RADIO
Inbraak in Den Haag
Postwisselvervalscher
ontmaskerd
Werden N*S*B*~ers
gefouilleerd?
Vrijmetselaren
Twee nichten
en twee neven
door
G A R RICE
R R O U G H S
De veldwachter liet de
cel los
Dronken achter het stuur
Een kruisgesprek in
volle zee
Wielrijder door auto gegrepen
Marechaussee-wachtmeester
nogmaals voor het gerecht
eeren Koningin Emma
PROGRAMMA
ED
B U
No. 9.
De ogen van Tarzan werden groot van ver-'
bazing en hij bleef stokstijf staan. Het reus
achtige dier riep hem met klagende stem
„Akoet!" antwoordde de man. De woedende
jongen keek van zijn vader naar de aap en
terug. Van de lippen van den Engelsman
vloeiden klanken in de taal der apen en het
grote dier antwoordde hem in diezelfde taal,
terwijl het tevreden en blij zijn arm om de
schouders van de man had geslagen. Van
achter het toneel sloeg een ongunstig uitziend
type het vreemde schouwspel gade. „Lang heb
ik naar je uitgekeken, Tarzan", zei de aap.
„Nu ik je eindelijk gevonden heb, ga ik met
je mee naar jouw jungle, om daar voortaan te
wonen". De man streek het dier over zijn kop,
terwijl hij de tegenwoordigheid van zijn zoon
totaal vergeten had. In de gedachten van de
man kwam de herinnering terug aan de ge
beurtenissen in het Afrikaanse oerwoud,
waar deze grote menschaap schouder aan
schouder had gevochten, jaren geleden. Hij
zag de zwarte Mugambi zijn dodeljjke knots
opheffen en naast hem Sheeta, de vreselijke.
En dicht achter de wrede panter deze zelfde
Akoet en zijn makkers. De man zuchtte.
Diep in hem leefde het verlangen naar de
jungle, dat hij dood gewaand had. Ach! Als
hij nog eens terug kon gaan al was het
slechts voor een maan! Om de koele bladeren
weer tegen zijn lichaam te voelen. De geur
van de jungle in te adenïten! Het geluidloze
lopen der wilde dieren op zijn pad te be
speuren; te jagen en gejaagd te worden; te
doden. Het beeld was verleidelijk; doch er
kwamen beelden, die deze verdrongen, van zijn
vrouw, mooi en jong; vrienden, een huis; zijn
zoon.
Buit is niet groot.
In den nacht van Zaterdag op Zondag is
ingebroken in 't kantoor van Ruvs' handels-
ivereeniging in Den Haag. De buit was niet
groot, toen de conciërge van het gebouw
van Ruys' handelsvereeniging aan de Hoo-
ge Nieuwstraat in Den Haag gisterochtend
om half zeven zijn dagtaak wilde beginnen,
ontdekte hij, dat in den afgeloopcn nacht
een of meer ongenoode bezoekers in het ge-
houw zijn geweest.
el waren alle deuren en poortjes, welke
tot de kantoorlokalen toegang gaven, geslo
ten en werden geen sporen van forcecren ge
vonden, doch in vele lokalen bleken de les
senaars opengebroken te zijn met het doel
om daar uit weg te halen, wat er zich aan
waarde in bevond. De buit was echter niet
meegevallen. Slechts wat klein geld, voor
namelijk buitenlandsch, werd meegenomen,
terwijl ook de tasch van een der directeuren,
waarin evenwel niets van waarde zat, werd
ontvreemd.
Wel heeft men getracht een kleine brand-
ikast te forceeren. maar dit is niet gelukt.
Do groote kluis bleef geheel onbeschadigd.
Vermoedelijk zijn de dieven door middel
Van een valsche sleutel binnengekomen.
Doet de wijze van inklimmen vermoeden,
'dat men hier met geroutineerde inbrekers te
cloen heeft, het feit, dat zij de Lips en
brandkasten ongemoeid hebben gelaten, doet
weer het. tegendeel denken. Voorts heeft de
politie tal van vingerafdrukken kunnen ne
men. Het onderzoek is in vollen gang.
Berucht gevangene ontsnapte.
Na twee maanden in Brussel
weer gegrepen.
