Kaapstad bij avond In de bar Del Monico Twee nichten en twee neven Hoe men in de Unie huizen bouwt rv, Naar het Engelsch Brieven uit Zuid-Afrika yy 's Avonds, in onze vrije uren, gaan wjj de stad eens in en denken zoo een en ander te koopen, maar dat valt tegen. Na zes uur zjjn n.1. alle winkels gesloten, 's Woensdagmiddags reeds na 1 uur, doch Vrijdags, dat is de betaaldag, mogen de win kels tot 9 uur open blijven, hoewel het laatste Sluitingsuur alleen voor Kaapstad geldt. Als je iets noodig hebt of je haar wilt laten knippen, moet men dat Zaterdagmiddags doen of anders vlug afmaken na beëindiging van de dagtaak. Over het algemeen hebben de winkels de lichten uit en is het dus lang niet die gezel lig sfeer, die men 's avonds in Holland heeft. Wij loopen zoo wat rond te dooien en buiten de hoofdstraten kom je maar weinig menschen tegen. In de hoofdstraten is het drukker; vele winkels zijn verlicht en er is een enorm ver keer van luxe auto's, de meesten zjjn op weg naar bioscoop, hotels of café's. Bioscopen zijn hier prachtig van inrichting, doch er worden vele films gedraaid, die in Holland al oud zijn. Ook zijn er tal van tearooms, wat men in Holland café's noemt en als je op het raam leest Café en denkt een glas bier te kunnen bestellen, heb je het mis. Wat wij gewoonlijk een café noemen is hier een bar of hotel. Vrijdagsavonds is het in de bars enorm druk, want er wordt hier behoorlijk gèdron- ken; je ziet veel meer dronkenschap dan in Holland, doch op autobestuurders wordt streng gelet en of men nu een of meer glaasjes heeft gedronken, de boete is zeer hoog. Het doodrijden van een hond kost al 5 pound. Zondags is alles gesloten, behalve enkele fruitwinkes en café's, waarvan de waren aan bederf onderhevig zijn, dus Zondags naar bioscoop, theater of bar en dergelijke is uit gesloten, hoewel sommige hotels weer frau duleus bier tappen, wat alleen voor hun gas ten is toegestaan. De kerken zijn hier groot in aantal en hebben Zondags alleen dienst. Ook zijn er veel straatpredikers, want Afrika is een zeer geloovig land; ook het Leger des Heils is sterk vertegenwoordigd. Vele kaffers organiseeren kerk op straat en houden er een eigenaardige manier van zegenen op na. Na afloop van een preek door een der leden, die met vele zenuwschokken ,e bewegingen wordt uitgevoerd, komen er enkelen naar voren, die op hun knieën gaan liggen voor den prediker en worden onder allerlei schreeu wende geluiden flink door elkaar geschud en op het hoofd geslagen, waarschijnlijk om de booze geesten te verdrijven. Toen wij zoo hier en daar eens hadden rondgewandeld .wilden wtj wel eens iets ge bruiken. In „Del Monico". Wij zien enkele onaanlokkelijke bars en tearooms, doch komen even later langs een zeer groote bar, prachtig ingericht met bloe men en planten en heel groote spiegelruiten. Wij kijken naar binnen en zien allemaal Britsch-Indische bedienden in het wit met tulbanden op het hoofd rondloopen. Een groote lichtbak hangt aan het gebouw, welke het opschrift „Del Monico" aangeeft, de naam van de bar. Wjj zien een prachtig strijkje op het po dium midden in de zaal en er is juist een zangeres opgetreden, die een Italiaansch lied zingt, heel mooi en na afloop davert de zaal van het applaus. Wij durven er nog niet in te gaan, daar de consumptieprijzen voor onze beurzen wel te hoog zullen zijn, doch even later komen er een paar kennissen opdagen, die zeggen dat alles gewone prijs is, dat is ongeveer van 6 tot 9 penny (een penny staat ongeveer gelijk 3!i 4 cent). Dus stappen we binnen. FEUILLETON. 