OUDERS
Van zijderups tot zijdenkleed
't HOEKJE
De teelt der zijderups zoo oud als de
menschheid
Een badplaats in het
voorjaar
Waar natuur cn cultuur
samengaan
Tob nooit!
VOOR DE
9
WIESBADEN is als een groote pro
menade der wereld, sedert talloo-
ze jaren in eere gehouden, niet
alleen door de Duitschers, maar ook vele
andere volkeren, waaronder de Nederlan
ders zeker niet in de laatste plaats komen.
Van den Neroberg af heeft men een bij-'
zonder mooi gezicht op de stad. Met het
geannexeerde Biebrich strekt het zich Uit
tot aan den Rijn. Het stemt altijd weer tot
verbazing, dat hier naast elkaar kunnen
bestaan een groote stad en een badplaats,
die immers elk hun eigen karakter heb
ben. De Wilhelmstrasse met de groote ho
tels vormt als het ware de grens tusschen
deze beide werelden en aan dezen weg ligt
de sedert de Romeinen bekende Kochbrun-
nen.
Wiesbaden bezit niet minder dan 27 ge
neeskrachtige heetwaterbronnen. De Koch-
brunnen is evenwel de krachtigste. Hier
komt het water met een temperatuur van
65.7 gr. C. uit den grond te voorschijn.
Voor den oorlog kwamen door deze bron
nen jaarlijks rfïet minder dan 200.000 bad
gasten naar Wiesbaden, die daar genezing
of ontspanning zochten.
De kuur in al haar onderdeelen, hetzij
dat het een bad- of drinkkuur is, wordt in
Wiesbaden met de grootste zorgvuldigheid
uitgevoerd.
Er bestaat wel geen badkuur, die men
niet in Wiesbaden zou kunnen doen. Ook
de meeste hotels zijn er op ingesteld, dat
boomen aanplant, die onder dezelfde kli
matologische omstandigheden elders ge
kweekt zijn. Ook den leek zal het duidelijk
zijn, dat jonge boomen en struiken, die
men uit een ander land betrekt langzaam
gewend moet worden aan het andere kli
maat en derhalve niet onmiddellijk hun
volle capaciteit als bladleverancier kunnen
ontplooien. Het is ook niet juist te bewe
ren, dat alleen gebieden van den wijnbouw
geschikt zijn voor de teelt van moer-
beiboomen zij worden in werkelijkheid ge
kweekt tot in Zweden toe. Slechts in enkele
gevallen zal het voor den rupsenkweeker
loonend zijn, zelf de cocons uit te koken en
af te haspelen. Daarom verzamelen zij
meestal die cocons en sturen deze naar een
spinnerij, waar zij machinaal afgewikkeld
worden. Dit tijdstip moet wel zeer zorg
vuldig uitgekozen worden, want mocht de
vlinder ontijdig uitbreken, dan verbreekt
zij de draden en maakt de cocons waarde
loos.
Hoe de teelt in haar werk gaat.
VOOR de teelt is een leege kamer vol
doende of een kelderruimte, die goed
gelucht kan worden enz. De inrich
ting bestaat uit houten stellages, kooien,
spinramen en indien mogelijk een kachel
om bfj koud weer de temperatuur op de ge-
wenschte hoogte van 2022 graden Celsius
te houden. De teelt van 20.000 rupsen,
waarvoor men een broedsel van ongeveer
20 gram noodig heeft, kan één mensch nog
geheel alleen behandelen. Voor een cul
tuur van dergelijken omvang is noodig een
ruimte van 2025 M2.
Men ziet, dat de ontwikkelingsgang van
de rups tot zijdeweefsel niet zoo heel inge
wikkeld is. Het is voor alles noodig dat de
handen staan naar dit werk, en men moet
ook zonder microscoop, als het ware met
de vingertoppen kunnen voelen, wat men
aan een cocon heeft, hoever zij gevorderd
is, of zij aangetast is en nog zooveel meer.
Het eigenlijke werk verricht de zijderups.