Op 28 April j.1. heeft, de 33-jarige J. S., een
beruchte figuur uit de Amsterdamsche on
derwereld, die nog enkele jaren gevangenis
straf te goed heeft, kans gezien, uit het ge
rechtsgebouw te Haarlem te ontsnappen,
nadat hij daar in een strafzaak als getuige
was gehoord. De Rijksveldwachter, die voor
de eerste maal in Haarlem dienst deed, had
hem naar de cel teruggebracht, maar deze
vermoedelijk niet goed gesloten, zoodat het
voor S. zeer gemakkelijk was te vluchten.
Alle nasporingen bleven tot dusverre vruch
teloos, doch dezer dagen werd te Brussel
gen man betrapt bij een poging tot inbraak.
Daar de politie vermoedde, dat hij
een valschen naam had opgegeven,
werd een nader onderzoek naar zijn
identiteit ingesteld cn daarbij kwam
aan het licht dat men te doen had
piet den lang gezochten J. S.
Hij Zal nu eerst in Brussel moeten te
recht staan en na zijn straf uitgezeten te
hebben, wordt hij naar Amsterdam overge
bracht, waar hij gedetineerd was.
Woesteling verwondt drie men-
schen. Na achtervolging inge
rekend.
Op bet Marconiplein te Rotterdam is gis
termiddag een dronken autobestuurder met
zijn wagen in botsing gekomen met een
lichtmast van het elcctrische net. Vervol
gens slingerde de auto naar de linkerzijde
van den rijweg, waarbij het voertuig in
reed op den 29-jarigen D. N. Visser en zijn
34-jarige echtgenoote, alsmede hun zesjarig
dochtertje, die allen tegen den grond ge
worpen werden. De vrouw liep een hoofd
wonde en een gecompliceerde rechteronder-
beenbreuk op en moest in het ziekenhuis
aan den Coolsingel opgenomen worden. Het
dochtertje kon na in het ziekenhuis verbon
den te zijn, naar huis vervoerd worden, even
als den man, die schaafwonden had opge-
loopen.
Na deze aanrijding zwenkte de automobi
list naar rechts, waarbij een motorrijwiel,
dat op het trottoir geparkeerd stónd, omver
geworpen werd. Toen 'n 24-jarige brieven
besteller den bestuurder wilde dwingen te
stoppen, trachtte de automobilist den bestel
ler omver te rijden. Door snel opzij te
springen, wist de man aan een ernstig onge
luk te ontsnappen. De eigenaar van het
motorrijwiel, heeft hiermede den automo
bilist nagezet. Op den Westzeedijk heeft hij
den man door klemrijden tot stilhouden
gedwongen. Inmiddels was ook de auto van
de politie gearriveerd, waarin de onverlaat
naar het bureau aan de. Oostervantstraat is
overgebracht.
De man, die reeds meer aanrijdingen op
zijn kerfstok bleek te hebben is opgesloten.
Zat inmiddels in de gevangenis
voor zelfde feit!
De gemeentepolitie te Winschoten is een
postwisselvervalscher op het spoor geko
men. Even voor de kermis, die gedurende
de Pinksterdagen gehouden werd, vervoeg
de zich bij een winkelier aldaar een ker
misreiziger, die voorgaf van een familielid
een postwissel te zullen ontvangen Hij
vroeg of deze postwissel aan het adres van
den winkelier mocht worden geadresseerd.
De winkelier stemde hierin toe.
De afzender bleek later evenwel de reizi
ger zelf te zijn, die een bedrag van negen
gulden aan het adres van den winkelier
had overgemaakt cn bij het incasseeren de
negen in negentig had veranderd. Op het
postkantoor had men dat niet gemerkt en
inplaats van negen gulden is den man daar
op negentig gulden uitbetaald. De dader is
een zekere K. uit ter Appel. Hij is inmiddels
te Assen gedetineerd voor een zelfde feit.
Bijzondere maatregelen tegen
Hagespraak-bezoekers. Vragen
van een kamerlid.
Het Tweede Kamerlid de Marchant et
d'Anscnibourg heeft aan den minister van
justitie de volgende vragen gesteld:
1. Is het den minister bekend:
a. dat op 6 Juni omstreeks 7 uur meer
dere autobussen met bezoekers van de „Ha-
gespraak" op den rijksweg Heerlen-Sittard
door rechercheurs van den vreemdelingen
dienst zijn aangehouden, waarna de inzit
tenden op den openbaren weg zijn gefouil
leerd;
b. Dat de fotograaf van den vreemdelin
gendienst opnamen van deze bezoekers van
„de Hagespraak" heeft gemaakt.