13. „Och ja, je moet toch wét doen met je vrijen tijd! Niet iedereen kan zijn avonden door brengen met biljarten in „De Hazewind"!" „Ik ben in geen weken in „De Hazewind" geweest". „Daar ben ik blij om". „Waarom? Kan het u dan wat schelen, hoe ik mijn tijd besteed?" „Ja, zeker: tóch wel. Het zou mij een rust zijn als ik wist, dat u ééns, tegen dat ik niet meer hier was, Charlie niet vóór zoudt gaan in het kwade." „Denkt u ooit aan iemand anders, dan aan Charlie?" vroeg h(j spijtig. „Nóóit! En vooral niet, als ik zijn overalls aan het strijken ben!" Janie nam een ander strijkijzer. Rorke stond met gekruiste armen op het raam kozijn geleund. Hij ondervond nu niet de sym pathie van haar, waar hij den Iaatsten tijd aan gewoon was, en tóch had hij nog geen plan om weg te gaan. Het scheen haar an ders vrijwel onverschillig te zijn, of hij ging of bleef. Opeens, daar hield zij het ijzer misschien een centimeter van haar zachte, rose wang af, zoodat hij verschrikt riep: „Maar wees toch voorzichtig! Als je pols eens uitschoot, dan zou je een gevaarlijke brandwonde krijgen!" Janie lachte, terwjjl ze het ijzer neerzette. „Mijn pols schiet nooit uit! Die is vast als een rots!" i De vloer is bedekt met een kleurig rubber- zeil, precies of je op alle kleuren leisteen loopt en het is van binnen met torens, gelijk een binnenplaats van een kasteel bebouwd met hier en daar hallen en poorten. Men ziet op de trans van de torens hier en daar een vogel. Ziet men naar boven, dan ontwaart men dat daar geen plafont is, tenminste niet zichtbaar, want bij regen zit men kurkdroog. Wel ziet men een donkerblauwe hemel met voorbijdrijvende witte wolken en schitterende sterren. Dit is alles kunstmatig aangebracht en men zou zweren, dat het echt was. Ik vraag mijn vriend wat hij wil gebruiken en hij zegt: „Jij kunt wat Engelsch, bestel maar limo nade." Ik vraag wat soort; nu dat laat hij aan mij over en ik bestel strawberry. Even later krijgen wij ieder een schoteltje aard beien met slagroom, hetgeen wij vloeibaar bedoeld hadden. De volgende maal zei ik: „cold drinks, orange please" en nu kwam het dik in orde. Wij genoten van de schitterende muziek. Er was een dame die piano speelde, eenige anderen viool, een heer met accordeon, een met contrabas; de dirigent was tevens in actie met een viool en gaf af en toe een solo. Men kon achter op de menukaart een num mer uitzoeken en een briefje inleveren voor het nummer, dat men graag wilde hooren. Elf uur was het sluitingstijd en gingen wij, na een genotvollen avond, huistoe. De bios copen enz. stroomden allen uit en het was bijna niet doenlijk de straat over te steken van het autoverkeer, één stroom auto's uit beide richtingen en als Hollander moet je zeer oppassen met het oog op het linksche verkeer; je wil nog maar steeds rechts houden en verkeerd uitwijken. Het verkeer. De straten zijn over het algemeen zeer breed en de hoofdstraten hébben veel over eenkomst met het Damrak te Amsterdam; het zijn ook alle asphaltwegen en voorzien van robots met groen, geel en rood licht, die het verkeer regelen; hier en daar staan ook verkeersagenten. Toch hebben vele straten in de binnenstad een treurige verlichting en moeten wij ons af en toe oriënteeren om de goeden weg te vinden. Hoe gebouwd wordt. Den volgenden dag begeven wjj ons weer naar het werk, het is een groot flatgebouw met vele kamers en wij hebben intusschen bemerkt, dat daar ook veel kleurlingen wer ken als vakman, collourd people noemt men dat hier. Daar bevinden zich ook heel goede stuca- doors en timmerlieden onder. Het zijn geen kaffers, maar bastaards. In Kaapstad is dat toegestaan, doch in Johan- nesburg en omstreken mogen gekleurde geen vak uitoefenen. Zij zijn ook meest bij de Union