DE ZOOM Na de aardbeving VAN Radioprogramma Twee nichten en twee neven door D G A R R C E URROUGHS De seismograaf of aardbeving- schrijver verklaard DE AARDBEVING IN WEST EUROPA Amsterdam heeft een tijdelijk garnizoen Gift van onze Koningin Naar het Engelsch No. 6. Toen hun zoon diezelfde avond niet aan het souper verscheen, bracht Lady Greystoke het gesprek weer op Ajax, de aap. „John", zei ze, „er moet iets gedaan worden om de aandacht van Jack af te leiden van alles wat met het leven van de wilden samenhangt. Ik ben bang, dat hij dit van jou geërfd heeft. Je weet, dat ik voortdurend in angst leef, dat onze jongen de roep van de jungle in zijn bloed heeft, en danZe kon haar angst niet verbergen. Haar man keek lachend op haar neer, voordat hij zijn hoofd boog en haar kuste. „Omdat Jack nu Ajax wil zien, betekent dat nog niet, dat hij met een apin wil trouwen", zei hij en voegde er, ernstiger aan toe: „Ik heb altijd gevonden, dat je er verkeerd aan deed nooit goed te vinden, dat ik onze jongen over mijn vroeger leven vertelde. Ik zou hem verteld hebben van de avonturen van Tarzan van de Apen en dat zou beter geweest zijn, want het zou zijn lust naar de jungle gedood hebben". Maar Lady Greystoke schudde enkel haar hoofd, zooals ze altijd deed, als dit onderwerp ter sprake kwam. Nooit had zij het over zich kunnen verkrijgen om haar zoon de geschiede nis v. Tarzan v. d. apen te vertellen. Wat voor wensen zouden er in zijn hersenen kunnen ontstaan, als hij wist, dat zijn vader zijn jeugd had doorgebracht temidden v. e. troep mens apen! Intussen genoot Jack van het verboden plezier in het theater, waar juist „Ajax, de geleerde Aap" zijn kunsten zou vertonen. Toen de aap zijn toeren verrichtte, werden de ogen van de jongen groot van verbazing. Op het toneel had de trainer de knappe, eenzame jongen in de loge gezien. Het werd nu tijd voor Ajax om zich onder het publiek te be geven, om te zoeken naar een lang verloren kameraad. Die avond vestigde de trainer de aandacht van de aap op de toekomstige Lord Greystoke. Het harige, sterke dier klom met een sprong naar de balustrade van de loge en het dier heeft na die avond geen enkele kunst meer uitgevoerd. EEN OVERZICHT VAN WAT EN WAAR HET GEBEURDE. Om een goed beeld te kunnen geven van de aardbeving op Zater dag j.1. moesten wij eerst alle berich ten afwachten van de nabevingen. Wij hebben ons niet verdiept in ge leerde beschouwingen, maar thans ikan men aan de hand van onder staand kaartje duidelijk zien, hoe Se beving verliep. In onze bericht geving hebben wij herhaaldelijk ge sproken over een seismograaf. On getwijfeld zal dit woord voor velen onzer lezers een vertrouwde klank zijn. De werking van dit instru ment verklaren wij in onderstaand arti kel van een bij zonderen mede werker. Op de kaart is weergegeven de hoofd- beving (dikke zwarte lijn) welke zich over gedeelten van vijf landen uitstrekte. De vrij sterke bevingshaard, epicentrum, be vond zich in België tusschen Doornik en Kortrijk, de zóne hiervan is op de kaart te vinden. De nabeving 2 bepaalde zich tot een gedeelte van Nederland en België, het epicentrum zou hiervan te Eecklo bij Gent gelegen zijn. De laatste triller 3 omvatte een kleine zóne in de provincie Henegou wen tusschen Oudenaarde en 's-Graven- brakel, deze ging met onderaardsch ge- romel gepaard. De kaart geeft verder die plaatsen weer, waar men de beving gevoelde en waar be richten over zijn binnen gekomen bij het Koninklijk Meteorologisch Instituut te de Bilt; voor België bij het Koninklijk Obser vatorium te Ukkel. En nu: de seismograaf! Wij zij in de taal van ons land ver trouwd geraakt met vele vreemde, aan 't Grieksch en Latijn ontleende woorden en uitdrukkingen die zoo langzamerhand ge- meen goed zijn geworden en waarvan de beteekenis ons door het veelvuldig gebruik duidel'i'k is geworden. Daarbij valt terstond op dat tal van deze woorden eindiaen op de lettergreep: „graaf." Denken