2. Is de minister bereid:
a. Mede te deelen op wiens bevel de
bovengenoemde maatregelen op 6 Juni zijn
genomen.
b. Ervoor te zorgen, dat de persoon of de
personen, die het fouilleeren op den open
baren weg en het fotografeeren hebben be
volen, zullen worden gestraft;
c. Maatregelen te treffen dat de Neder-
landsche bezoekers van een Nederlandsche
vergadering in de toekomst niet onnoodig
worden gehinderd?
NIeuw-Amsterdam
Indië.
spreekt met
Door bemiddeling van de N.I.R.O.M. heeft
Zaterdagavond als experiment een kruis
gesprek plaats gehad tussehen de in volle
zee varende „Nieuw Amsterdam" en verte
genwoordigers van Aneta. Het gesprek
werd door de N.I.R.O.M.' verder gebroadcast.
Van de zijde van de „Nieuw Amsterdam"
voerden hierbij het woord de heer Bijl, ge
zagvoerder, de heer Gips van de Holjand
Amerika-lijn en de passagiers dr. Philips en
Delprat van de Stoomvaart Mij. Nederland.
Het gcheele gesprek kw'am uitstekend
door, zegt de N. R. Ct.
Op slag gedood.
Gistermorgen te ongeveer half tien is te
Rosmalen op den rijksweg 's-Hertogenbosch-
Nijmegen een doodelijk ongeluk gebeurd. De
heer C. K. Brekclmans, die ter kerke was
geweest en per rijwiel huiswaarts keerde in
de richting Nijmegen, werd toen hij bij zijn
woning den rijksweg wilde oversteken, door
een uit de richting Nijmegen komende per
sonenauto gegrepen. De man werd tegen een
boom gesmakt en moet spoedig daarop zijn
overleden.
Medische hulp en geestelijke bijstand wa
ren spoedig ter plaatse.
Het slachtoffer dat ongeveer 55 jaar oud
was, was gehuwd en vader van éen kind.
Het stoffelijk overschot is de woning bin
nengedragen.
De auditeur-militair vraagt hoo-
ger beroep aan.
De auditeur-militair, heeft hooger beroep
aangeteekend tegen het vonnis van den
krijgsraad voor de landmacht te 's Herto
genbosch, waarbij A. van der W., wacht
meester der koninklijke marechaussee te
Terneuzen werd vrijgesproken van de hem
ten laste gelegde zedenmisdrijven, onder
verwijzing van de zaak ter verdere behan
deling naar den tot straffen bevoegden
commandeerenden officier.
De auditeur-militair had in deze zaak te
gen den beklaagde drie maanden gevange
nisstraf, met verlaging tot den stand van
soldaat en met aftrek van voorarrest, gé-
eischt.
Bank onthuld in den Haag.
Op het Lange Voorhout in den Haag, dicht
bij het Paleis van wijlen Koningin Emma
heeft Zaterdagmiddag de overdracht plaats
gehad van den door de orde van Vrijmet
selaren aan de gemeente 's Gravenhage aan
geboden monumentale bank als blijk van
hulde aan de nagedachtenis van H.M. Ko
ningin Emma.
Voor deze plechtigheid bestond groote be
langstelling, vooral ook uit de kringen der
Vrijmetselaren.
De Grootmeester der Orde, Kolonel H. van
Tongeren heeft de Bank onthuld.
In een rede, wees hij er op, dat in de over
leden Vorstinne die menschelijke eigen
schappen vereenigd waren, welke de Vrij
metselaren, als de hoogste ma^onnicke deug
den beschouwen, verdraagzaamheid, naas
tenliefde en verheven plichtsbetrachting.
De Burgemeester van 's Gravenhage, Mr.
S. J. R. de Monchy heeft daarop voor de
gemeente de Bank aanvaard met een rede,
waarin hij zeide, dat het gemeentebestuur
oprechte hulde brengt voor deze daad van
burgerzin.
