RADIO Inbraak in Den Haag Postwisselvervalscher ontmaskerd Werden N*S*B*~ers gefouilleerd? Vrijmetselaren Twee nichten en twee neven door G A R RICE R R O U G H S De veldwachter liet de cel los Dronken achter het stuur Een kruisgesprek in volle zee Wielrijder door auto gegrepen Marechaussee-wachtmeester nogmaals voor het gerecht eeren Koningin Emma PROGRAMMA ED B U No. 9. De ogen van Tarzan werden groot van ver-' bazing en hij bleef stokstijf staan. Het reus achtige dier riep hem met klagende stem „Akoet!" antwoordde de man. De woedende jongen keek van zijn vader naar de aap en terug. Van de lippen van den Engelsman vloeiden klanken in de taal der apen en het grote dier antwoordde hem in diezelfde taal, terwijl het tevreden en blij zijn arm om de schouders van de man had geslagen. Van achter het toneel sloeg een ongunstig uitziend type het vreemde schouwspel gade. „Lang heb ik naar je uitgekeken, Tarzan", zei de aap. „Nu ik je eindelijk gevonden heb, ga ik met je mee naar jouw jungle, om daar voortaan te wonen". De man streek het dier over zijn kop, terwijl hij de tegenwoordigheid van zijn zoon totaal vergeten had. In de gedachten van de man kwam de herinnering terug aan de ge beurtenissen in het Afrikaanse oerwoud, waar deze grote menschaap schouder aan schouder had gevochten, jaren geleden. Hij zag de zwarte Mugambi zijn dodeljjke knots opheffen en naast hem Sheeta, de vreselijke. En dicht achter de wrede panter deze zelfde Akoet en zijn makkers. De man zuchtte. Diep in hem leefde het verlangen naar de jungle, dat hij dood gewaand had. Ach! Als hij nog eens terug kon gaan al was het slechts voor een maan! Om de koele bladeren weer tegen zijn lichaam te voelen. De geur van de jungle in te adenïten! Het geluidloze lopen der wilde dieren op zijn pad te be speuren; te jagen en gejaagd te worden; te doden. Het beeld was verleidelijk; doch er kwamen beelden, die deze verdrongen, van zijn vrouw, mooi en jong; vrienden, een huis; zijn zoon. Buit is niet groot. In den nacht van Zaterdag op Zondag is ingebroken in 't kantoor van Ruvs' handels- ivereeniging in Den Haag. De buit was niet groot, toen de conciërge van het gebouw van Ruys' handelsvereeniging aan de Hoo- ge Nieuwstraat in Den Haag gisterochtend om half zeven zijn dagtaak wilde beginnen, ontdekte hij, dat in den afgeloopcn nacht een of meer ongenoode bezoekers in het ge- houw zijn geweest. el waren alle deuren en poortjes, welke tot de kantoorlokalen toegang gaven, geslo ten en werden geen sporen van forcecren ge vonden, doch in vele lokalen bleken de les senaars opengebroken te zijn met het doel om daar uit weg te halen, wat er zich aan waarde in bevond. De buit was echter niet meegevallen. Slechts wat klein geld, voor namelijk buitenlandsch, werd meegenomen, terwijl ook de tasch van een der directeuren, waarin evenwel niets van waarde zat, werd ontvreemd. Wel heeft men getracht een kleine brand- ikast te forceeren. maar dit is niet gelukt. Do groote kluis bleef geheel onbeschadigd. Vermoedelijk zijn de dieven door middel Van een valsche sleutel binnengekomen. Doet de wijze van inklimmen vermoeden, 'dat men hier met geroutineerde inbrekers te cloen heeft, het feit, dat zij de Lips en brandkasten ongemoeid hebben gelaten, doet weer het. tegendeel denken. Voorts heeft de politie tal van vingerafdrukken kunnen ne men. Het onderzoek is in vollen gang. Berucht gevangene ontsnapte. Na twee maanden in Brussel weer gegrepen. Op 28 April j.1. heeft, de 33-jarige