rechtbank veroordeelde verder den 38-jarigen Utrechtenaar J. M., kostbaas van den student, tot drie jaar gevangenisstraf (eisch drie jaar). De preventieve hechtenis werd eveneens in mindering ge bracht. De student B. N., werd veroordeeld tot één jaar voorwaardelijke gevan genisstraf, met een proeftijd van drie jaar Waldeck Pyrmontkade nog steeds niet uitgeput. Het baggeren in de Waldeck Pyrmont kade te Den Haag heeft sedert de laatste opgave een hoeveelheid van 290 revolver patronen en 62 geweerpatronen opgeleverd. Zooals alle andere ladingen patronen die uit dit water zijn opgehaald, zullen ook deze bij de afd. Vuurwapenwet worden onderzocht. In totaal heeft het baggeren tot nu toe niet minder dan 1558 revolver- en 272 ge weerpatronen opgeleverd, alsmede 8 vuur wapenen. Gisterochtend ging de zoon van den heer Kramer, wonende aan den Jaagweg, dicht bij Pui-merend, zoeken, waar de kat haar jongen had verstopt. Hij kwam in een kap- berg, waar men zelden komt, en bij het om woelen van het hooi vond de jongen een paar schoenen en een jas. Toen hij verder zocht vond hij een lijk, waarschijnlijk van een zwerver, dat in verregaanden staiat van ontbinding verkeerde. De politie stelt een onderzoek in. DONDERDAG 2 JUNI 1938. Hilversum I. 175 en 415,5 m. 8.009.15 KRO. 10.00 NCRV. 1100 KRO. 2.0012.00 NCRV. 8.009.15 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Ber.) 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Religieuze causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Orkesrt. (1.00—1.20 Gramofoon muziek). 2.00 Handwerkuurtje. 2.55 Gramofoonmuziek. 3.00 Voor de vrouw. 3.30 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Cursus handenarbeid voor onze jeugd. 5.30 Orgelspel. 6.30 Gramofoonmuziek. 6.45 Causerie „Zeevaart en zeelieden". 7.00 Berichten. 7.15 Journalistiek weekoverzicht. 7.45 Reportage. 8.05 Berichten ANP., herhaling SOS-Ber. 8,15 Gramofoonmuziek. 8.20 Paaschbergkoor en gramofoonmuziek. 9.00 Causerie over de reorganisatie van de Nederduitseh Hervormde Kerk. 9.20 Vervolg concert. 9.30 Gramofoonmuziek. 9.45 Amsterdamsch Salonorkest (Om 10.00 Berichten ANP). 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Vervolg concert. 11.30 Gramofoonmuziek. 11.5012.00 Schriftlezing. AVRO-uitzending. Hilversum II. 301,5 m. 8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Omroeporkest. 11.00 Kniples. 11.30 Omroeporkest en solist (Om 12.15 Ber.) 12.30 Het Kovacs Lajos-orkest. 11.15 Het Lyra-Trio. 2.00 Voor de Vrouw. 2.30 Het AVRO-Octet en soliste. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Gramofoonmuziek. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 Aeolian-orkest. 6.30 Sportpraatje. 7.00 Pianovoordracht. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Concertgebouw-orkest. 9.15 Interview. 9.35 Het Renova-kwintet. 10.20 Het Kovacs Lajos-orkest. 11.00 Berichten ANP. Hierna dansmuziek (Gr.pl.). 11.4012.00 Orgelspel. feuilleton. Naar het Engelsch „Maar je begrijpt toch wel, dat het hier spookt, Minnie! Niets zoo uitnoodigend als een bed met gordijnen. Vertel maar eens gauw de geschiedenis, die er aan verbonden is „Onzin!" riep Minnie. „Ik ben niet zoo bij- geloovig!" „Nu. maar vertel toch eens gauw, wat je gehoord hebt. Ik geloof je, dat ik niet schreeu wen zal". Minnie spreidde met groote zorg de a ens over het bed en met een ongeduldig rukje aan de deken zei ze: „Nu, ik geloof er zelf niets van, maar ze beweren, dat zich hier wel eens een vrouw vertoont met loshangend haar, dat haar over het gezicht hangt. Maar er is niks van aan, hoor, miss! Slaapt