aangesloten en moeten hetzelfde loon ontvangen, doch later blijkt ons, dat daar nogal eens mee geknoeid wordt, want ze zijn over het algemeen niet zoo vlug als een blanke, doch naar de prestaties der blanken wordt ook veel meer gekeken, omdat die in geval van loondruk bij de gekleurde veel meer moet presteeren, wil hij niet te duur worden. De huizen en ook andere gebouwen zijn meestal niet zoo bewerkelijk als in Holland. De kapspanten worden van ruig en licht hout in elkaar gespijkerd en niet zooals in Holland van zwaar hout met pen en gatverbindingen, zolders of zolderkamers kent men hier niet; 't Zou trouwens te heet zijn want de meeste gebouwen zijn met gegolfde zinkplaten ge dekt en zijn dikwijls gloeiend heet van de zon. Het geheele kapwerk wordt weggetimmerd door plafonds van staal, wat in werkelijkheid gefigureerd dun zink is en later geschilderd veel op stucadoorswerk met lijsten gelijkt. De muren worden slechts zelden behangen en zijn gewoon bepleisterd en in waterverf gekleurd. Er word een picture rails van Lijstwerk op schilderijhoogte aangebracht, waarachter 'n haakje voor schilderijen op te hangen, ge klemd kan worden. Boven die schilderijlijst wordt het meestal witgekleurd en onder geel of crème. Overigcos komt langs de vloer een skirting- board of wat wtj noemen een pint en de vloeren zijn meetkal van origonhout, welke blank blijven en in de was worden gewreven en blind gespijkerd zijn. De noodige deuren worden aangebracht en daarmee is het huis geheel afgetimmerd, want veel werk van kasten e. d. wordt niet gemaakt. Ook het verfwerk is niet veel bij zonders en ook de schilder is meestal gauw klaar. Enkele gaatjes worden gestopt en voor de rest krijgt alles een sausje, wat men „steenen" noemt, een soort bjjts of ook wel vernis. Dorpels heeft men ook niet onder de deur en deze draait slechts vrij van de vloer, zoodat men dus alle kamers achter elkaar uitvegen kan. Vloerbedekking is dan ook meest zeil en overigens kaal en in de was gewreven. Alle huizen zijn voorzien van een badkamer met warm en koud stroomend water en in de meeste gevallen een garage met boy's room of wel een soort kafferhuisje en een kolen bergplaats. Kaffers. Die boy's room wordt gemaakt omdat iedereen bijna een kaffermeid of kafferboy er op na houd. Wij Hollanders beginnen daar ong niet zoo gauw aan, doordat onze vrou wen altijd meest zelf hun huiswerk en wasch behandelen en meestal dat onhandige en luie werk van de kaffers niet aan kunnen zien, en voor het eten zijn wij al gauw te vies uitge vallen, want een kaffer neemt het niet zoo nauw en gebruikt nooit een zakdoek... De stompjes sigaret zoeken zij overal op of vragen er om en nemen dan dikwijls nog met hun vrienden om de beurt een trekje. Hun kleeding bestaat meestal uit afdanker tjes van Europeanen en "je ziet ze met de gekste pakjes aan; veel te wijd of te lang, stuk en verscheurd of met allerlei kleuren lappen versteld. Als hoofddeksel gebruiken ze ook van alles, ijsmutsen, papieren zakken, tropenhelmen en laatst zag ik er een met een theemuts op het hoofd. Odk heb je er vele rassen onder als: masoetoes, zulus, zwazi's en ik sprak laatst een tolk van het gerecht die 9 kaffertalen sprak. Er zijn er die zich tatoueeren met een blauwe streep juist over het midden van het gelaat van boven naar beneden, anderen hebben weer kerven in de wang of erg uit gerekte oorlellen, waar allerlei sieraden als stukjes gekleurd hout en dergelijke in worden geperst; soms gelijken die op damsteenen. Anderen hebben weer een groot aantal AMERIKAAN SC HE KUSTBATTERIJ. Een onderdeel van Anierika's v loot- plannen is de aanschaffing van nieuw geschut