Abonneert op riit blad 't HOEKJE OUDERS V acantie-bele venissen Stedenschoon uit oude tijden XoS no-o-it! v Nieuwe Paradijsachtige eilanden? Het arbeidsloon in het Derde Rijk en de „Volks"~auto Een geneesmiddel tegen de Bilharzia VOOR DE „Hoe worden ouders opgevoed" ✓r* ÜUTTERTJEÜ Wanneer men in later jaren aan zijn jeugd terugdenkt, dan behooren ongetwijfeld de vacantieherinneringen uit de periode, dat men nog naar school ging, tot de aan genaamste. En niet weinigen zullen ook op lateren leeftijd nog blijven teren op die herinneringen, ornaat het nu eenmaal dik wijls voorkomt, dat menschen door hun drukken werkkring niet meer zoo dikwijls in de gelegenheid zijn, op reis te gaan. En hoe talrijk zijn niet de ouders, die telken- jare bij het uitkiezen van het vacantie- oord, wel degelijk overwegen, of men het kind, behalve de ontspanning, die het krijgt, wel genoeg kan laten genieten. .Men weet immers nooit wat de toekomst voor hen verborgen houdt? Beziet men de verschillende vacantieoor- den eens uit dezen gezichtshoek, dan zal mate getuigen de ontelbare kasteelen, burchten en ruïnes van een oeroude tradi- Vele liefdesPaartjes hebben reeds in den tie. In het bijzonder moeten de kasteelen loop der tijden verlangd naar een 0nbe. in Oberhofen en Spiez genoemd worden, j woond eiland en evenzoo vele menschen, die een onvergetelijken indruk achterlaten,. die de ingespannen bedrijvigheid van het maar ook in vele andere plaatsjes, dikwijls 1 moderne leven moede zijn. Nu heeft een afgelegen dorpen, vindt men oude, schil derachtige kerkjes, Aan de oude traditie herinneren ook de overal plaats vindende volksfeesten, waartoe de bewoners van het Oberland in hun bonte, historische kleeder- draehten verschijnen vöor het houden van dansen in de open lucht. Een even merk waardige traditie vormen de Wilhelm Tell- Festspiele, die des Zondags door de boeren uit den omtrek van het mondaine Interla ken gehouden worden. Maar hier aan den voet der Alpen, zijn nog vele andere merkwaardige dingen te Een fraai gezicht op de bergen van het Berner Oberland. ongetwijfeld het Berner Oberland in aan merking komen. Men denke in de eerste plaats aan de zuivere berglucht en den stralenden zonneschijn, en vervolgens na tuurlijk aan de met sneeuw bedekte berg reuzen, die als zilver afsteken tegen den diep blauwen hemel, de eeuwige gletschers, over het kleurenspel waarvan men telkens weer verrukt is. Natuurlijk denkt men ook aan de bergstroomen, die voortsnellen door diepe kloven, om af en toe met donderend geraas een waterval te vormen en ten slotte uit te monden in de meren van Brienz en Thun, die de liefelijkheid van het Middelgebergte en in den zomer zelfs de charme van de Rivièra hebben. Middel- eeuwsche stadjes als Thun, Brienz. en Spiez spiegelen in de meren en in niet mindere zien. Daar is bijv. de Harder, een reus achtige rots in de omgeving van Interla ken. Hier heeft de steenbok zijn jachtge bied; men kan het dier daar in groote kudden zien. Niet minder aantrekkelijk is het Weste lijk deel van- het Berner Oberland, waar alle steden van eenig belang gemakkelijk langs de modernste autowegen te bereiken zijn. Wij denken hierbij in de eerste plaats aan het aantrekkelijke, nog zeer ongerepte Kiendal. Het Simmendal geeft weer een geheel ander aspect van het Berner Ober land te zien. Hier grazen op de Alpen weiden de rood gevlekte koeien. Hier treft men dan ook de tallooze toeristencentra aan. De „N. R. Ct." vraagt zich dezer dagen terecht af in navolging van jj tal van andere bladen hoe een Duit- I sche