De beteekenis van Schiphol in cijfers RADIO Vindingrijke looddief Bevolkingsonderzoek in de Wieringermeer PROGRAMMA Twee nichten en twee neven door EDGAR RICE BURROUGHS Dc zedenmisdrijven fe Oss 12, No. 1. Stroomafwaarts op de Ugambi Rivier voer een kleine boot de zee tegemoet. Haar beman ning was verheugd, dat er nu weer een einde was gekomen aan het gezwoeg om stroomop waarts te roeien. Toen ze de zee naderden, waar het moederschip wachtte, klaar om naar Engeland terug te zeilen, werd hun aandacht opeens getrokken door een vreemde, spook achtige verschijning aan de rand van de jungle. Zwaaiend met broodmagere, uitgestrekte armen stond daar een man te schreeuwen om hun aandacht te trekken. ,,Een blanke!" riep de stuurman. „Aan de riemen, iongens, we zullen even oversteken en zien, wat hij wil." Toen de boot vlak bij de o .ver van de rivier was, aanschouwden zij een uitgeteerd schepsel met sluik haar en een lange baard. Tranen biggelden over zijn ingevallen wangen. In 'n vreemde taal begon hij te spreken. „Spreek je Engelsch?" vroeg de stuurman. Dat kende hij Gebroken en met zichtbare inspanning ver telde dit menselijke wrak zijn redders een vreemd verhaal. Jarenlang had hy in afzon dering, ontbering en ellende in de vreselijke jungle geleefd. Hij was een Rus, maar hoe hij in Afrika kwam en heette, wilde hy niet zeggen Men dacht, dat hij de gebeurtenissen uit zijn vroeger leven vergeten was door de vrese lijke avonturen, die hij had beleefd. Geduren de tien jaar was hij slaaf geweest in een kannibalendorp, bespot en gestenigd door de vrouwen, geslagen en mishandeld door de mannen. Eindelijk had hij kans gezien te ontsnappen en vond tenslotte zijn weg naar de kust een menschelijk wrak, zowel geestelijk als lichamelijk. Terwijl hij zijn onge looflijk verhaal beëindigde, smeekte hij de zee lieden hem met zich mee te nemen. waar heen was hem onverschillig Vervuld van me delijden, namen zij hem aan boord van de „Marjorie W", verzorgden en voedden hem, en zo kreeg hij zijn gezondheid gedeeltelijk terug. Op deze manier ontkwam Alexis Paulvitch aan een leven erger dan de dood en kruiste hij weer het pad van Tarzan de Apen. Eén der lest geoutilleerde lucht havens van Europa. De wethouder voor de handelsinrichtin- gen, te Amsterdam, mr. G. C. J. D. Kropman heeft opnieuw een pleidooi gehouden voor het behoud van de Amsterdamsche luchtha ven. In de congreszaal van het vliegveld zette hij gisterochtend in een causerie voor de leden der Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam aan de hand van vele cijfers en grafieken de beteekenis van Schiphol uiteen. Spr. stond eerst stil bij de geschie denis van Schiphol. Ontstaan als militair vliegterrein was het aan vankelijk geheel in beheer bij het ministerie van Defensie. In 1926 gaf het Rijk Schiphol aan Amsterdam in gebruik ter exploitatie voor het bur- gerluchtverkeer met handhaving van het gebruik van het veld door de militaire luchtvaart. Onmiddellijk heeft Amsterdam de verbete ring van de outillage ter hand genomen. Zij heeft er in de twaalf jaar, dat Schiphol bij haar in beheer is, naar gestreefd de ontwik keling van de luchthaven gelijken tred te doen houden met de snelle ontwikkeling van het luchtverkeer. Vele onverdachte getui gen hebben het gemeentebestuur herhaalde lijk te kennen gegeven, dat het in zijn stre ven volkomen geslaagd is. Schiphol is, aldus spr., geworden tot één der