voor de kustverdediging, Zware 30.5 oentim et er honwitsers zijn op spoorwagons gemonteerd. ringen om beenen, hals of armen. Volgens mededeelingen zijn er in Afrika 8 millioen zwarten tegen 2 millioen blanken en dus is het overgroote deel zwarten wat men ziet. Ook heb je nog vele kaffers, die slechts een wollen deken als bekleeding van hun lichaam gebruiken. Vele kaffers uit de mijnen hebben deze soort kleederdracht, daar het in de goud mijnen meestal verbazend warm is, doch rond de Kaap treft men geen mijnen aan, dus loop ik eigenlijk de zaak een beetje vooruit en zal, daar ik mij nu aan de Witwatersrand bevind, daar later meer van kunnen vermelden. J. v. W. ZONDAG lt JUNI 1938. Hilversum I. 1875 en 415.5 m. 8.30 NCRV, 9.30 KRO. 5.00 NCRV. 7.45— 11.00 KRO. 8.30 Morgenwijding. 9.30 Gramofoonmuziek. 10.00 Hoogmis. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.15 KRO-orkest (1.001.20 Boekbespre king). 2.00 Godsdienstonderricht voor ouderen. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 De KRO-Melodisten en gramofoonmuziek 4.00 Misbiepraatje. 4.15 Ziekenlof. 5.05 Gereformeerde Kerkdienst. Hierna: Ge wijde muziek, (gr.pl.). 7.45 Sportnieuws. 7.50 Missiepraatje. 8.10 Berichten ANP. Mededeelingen, 8.30 KRO-orkest, de KRO-Melodisten en Gra mofoonmuziek. In de pauze: Reportage. 10.30 Berichten ANP, 10,4011.00 Epiloog. 8.55 VARA. 10.30 VPRO- 11.30 VARA. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 7.30 VPRO. 8.00—12.00 AVRO. Hilversum H. 301.5 m. 8.55 Gramofoonmuziek. 9.00 Berichten. 9.05 Tuinbouwpraatje. 9.30 Gramofoonmuziek. 9.45 Causerie „Van Staat en Maatschappij", 9.55 Berichten. 10.00 Gramoföonmuziek. 10.07 Declamatie en gramofonmuzlek. 10.30 Nederduitsch Hervormde Kerkdienst. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.00 Het woord van de week. 12.05 AVRO-Musette-ensemble en soliste. 12.35 Schilderij-bespreking. 12.50 Het Aeolian-orkest, 1.30 NIROM-Uitzending. I.50 Gramofoonmuziek. 2.00 Boekbespreking. 2.30 Dordrechts Vrouwenkoor. 2.50 Gramofoonmuziek, 3.00 Residentie-orkest m.m.v. solist, In de pauze: Gramofoonmuziek. 4.30 Sportreportage, hierna eventueel: Sport nieuws ANP. 5.00 Gramofoonmuziek. 6.00 Sportuitzending. 6.15 Sportnieuws ANP, 6.20 Schaakwedstrijd. 6.30 Esmeralda-septet en solisten. 7.40 Wijdingswoord. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen, 8.15 Gramofoonmuziek. 9.00 Causerie „Opgelet-contrölepost". 9.10 Radiojournaal. 9.25 Orgel, bas en viool, 10.00 Radiotooneel. 10.30 Kovacs Lajos-orkest'. II.00 Berichten ANP, hierna: Schaaknieuws. 11.1512.00 Het Kovacs Lajos-orkest. MAANDAG 18 JUNI 1W8. Hilversum I. 1875 en 416.5 m. NCRV-uitzeisRng. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek (Om 9 30 Gelukwenschen) 10.30 Morgendienst. 11.00 Christelijke lectuur. 11.30 Meditatie in het Friesch. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek, 12.30 Orgelspel. I.30 Gramofonmuziek. 2.00 Zang met piano-begeleiding. 3.00 Keukenwenken. 3.30 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.15 Kinderuurtje. 6.15 Gramofoonmuziek, 6.30 Vragenuurtje. 7.00 Berichten. 7.15 Vragenuurtje. 7.45 Reportage. 8.05 Berichten ANP. Herhaling SOS-ber. 8.15 Arnhemsche Orkestvereeniging. 9.00 Causerie over middeleeuwsche schilder* kunst. 9.30 Vervolg concert (Om 10.00 Ber. ANP)', 10.30 Gramofoonmuziek. 10.45 Gymnastiekles. II.00 Gramofoonmuziek. 11.5012.00 Schriftlezing. Hilversum H. 301.5 m. Algemeen Programma, verzorgd door de AVRO. 8.00 Gramofoonmuziek. '(Om 8.30 Berichten.)] 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek, 10.30 Declamatie. 10.50 Gramofoonmuziek. 11.15 Orgel en viool. 