wij maar even aan; telegraaf, phonograaf, biograaf, seismograaf e.a. Deze uitgang „graaf is een vorm van een werkwoord dat „schrij ven" beteekent, hetgeen verklare dat elk woord daarmee samengesteld aanduidt dat de persoon of het toestel iets schrijft. Dat is dan ook het geval met de seismograaf, want zooals de telegraaf „tele" (dat is: ver) schrijft en de biograaf over het „bios" (leven) schrijft, zoo schrijft de seis mograaf over de seïsmen of liever gczqgd hij schrijft de seïsmen op. Seïsmen zijn aardbevingen waardoor de functie van dit nuttige in strument in groote trekken dus al bepaald is. Wij zouden dit apparaat in het Neder- landsch dus zonder bezwaar een „aardbe- ving-opschrijver" kunnen noemen en het is vanzelfsprekend alleszins belangwekkend om eens na te gaan op welke wijze dat schrijven van aardbevingen in zijn werk gaat. In de eerste plaats zij vooropgesteld dat bij het dagelijksche schrijven met potlood of penhouder een punt beweegt over een stilstaand vlak. Men zou het resultaat (het beschrevene dus) ook op andere wijze kun nen bereiken, n.1. door de punt stil te hou den en het vlak te bewegen, hetgeen in de practijk eenige moeilijkheden met zich brengen zou. Bij de telegraaf evenwel ge beurt dat inderdaad: de papierstrook draait onder de daardoor schijvende punt door. Het is ook het geval bij de seismograaf, die de trillingen van de aarde noteeren moet. Ook in dit geval dus heb ben wij een stilstaande punt en een be wegend vlak noodig. En dit bewegende vlak is het aardoppervlak, terwijl de stilstaan de punt zich in de seismograaf bevindt. Het zal niet moeilijk zijn een stilstaand punt op aarde te vinden wanneer de aarde in rust is, maar hoe, wanneer de aarde trilt en alles daarop, huizen, bergen, hoo rnen enz. ook meetrillen? Deze gedachte was van overwegend belang bij de constructie van de seismograaf en men vond de op lossing door gebruikmaking van een slinger Immers wanneer men een vrij lange slin ger heeft met een zwaar slingergewicht dan zal die nagenoeg in rust blijven wan neer alles, dus ook haar ophangpunt, trilt. Dit is anders bij een korte slinger en men kan die proef zelf nemen door er een in de hand te houden. Is de slingerhoogte gering dat zal het slingerge wicht gevoelig zijn voor de trillingen of be wegingen die men met het ophangpunt maakt; is zij echter groot, dus de slinger lang dan zal dit gewicht er veel minder op reageeren en wanneer men ten slotte een slinger zou maken van 500 Meter leng te en die bij voorbeeld liet hangen in een afgrond, dan zou het slingergewicht volko men in rust blijven en niet in het minst reageeren op de trillingen waaraan het op hangpunt onderhevig is. Heeft men dus een dergelijke slinger van groote lengte dan kan het punt waar hij opgehangen is snel bewegen, zonder dat het voorwerp dat aan den slinger hangt zich verplaatst. Of met andere woorden: de geheele aardbodem en alles wat daarop bevestigd is verplaatst zich en het slingergewicht staat stil. Wan neer wij dan een stapje verder sraan en die aardbewegingen willen meten dan is dat niet zoo heel lastig want dan behoeven wij aan het slingergewicht maar een fijn pen netje te bevestigen, dat wij op een beroet stuk papier laten rusten; trilt nu de aarde, dan trilt ook het papier en het pennetje dat stilstaat krast deze trillingen in het roet. Nu is niefs eenvoudiger dan te begrijpen dat het in de practijk niet mogelijk zou zijn om voor een seismograaf slingers te maken van een dergelijke lengte, zoodat de uitvinders en natuurkundigen nog een stap verder moesten gaan om hun wetenschnD practisch toe te passen. Daarin zijn zij ge slaagd. Het menschelijk vernuft zag kans om een lange slinger in een klein bestek onder te brengen, Hoe dat precies gegaan is, laat zich niet op eenvoudige wijze uit leggen in het bestek van dit artikel, maar hoofdzaak is dat men erin slaagde om het slingerprincipe aan de seismograaf ten grondslag te leggen. Het