vm Dollarkoningen zoeken sensatie Onrustbarende voor bereiding in Duitschland Radioprogramma a-W EDGAR RICE BURROUGHS Werklooze wreekt zich Indisch vorst in ons land DOOR No. 54. De Zweden volgden Kovoedoo naar een hut in de nabijheid. In het schemerige licht zagen ze een vrouw, die gebonden op de grond lag. „Zij is minstens duizend jaar oud, Kovoedoo", zei Malbihn, terwijl hij zich omdraaide. „Wacht", riep de wilde. „Het is hier donker. Zy is jong. Ik zal haar naar buiten brengen." Toen Meriem in het zonlicht stond, en de Zweden haar schoonheid zagen, stokte hun de adem. Met moeite onderdrukten zijn hun ver bazing toen zij haar herkenden. Daar was geen twijfel aan, dit meisje was hetzelfde, dat jaren geleden bij de Sheik gestolen was. „Nu", vroeg Kovoedoo, „is ze niet jong en mooi?" „Ze is niet oud", antwoordde Malbihn, onver schilligheid veinzend. „Maar ze zou toch een blok aan ons been zijn". Meriem keek de blanke mannen recht in de ogen. Ze ver wachtte niets van henze waren haar even vijandig als de zwarten. Ze was bang voor hen allemaal. Malbihn sprak haar in het Arabies aan. „Zou je het prettig vinden, als wy je hier vandaan haalden?" vroeg hij. Langzaam en vaag, als van een verre afstand, kwam de herinnering aan de gesproken taal tot haar. „Ik zou vrij willen zijn", sprak ze, „en naar Korak teruggaan. Maar niet met U". Malbihn wendde zich tot Kovoedoo. „Ze wil niet met ons meegaan", zei hij. „U bent een man", ant woordde de wilde, „kunt U haar niet dwin gen?" Malbihn scheen hier over na te denken. Daarna antwoordde hij: „Het zou ons alleen maar moeite geven. Neen, Kovoedoo, we willen haar niet hebben, maar als je van haar bevryd wilt zijn, dan zullen wij haar meenemen". Kovoedoo wist nu, dat hij een verkoop kon sluiten en begon te loven en te bieden. Ten slotte werd Meriem het eigendom van de Zweden in ruil voor zes meter katoen, drie ledige koperen patroonhulzen en een glinste rend nieuw jachtmes uit New Yersey. Behalve Meriem waren allen zeer tevreden met hun ruil. HOE DOODT MEN ZIJN TIJD HET KOSTBAARST? „IDIOTE PAR TIJEN" STERK IN TREK. Amerika is steeds nog het land der sensaties, het land der groote verrassingen. De nieuwste uitvin ding op dit gebied is de mode der „crazy party". De „crazy party" is een feestje, waar het zoo krankzinnig mogelijk toegaat. Men noodigt b.v. zijn vrienden tot een thee in een kabelballon of een cocktailpartij in een duikboot uit, men organiseert een diner in een voor dit doel bijzonder uitgerusten stal of men dient wijn op in medicijnfles- schen. Geen inval is te idioot om hem voor een dergelijk feest te kunnen gebruiken. „Crazy parties" in allerlei varia ties organiseert miss Elsa Maxwell, New York, Park-Avenue. Schrijft haar onmiddellijk, indien U haar raad wenscht!" Deze advertentie kan men dikwijls in de New Yorksche bladen lezen. Miss Maxwell is om zoo te zeggen de uitvindster van de „idiote partijen"; zij laat zich voor haar raad goed betalen en vindt steeds nieuwe cliënten. Extra-treinen rijden Intusschen zijn dergelijk „feesten" ook uit vroeger eeuwen bekend. Koningin Ma- rie-Antoinette schijnt er verzot op te zijn geweest en liet b.v. een klein dorp bou wen, waarin de comtessen schapen hoedden en de hertoginnen koeien molken. De Ro- meinsche keizer Nero gaf reusachtige som men uit, opdat zich 's nachts op zijn gas ton een kostbaren bloemenregen kon uit storten. Dollarkoningen, die zich vervelen, hebben deze gedachten weer opgenomen. Het is nog kort geleden, dat de Amerikaan- sche millionnairszoon Theodor Dreher een feest in Brioni gaf, waarvoor hij zijn gas ten, die uit Wecnen, Boedapest, Parijs en de Rivièra kwamen, extra-treinen ter be schikking stelde. Hoewel er slechts 24 gas ten aan deze merkwaardige partij deelna men, beliepen de kosten van de treinreis alleen reeds 166.000 dollar. Betreurenswaardige viervoeters! In bepaalde Amerikaansche kringen be hoort het thans tot den goeden toon, niet slechts menschen, maar ook dieren tot een feestje uit te noodigen. Nog onlangs had mr. Harvey Ladew uit -Glcn Cove op Long Island naast zijn vrienden ook zijn lievelingspaarden te gast, die tusschen de gasten stonden en van zilveren schotels ha ver moesten eten. Het is de vraag, of de beide dieren zich daarover zeer verheugd hebben. Gewone stervelingen plegen hun maal tijden met de soep te beginnen en met koffie