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Ber.). 12,30 Kovacs Lajos-orkest en gramofoon* platen. 2.00 Pianovoordrcaht, 2.30 Declamatie. 3.00 Zang met pianobegeleiding. 3.30 Amusementsorkest (gr.opn.). 4.30 Causerie „Music-HaU". 5.30 De Twillight Serenaders. 6.20 Zang en orgel. 7.00 Pianokwintet. 7.30 Declamatie. 7.40 Interview. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.10 „Die Zauberflöte", opera. 10.15 Gramofoonmuziek. 11.00 Berichten ANP, hierna het ensemble Iliescu. 11.3012.00 Dansmuziek (gr.pl.) „Zoo? Laat eens zien!" Wat vooroverbuigend, sloeg hij zijn krach tige vingers om Janie's pols, maar toch zoo zacht en behoedzaam, dat hij daarmee on mogelijk de „rotsvastheid" van dit gewricht op de proef kon stellen. Energiek trok Janie echter haar pols terug en haar gezichtje gloeide wel, want wie zou het nu ook niet warm krijgen van strijken? „Hoe zijn je spieren zoo goed ontwikkeld?" vroeg h(j. „O, van tennissen en zoo!" „Heb je dan veel getennist?" „Iedereen doet er tegenwoordig aan; zelfs een „hulp voor de moeder" „Heb je thuis ook met je eigen familie ge speeld?" „Ik heb geen familie; enkel maar één zuster". „Waar is die?" „Zij is in betrekking, net als ik, ergens in Londen. Onze ouders zijn al eenige jaren dood en wij hebben geen thuis, Bessie en ik". „O, ja, ik heb een neef". Janie kon niet helpen, dat er een ondeugen de glimlach over haar lippen speelde, al deed ze dan ook haar best, om dien te verbergen, door zich zoo diep mogelijk over haar werk te buigen. „Een neef hoeft nu nog niet zoo'n na-bloed verwant te zjjn!" „Maar mijn neef is wel heel na; het kon haast niet nader!" „Of niet dierbaarder?" Even hield zij op met strijken, om hem een streng-vermanenden blik toe te werpen. „O, pardon!" zei Rorke stroef. „Het is ook mijn zaak niet". „Neen, natuurlijk niet. Gelukkig, dat u dit zelve inziet". Toen volgden er enkele minuten stilte, en alweer werd er een kleedingstuk van Charlie gevoegd bjj het keurige stapeltje, dat op tafel lag. „Wat is uw neef?" „Wat h(j is?" „Ja, ik bedoel natuurlek, wat h\j doet?" „Moet een jonge man dan wat uitvoeren? Hij woont buiten en ik geloof, dat je daar altijd wel iets vindt, om je mee bezig te hou den, al doe je dan ook geen bepaald werk". Rorke voelde den steek wel en was op het punt, zijn geweer te nemen, dat hij opzette lijk tegen den muur had klaar gezet, maar het was hem, als voelde hij zich daar onweer staanbaar vastgehouden. Janie stond naar buiten te turen, maar toen zij weer naar haar werk keek, zag ze, dat de omtrek van haar strijkijzer heelemaal stond afgeteekend op den voorkant van een van Charlie's blouses. „Hè, waarom hebt u mij nu niet even ge waarschuwd?" „Ik wilde u niet in uw aangename over- peizingen storen. Ik veronderstel, dat u aan hèm denkt". „Aan wien?" Aan dien neef". „Ja, dat was ook zoo". „Denkt u dikwijls aan hem?" „Heel dikwijls. Niet dat ik 't nu altijd zoo prettig vind, maar ik kan het niet laten". „Janie!" „Miss Carleton heet ik, mr. Gilchrist, voor hen, die niet mijn bloedverwanten zijn." „Of uw vrienden?Ik dacht, dat ik daar wèl toe hoorde". „Misschien ook wel, maar enkel als u zich correct gedraagt". „Vertel mij nu eens wat van uw neef. Waarom hebt u al nooit eens eerder van hem gesproken?" „Waarom zou ik dat eigenlijk gedaan heb ben? Men spreekt niet altijd van degenen, die de grootste plaats innemen in ons hart". „U voelt zeker liefde voor uw neef?" „Ik?... Liefde voor mijn neef? Maar ik dénk er niet aan!" „Hij dan voor u?" „Neen, zeker niet." „Kunt u daar een eed op doen?" Zij kreeg een erge kleur en hij zei weer; „Ziet u wel? U weet, dat dit zoo is". „Neen, dat weet ik niet. Die gedachte