arbeider van zijn wel zeer beschei- den inkomen een z.g.n. „volks"-auto van 990 Mark zal kunnen betalen. In 1939 begint men n.1. met de serie-productie van deze auto, die den naam ,,K. d. F." d.w.z. Kraft durch Freude (Kracht door Vreugde) zal dragen. Zelfs een geschoold arbeider in een fabriek van technische apparaten met een netto-weekloon van Mk. 42.70 waarvan slechts Mk. 35.10 overblijft I na aftrek van de verplichte bijdragen zal daar geen kans *oe zien. j Men kan zien wat het woord „volks"- auto waard is. Hoeveel arbeiders hebben hier te lande met onzen hoogeren levens- en loonstandaard zelfs maar een motorfiets! Dit brengt den schrijver de volgende grap te binnen: „Goering sprak in Rome voor een Itallaansch gehoor over al het schoone in Duitschland. „Bei uns" is dit, en „bei uns" is dat. „Bei uns", zoo zeide hij o.m., „ver- dient ein Arbeiter m indestens j Mk. 50' pro Woche". Groot applaus j van de aanwezige Italianen. Nadat het applaus was weggestor- 1 ven, bleek achter in de zaal een 5 Duitsche arbeider te zijn flauw ge- i vallen. „Was hat der Mann?" riep Goe- ring. j „Achtzehn Mark", antwoordde j men hem. „Na, das meine ich doch nicht", aldus wrevelig Goering; „was f e h 11 j dem Mann". „Zwei und dreissig Mark", luidde weer prompt het antwoord. In het jaar 1924 waren nog 104.000 In dianen in Canada en nu zijn er weer 114.000. Dus men hoeft niet bang te zijn, dat de roodhuiden zullen uitsterven. Engelschman Briggs genaamd, afkomstig uit Tasmanialand op dit thema een para dijsachtig plan bedacht. Deze heer Briggs heeft een schip toege rust, dat binnenkort een verkenningstocht door Polynesië zal ondernemen. Vooral heeft men het oog op de Mar- quesas-eilanden in het Oosten, waar vol doende garantie aanwezig is voor een ge zond en onbezorgd leven. Vijftig mannen en vijftig vrouwen hebben zich bereid ver klaard mede te varen. Zij zullen de kern van de toekomstige bevolking van dit „Pa radijseiland" vormen. Briggs heeft de verzekering gegeven, dat op het eiland geen andere wetten en voor schriften in acht genomen zullen worden dan die, welke van sanitairen aard zijn, terwijl veel zorg zal worden besteed aan de opvoeding der kinderen. Wel vraagt men zich niet zonder verbazing af, of dit wel voldoende zal zijn. In de kolonie zijn menschen van iederen leeftijd, iedere sexe en elk ras welkom. Wij kennen reeds vele tragedies van der gelijke paradijseilanden, bijv. op de Gala- pagoseilanden. Ook de bekende Duitsche schrijver Gerhart Hauptmann heeft in zijn boek „Insel der Grossen Mutter" een iet wat boosaardig caricaturaal beeld van een dergelijke gemeenschap gegeven, die ons evenwel als zeer waarschijnlijk voorkomt. De bewoners zijn daar gehuld in matten en geven toe aan alle, primaire mensche- lijke driften. Zouden de toekomstige para dijsbewoners ook afstand kunnen doen van de radio? Wellicht ontstaat reeds hierover tusschen de levenslustigen en rustlieven- den een woordenwisseling, die door de practijk de onhoudbaarheid van 's heeren Briggs theorie zou bewijzen. Eenigen tijd geleden is in den Nijl een geweldige stuwdam gereed gekomen. Deze ligt bij Djebel Aulja in Engelsch-Egyptisch Soedan, dertig mijlen ten Zuiden van Kar- thoem, aan den Blauwen Nijl. Bij vloed worden twee milliard kubieke meter water tegen dezen stuwdam vergaard, om gedu rende de waterarme periode afgegeven te worden. Juist thans, nu het geheele systeem van stuwdammen, de grondslag voor de rijkdom der bewoners van het Nijldal, ge reed komt, gaan er stemmen op van men schen, die er op wijzen, dat met de