Haar product wordt later door vernuftige
machines tot een langen en sterken draad
gemaakt en de ververijen zorgen voor de
bijzondere kleuren. Ook hier blijkt weer,
dat men de natuur wel voor een groot ge
deelte kan nabootsen, maar nooit geheel.
Er zijn geheimen, die wij nooit ten volle
kunnen doorgronden en de zijderups heeft
bewezen, dat zij niet te imiteeren is. Der
halve heeft zij op waardige wijze naast de
machine haar plaats heroverd.
Een verregende vacantie.
Traaf en grijs viel de regen neer, zoo'n
regen die den indruk geeft alsof de zog
nooit meer zal doorkomen Traag en grija
stroomde de rivier langs het stille dorp,
waar in een landelijk pension eenige vacan-
tiegasten in de converSatiekamer zaten.
De dokter in de filosofie, een vrijgezel van
onbepaalbaren leeftijd, maakte de inderdaad
filosofische opmerking; dat by dit weer de
omoeving eer landerig dan landelijk was. De
ambtenares van even vijftig, die altijd stil
en' melancholiek was, was nu zoo moge ijk
nog stiller en melancholieker dan ander».
De bakvisch, die altijd gichelde, brak voor
eenmaal met deze gewoonte, om op drama-
tischen toon aan te kondigen, dat zij, al»
het morgen nóg regende, een wanhoops-daad
zou begaan.
De thee was slap en lauw, als gewoonlijk,
en de algemeene stemming was, na den
aanvang van den derden regendag, absoluut
beneden peil.
„Waar is Juffrouw Walters toch?" vroeg
de''filosoof in het algemeen.
O, zij is gaan wandelen. Goed om smoor
verkouden te worden," antwoordde de me
lancholieke op somberen toon.
„Daar komt zij juist aan,' vertelde^ het
bakvischje, dat aan het raam stond. „En ze
is drijf".
Een lange slanke gedaante in een druip-
natten regenmnatel passeerde het raam,
stak een arm op bij wijze van groet, en
riep iets, dat klonk als: „ik kom zoo".
Een minuut of 10 later kwam zij werke
lijk de kamer binnen met in de eene hand
een stoomend keteltje en in de andere een
trommeltje.
„Thee als gewoonlijk zeker?" vroeg ze
lachend, deed meteen twee flinke scheppen
thee uit haar trommeltje in den trekpot en
vulde deze bij het kokend water. „Zoo" zei
ze voldaan, „nu hebben wij zoo meteen ten
minste thé".
„Waar heeft U dat ineens vandaan?"
vroeg de bakvisch stomverbaasd, De aange
sprokene lachte vroolyk.
„O, ik heb altijd een primus bij me, een
keteltje en thee. Want ik ken nu zoo onge
veer wel het zwakke punt van buiten-pen
sions, namelijk slappe, lauwe thee en zachte
eieren ,twee dingen, waarvan ik griezel."
„Handig", vond de bakvisch, maar de melan
cholieke verkondigde statig: „Ik vind dat men
voor drie gulden per dag behoorlijke thee en
volgens bestelling gekookte eieren kan ver
wachten."
Jufforuw Walters knikte haar toe en
lachte.
„Ja," zei ze, ,dat vind ik ook, maar als
je 't nu niet krijgt Dan kun je er toch
beter zelf in voorzien dan je eiken dag te
ergeren. Het voorkomen van kleine erger-
nissen maakt het zooveel prettiger". „Maar-
't is niet altij-d mogelijk", zei de filosoof
diepzinnig.
„Niet altijd, maar meestal wel", antwoord
de juffrouw Walters, terwijl zy vier kopjes
warme, geurige thee inschonk.
De stemming veranderde snel en onge
merkt, sedert juffrouw Walters was thuis
gekomen, en na eenigen tjjd was er een vlot,
algemeen gesprek dat zelfs aan de melan
cholieke ambtenares, nu en dan een glim
lach ontlokte. Deze dacht by zichzelf, dat
juffrouw Walters toch een ernstig gezicht
had, als zij even zweeg. Haar leeftyd was
ook moeilijk te bepalen, vermoedelijk waa
ze even veertig. Een merkwaardige vrouw,
altijd even opgewekt. Wat vertelde ze nu
weer".