Deze Bank', aldus spr., bindt nu, naar wij
mogen hopen voor ongetelde jaren, den
naam van Koningin Emma aan het Voor
hout, waar zij leefde en werkte, toen de
hooge taak, die Zij in het paleis aan het
Noordeinde te vervullen had gehad, vol
bracht was.
DINSDAG 21 JUNI.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
KRO-Uitzending. 4.005.10 HIRO.
8.009.15 Gramofoonmuziek.
8.20 Berichten.
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-orkest.
1.001.20 Gramofoonplaten.
2.00 Vrouwenuur.
3.00 Gramofoonmuziek.
3.15 KRO-orkest.
4.00 Berichten. Hierna: Gramofoonmuziek.
4.05 Causerie over de Theosofische Vereen.
4.30 Gramofoonmuziek.
4.35 HIRO-post.
4.40 Gramofoonmuziek.
4.45 Causerie: Godsvoorstelling en Godsver-
wezenlijking".
5.10 KRO-Melodisten en solist.
5.45 Felicitatiebezoek.
6.15 Zwemcursus.
6.30 Vervolg van 5.10.
7.00 Berichten.
7.15 Chuserie over de Pygmeeën van West-
Equatoriaal-Afrika.
7.35 Sportpraatje.
8.00 Berichten ANP en Mededeelingen,
8.15 KRO-Symphonie-orkest.
8.45 Reportage.
9.15 Vervolg concert.
10.00 Lajos Veres en zijn Hongaarsch orkest.
10.25 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP.
10.40 De KRO-Boys en solist.
11.0011.10 Gramofoonmuziek.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum n, 801,5 m.
AVRO-Uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek.
8.30 Berichten.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek (gramofoonplaten).
10.30 Omroeporkest.
11.00 Huishoudelijke wenken.
11.30 Omroeporkest en solisten.
12.30 Berichten. Hierna: Gramofoonplaten.
1.00 Het Kovacs Lajos-orkest.
1.45 Pianovoordracht.
2.15 Omroeporkest en solist.
3.00 Declamatie.
3.20 Jetty Cantor's ensemble.
4.30 Kinderkoorzang.
5.00 Kinderhalfuur.
5.30 Aeolian-orkest.
6.15 De Twilight Serenaders.
7.00 AVRO-Dansorkest en soliste.
7.40 Causerie over de afschaffing der s
nij in West-Indië.
8.00 Berichten ANP. Gramofoonmuziek.
8.30 De Bonte Dinsdagavondtrein.
10.15 Radiotooneel.
10.45 Schaaknieuws.
11.00 Berichten ANP. Gramofoonmuziek.
11.3012.00 Zigeunermuziek.
FEUILLETON.
Naar het Engelsch
20.
„Ik kan niet aannemen, dat de menschen
zóó wreed en zóó dom zouden zijn! riep Janie
met een stem, trillende van verontwaardiging.
„Het was om der wille van Charlie zelve, dat
hij er op stond, hoe ik vannacht naar bed zou
gaan, omdat hij meende, dat ik anders te moe
zou zijn om goed op het patientje te letten.
Er was ons geen van beiden gezegd, dat het
noodzakelijk was, hoe wij den heelen nacht
zouden opzitten. Althans, dokter Peil heeft
het niet gezegd". i.„.
Minnie ging naar de deur met de woorden
„Nu, het is te hopen, dat het u lu^®"^d
hen daarvan te overtuigen, als u
wordt".
Janie hief een doodsbleek gezichtje op.
„Komt er dan een verhoor?"
„Ludlow meent van wèl".
Minnie ging het geval nog eens bepraten
met een paar noodhulpen uit het doi P
kon niet anders, of ze moesten zich alle drie
wel gewichtig voelen, dat ze waren in een
huis, waar zulke gebeurtenissen voorvielen.
HOOFDSTUK XVI.
Een verhoor!... Nieuwe verschrikkingen
doemden op voor Janie! Het was PPrst
haar meisjesachtigen schrik, om voor het eer
met de ijzeren hand van de wet te moeten
hennis maken. - maar als zr, onder eede
getuigenis moest afleggen, dan zou zij
haar volle naam moeten geven. En ze
zoo bang, dat haar heele geschiedenis dan
ook bekend zou worden.
Toch kon het wezen, dat haar getuigenis
onmisbaar was voor Rorke's onschuld. Als
men nu ineens tot de ontdekking kwam, dat
zij een nichtje van hem was en onder hetzelfde
dak woonde, zou dit dan niet een blijvende
smet werpen op haar goeden naam?