best geoutilleerde lucht havens van geheel Europa, aan welks verdere uitbreiding en ont wikkeling voortdurend wordt door gewerkt. De gemeente zal aan het einde van het Jaar in Schiphol een kapitaal van in totaal ongeveer f 7 millioen gestoken hebben. Hier bij is rekening gehouden met de reeds met het Rijk overeengekomen aan koopsom voor het nog aan het Rijk toebe- hoorende gedeelte van Schiphol. Vergelijking met Waalhaven. Ook in de organisatie van den Rijkslucht vaartdienst, welke hier te lande den radio- en weerberichtendienst op de luchthavens verzorgt, teekent zich de groote beteekenis van Schiphol af. Het hoofdluchtvaartradio- station is nabij Schiphol gevestigd. De dienst heeft op Schiphol 47 ambtenaren gestation- neerd tegen 15 op Waalhaven. Schiphol heeft verreweg het grootste aandeel in 't luchtverkeer. Amsterdam levert 77K procent en Rotterdam 22'A procent van het ge zamenlijke Amsterdamsche en Rot- terdamsche reizigersverkeer van en naar het buitenland, voor het goe deren- en postvervoer zijn deze per centages voor Schiphol 80, voor Waalhaven 20. De overwegende beteekenis van Amster dam voor het internationale luchtverkeer blijkt nog duidelijker, indien men bedenkt, dat deze voor Schiphol zoo gunstige verhou ding is verkregen in een tijd, dat de aan sluiting van Schiphol op het net van auto snelwegen nog niet is tot stand gekomen, en bijv. 's-Gravenhage dan ook voor het luchtverkeer grootendeels op Waalhaven was georiënteerd. Het aandeel van 's-Gravenhage in het verkeer der luchthaven Waalhaven kan op ongeveer de helft worden gesteld. Voor het binnenlandsche luchtverkeer is de beteekenis van Schiphol en Waalhaven nagenoeg gelijk. Het binnenlandsch passagiersverkeer om vatte in 1987 resp. voor Schiphol en Waal haven, 10.689 en 8.993 personen. Het op Schiphol werkzame personeel om vat 1200 personen. Op de luchthaven Waal haven zijn ongeveer 100 personen werk zaam. Het laten vervallen van Schiphol zou, gelet op dit alles en in aanmerking genomen de groote ontwikkeling, die het luchtver keer tegemoet gaat, dan ook niet minder dan een ramp voor de hoofdstad beteeke- nen en een groot nadeel voor de ontwikke ling van Nederlands luchtverkeer. Schiphol mag niet verdwijnen, riep spr. uit. Drie Jaar gevangenisstraf tegen industrieel geëischt. De Bossche rechtbank heeft gisteren met gesloten deuren behandeld de strafzaak te gen een industriee1 uit Oss, die zich voor eenige zedenmisdrijven te verantwoorden had. De zitting werd bijgewoond door den ad vocaat-generaal, Mr. W. Massink. De be handeling der zaak heeft twee en een half uur geduurd. De subst. officier van Justitie, Mr. B. van den Burg, heeft drie Jaar ge vangenisstraf geëischt. De verdediging werd gevoerd door Mr. E. van Zinnicq Bergmann uit Den Bosch. De rechtbank zal over veertien dagen vonnis wijzen. „Ik moest dat lood wel aanpak ken anders was het op mijn teenen gevallen." Twee broers uit Rotterdam, beiden A. ter W. geheeten hebben op 30 Maart j.1. ge poogd lood te stelen van het in aanbouw zijnde gebouw van de Technische Hooge- school aan de Kanaalstraat te Delft. Zij werden evenwel gezien door een juist pas- seerenden teekenaar en hebben daarop de vlucht genomen. Ecnigen tijd later volgde hun arrestatie. De oudste broer legde, hoewel niet dan na lange aarzeling, een volle dige bekentenis af, de jongste, die wel toegaf er bij te zijn geweest, ontkende, dat hij mee in het