„Als het nu geen vacantie was, moest ik
vanavond nog naar drie verschillende lessen
en nu kan ik heerlyk thuis blyven".
De oudere vrouw zei hierop; „U heeft
zeker nooit een groot verdriet gekend of
zware zorgen, anders zoudt U onmogelijk
altijd zoo opgewekt kunnen zyn".
Iedereen luisterde gespannen naar het
antwoord. Juffrouw Walters streek even
met de hand over haar voorhoofd, en heel
even trok er iets om haar mond. Toen zei
ze, nadenkend en vriendelijk.
„Misschien heb ik te véél dingen doorge
maakt die werkelijk erg waren, om mij uit
het veld te laten slaan door kleinigheden!"
Dr. Jos de Cock.
In dit hoekje wil ik thans een stukje
leesstof geven, dat belangstellende le-
zers( essen) hun kinderen eens moeten
laten lezen. Het is geschikt voor kinderen
van het vierde tot en met het zesde leer
jaar der gewone lagere school. In dit ver
haaltje heb ik enkele woorden opgenomen,
welke niet bij den inhoud passen en geheel
en al in strijd zijn met den logischen ge-
dachtengang. Er staan mogelijk ook enkele
zetfouten in, doch deze mogen buiten be
schouwing blijven: gevraagd worden alleen
gedachtefouten.
Wie daartoe bereid is, zal mU een groot
plezier doen, wanneer hy' (zy) me willen
meedeelen, welke fouten hun kind (eren)
na de eerste lezing gevonden hebben. Ver
melding van leeftyd en klasse, waarin het
kind geplaatst is, wordt evenens gaarne
tegemoet gezien!
Inzending der antwoorden kan op de vol-
gene wy'ze geschieden:
Aan Ovéeka, p/a De Redactie van de
„Heldersche Courant" te Den Helder.
Ik ga natuurlijk uit van de overtuiging,
dat de ouders het kind niet zullen helpen
bij het opsporen der fouten:
Hier volgt dan het verhaal:
NATUUR ONTWAAKT.
Door het kleurloze licht van de jonge
morgen klinken de dreunende slagen van de
klok uit de hoge toren, die als een wachter
zich verheft onder de daken van de dorps
huizen.
Meegevoerd op de vleugelen van de zoele
zuidenwind wekken zij de bewoners van de
grote boerderij „De oude Olm", die met
haar veestallen en hooibergen uit de nevel
opdoemt, die achter de wijde landen hangt.
Piepend op de roestige scharnieren draaien
de rood en groen geverfde luiken toe en
knarsend wordt de grendel van de deeldeur
geschoven, waardoor het geloei en het
potengestamp van de slapende koeien naar
buiten klinkt. Ook de paarden worden toen
wakker en hinniken zachtjes, als zy hun
meester horen, die met luide stem de
overige huisgenoten toeroept, dat het tijd
is om op te staan."
Overgenomen (en bewerkt) uit
„De Boerderij", Verkade-album.
Dit overschrijven en ingevuld inzenden
aan bovengenoemd adres:
In het verhaal vond ik de volgende ge*
dachtefouten:
1moest zijn
2moest zijn
enz. enz.
Leeftijd: Jongen of meisje:
Klasse, waarin ik geplaatst ben:
OVÉEKA.
zij hun gasten op medisch voorschrift vol
gens bepaalde diëeten kunnen bedienen.
Eenige jaren geleden kwam een En-
gelsch kapitein naar Wiesbaden, nadat hij
midden in den winter gedurende vier da
gen, tengevolge van een schipbreuk, in
zee had gedreven. Liggend bracht men
hem zoozeer werd de geredde door de
rheumatiek gekweld naar de bronnen.
Na een kuur van 6 weken verliet hij de
badplaats zoo aangesterkt, dat hij nauwe
lijks nog een wandelstok noodig had. Zoo
als men ziet, hebben de bronwateren, die
hier opgevangen worden, de meest wonder
baarlijke genezingen tengevolge.