Dokter Peil zou kunnen spreken van haar
speciale vriendschap met Rorke; zij kon niet
ontkennen, dat er of en toe romantische ge
spreken tussehen hen gevoerd waren. Verbeeld
je, dat er eens gedacht werd, hoe zij beiden
in het kwade hadden samengespannen! Het
was afschuwelijk!... Maar niets leek,haar nu
meer te verschrikkelijk voor achterdochtig
bezielden!
Koortsachtig stond zij op en begon heen en
weer te loopen, in ware wanhoop.
Nog urenlang bleef zij op haar kamer;
durfde zich niet naar buiten wagen, uit vrees,
dat ze soms Rorke mocht tegenkomen. Het
eenige, wat hem redden kon, als de waarheid
uitkwam, was, dat hij niet had afgeweten
van hun verwantschap. Ze konden wel geen
geloof slaan aan zijn onwetendheid in deze.
maar hij kon er toch een eed op doen; maar
als zy hem nu sprak, dan zou ze het zeker niet
voor hem verborgen houden! En als ze samen
gezien werden
Later op den dag trok een onweerstaanbaar
verlangen haar naar Charlie's kamer. Zy was
eerst stilletjes in den tuin gegaan en had
daar enkele bloemen geplukt, want ze kon
den armen, kleinen doode daar toch niet zoo
laten liggen, zonder eenige vriendelijke
gedachte van haar.
Met trillende handen en half verblind door
tranen, strooide zij zacht geurende viooltjes
zijn lievelingsbloemen -- op het dek.
Met de donkere oogharen op het wasbleeke
gezichtje was Charlie veel mooier, dan hij
ooit bij zijn leven was geweest. Hij lag daar
zoo rustig en vreedzaam.
„Hij zal zeker nu gelukkiger zijn!" was
haar eenige vertroostende gedachte.
In de gang ontmoette ze Rorke. Gedurende
een oogenblik stonden ze elkaar aan te kijken
Haar gelaat was kleurloos. Ze had diepe,
blauwe kringen onder de behuilde oogen.
Rorke zag ook zeer bleek en betrokken.
„Janie!" riep hij, „je bent ziek!"
.Neenof, ja, eigenlijk wèlMaar laat
mij gaan, Rorke, spreek niet tegen mij!"
Ze voelde immers een vreeselijken angst,
dat de menschen hen samen zouden zien en
dan zouden verdenken. Dus trachtte zij langs
hem te gaan.
„Zóó hoefde je er toch niet uit te zien"!
Is er niemand, die eens wat voor je doen kan?"
„Neen, niemand! O, het is verschrikkelijk!"
„Hield je danzóó veel van hem?"
„Dat weet je welOf hij mijn eigen
broertje was!"
„Het was m'n broertje!' zei hij bitter. „Weet
je, waar Peil op zinspeelt en anderen? Ik
geloof zelfs, dat ze het ronduit zeggen
„Ja, Minnie zei zoo ietsZij meende, dat
er een verhoor zou plaats hebben",
„Ja, dat zal er zeker".
„Zal ik óók getuigen moeten?"
„Vind je het zoo naar?Je hebt immers
niets slechts te zeggen; voor niemand? Je kon
zelfs een goed woordje doen voor mij! Je kon
zeggen, dat, terwijl ik meer dan eens in de
gelegenheid was geweest, mijn broertje het
leven te benemen, ik juist mijn best heb ge
daan, hem te sparen".
Janie stond er roerloos bjj en zei enkel:
„Rorke, ik kan het niet!"
„Wét kan je niet? Kan je geen goed woord
je voor mij doen?"
„Neen, het spijt mij zoo. Ik meen, dat ik
geen getuigenis zal kunnen afleggen. Ik zou
er je enkel maar kwaad mee doen. Ik wil niet
verschijnen op het verhoor. Er moet maar ge
zegd worden, dat ik ziek ben, dan kan ik van
zelf niet komen. Minnie of een van de ande
ren kan dan wel vertellen, wat ik weet. Maar
ik moet niet getuigen".