ontwik- Even over de grens van Zuid Limburg ligt de stad Aken met haar prachtig oud stedenschoon. Het concentreert zich in het centrum van de stad, om het marktplein, met de tallooze oude, majestueuze gevels en waar men o.m. ook het standbeeld van Karei de Groote vindt. De vele gebouwen van vele eeuwen her, zijn hier vrijwel ge heel intact gebleven. In de onmiddellijke nabijheid bevindt zich het schilderachtige raadhuis met de beroemde domkerk. In dit •s. indrukwekkend bouwwerk rust het stoffe lijk overschot van Karei de Groote. Met het bouwen werd reeds in 796 een aanvang gemaakt, in later tijden heeft men het ge bouw evenwel vele malen vergroot en verbouwd. Het belangrijkste onderdeel is wel de capella palatio, of wel keizerskapel, die bij de stichting der kerk gebouwd werd door Odo van Metz en is opgetrokken in Byzan- tijnschen stijl. Paus Leo III wijdde de Kapel in 805 in. Zij is 31 meter hoog, heeft een doorsnede van 16 meter en is omgeven door een dubbele gaanderij. Het koor is opgetrokken tn den zoogenaamden ipitsboogstijl en heeft een oouwtijd van ruim zestig jaar gevorderd. Het koe pelgewelf bevat fraaie mozaïekvoorstellingen, die egen het einde der vorige >euw hersteld werden. Deze oud-Romeinsche Aquae Grani, de middel- ïeuwsche kroningsplaats van een lange reeks Duit sche vorsten, is thans we reldberoemd als badplaats De stad Aken telt niet minder dan 38 bronnen, welker water, tot een temperatuur van 77 gra den, uitermate geschikt is voor de genezing van rheu- matische ziekten. MOREEL STEUNEN. Een gave. Er zijn gaven, waarover men weinig spreekt en die toch .oor de menschenziel van meer wezenlijk belan zijn dan arti stieke gaven als schrijven, schilderen, com- poneeren enz. En een van de belangrijkste, onbesproken gaven is wellicht: moreel steunen. „Wat Ine voor mij is geweest in den moeilijken tijd van mijn leven, dat kan ik je niet zeggen", zei een intelligent vrouwe lijk Mr. in de Rechten tegen een collega. De aangesprokene keek wen verwonderd. „Ine?" Haar collega knikte. keling van het huidige bevloeiingssysteem ook de bilharzia, een parasitaire ziekte, zich meer en meer zal gaan verbreiden. In het kanalennet van de bevloeiingswerken le ven kleine wormen, die de dragers zijn van de door den Duitscher Bilharz ontdekte ziekte. Onder gunstige voorwaarden ver meerderen deze diertjes zich tot in het on eindige, terwijl zij op een bodem, die pe riodiek opdroogt, afsterven. De fellah's, Arabische landbeiders, wor den vroeg of laat door deze wormen ge ïnfecteerd en trachten zich te bedwelmen door vergetelheid te zoeken in het gebruik van verdoovende middelen; hierop wordt door Russel Pascha, den chef van de po litie tegen het gebruik van bedwelmende middelen, met nadruk gewezen. Hij is tot de conclusie gekomen, dat de ziekte tenge volge van de verdoovende middelen in on middellijk verband staat met de bilharzia. Door deze ziekte worden de fellah's zoowel lichamelijk als geestelijk verteerd en pro- beeren door middel van verdoovende mid delen hun pijnen te vergeten. Het gaat hier om een even ernstige als afschuwelijke ziekte, die niet slechts in Voor-Azië en Egypte bekend is, maar eveneens in de tropische en subtropische gebieden woedt. Thans is het de wetenschap mogen geluk ken een geneesmiddel samen te stellen, „fuadin" geheeten, dat inderdaad met suc ces ter bestrijding van de ziekte gebruikt kan worden. Volgens de officieele rappor ten zouden in Egypte niet minder dan drie millioen inwoners veel hinder van deze ziekte bij hun werk ondervinden en niet minder dan