Wanneer de kuur afgeloopen is, wachten
den badgast dagelijks nog vele genoegens.
Het .Deutsche Theater", geeft hem op ope
ra- en tooneelgebied een overzicht over de
klassieke en moderne kunst. In het bij
zonder de opera geniet een internationale
reputatie. De prestaties van het Stedelijk
Orkest in het Kurhaus onder leiding van
den ook ten onzent zoo gevierden dirigent,
Carl Schuricht, zijn hemelhoog verheven
boven de zgn. „Kurmusik", waarmede men
gaarne den spot drijft. Wie eenmaal slechts
een groot concert in het Kurhaus heeft me
degemaakt, weet wat muziek in Wiesbaden
beteekent. Rond Kurhaus en het „Deut
sche Theater" groepeert zich het societyle-
ven van Wiesbaden. Behalve de groote
door het stadsbestuur georganiseerde bals
worden talrijke meer intieme feesten ge
geven door aanzienlijke bewoners van
Wiesbaden en buitenlanders. Natuur en
culfüür hébben zich in Wiésbadé'n veb-
eenigd om den badgast bij het doormaken
van zijn kuur vroolijk te stemmen en hem
aan het leven in Wiesbaden te gewennen.
„SCHOOLSTAKING" IN ENGELAND.
De verkeersonzekerheid in Engeland, die
hoofdzakelijk in Londen in de laatste ja
ren tot protesten in het parlement en in
de bladen aanleiding gaf, heeft dezer dagen
weer tot twee schoolstakingen geleid.
Ouders van tweeduizend schoolkinderen
in twee Londensche stadswijken weigerden
hun kinderen naar school te sturen, indien
de politie geen ingrijpende maatregelen ter
beveiliging van den weg naar school zou
nemen. Ondanks stroomenden regen de
monstreerden de ouders en hun kinderen
tegen de onvoldoende verkeersveiligheid.
In spreekkoren werd geëischt, dat auto's in
de omgeving van de school niet sneller
dan 15 k.m. per uur zouden mogen rijden
en dat bovendien het verkeer hier zooveel
mogelijk zou worden omgelegd. De stads
besturen van de beide voorsteden hebben
de verzekering gegeven, dat er met de
wenschen van de ouders, voor zoover zulks
mogelijk is, rekening zal worden gehouden.
DE zijdeteelt treft men in de geschiede
nis voor 't eerst aan in China. Vol
gens de overlevering heeft men haar
daar reeds beoefend 27 eeuwen coor 't be
gin van onze jaartelling en wel bij voor
keur door vorstinnen en aanzienlijke adel
lijke dames.
Van hieruit heeft de cultuur zich langzaam
verspreid over Japan,' Indië en Perzië.
Eerst in de zesde eeuw bereikt zij het
Zuid-Oosten van Europa, waar keizer Jus-
tinianus haar stimuleerde. In de Middel
eeuwen dringt zij tenslotte door in Italië,
Frankrijk en Spanje; later wordt het ver
werken van zijde ook algemeen in Enge
land en Amerika. Maar ondanks deze ver
spreiding over vrijwel geheel de aarde, le
vert het oude China nog altijd het aan
zienlijkste contingent ruwe zijde, terwijl
Frankrijk, hoewel het weinig levert, de
grootste verwerker van ruwe zijde is. Het
centrum van deze nijverheid is gevestigd
te Lyon.
Waar komt de zijde vandaan?
daarna even kunstig na te apen. Men ging
wel niet op geheel dezelfde wijze te werk.
Als grondstof werd n.1. gebruikt cellulose,
gewonnen uit papier, lompen en de vezels
der katoenzaden. In een handomdraai ver
overde de kunstzijde de wereld.