gevolg was dui delijk. Wanneer de aarde trilt, dan trilt de seis mograaf mee, maar zijn mechanische hart (de slinger) staat stil en schrijft de trilling op, terwijl een vergrootingtdnrichting er voor zorgt dat de opgeteekende bewegingen grooter worden dan ze in werkelijkheid zijn. Het komt er nu op neer dat er een trom mel draait langs het stilstaande slin- gerpunt. Zijn er geen aardtrillingen dan ontstaat er op de trommel niet moer dan een fijne lijn. Niet zoodra echter treedt er een aardbeving of aardtrilling op, of de lijn die door de punt wordt opgeteekend wijkt sterk van de rechte lijn af. Zoo ontstaat een eigenaardige streep, die dus het eigen lijke seismogram vormt en deskundigen nu hebben geleerd dit seismogram te lezen en het deelt hen precies alles mee omtrent de oorsprong en hevigheid van de geregis treerde aardtrilling. Er zijn voorts o.m. nog lengte- en dwars-triilingen, maar dan. zijn wij reeds op het terrein der technische bij zonderheden en dat zou ons te ver voeren. Hoofdzaak is dat wij getracht hebben het principe van de seismograaf uiteen te zet ten, waardoor wij iets meer weten van het vernuftige instrument, waarover de deskun digen zich dezer dagen weer met gespannen aandacht gebogen hebben, toen het hen iets vertelde van de jongste aardbeving die ons land verraste. De troepen, die in Alkmaar zul len komen. Gistermorgen zijn te Amsterdam aangeko men de officieren en onderofficieren van liet tweede regiment luchtdoelartillerie, dat tijdelijk te Amsterdam in garnizoen zal ko men en is het regiment door den brigade commandant op de binnenplaats van de Oranje-Nassau kazerne geïnstalleerd. Dit is het regiment dat definitief in Alkmaar gehuisvest zal worden, maar in Amsterdam blijft tot de Alk- maarsche kazerne gereed is. Dit regiment staat onder bevel van lui tenant-kolonel Schmidt. Het regiment bestaat uit drie batterijen, doch zal in den loop van het volgende jaar met een vierde batterij worden uitgebreid, waarna het in twee afdeclingen zal worden gesplitst. Voor aardbevingsslachtoffers. Van officieele zijde meldt men ons, dat door H.M. de Koningin een bedrag van f 1000 ter beschikking is gesteld van den gouver neur-generaal van Nedcrlandsch Indië, ten bate van de slachtoffers van de aardbeving op Midden-Celebes. VRIJDAG 17 JUNI 1938. Hilversum I. 1875 en 415.5 m. Algemeen programma, verzorgd door NCRV. de (Om 9.30 gramof oonmuziek gramofoonmuziek. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. Gelukwensen) 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Cellovoordracht met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Ensemble van der Horst en gramofoon muziek. 2.30 Christ. Lectuur. 3.00 Solistenconcert en 4.30 Gramofoonmuziek. 5.00 Sonora-kwintet en 6.30 Voor tuinliefhebbers. 7.00 Berichten. 7.15 Literaire causerie. 7.45 Berichten ANP, herhaling SOS-Berichten 8.00 Koor van de Nederlandsche Bachvereeni- ging, Utrechtsch Stedelijk Orkest en solisten 10.15 Berichten ANP. 10.20 Gramofoonmuziek. 10.45 Causerie „De techniek van het zwem men". 11.00 Gramofoonmuziek. Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing. Hilversum.II. 301.5 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Gramofoonmuziek. 11.10 Vervolg declamatie. 11.30 Orgelspel. 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Bericht.) 12.30 Kovacs Lajos' orkest. 1.15 Gramofoonmuziek. I.45 Vervolg concert. 2.30 Declamatie. 3.00 Vairété-programma. 4.00 Gramofoonmuziek. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.00 De Ramblers. 6.30 Politiek radiojournaal. 6.50 Hammond-Orgelspel. 7.00 Causerie „De Steunregeling in de Land bouw". 7.20 Berichten ANP. 7.30 Berichten. 7.35 Causerie „Reorganisatie in de Neder- duitsch Hervormde Kerk (II)". 8.00 Viool en piano. 8.30 Causerie „De positie van de vrijzinnig heid in de Amerikaansche kerk (II)" 9.00 VARA-orkest. 10.00 Fragmenten uit de operette „Axel an der Himmelstür". 