gebouw is geweest om lood te gaan stelen. „Waarom bent U dan naar binnen ge gaan, U had in dat gebouw niets te maken? zoo vroeg hem mr. Kuhn, president van de strafkamer der Ilaagsche rechtbank, waar voor de beide verdachten zich gisteren te verantwoorden hadden. ,Ik wilde het gebouw eens bezichtigen," klonk het onnoozele antwoord. President: „En daarom bent U ook maar over het hek geklommen en hebt een stuk lood van uw broer aangepakt." Verdachte: „Dat moest ik wel, anders had ik het lood op mijn teenen gekregen." Nog was verdachte's vindingrijkheid niet uitgeput. Breedvoerig vertelde hij, dat het praatje in Delft rond ging, dat er spoken in het leegstaande gebouw ronddoolden. „Maar toch niet op klaarlichten dag," in terrumpeerde de president. „Neen," gaf verdachte toe, „maar ze had den gezegd dat ik er niet in durfde en toen wou ik laten zien, dat dat wel het geval was, want ik geloof heelemaal niet aan spoken." De Officier van Justitie, hechtte aan het spoken-verhaal van den eenen verdachte weinig geloof en achtte beiden schuldig aan poging tot diefstal. Beiden hebben lang geen blanco strafblad meer. Tegen den oudste, den hoofddader, luidde de eisch één jaar gevange nisstraf, tegen den ander, die een kleinere rol heeft gespeeld en boven dien verminderd toerekeningsvat baar is, een gevangenisstraf van vier maanden. Mr. van Es, voor den Jongsten verdachte optredend, meende, dat deze hoogstens aan medeplichtigheid kon schuldig zijn, doch niet, zooals de dagvaarding ten laste legt, aan mededaderschap. Uitspraak 23 Juni. Belangstellende studiën zullen eerstdaags verschijnen. De stichting voor het Bevolkings onderzoek in de drooggelegde Zui derzeepolders hield dezer dagen haar eerste jaarvergadering in een der lokalen van de haar door de ge meente Amsterdam ter beschikking gestelde archiefruimte, waar tal van kaarten en graphieken aan den wand reeds uitkomsten van onder zoekingen in de Wieringermeer ver vertoonden. De voorzitter, prof. dr. H. N. ter Veen, wees er in zijn openingswoord op, dat de stichting in -het afgeloopen jaar reeds vele moeilijkheden te boven is gekomen en dat er, nu er een financieele commissie is ge vormd, waarin als niet-leden der stichting de heeron D. H. van Dam en Jan Boisse- vain hebben zitting genomen, alle reden is om de toekomst ook hoopvol tegemoet te zien. Het grootste deel der besprekingen betrof het werk, dat reeds door de verschillende secties (menschkunde erfolijksheidsleer .ziel kunde, taalkunde en klankleer, sociogra- phie, rechtswetenschap, sociale hygiëne, sta tistiek en folklore) is verricht, en de werk plannen, die de secties voor 1938 hebben op gesteld. Eenige uitkomsten zijn reeds pers klaar, n.1. een werk van dr. F. van Heek over do sociaal-economische waarde van de Wieringermeer voor de Nederlandsche volkshuishouding en een brochure van mr. J. in 't Veld over: „Het openbaar lichaam de Wieringermeer," een studie van J. Kes en J. Godefrov over de Wie ringermeer als arbeidsmarkt. De sectie voor psychologie, onder leiding van prof. E. D. Wiersma, en die voor taal kunde en phonetiek, onder leiding van prof. J. van Ginneken, hebben ook reeds veel materiaal binnengehaald, dat thans bewerkt wordt. Mr. dr. J. H. van Zanten, de directeur van het archief der stichting werkte de demographische gegevens (over geboorte, sterfte, huwelijk, enz.) Men mag aannemen, dat de stichting, gesteund door de overheid en verscheidene wetenschappelijke lichamen, en met mede werking van het bestuur van den Wierin germeer, werk zal kunnen doen, dat van belang zal zijn niet slechts voor de bewo ners van de Wieringermeer en van de vol gende Zuiderzeepolders, maar voor het ge- hecle Nederlandsche volk. ZATERDAG 11 JUNI 1938. Hilversum I. 1875 en 41,5 m. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (8.15 Ber.)' 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkesrt (1.00—1.20 Gramofoonmu ziek en om 1.15 Berichten). 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 3.00 Kinderuur 4.00 Berichten. Gramofoonmuziek. 4.15 KRO-Melodisten en solist. (4.455.00 Gramofoonmuziek) 5.30 Esperanto-nieuws. 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6 45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Het H. Priesterschap (in)", 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 Gevarieerd programma. ir.30 Berichten ANP. 10.40 Internationale sportrevue. 10.55 -12.00 Gramofoonmuziek. Hilversum n, 301,5 m, VAK A-uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30 —8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven. 12.001.45 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Be richten). 2.00 Causerie „Reizen en trekken". 2.15 Amateurs-uitzending. 3.00 Reportage. 3.15 Gramofoonmuziek. 4.30 Esperanto-uitzending. 4.50 Gramofoonmuziek. 5.40 Literaire causerie. 6.00 Orgelspel. 6.30 Uit de Roode Jeugdbeweging. 7.00 Filmland. 7.30 Bijbelvertellingen. 8.05 Herhaling SOS-Berichten. 8.07 Berichten ANP en VARA-Varia. 8 20 Schaaknieuws. 8.25 De Ramblers, Esmeralda-Septet, „The Four Blue Stars", VAR A-Kinderkoor „De Merels", sprekers en solisten. 10.30 Berichten ANP. 10.35 C. Steyn's accordeonorkest. 11.00 Schaaknieuws. 11.0512.00 Gramofoonmuziek. rEÜILLE TON- Naar het Engelsch „Myn vader is ook in Devonshire geboren, (naar zijn familie kwam uit het Noorden „Toch geloof ik niet, dat hij tot dezelfde familie hoorde, als waaraan mijn nicht Honor door haar huwelijk verwant is Dat waren geen aangename menschen. Het was dan ook een zeer ongelukkig huwelijk voor die arme Honor! Het was als kind zoo n alleraardigst, opgewekt ding, ^eken er altijd vol verlangen op uit, als zij weer eens een tijdje bij ons logeeren kwam. Ze heeft dien George Gilchrist ontmoet op de boot, toen ze overstak naar Dublin; en kort daarna is ze met hem getrouwd, tegen den zin van haar familie Hij moet zeer knap van uiter lijk zijn geweest, maar een man, die nergens voor deugde. Ze is dan ook maar een paar jaar getrouwd geweest. Ik heb haar later maar ééns gezien, toen ze een paar maanden vóór haar dood in Londen kwam met haar zoontje Rorke. Ze was toen toch zoo veran derd, die arme Honor! Ze logeerde bij ons en jij en Rorke hebben zoo geweldig gevochten, dat jullie gescheiden moest worden. Hij was een paar jaar jonger dan jij, maar een poo- tig kereltje." „Kent u dien Rorke Gilchrist ook waar mee ik zoo slaags ben geweest, miss Gil- christ „Ik weet, dat er een Rorke Gilchrist is, ofschoon ik hem, nóch zijn familie, ooit ge zien heb", antwoordde zjj haastig, want de wending, die nu het gesprek genomen had, leek haar al bijzonder pijnlijk. Zelve zou ze het heerlijk hebben gevonden, als er een band mocht bestaan tusschen haai en die vrien delijke Warreners; maar Janie stond er im mers op, dat haar verblijfplaats geheim zou worden gehouden voor iedereen. „Woont hij in