J. S., een beruchte figuur uit de Amsterdamsche on derwereld, die nog enkele jaren gevangenis straf te goed heeft, kans gezien, uit het ge rechtsgebouw te Haarlem te ontsnappen, nadat hij daar in een strafzaak als getuige was gehoord. De Rijksveldwachter, die voor de eerste maal in Haarlem dienst deed, had hem naar de cel teruggebracht, maar deze vermoedelijk niet goed gesloten, zoodat het voor S. zeer gemakkelijk was te vluchten. Alle nasporingen bleven tot dusverre vruch teloos, doch dezer dagen werd te Brussel gen man betrapt bij een poging tot inbraak. Daar de politie vermoedde, dat hij een valschen naam had opgegeven, werd een nader onderzoek naar zijn identiteit ingesteld cn daarbij kwam aan het licht dat men te doen had piet den lang gezochten J. S. Hij Zal nu eerst in Brussel moeten te recht staan en na zijn straf uitgezeten te hebben, wordt hij naar Amsterdam overge bracht, waar hij gedetineerd was. Woesteling verwondt drie men- schen. Na achtervolging inge rekend. Op bet Marconiplein te Rotterdam is gis termiddag een dronken autobestuurder met zijn wagen in botsing gekomen met een lichtmast van het elcctrische net. Vervol gens slingerde de auto naar de linkerzijde van den rijweg, waarbij het voertuig in reed op den 29-jarigen D. N. Visser en zijn 34-jarige echtgenoote, alsmede hun zesjarig dochtertje, die allen tegen den grond ge worpen werden. De vrouw liep een hoofd wonde en een gecompliceerde rechteronder- beenbreuk op en moest in het ziekenhuis aan den Coolsingel opgenomen worden. Het dochtertje kon na in het ziekenhuis verbon den te zijn, naar huis vervoerd worden, even als den man, die schaafwonden had opge- loopen. Na deze aanrijding zwenkte de automobi list naar rechts, waarbij een motorrijwiel, dat op het trottoir geparkeerd stónd, omver geworpen werd. Toen 'n 24-jarige brieven besteller den bestuurder wilde dwingen te stoppen, trachtte de automobilist den bestel ler omver te rijden. Door snel opzij te springen, wist de man aan een ernstig onge luk te ontsnappen. De eigenaar van het motorrijwiel, heeft hiermede den automo bilist nagezet. Op den Westzeedijk heeft hij den man door klemrijden tot stilhouden gedwongen. Inmiddels was ook de auto van de politie gearriveerd, waarin de onverlaat naar het bureau aan de. Oostervantstraat is overgebracht. De man, die reeds meer aanrijdingen op zijn kerfstok bleek te hebben is opgesloten. Zat inmiddels in de gevangenis voor zelfde feit! De gemeentepolitie te Winschoten is een postwisselvervalscher op het spoor geko men. Even voor de kermis, die gedurende de Pinksterdagen gehouden werd, vervoeg de zich bij een winkelier aldaar een ker misreiziger, die voorgaf van een familielid een postwissel te zullen ontvangen Hij vroeg of deze postwissel aan het adres van den winkelier mocht worden geadresseerd. De winkelier stemde hierin toe. De afzender bleek later evenwel de reizi ger zelf te zijn, die een bedrag van negen gulden aan het adres van den winkelier had overgemaakt cn bij het incasseeren de negen in negentig had veranderd. Op het postkantoor had men dat niet gemerkt en inplaats van negen gulden is den man daar op negentig gulden uitbetaald. De dader is een zekere K. uit ter Appel. Hij is inmiddels te Assen gedetineerd voor een zelfde feit. Bijzondere maatregelen tegen Hagespraak-bezoekers. Vragen van een kamerlid. Het Tweede Kamerlid de Marchant et d'Anscnibourg heeft aan den minister van justitie de volgende vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend: a. dat op 6 Juni omstreeks 7 uur meer dere autobussen met bezoekers van de „Ha- gespraak" op den rijksweg Heerlen-Sittard door rechercheurs van den vreemdelingen dienst zijn aangehouden, waarna de inzit tenden op den openbaren weg zijn gefouil leerd; b. Dat de fotograaf van den vreemdelin gendienst opnamen van deze bezoekers van „de Hagespraak" heeft gemaakt. 