u maar lekker Toen Janie alleen was, ging ze nog een tijdje op den rand van het versmade bed zitten en keek naar de koffers met de etiketjes er cp, die Elizabeth met haar keurige hand ge schreven had. „Je hoeft niet te denken, dat ik je hier Uitpak!" zei ze tegen deze stomme getuigen, „morgen gaan we regelrecht terug naar mrs. Ruggles en dan hoop ik, dat ik die griezelige „Grange" niet weerzie?" HOOFDSTUK V. Een goede nachtrust en een zonnige ochtend deden Janie toch van opvatting veranderen. Ze was nog altijd besloten, Redwall te ver laten, maar toch wilde ze geen stap doen in deze richting, eer mrs. George Gilchrist terug zou zijn; en dus zou ze dezen dag maar eens wijden aan de kennismaking met haar nieuwe omgeving. Ze bracht den morgen door met het huis en den tuin eens nader te bekijken. Het huis leek haar nu lang niet zoo somber meer en de tuin vond ze verrukkelijk! Ze zag niemand anders dan Minnie. Familiemaaltijden bestonden er niet. De tweelingbroers, hulpbevoeend als ze waren, verlieten nooit hun kamers; mrs. George ais ze er was bleef ook in haar eigen vertrek en werd bediend door haar kamenier; Rorke had zijn kamer in een vér- verwijderd deel van het huis, waar hij zijn eenzame maaltijden gebruikte en af en toe eens een kennis bij zich had. Janie deelde Minnie's middagmaal in de keuken om één uur en na afloop daarvan zette ze haar hoed op en zei, dat ze de buurt eens ging „verkennen". Het was een zachte, heldere voorjaarsdag en lustig kweelden de vogels. Het was hier heer lijk; ofschoon niet ver verwijderd van het drukke fabrieksdistrict van Bredlington, was de lucht er zoo zuiver en prikkelend, de rivier straalde in het zonlicht en in het verschiet zag ze enkel vroolijk-verlichte heuveltoppen. Misschien zou ze het hier toch wel een maand kunnen uithouden. Ze zou althans van daag maar niet schrijven aan Elizabeth en aan oud-tante Sara. In vier weken zou ze wat anders kunnen vinden; dus zou ze zich maar geen zorgen maken vóór den tijd en van dezen mooien dag genieten. Om ongeveer vier uur liep ze op den hoofd weg bij een dorpslogementje, waar ze een paar fietsen tegen den muur zag staan. Haar tong kleefde haar aan het verhemelte en ze smachtte naar een kopje thee. Binnen zaten een dame en een heer, ieder aan een tafeltje, thee te drinken. De dame keek even op, de heer hield haar steeds in het oog; dit voelde zij. Het was een lange, jonge man met-*een grooten neus, hooge jukbeenderen en licht-bruine oogen. Janie ging aan het derde tafeltje zitten met den rug naar den heer, maar hij veranderde van plaats, zoodat hij haar van ter zijde steeds zien kon. Te vergeefs trachtte zij zich al te verdiepen in een oude krant, die daar lag; steeds voelde zij, dat hij met een blik haar bewegingen volgde. Als om moreelen steun keek ze nog eens naar de dame, maar die scheen zóózeer in be slag genomen door het bestudeeren van een toeristenkaart, dat ze hier niets van merkte. Op dat oogenblik kwam er nog iemand bin nen en wel haar neef, Rorke Gilchrist. Blijk baar waren ze beiden evenzeer verrast over deze onverwachte ontmoeting en ze wist eigenlijk niet, of hij haar wel gegroet had of niet. Voor de andere dame nam hij den hoed af; die boog even en hij knikte eens tegen den onbeschaamden jongen man, die dezen groet op dezelfde wijze beantwoordde. Rorke trad aan de toonbank, bestelde zijn verversching, die hij daar gebruikte en ver liet toen weer het logementje. Haar tijdelijke verwarring was niet onge merkt gebleven door den onbeschaamden be zoeker. Met schrik zag zij het oogenblik te