Men had bovendien het niet te betwisten
voordeel, dat de nieuwe productiemethode
niet meer afhankelijk was van de wissel
vallige uitkomsten der_ zijderupsteelt en
klimatologische omstandigheden. Niettemin
zijn er al die jaren vele vrouwen geweest,
die in letterlijken zin niet door den glans
van de kunstzijde verblind werden en van
IEDERE soort echte zijde is het product
van een rups, in wier lichaam aan beide
zijden een klier voorkomt, die een vloei
stof, de zgn. fibroïne afscheidt in den vorm
ven een zeer dunnen draad, die door fijne
openingen naar buiten geperst wordt. Zoo-,
dra deze draad aan de lucht blootgesteld
wordt, treedt verharding in. Samenge
kleefd door een lijmachtige stof, de seri-
cine, vereenigen de draden zich. Hiermede
omspint de rups zich en vormt zoodoende
een eivormig omhulsel, dat wij cocon noe
men. In deze cocon moet zich binnen en
kele weken de gedaanteverwisseling van
pop tot vlinder voltrekken. De uit de co
con gekropen vlinder legt vele duizenden
eitjes, waaruit zich na een dertigtal dagen
rupsen ontwikkelen.
Met de voor de industrie bestemde co
cons laat men het echter niet zoover ko
men. Want reeds voordat de gedaantever
wisseling voltrokken is, worden de cocons
in kokend water of stoom gehouden. Van
de gedoode cocons worden voorzichtig de
uiteinden der draden opgezocht en daarop
in groepen van zes of meer gehaspeld.
Hierbij lost de sericine op in kokend water.
Door het nakoken wordt de zijde, gelijk
men dit noemt, ontschaald. Het spreekt
vanzelf, dat men er wel voor waakt, niet
alle cocons te dooden, daar het bedrijf dan
spoedig tot stilstand zou komen. Enkele
exemplaren, die voor de voortteling be
stemd zijn, worden natuurlijk uitgespaard.
Een groot aantal soorten van de zijde
rups voedt zich voornamelijk met bladen
van de witte moerbeiboom. Het kweeken
van deze boomsoort moet dus steeds sa
mengaan met de zijdekweekerij. De belang
rijkste rups is de Bombyx mori, die in vrij
wel alle landen gekweekt wordt, China,
Perzië, Frankrijk en den laatsten tijd zelfs
in Duitschland.
De zijderups streed met de
techniek en „overwon.''
EENIGE jaren geleden zag het er met
de zijderups naar uit, dat zij levens
lang werkloos zou worden en dat de
menschen zich voor haar kunstige moge
lijkheden niet meer interesseerden. Immers
chemie en industrie hadden de handen in
eengeslagen op een verbluffende wijze, die
voor de zijderups welhaast duivelsch ge
noemd kon worden. Men had haar produc
tie en spinmethode afgekeken om die
De moerbeiboom levert het blad, waarme
de de rupsen zich voeden. De kweeker op
zijn dagelijkschen gang langs de boomen.
de stoffen, voor hun kleeding, eischten in
de eerste plaats: degelijkheid. Daarom kon
de industrie van echte zijde stand houden,
bogend op een traditie en een reputatie
van vele eeuwen.
Tegenwoordig heeft men opnieuw be
proefd zijderupsen met de bladeren van
schorseneer of smeerwortel te voeden. Een
eerste poging in die richting werd gedaan
door Frederik den Grooten. Men paste deze
voeding toe, om daardoor de langdurige en
veel voorbereiding vereischende teelt van
moerbeiboomen uit te schakelen. Gebleken
is echter, dat de zijde, geleverd door de
rupsen, die op deze wijze gevoed waren,
minder glans had en sterker neiging tot
breuken vertoonde. Het spreekt vanzelf,
dat men deze methode thans wel voorgoed
den rug toe zal keeren. Wie begint met de
teelt van zijderupsen, heeft zich nu een
maal te schikken naar vele door de natuur
vastgestelde omstandigheden, waaraan wei
nig of niets is te veranderen. Wel is het
noodzaak, dat men in de keuze van zijn
jonge moerbeiboomen uiterst zorgvuldig is,
omdat hierdoor dikwijls een zoo gevreesde
ziekte onder de rupsen voorkomen kan
worden. Het is bv. wenschelijk, dat men
Voor het inspinnen beschikt men over een
spinraam, waarin de rupsen hun cocons
ophangen.