Stoneshire?" vroeg Dick. „Ja." „George Gilchrist of mijn familie dan", ging mrs. Warrener voort, „woonde op een buitenplaats: „Radwall Grange" in de ge meente Chatbeck. Heb je daar familie Eliza- beth?" O, wat had zij zich toch ln een wespen nest gestoken door die schijnbaar onschuldige misleiding! Wat kon die waarheidlievende Elizabeth eigenlijk anders hebben gezega dan: „Mijn zuster is daar nu" Maar, om het geheim van een ander te verklappen, leeek haar haast even slecht gehandeld en dus antwoordde ze ontwijkend: „Ik geloof, dat er nu wel familie woont van mijn vader en daar moet ook een Rorke Gilchrist onder wezen. Maar omdat wij nooit met elkaar zijn omgegaan..." Zij hield Ineens op, want wat kon ze er nu eigenlijk verder bijvoegen, zonder de waar heid te kort te doen? Mrs. Warrener was te zeer verdiept in het verleden, om iets vreemds in haar houding op te merken; voor haar zoon ging dit echter niet verloren. „Ik denk, dat ik eens schrijf aan den zoon van Honor. Je moet dien brief maar eens voor rnjj behandelen, Elizabeth. Hij zal het eigenaardig vinden, dat hier in huis nu nog een nichtje van hem is." „Ik geloof niet, dat hij, van zijn kant, nu zoovppI belang stelt in de familie." Mrs. Warrener ging nog voo. t over de Gilchrists in Stoneford, maar uit ontferming over Elizabeth bracht Dick het gesprek op iets anders. Toch leek het, of er een schaduw was opgetrokken over hun gemakkelijke wijze van omgang; althans, het -ngedwon- 1 gene en opgewekte was er nu af. Dick bracht verder den avond door in den salon van zijn moeder en Betty speelde voor hem. Een paar ochtenden iater, toen hij vóór zijn moeder beneden was, en den stapel brie ven doorkeek, die op de ontbijttafel lag, trof hem op één daarvan het poststempel „Chat beck". „Kijk, daar is zeker een brief van onzen neef aan moeder. Neen, hy is aan u, miss Gilchrist." Betty zag den verrasten blik in zijn oogen en voelde, dat haar verraderlijk blosje weer verscheen. Zoo kalm mogelijk stak ze de hand uit en zei: „O, ja, ik weet wel. van wien het is." Maar ze zag, dat Dick's nieuwsgierigheid daar volstrekt niet mee bevredigd was. Dit voelde ze aan zijn buitengewone stilzwij gendheid en aan den blik, dien hij af en toe haar kant uitwierp. Ze besloot Janie onverwijld te schrijven en haar permissie te vragen, de feiten toe te lichten aan haar werkgeefster. Dick was overtuigd, dat dit aantrekke lijke kind zich bezwaard voelde door het een of ander geheim, dat verband hield met de Gilchrists in Stoneshire. 7,jj had al wel be weerd dat ze niets afwist van deze neven, maar ze ontving toch brieven uit het dorpje, waar die woonden. Dick's verlangen, om iets te hooren van dien neef, van wien hij zich niets meer her innerde, maar dien hij zeker met meer inge nomenheid beschouwde dan toen, werd met het uur grooter. Na een paar dagen schreef Rorke dan ook een k >rten, niets zeggenden brief die al mei andere correspondentie van zijn moeder ver scheurd was, eer hij dien gezien had. Rorke had er alleen in meegedeeld, dat er niet vee) kans op bestond, dat hij ooit in Londen zou komen en de belangstelling van zijn moeuer voor de Gilchrists in Stoneshire was dan ook weldra op den achtergrond gedrongen. HOOFDSTUK X. „Dus dan is Schoonheid toch met Beest ge trouwd, Janie?" „Ja, maar hij was immers geen écht beest, Charlie? Hij was eerst altijd een Prins ge weest". „Ja, dat weet ik, maar hij zou altijd een Beest