2. Is de minister bereid: a. Mede te deelen op wiens bevel de bovengenoemde maatregelen op 6 Juni zijn genomen. b. Ervoor te zorgen, dat de persoon of de personen, die het fouilleeren op den open baren weg en het fotografeeren hebben be volen, zullen worden gestraft; c. Maatregelen te treffen dat de Neder- landsche bezoekers van een Nederlandsche vergadering in de toekomst niet onnoodig worden gehinderd? NIeuw-Amsterdam Indië. spreekt met Door bemiddeling van de N.I.R.O.M. heeft Zaterdagavond als experiment een kruis gesprek plaats gehad tussehen de in volle zee varende „Nieuw Amsterdam" en verte genwoordigers van Aneta. Het gesprek werd door de N.I.R.O.M.' verder gebroadcast. Van de zijde van de „Nieuw Amsterdam" voerden hierbij het woord de heer Bijl, ge zagvoerder, de heer Gips van de Holjand Amerika-lijn en de passagiers dr. Philips en Delprat van de Stoomvaart Mij. Nederland. Het gcheele gesprek kw'am uitstekend door, zegt de N. R. Ct. Op slag gedood. Gistermorgen te ongeveer half tien is te Rosmalen op den rijksweg 's-Hertogenbosch- Nijmegen een doodelijk ongeluk gebeurd. De heer C. K. Brekclmans, die ter kerke was geweest en per rijwiel huiswaarts keerde in de richting Nijmegen, werd toen hij bij zijn woning den rijksweg wilde oversteken, door een uit de richting Nijmegen komende per sonenauto gegrepen. De man werd tegen een boom gesmakt en moet spoedig daarop zijn overleden. Medische hulp en geestelijke bijstand wa ren spoedig ter plaatse. Het slachtoffer dat ongeveer 55 jaar oud was, was gehuwd en vader van éen kind. Het stoffelijk overschot is de woning bin nengedragen. De auditeur-militair vraagt hoo- ger beroep aan. De auditeur-militair, heeft hooger beroep aangeteekend tegen het vonnis van den krijgsraad voor de landmacht te 's Herto genbosch, waarbij A. van der W., wacht meester der koninklijke marechaussee te Terneuzen werd vrijgesproken van de hem ten laste gelegde zedenmisdrijven, onder verwijzing van de zaak ter verdere behan deling naar den tot straffen bevoegden commandeerenden officier. De auditeur-militair had in deze zaak te gen den beklaagde drie maanden gevange nisstraf, met verlaging tot den stand van soldaat en met aftrek van voorarrest, gé- eischt. Bank onthuld in den Haag. Op het Lange Voorhout in den Haag, dicht bij het Paleis van wijlen Koningin Emma heeft Zaterdagmiddag de overdracht plaats gehad van den door de orde van Vrijmet selaren aan de gemeente 's Gravenhage aan geboden monumentale bank als blijk van hulde aan de nagedachtenis van H.M. Ko ningin Emma. Voor deze plechtigheid bestond groote be langstelling, vooral ook uit de kringen der Vrijmetselaren. De Grootmeester der Orde, Kolonel H. van Tongeren heeft de Bank onthuld. In een rede, wees hij er op, dat in de over leden Vorstinne die menschelijke eigen schappen vereenigd waren, welke de Vrij metselaren, als de hoogste ma^onnicke deug den beschouwen, verdraagzaamheid, naas tenliefde en verheven plichtsbetrachting. De Burgemeester van 's Gravenhage, Mr. S. J. R. de Monchy heeft daarop voor de gemeente de Bank aanvaard met een rede, waarin hij zeide, dat het gemeentebestuur oprechte hulde brengt voor deze daad van burgerzin. Deze Bank', aldus spr., bindt nu, naar wij mogen hopen voor ongetelde jaren, den naam van Koningin Emma aan het Voor hout, waar zij leefde en werkte, toen de hooge taak, die Zij in het paleis aan het Noordeinde te vervullen had gehad, vol bracht was. DINSDAG 21 JUNI. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. KRO-Uitzending. 4.005.10 HIRO. 8.009.15 Gramofoonmuziek. 8.20 Berichten. 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest. 1.001.20 Gramofoonplaten. 2.00 Vrouwenuur. 3.00 Gramofoonmuziek. 3.15 KRO-orkest. 4.00 Berichten. Hierna: Gramofoonmuziek. 4.05 Causerie over de Theosofische Vereen. 4.30 Gramofoonmuziek. 4.35 HIRO-post. 4.40 Gramofoonmuziek. 4.45 Causerie: Godsvoorstelling en Godsver- wezenlijking". 5.10 KRO-Melodisten en solist. 5.45 Felicitatiebezoek. 6.15 Zwemcursus. 6.30 Vervolg van 5.10. 7.00 Berichten. 7.15 Chuserie over de Pygmeeën van West- Equatoriaal-Afrika. 7.35 Sportpraatje. 8.00 Berichten ANP en Mededeelingen, 8.15 KRO-Symphonie-orkest. 8.45 Reportage. 9.15 Vervolg concert. 10.00 Lajos Veres en zijn Hongaarsch orkest. 10.25 Gramofoonmuziek. 10.30 Berichten ANP. 10.40 De KRO-Boys en solist. 11.0011.10 Gramofoonmuziek. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum n, 801,5 m. AVRO-Uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek. 8.30 Berichten. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek (gramofoonplaten). 10.30 Omroeporkest. 11.00 Huishoudelijke wenken. 11.30 Omroeporkest en solisten. 12.30 Berichten. Hierna: Gramofoonplaten. 1.00 Het Kovacs Lajos-orkest. 1.45 Pianovoordracht. 2.15 Omroeporkest en solist. 3.00 Declamatie. 3.20 Jetty Cantor's ensemble. 4.30 Kinderkoorzang. 5.00 Kinderhalfuur. 5.30 Aeolian-orkest. 6.15 De Twilight Serenaders. 7.00 AVRO-Dansorkest en soliste. 7.40 Causerie over de afschaffing der s nij in West-Indië. 8.00 Berichten ANP. Gramofoonmuziek. 8.30 De Bonte Dinsdagavondtrein. 10.15 Radiotooneel. 10.45 Schaaknieuws. 11.00 Berichten ANP. Gramofoonmuziek. 11.3012.00 Zigeunermuziek. FEUILLETON. Naar het Engelsch 20. „Ik kan niet aannemen, dat de menschen zóó wreed en zóó dom zouden zijn! riep Janie met een stem, trillende van verontwaardiging. „Het was om der wille van Charlie zelve, dat hij er op stond, hoe ik vannacht naar bed zou gaan, omdat hij meende, dat ik anders te moe zou zijn om goed op het patientje te letten. Er was ons geen van beiden gezegd, dat het noodzakelijk was, hoe wij den heelen nacht zouden opzitten. Althans, dokter Peil heeft het niet gezegd". i.„. Minnie ging naar de deur met de woorden „Nu, het is te hopen, dat het u lu^®"^d hen daarvan te overtuigen, als u wordt". Janie hief een doodsbleek gezichtje op. „Komt er dan een verhoor?" „Ludlow meent van wèl". Minnie ging het geval nog eens bepraten met een paar noodhulpen uit het doi P kon niet anders, of ze moesten zich alle drie wel gewichtig voelen, dat ze waren in een huis, waar zulke gebeurtenissen voorvielen. HOOFDSTUK XVI. Een verhoor!... Nieuwe verschrikkingen doemden op voor Janie! Het was PPrst haar meisjesachtigen schrik, om voor het eer met de ijzeren hand van de wet te moeten hennis maken. - maar als zr, onder eede getuigenis moest afleggen, dan zou zij haar volle naam moeten geven. En ze zoo bang, dat haar heele geschiedenis dan ook bekend zou worden. Toch kon het wezen, dat haar getuigenis onmisbaar was voor Rorke's onschuld. Als men nu ineens tot de