gemoet, dat ze alleen werden gelaten en ook durfde ze niet weggaan, want ze was bang, dat hij haar dan volgen zou. De toeriste stond op, betaalde haar verte ring en ging. Janie volgde ijlings. Op weg naar de deur stootte ze met den voet tegen de opgevouwen toeristenkaart, die de dame blijkbaar verloren had. Dit leek Jane een uitkomst; ze gaf het ding aan de eige nares terug, juist toen de onbeschaamde ook uit de deur kwam; maar toen hg de dames in gesprek zag, kon hij niet anders doen, dan zijn fiets nemen en wegrijden. De toeriste bleef hem nog in het oog hou den en zei toen vriendelijk: „Neem mij niet kwalijk, dat ik u nog een paar vragen doe. Ik geloof, dat u hier in de buurt thuis hoort? Ik zag u althans gisteren door Chatbeck rijden met mr. Rorke Gilchrist. Logeert u op „The Grange"?" „Nee, ik logeer er niet, maar ik denk, dat ik er een tijd blijven zal. Ik heb een betrekking als „hulp van de moeder" bij een kleinen jongen". „O, ik hoop, dat u mij niet erg bemoeiziek vindt, maar wonen uw ouders ook hier dicht bij? Heeft u een persoonlijk onderhoud gehad met mrs. Georg Gilchrist, vóór u de betrek king aannam?" „Ik heb geen ouders. Mijn familie woont voor het grootste deel in het Zuiden van En geland. Ik heb de advertentie van mrs. Gil christ beantwoord, maar ik heb haar nog niet gezien. Zij en de kleine jongen zijn beiden weg." ..Dat begrijp ik. Ik geloof niet, miss „Carleton,", viel Janie in. dat wij u hier lang houden zullen; maar waarschijnlijk zullen wij elkaar nog wel eens ontmoeten. Ik ben mrs. Carpmael en mijn man is hier dokter. Ambtshalve komt hij niet op „The Grange"; maar daar Chatbeck heel klein is, zullen wij elkaar af en toe wel eens spreken. Als het u ooit eens mocht invallen", en dit met ernstigen blik Janie in (Je oogen kijkend, „dat u een vriendin noodig heeft, of althans een vriendschappelijken raad, dan moet u niet dralen, om u tot mij te wenden" In gedachten verdiept, zette Janie haar weg voort. Blijkbaar achtte mrs. Carpmael „The Grange" geen geschikt verblijf voor een jong meisje; een opvatting, die zeker zou gedeeld worden door Elizabeth, om nog niets te zeg gen van tante Hermione. Was het haar plicht niet, om zich terug te trekken en een andere positie trachten te vinden? Toch voelde Janie er ook niet zooveel voor, om terug te gaan naar Londen, want haar enthousiasme voor de wereldstad was wel wat bekoeld. ,t Is hard, om Stoneshire juist te moeten verlaten, nu ik tot de ontdekking ben ge komen, dat het de heerlijkste plaats ter wereld is!" dacht ze. „Waarschijnlijk doet mijn afkomst uit het Noorden van het land zich toch gelden. Ik heb nu het gevoel, of mijn hart altijd naar het Noorden heeft gewezen, als de naald van het kompas. Die heerlijke Noordenwind, die brengt vrijheid aan!" De „heerlijke noordenwind", die anders nu juist uit het Zuiden blies, was ineens zóó hef tig, dat hij haar hoed van het hoofd rukte, die nu vroolijk in de rivier lag te drijven. In haar streven, om het ding nog te pak ken te krijgen, boog zij zich voorover langs den kant, bleef haken tusschen de lange hal men en het riet en viel voorover met dit gevolg, dat de eenige speld, waarmee ze het haar bijeenhield, ook hopeloos verloren ging en dat zij dus terug moest naar het huis van haar werkgeefster; zonder hoed en met het haar loshangend. •Ik hoop maar, dat ik Rorke Gilchrist althans niet ontmoet! Als hij mij zóó zag, zou hij zeker vinden, dat ik niet goed genoeg was voor hen! Dus dan zouden de rollen precies omgekeerd zijn". (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7