een millioen voor arbeid über haupt totaal ongeschikt is. In ieder geval staat dus wel vast, dat deze vinding een zegen kan zijn. In Philadelphia in Ameria is een kana rievogel-club opgericht De leden van deze club kunnen daar in de zomervacantie hun kanarievogels brengen, die daar dan wor den verzorgd, zolang ze uit de stad zijn. Bovendien krijgen ze geregeld bericht, hoe het met hun vogels is. „Ja zeker, Ine. Ik begrijp je verbazing, want in ons intellectueel en, tusschen twee haakjes, aardig zelfingenomen kringetje, vonden wij Ine altijd een heel gewone jonge vrouw, niet bijster intelligent, niet bizonder ontwikkelt, niet knap, enfin, nie s van al die dingen, wtarvan wij zoo belangrijk von den, om het wel te zijn. Maar wat die dood gewone Ine voor mij is gewee wat be treft moreelen rteun, daar heb je geen idee van „Hoezoo dan?" informeerde de andere belangstellend. „Ja, hoezoo dan Dat is moeilijk te om schrijven. Ten eerste was zijn altijd vrien delijk en rustig als ik soms op ongewone uren bij haar aanliep. Zij gaf nooit verba zing te kennen over mijn verschijnen, en maakte altijd den indruk, tijd voor mij te hebben. Zij begroette mij meestal met een: „Dag Ans, ga zitten", en zonder den minsten omslag of drukte stond er altijd, even nadat ik gekomen was, een kop warme thee of koffie voor mij. Als ik zelf niet over mijn moeilijkheden srpak, vroeg zij niets, en als ik er wie over sprak, luisterde ze aandach tig en maakte dikwijls op haai bescheiden, bedachtzame manier een opmerking die het overdenken waard was en waarin soms iets bemoedigends school. Bescheiden, zorgzaam als gastvrouw, altijd bereid om mij te ontvangen en mjj aan te hooren, en rustig haar gang gaand als ik niet sprak, zoo was Ine in dien tijd. Weet je, zoo'n vrouw geeft je rust. Ine's huis was voor mij in dien moeilijken tijd een oase van natuurlijkheid en rust te midden van het jachtig, opgeschroefd, hyper-intellectueel of hyper-modern gedoe bij anderen. En toen ik haar eens bedankte voor alles, antwoordde zij: „maar kind, wat heb ik nu voor je gedaan? Zoo bitter wei nig!" Inderdaad, er zijn weinig „Ine's" in het leven, en degenen die er zijn, worden nog zelden ontdekt, omdat ze zichzelf nimmer op den voorgrond stellen. Er zijn twee categoriën van menschen, die dengene die in werkelijke moeilijkheden verkeert onherroepelijk nóg meer in de put helpen en dat zijn degenen, die luchthartig verzekeren, dat het allemaal niets is, en degenen die uitsluitend bevestigen hoe ont zettend en hopeloos de toestand van de andere is. Moreele steun bestaat niet in het onmid dellijk aan de hand doen van een oplossing, want voor echte moeilijkheden is maar niet zoo een, twee drie een oplossing te vinden. Moreele steun verschaft slechts, in zoo ver mogelijk, de gunstige omstandigheden om een oplossing te vinden, n.1. rust, onop vallende zorgzaamheid en bereidwillig, maar nimmer opdringende aandacht. In zoo'n omgeving krijgt hij of zij, die in moeilijkheden verkeert, zonder dat het uit gesproken wordt maar door de sfeer, die er heerscht, het gevoel, „hier kan ik altijd komen, hier ben ik nooit teveel, en hier kan ik zwijgen of spreken naar believen, zon der dat dit ergernis of verwondering wekt of mij kwalijk genomen wordt, of tot uit vragen leidt". Zulk een vluchthaven is voor de mensche- lijke ziel in nood méér vaarde dan een bij eenkomst van zeer intellectueelen of uiterst kunstzinnigen. En dikwijls vermag juist een eenvoudige van geest het, een dergelijke sfeer van rust en troost te scheppen, door aangeboren tact, fijngevoeligheid