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwijding. II.00 Schaaknieuws. 11.05 Esmeralda-septet. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.). 11.5512.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON. 17, Haar verhit gelaat was nu vlak bij dat van Janie, die onwillekeurig terugdeinsde, wat mr. George gelukkig niet scheen op te mer- ken. „Neen, aan Selina vraag ik mets meer. Het is precies de omgekeerde wereld nie haar: zij matigt zich een houding aan, of zij meesteresse was in plaats van ik! Maar wee u, wat ik heb gedacht, miss Carleton: als u er nu eens om vroeg? Daar zou niemand iets in vinden. U kon de sleutels knjgen van Selina, ik denk, dat zij ze wel heeft. U ver zint er maar het een of ander excuusje op en neemt ze dan van haar, als ze niet kij maar mij zou dit nooit lukken, want ik word steeds bewaakt en bespionneerd. Zoudt u het dan niet even voor mij kunnen doen, mi Carleton? U weet, dat ik altijd heel goed voor u ben geweest. Ik heb niets gezeg %an houding tegenover Rorke. ofschoon een enkel woord tegen zijn oom voldoende zou ztjm dat u binnen het uur op straat stondt. er mij wel eens iets over zei, dan heb altijd geantwoord, dat u net zoo e een kansje, mocht wagen als zij. Ze zou wat blij zijn geweest, als ze Rorke voor h hunnen winnen; maar hij verwaardigt met geen blik. Mannen zien liever een knap meisje. Maar nu heeft zij haar netten uitgezet naar den ouden man. Ik geloof, dat zij hoop heeft, hem te trouwen. Dat heb ik als aan iedereen verteld. Maar niemand slaat ooit eenige acht, op wat ik zeg..." En zóó ratelde mrs. George maar voort, terwijl Janie steeds op vlucht bedacht was. Maar bij de eerste, de beste beweging in de richting naar de deur, riep haar werkgeefster: „Gaat u nu ook al doen als ieder ander hier in huis? Maar dat duld ik niet, miss Carle ton!" Dit zeggende, kwam zij, met het brandende lampje gevaarlijk in de hand zwaaiend naderbij. Op datzelfde oogenblik weerklonken er buiten de deur voetstappen en verscheen Rorke. Hij trad binnen en nam zijn stief moeder allereerst de lamp uit de handen en zette die op tafel, terwijl hij opvasten, ge biedenden toon sprak: „Je moet hier niet komen, Lizzie. Dat zou oom niet graag zien. Laat ik je naar je kamer brengen". Angstig wachtte Janie op de uitwerking van deze woorden; maar, zonder eenigen tegenstand, liet mrs. George zich leiden en terwijl Rorke zijn stiefmoeder naar boven bracht, was Janie dus alleen in de keuken. Enkele minuten stond ze bij de tafel en hield er zich aan vast met trillende handen. Toch durfde ze nog niet naar haar eigen kamer te gaan, tot mrs. George veilig en wel op de hare zou zijn. Ze ging naar de diepe, lage vensterbank en bleef daar roerloos zitten, met de handen in den schoot gevouwen en het hoofd tegen het schot geleund. Zoo zat ze dan ook nog, toen Rorke terugkwam en kalm overredend sprak: „Je moet niet hier in huis blijven, Janie! Dergelijke tooneelen zijn te onverkwikkelijk; nu vanavond van die vrouw en gisteren van mij!" „Maar u was nietzóó!" prevelde zij. „Ik was veel erger! Vanmorgen heb ik nog getracht, je mjjn verontschuldigingen te bieden, maar je hebt den brief vernietigd, en daar ben ik haast blij om. Het was toch maar een heel weinig beteekenend schrijven. Het eenige gevoelen, dat mij nu nog bezielt, is schaamte". Plotseling stak hij de handen uit naar haar en ging steeds heftiger voort: „O, Janie, ik zou mij wel hier op den grond willen werpen en mij door je laten trappen, als ik wist, dat dit goeds kon uitwerken! Ik ben niet waard, dat ik den zoom van je japon aanraak! Ik was een bruut!... Ik was waan zinnig!... Als je eens wist, wat een beproeving dat voor mij was, om je er van te hooren spreken, dat je wilde géén!Toen je je van mij afwendde en je tot Peil keerde, be sefte ik eerst recht, wat je mij was! Misschien begrijp je nog niet goed, wat mijn leven altijd is geweest, van kleinen jongen af; hoe leeg en hoe dor het