ontdekking kwam, dat zij een nichtje van hem was en onder hetzelfde dak woonde, zou dit dan niet een blijvende smet werpen op haar goeden naam? Dokter Peil zou kunnen spreken van haar speciale vriendschap met Rorke; zij kon niet ontkennen, dat er of en toe romantische ge spreken tussehen hen gevoerd waren. Verbeeld je, dat er eens gedacht werd, hoe zij beiden in het kwade hadden samengespannen! Het was afschuwelijk!... Maar niets leek,haar nu meer te verschrikkelijk voor achterdochtig bezielden! Koortsachtig stond zij op en begon heen en weer te loopen, in ware wanhoop. Nog urenlang bleef zij op haar kamer; durfde zich niet naar buiten wagen, uit vrees, dat ze soms Rorke mocht tegenkomen. Het eenige, wat hem redden kon, als de waarheid uitkwam, was, dat hij niet had afgeweten van hun verwantschap. Ze konden wel geen geloof slaan aan zijn onwetendheid in deze. maar hij kon er toch een eed op doen; maar als zy hem nu sprak, dan zou ze het zeker niet voor hem verborgen houden! En als ze samen gezien werden Later op den dag trok een onweerstaanbaar verlangen haar naar Charlie's kamer. Zy was eerst stilletjes in den tuin gegaan en had daar enkele bloemen geplukt, want ze kon den armen, kleinen doode daar toch niet zoo laten liggen, zonder eenige vriendelijke gedachte van haar. Met trillende handen en half verblind door tranen, strooide zij zacht geurende viooltjes zijn lievelingsbloemen -- op het dek. Met de donkere oogharen op het wasbleeke gezichtje was Charlie veel mooier, dan hij ooit bij zijn leven was geweest. Hij lag daar zoo rustig en vreedzaam. „Hij zal zeker nu gelukkiger zijn!" was haar eenige vertroostende gedachte. In de gang ontmoette ze Rorke. Gedurende een oogenblik stonden ze elkaar aan te kijken Haar gelaat was kleurloos. Ze had diepe, blauwe kringen onder de behuilde oogen. Rorke zag ook zeer bleek en betrokken. „Janie!" riep hij, „je bent ziek!" .Neenof, ja, eigenlijk wèlMaar laat mij gaan, Rorke, spreek niet tegen mij!" Ze voelde immers een vreeselijken angst, dat de menschen hen samen zouden zien en dan zouden verdenken. Dus trachtte zij langs hem te gaan. „Zóó hoefde je er toch niet uit te zien"! Is er niemand, die eens wat voor je doen kan?" „Neen, niemand! O, het is verschrikkelijk!" „Hield je danzóó veel van hem?" „Dat weet je welOf hij mijn eigen broertje was!" „Het was m'n broertje!' zei hij bitter. „Weet je, waar Peil op zinspeelt en anderen? Ik geloof zelfs, dat ze het ronduit zeggen „Ja, Minnie zei zoo ietsZij meende, dat er een verhoor zou plaats hebben", „Ja, dat zal er zeker". „Zal ik óók getuigen moeten?" „Vind je het zoo naar?Je hebt immers niets slechts te zeggen; voor niemand? Je kon zelfs een goed woordje doen voor mij! Je kon zeggen, dat, terwijl ik meer dan eens in de gelegenheid was geweest, mijn broertje het leven te benemen, ik juist mijn best heb ge daan, hem te sparen". Janie stond er roerloos bjj en zei enkel: „Rorke, ik kan het niet!" „Wét kan je niet? Kan je geen goed woord je voor mij doen?" „Neen, het spijt mij zoo. Ik meen, dat ik geen getuigenis zal kunnen afleggen. Ik zou er je enkel maar kwaad mee doen. Ik wil niet verschijnen op het verhoor. Er moet maar ge zegd worden, dat ik ziek ben, dan kan ik van zelf niet komen. Minnie of een van de ande ren kan dan wel vertellen, wat ik weet. Maar ik moet niet getuigen". „WaaromIn 's hemelsnaam, waarom zou „Toe, zeg nu niets meer! Je maakt het er mij enkel maar moeilijker mee. Ik zal het je later vertellen. Er is een