gebleven zijn, als Schoonheid hem weer niet in een Prins omgetooverd had. Dat vind ik een heele mooie geschiedenis. Jij niet, Rorke Rorke mompelde enkel iets binnensmonds en trok den hoed verder over de oogen. Het was nu al zoo ver gekomen, dat hij er bij zat en dat hij nummero drie van het gezelschap was, als Janie en Charlie elkaar sprookjes vertel den: maar hij maakte nog geen commentaren. Dit schrikte Charlie echter niet af. Hij was nu niet meer bang voor zijn broer en dit was hoofdzaak! Heel rustig en tevreden lag hij dus in de hangmat, die Janie voor hem onder de boomen bevestigd had. Zij genoot van die verbeterde verhouding tusschen de broers, zonder geheel te beseffen, in hoe verre dit héér werk was. Een week lang, na dit ver stuiken van zijn voetje, had Charlie volko men rust moeten nemen. Het was heerlijk zomerweer en iederen dag had Rorke hem naar buiten gedragen, in den tuin, in den boomgaard, of op het hooiveld, en had hij daar uren lang doorgebracht onder de boo men, terwijl Janie las. of naaide, of praatte, of geschiedenissen vertelde, en zelfs wel eens liedjes voor hem zong onder begeleiding van de banjo. Wie van de broers met de meeste aandacht luisterde, of wie er het meest van genoot, die vragen kwamen niet eens bij haar op. Ze wist alleen maar, dat ze zich heel gelukkig voelde in dezen tijd. Ze had er nooit bekoorlijker uit gezien, stralend van jeugd en opgewektheid. De eenige schaduwen op dezen gelukkigen tijd waren de bezoeken van den dokter, die onnoodig veelvuldig waren, volgens Rorke's opvatting. Janie's afkeer van dien man was nog maar gering by dien van Rorke. „Ik heb een hekel aan den man." „Waarom haat hem zoo?" luidde zijn wedervraag. „De reden zou ik niet kunnen verklaren." „Maar ik wèl: hij is net een rat". „Misschien is hij dat in een vorig bestaan ook geweest. En dan was u zeker een terrier! Me dunkt, ik zie al, hoe u hem tusschen de tanden heen en weer schudde!" „Was het maar waar!" klonk het snakkend van Rorke. Nu waren ze het niet betreffende leder on derwerp zoo onvoorwaardelijk eens, maar de onderlinge goede verstandhouding tusschen het drietal bleef en Rorke begon al wat stoutmoediger te worden in den omgang. Zoo vroeg hij haar eens: „Wat was je vader, Janie?" Bij die gelegenheid stond hij aan den bui tenkant op het kozijn van het keukenraam geleund, terwijl zij aan het strijken was. Min- nie had haar „uitgangsdag". Het was heer lijk zonnig en toch frisch in de keuken. Janie was aan het invochten van enkele blouses van Charlie en blijkbaar was zij zóó verdiept, dat het eenigen tijd duurde eer ze antwoordde. „Vader was hulp-predikant, maar ik ge loof niet, dét hij de gave van het woord be zat; althans, den eenigen keer, dat ik hem heb hooren preeken, viel ik binnen een paar minuten ip slaap". „Maar gaat hier toch wel naar de kerk?" „Hebt u er mij dan wel eens gezien?" ..Laatst ging ik er voorbij; de deuren ston den open en ik zag u juist zitten". „O, dat was op dien avond, dat u mij in het veld ontmoette en dat u met mij naar huis ging". Op de wandeling naar huis door de be dauwde velden hadden ze samen heel ver trouwelijk gesproken van hun kindschheid en hun kindsche opvattingen en toen ze bij het huis scheidden, had zij gevoeld, dat hun vriendschap veel hechter was geworden. Maar nu was zij in een luchtiger stemming en dus zei ze achteloos: (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7