steeds was. tot jij, met één tooverslag, dat alles voor mij veranderde, toen je, op dien Zondagavond, dat wij samen zoo vertrouwelijk hebben gesproken, de eerste was, die tot de ontdekking kwam, dat er toch wel wat goeds in mij school! Ja, Janie, ik, die nooit eenig gevoel voor gedichten had, ik heb van buiten geleerd het couplet, dat ik toevallig dien avond op mijn scheurkalender las omdat het zoo volkomen weerklank vond in mijn gemoed: Zooals een zonnestraal een triesten dag Voor 'n oogenblik met gouden glans kan tooien, Zoo kan toch ook één kleine, lieve daad Een droevig leven gansch en al vermooien!" Ze had Rorke nog nooit zoo gezien en ge hoord Hij was zoo kalm en toch zoo innig ontroerd. En met zachte stem sprak zij: „Rorke, ik ben nu niet meer boos op je. Het was immers een wanhoopsdaad van mij, dat ik mij toen tot Peil wendde!" „O, Janie, ik heb je lief gehad, van het eerste oogenblik, af dat ik je zag!... Ik hield mij toen maar zoo norsch, omdat ik je niet wilde laten merken en het ook mij zeiven niet wilde toegeven, hoe ik je eigenlijk verre boven ons achtte, als was je dan ook in een ondergeschikte betrekking... Maar ik vraag je niets heb je niets aan te bieden. Als mjjn oom mij slecht wenscht te behandelen, dan moet hij dit zelf weten, maar dan wil ik hier ook niet langer mijn leven in ledigheid doorbren gen. Maar jij moet hier ook niet blijven... Misschien zou je dan nog veel onverkwikke lijker tooneelen moeten bijwonen! Heb je familie, waar je heen kunt gaan? Ik weet, dat je mij wel eens geplaagd hebt met je bloedverwanten, maar ik geloof niet, dat het weinigje, wat je van je afkomst vertelde, waar was. Maar die neef!Ik weet, dat ik het recht niet heb, dit te vragen en ik be loof je, dat ik niet meer jaloersch op je zal zijn: maar vertel mij eens: heb je hem lief?" Hij hield haar handen in de zijne gesloten, terwijl hij dit vroeg en zij antwoordde zacht: „Dat kan ik niet zeggen; ik weet niet zeker „Janie!" riep hij. Op dat oogenblik klonk er een doordrin gende gil uit het vertrek boven hen, die iedere andere gedachte bij haar verdreef. Ontzet riep zij: „O, Rorke, dat is Charlie!" HOOFDSTUK XIV. Het had den heelen dag al geregend in Bur lington. Mrs. VVarrener en haar secretaresse waren druk bezig geweest met het verzenden van een stap circulaires en Elizabeth was wel wat moe. Na de thee stelde zij voor, of ze, den regen trotseerende, den hond even zou gaan afstap pen en dan meteen in het terugkomen in de bibliotheek een boek zou gaan ruilen. Haar werkgeefster vond dit een uitstekend plan en gaf haar een lijstje van boeken, die zij gaarne wel eens wilde lezen. Het kostte Betty eenige gewetenswroeging, om zoo te handelen, want dat gaan naar de bibliotheek was eigenlijk met de bedoeling en in de hoop, een brief van Janie te krijgen. Die had zich geen enkelen keer door haar zuster laten overreden, om met haar adres te voorschijn te komen. Haar brieven, die dus het postmerk Chafbcck droegen, vreschenen steeds bij de Warreners, in den regel met de eerste post, zoodat Dick er zich dik wijls in stilte over verwonderde, van wie die toch wel konden zijn. Hij sprak echter geen enkelgn keer meer van zijn neef in Stoneshire, maar de vrees, dat een van die epistels z(jn nieuwsgierigheid weer wekken kon. had haar eindelijk doen besluiten, Janie te vragen, hpir brieven in het vervolg maar aan bibliotheek te adresseeren, waar zij iedere week moest wezen voor inruil boeken. Zoodra zij zich nu hier vertoonde, zei eigenares: „Er ligt al een paar dagen een brief op u te wachten, miss Gilchrist." Betty had gretig het welkome epistel in ontvangst genomen, toen iemand, die achter haar den winkel was binnengekomen, haar naam uitsprak. IJlings schoof ze den brief in het geruilde boek en kreeg een kleur van ver rassing, toen ze, zich omkeerend, gewaar werd, dat dit Warrener was. Wordt vervolgd.) om de toch de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7