en waarachtige vriendschap, gaven van het hart, die zeer zeker niet minder zijn dan de gaven van den geest. Dr. JOS DE COCK. Gezicht op de Domkerk te Aken. In mijn bezit is een klein werkje, geti teld: „Hoe worden ouders opgevoed?". Het is een vertaling uit het Engelsch en het boekje is al ongeveer dertig jaren oud. Hieruit volgt, dat het voor den tegenwoor- digen tijd niet geheel en al k a n gelden. De wereld is ondertusschen al weer zoo veran derd, dat de waarheden van dertig jaren terug thans in vele gevalen door de feiten achterhaald zijn. Maar toch staan er in dit boekje vele dingen, welke ongetwijfeld voor alle tijden waar zullen blijven. Reeds het begin is interessant: „M'n lieve mevrouw", was eens het ant woord van een ernstig oud man aan een dame, die hem raad vroeg of zij al of niet een meisje als kind zou aannemen, „ik weet niet in hoever gij zult slagen haar op te voeden, maar ik ben er zeker van dat zij U zal opvoeden." Eenige bladzijden verder lees ik: „Een kind opvoeden", is in ieders mond Destor- ven, maar wie denkt er aan de oudeis op te voeden Houdt het meerendeel het er niet voor, dat het bloote feit van het ouder schap alles omvat? En komt het wel eens op bij al die jonge vaders en moeders, dat het kleine wicht in de wieg waarschijnlijk het onbewuste middel zal zijn om h e n op te voeden?" Deze twee citaten zijn al belangwekkend genoeg om te constateeren, dat de schrijf ster van het boekje meer dan een gewoon inzicht heeft in de moeilijke taak der op voeding. Ik herinner me een gesprek met een ken nis. Hij vertelde mij, hoe zijn vrouw en hij tegen den tijd, dat hun eerstgeborene ter wereld zou komen, veel en dikwijls spraken over de moeilijke taak, welke hun straks als ouders te wachten stond. Bij deze man en voruw was de zin dezer citaten aanwezig en zij overdachten, in al hun eenvoud en met wegcijfering van alle geleerdheid, het vraagstuk. Maar zij hebben eerst later er varen, hoe ze beiden door hun kinderen werden opgevoed. Aanvankelijk zagen zij alleen hun taak en dachten ze niet aan de mogelijkheid, dat het kind hen zou opvoe den, maar bij het opgroeien van dit kind ontdekten ze dagelijks den grooten invloed van hun lieveling. Voor hen, die kinderloos bleven ,is dit moeilijk duidelijk te maken, doch ik ben overtuigd, dat zij, die gezegend werden met kinderen, dit lezende, zullen zeggen: „Ja, zoo is het. Zoo heb ik het ook in mijn leven ervaren!" Hoe mengimaal heeft men kunnen zien, dat de komst van het kind in het gezin iets ongekends moois bracht. De beide ouders, voordien harteloos en liefdeloos jegens an deren soms wel jegens elkander! ver anderden onder den invloed van het kind. Hoe menigmaal heb ik bemerkt, dat onder wijzeressen en onderwijzers onder invloed van eigen kinderen of van kinderen van broers of zusters of goede vrienden tegen over de kinderen in de klas een geheel an dere houding begonnen aan te nemen. On miskenbaar is in dergelijke gevallen de in vloed van het kind op de volwassenen. Hetzelfde geldt in sterkere mate van de goede ouders. „Want: Het feit van zes of twaalf kin deren ter wereld gebracht te hebben, sluit het ware moederschap niet in zich. Als zij ze overlaat aan kinderjuffrouwenen gouver nantes en al te lastige zorgen en bemoeiin gen van zich afschuift, komt haar dien dank niet toe." Alleen in de volledige vervulling van het moederschap ligt de belooning van dit moe derschap. En deze volledige vervulling neemt het geheele leven van de moeder in beslag!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 13