„WaaromIn 's hemelsnaam, waarom
zou
„Toe, zeg nu niets meer! Je maakt het er
mij enkel maar moeilijker mee. Ik zal het je
later vertellen. Er is een redenO, die kén
ik je niet zeggen, maar die maakt het mij on
mogelijk, om te getuigen
„Je meent
„Vraagt mij niet, wat ik meen! Ik zou alles
willen geven, dat het anders was!Ik wil
de wel, dat ik hier nooit gekomen wasO,
laat mij gaan!"
Toen ze eens de gang doorkeek, zag ze
Selina met haar verraderlijk zachten tred
naderbij komen. En daar Janie bang was, dat
die soms iets hooren mocht, trad ze ijlings
langs Rorke heen en sloot zich in haar kamer
op.
Hier vond Minnie haar eenigen tijd later te
bed liggen; toen ze haar kwam waarschuwen,
dat er iemand was, om haar te spreken.
„Ik kan niemand ontvangen", luidde het
antwoord. „Ik ben ziek, Minnie. Roep maar
een dokter voor mij. Vraag, of dokter Carp-
mael by mij komt".
Dit was geen uitvlucht: ze had zich nog
nooit zoo ziek gevoeld. Haar hoofd bonsde;
haar ledematen deden pijn. Minnie schrikte
er van, zooals ze er uitzag en haastte zich
weg.
Toen Janie twintig minuten later de oogen
opsloeg, zag ze dokter Carpmael bij haar bed
staan.
Het deed haar goed, om eens het vriende
lijke gezicht te zien van iemand, die in
geen betrekking stond met de tragedie, die
daar in huis was afgespeeld. En hoe wonder
lijk het ook klinken moge nóg grooter ver
lichting was het haar om te hooren, dat zij
een aanval van influenza had, die ze zeker al
dagen lang onder de leden had gehad, maar
die nu tot een uitbarsting was gekomen en
waardoor zij misschien dagenlang het bed zou
moeten houden.
Dit was meer dan zij had durveh hopen,
dat ze nu door een openlijk erkende ziekte
voor eenigen tijd van alle verantwoordelijk
heid ontslagen zou zijn. Maar doordat zij zich
lichamelijk zoo ellendig voelde, waren haar
gedachten koortsachtig gejaagd.
Af en toe viel ze in een onrustigen sluimer
en werd dan steeds gekweld door onaange
name droomen over Rorke, waarin hij haar
verwijten deed, of althans verwijtende blikken
toewierp.
Als ze weer wat kalmer was, voelde zij zich
overtuigd, dat Rorke toch onmogelijk kon be
schuldigd worden, van zijn broertje den dood
te hebben aangedaan. Maar naarmate het uur
van het verhoor naderbij kwam, herleefde
toch de angst in haar en verweet zij zichzelve
dat, als zij maar als getuige had kunnen ver
schijnen, ze dan wel haar uiterste best zou
hebben gedaan, om hem vrij te pleiten van al
wat nu argwaan wekte, maar zóó zou die smet
van de achterdocht voor goed aan zijn naam
blijven kleven.
O, ze was toch zoo verlangend, om geheel
op de hoogte te zijn van den loop van zaken.
Maar, waarschijnlijk voor het grootste deel uit
vrees voor besmetting, scheen Minnie haar
stelselmatig te vermijden. De zuster, die den
ouden heer Andrew verpleegd had, verzorgde
haar nu, maar daar Janie haar voor een bond-
genoote van dokter Peil hield, praatte ze zoo
weinig mogelijk met haar.
Minnie kreeg ze alleen te zien, even voor
dat die het verhoor ging bijwonen. Ze vond
haar bijzonder terughoudend en dit was haar
een bewijs, dat de openbare meening tegen
Rorke een wrok koesterde tegen zijn broertje.
Ja, den laatsten tijd had dit nu wel iets beter
geleken, maar, nu, het was haar zaak ook
niet, Selina had gezegd, dat mr. Rorke
„dol" was op miss Carleton en dat hij zich
enkel maar gehouden had, of hij zijn broertje
wat beter lijden mocht, om in haar gezelschap
te zijn.
„Maar, Minnie, dat is niet waar!" riep Janie
wanhopend. „Als ze je op het verhoor iets
vragen, dan moet je zeggen, dat dit niet zoo
is!"
„Dat mr. Rorke géén liefde voor u voelde?"
(Wordt vervolgd.)