redenO, die kén ik je niet zeggen, maar die maakt het mij on mogelijk, om te getuigen „Je meent „Vraagt mij niet, wat ik meen! Ik zou alles willen geven, dat het anders was!Ik wil de wel, dat ik hier nooit gekomen wasO, laat mij gaan!" Toen ze eens de gang doorkeek, zag ze Selina met haar verraderlijk zachten tred naderbij komen. En daar Janie bang was, dat die soms iets hooren mocht, trad ze ijlings langs Rorke heen en sloot zich in haar kamer op. Hier vond Minnie haar eenigen tijd later te bed liggen; toen ze haar kwam waarschuwen, dat er iemand was, om haar te spreken. „Ik kan niemand ontvangen", luidde het antwoord. „Ik ben ziek, Minnie. Roep maar een dokter voor mij. Vraag, of dokter Carp- mael by mij komt". Dit was geen uitvlucht: ze had zich nog nooit zoo ziek gevoeld. Haar hoofd bonsde; haar ledematen deden pijn. Minnie schrikte er van, zooals ze er uitzag en haastte zich weg. Toen Janie twintig minuten later de oogen opsloeg, zag ze dokter Carpmael bij haar bed staan. Het deed haar goed, om eens het vriende lijke gezicht te zien van iemand, die in geen betrekking stond met de tragedie, die daar in huis was afgespeeld. En hoe wonder lijk het ook klinken moge nóg grooter ver lichting was het haar om te hooren, dat zij een aanval van influenza had, die ze zeker al dagen lang onder de leden had gehad, maar die nu tot een uitbarsting was gekomen en waardoor zij misschien dagenlang het bed zou moeten houden. Dit was meer dan zij had durveh hopen, dat ze nu door een openlijk erkende ziekte voor eenigen tijd van alle verantwoordelijk heid ontslagen zou zijn. Maar doordat zij zich lichamelijk zoo ellendig voelde, waren haar gedachten koortsachtig gejaagd. Af en toe viel ze in een onrustigen sluimer en werd dan steeds gekweld door onaange name droomen over Rorke, waarin hij haar verwijten deed, of althans verwijtende blikken toewierp. Als ze weer wat kalmer was, voelde zij zich overtuigd, dat Rorke toch onmogelijk kon be schuldigd worden, van zijn broertje den dood te hebben aangedaan. Maar naarmate het uur van het verhoor naderbij kwam, herleefde toch de angst in haar en verweet zij zichzelve dat, als zij maar als getuige had kunnen ver schijnen, ze dan wel haar uiterste best zou hebben gedaan, om hem vrij te pleiten van al wat nu argwaan wekte, maar zóó zou die smet van de achterdocht voor goed aan zijn naam blijven kleven. O, ze was toch zoo verlangend, om geheel op de hoogte te zijn van den loop van zaken. Maar, waarschijnlijk voor het grootste deel uit vrees voor besmetting, scheen Minnie haar stelselmatig te vermijden. De zuster, die den ouden heer Andrew verpleegd had, verzorgde haar nu, maar daar Janie haar voor een bond- genoote van dokter Peil hield, praatte ze zoo weinig mogelijk met haar. Minnie kreeg ze alleen te zien, even voor dat die het verhoor ging bijwonen. Ze vond haar bijzonder terughoudend en dit was haar een bewijs, dat de openbare meening tegen Rorke een wrok koesterde tegen zijn broertje. Ja, den laatsten tijd had dit nu wel iets beter geleken, maar, nu, het was haar zaak ook niet, Selina had gezegd, dat mr. Rorke „dol" was op miss Carleton en dat hij zich enkel maar gehouden had, of hij zijn broertje wat beter lijden mocht, om in haar gezelschap te zijn. „Maar, Minnie, dat is niet waar!" riep Janie wanhopend. „Als ze je op het verhoor iets vragen, dan moet je zeggen, dat dit niet zoo is!" „Dat mr. Rorke géén liefde voor u voelde?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 3