is nooit bij me opgekomen. En hoe zou ik het dan nóg weten?" „Hoe je het dan nóg zoudt weten? Zooals iedere andere vrouw het weet!" „Denkt u dan, dat hij, omdat hij nu graag eens met mij praat, ook dadelijk liefde voor mij voelt?" Janie keek eens naar Rorke en hij naar haar en die blik werd veelbeteekenend lang! Hij nam zijn geweer en zei enkel nog: „Ik raad je, Janie: Speel niet met vuur! Dat geeft brandwonden!" HOOFDSTUK XI. Een paar weken later zat Janie aan den oever van de rivier. Zij voelde zich eenzaam en wist niet goed, wat ze doen zou, want voor het eerst, sinds zij op „The Crange" was, was Charlie er niet. Onverwachts was er een familielid verschenen, die hem voor een week mee naar Bradlington had genomen. Er was geen sprake van geweest, dat Janie hem vergezellen zou. Zij had nooit tevoren van die bloedverwante gehoord, maar Selina scheen alles van haar af te weten en ook van de reden van Charlie's verblijf aldaar. Het air van intimiteit en geheimzinnigheid, dat zij altijd aannam, hinderde Janie en riep bij haar weer de achterdocht wakker, die zjj in het eerst bij haar komst op „The Crange" had gekoesterd, maar die in de daarop volgende gelukkige weken op den achtergrond gedron gen was. Een gesprek, dat zrj een paar dagen later had met Charlie's moeder, bevestigde nog dien indruk en gaf haar tegelijk onaangename stof tot denken. Mrs. Gilchrist had haar bij zich binnen geroepen, toen ze toevallig langs de kamer ging. Janie had haar in geen weken gezien, want eigenlijk leefde zij geheel afgezonderd; zjj werd alleen bediend door Selina. Haar ge laat was nog grover en paarser van tint ge worden; haar oogen leken verglaasd. Ze las een roman in kleurigen band, dien ze echter dadelyk neerlegde, zoodra haar „hulp" zich vertoonde; en op spottenden toon begon zij: „Dus u is op weg, al heel goede vrienden te worden met Rorke?" „Ik heb getracht, mr. Rorke en Charlie on derling tot goede vrienden te maken". Mrs. George lachte weer: „Dat zal u anders nooit lukken! Maar als Rorke er beter zijn doel mee bereiken kan, dan wil hij misschien wel voorgeven, dat hij belangstelt in zijn broertje. Ik herinner mij nog den dag, dat zijn vader zoo dikwijls met hèm kwam spelen en ons beiden mee uit rij den nam. Dit was dan ook de eenige tijd, dat hij naar den jongen omkeek en Rorke was ook een ongezeggelijk, ongemanierd kind, dat nooit eens: „Dank u!" zei tegen een van ons beiden. Charlie is heel anders. Hij schijnt dol op u!" Janie wilde iets beginnen te zeggen, maat1 bedacht zich toen weer, waarop mrs. George vroeg: „U hoort mij zeker niet graag op deze wijze spreken, hè? Ik denk, dat dit niet strookt met uw begrippen van „fatsoen"; maar ik, verzeker u, miss Carleton, dat ik een goede vriendin van u ben! Velen in mijn geval zou den u al lang weggestuurd hebben. Selina heeft daar ook genoeg op aangedrongen. Maar mijn stelregel is eenmaal: leven en laten leven. Als u Rorke wilt hebben, kunt u hem krijgen; ofschoon het geen groote aan winst zal zijn. Vooreerst is hij niet de solide, godsdienstige jonge man, dien u zeker tot nog toe ontmoet zult hebben en dan heeft hij een heel lastig humeur. Als u hem ééns beleedigt, hebt u voor goed bij hem afgedaan. Het zijn harde, weinig vergevensgezinde lui de Gil- christs, en geen heiligen; dat scheelt nog al wat! Hij zal natuurlijk geen geld hebben en hij kan niets! Dus veel vooruitzichten zijn er niet. Maar dit moet u dan zelf maar weten". Ze lachte weer, knikte eens en nam haar boek op, waarmee ze dus te kennen gaf, dat ze het onderhoud als afgeloopen beschouwde. (Wordt vervolgd.]

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 16