te beëindigen de New Yorksche Automobielclub gaf onlangs een diner, waarbij hoe origineel! met de koffie begonnen en met de soap geëindigd werd. Terug naar de melkflesch. De meeste menschen zijn bij par tijen zeer waardig en ceremonieel. Zoo kwam Elsa Maxwell, de eerste „crazy-party-organisatore ter wereld", op de fijnzinnige idee, een „baby party" te geven, waarop iedere gast zich als een klein kind te kleeden en te gedragen had. Bijzonder intel ligente heerschappen lieten zich in een kinderwagen de zaal binnenrij den, men at, op hobbelpaarden zit tend, men speelde- nalooperfje en amuseerde zich met een speelgoed- trein, die door het geheele huis reed. Men reed in den tuin op ezels en kraaide van pleizier, terwijl voor de hekken verbaasde lieden dit zotte schouwspel stonden aan te staren. Een moordenaarspartij. Elsa Maxwell, de raadgeefster van de sensatiezuchtige dollarkoningen, vond ook de eerste „moordenaarspartij"uit, waar men als gangster vermomd moest verschijnen, terwijl de gastheer door verlichtingstechni- sche trucs een „echte" crimineelc sfeer in zijn woning schiep. Zij stelde voor, de „konvals-je-tegcndeel-partij" te geven, waar op een ieder als zijn antipode te verschij nen had, terwijl men op het „kom-als-je- lievelingsstar-feest" als Greta Garbo, Clark Gable, Jeanette Macdonald of een andere filmgrootheid optrad. In Hollywood gaf men dezrr dagen een partij, waarop men een opgezette koe champagne kon „afmel ken", terwijl een prachtige fontein bier spoot. Krankzinnige luimen van geblaseerde dol larkoningen, die er beier aan zouden doen, een deel van hun rijkdommen aan de vele behoeftige medeburgers ter beschikking te stellen. Politie grijpt in. Gistermorgen is een 32-jarige werklooze gearresteerd, die in de Wijttenbachstraat te Amsterdam een ambtenaar van Maatschap- pelijkcn steun had opgewacht en hem enke le stompen had gegeven. Den man was handelsgeld geweigerd en hij weet dat aan den ambtenaar, op wien hij nü wraak wilde nemen. AARDAPPELZIEKTE. In het etmaal van 's avonds 9 tot 's avonds 10 Augustus is op de Zuidholland- sche eilanden de weersgesteldheid critiek geweest voor het optreden van aardappel ziekte, in Noordholland in de omgeving van Broek op Langendijk critiek behoudens iets te geringe bewolking. IN DE WASCH BLEEF NIETS OVER... Vlammen op zolder. De hoofdbewoonster en eigenaresse van een perceel aan den Stationsweg te Den Haag, mevrouw de wed. E. F.., had Dinsdag avond op een achterzoldertje wascligoed te drogen gehangen. Op dit zoldertje is even wel geen clectrische verlichting, zoodat zij zichzelf bijlichtte met enkele lucifers. Een brandende kop van een dezer lucifers schijnt brand te hebben veroorzaakt. De bewoonster werd tenminste don nacht daarop wakker door oen verdacht geluid. Zij begaf zich naar het portaal van de eer ste étage en zag door een raam in het plafond vlammen op zolder. Onmiddellijk waarschuwde zij de overige bewoners van het perceel, waarna de brandweer werd op geroepen. Deze slaagde er in het vuur tot den zolder te beperken, welke geheel uit brandde. De Sultan van Pontianak aan gekomen. De Sultan van Pontianak (West-Bornèo), die 20 Juli met de Baloeran uit Neder- landsch-Indië is vertrokken me.t de bedoe ling hier te lande het 40-jarig rcgcerings- jubileum van H.M. de Koningin bij te wo nen, is gistermorgen met den treinboot van de Rotterdamsche Lloyd, in Den Haag aan gekomen. Zijne Hoogheid reisde met zijn gemalin, zoon en schoonzoon. Zelfs oudere menschen opgeroe pen. De „Manchester Guardian" maakt mei-' ding van de onrustbarende militaire voor bereidingen in Duitschland. Deze voorberei dingen ziet men overal in het westen, zui den en zuidoosten. Kort geleden zijn tien of twaalf militaire treinen binnen drie dagen over de spoorlijn NeurenbergUlm gepas seerd. De boeren hebben opdracht gekregen hun paarden gereed te houden voor de mi litaire autoriteiten met ingang van 20 Augustus. In sommige gebieden hebben man nen, die te oud zijn om nog te die nen, doch die wel gebruikt kunnen worden in de garnizoenen, opdracht gekregen zich op 22 Augustus te melden bij de autoriteiten voor het maken van oefeningen, welke zul len duren tot 28 October. De soldaten, die met groot verlof zouden gaan en die een dezer dagen zouden af zwaaien, hebben bericht gekregen, dat zij nog een maand onder de wapenen moeten blijven. KINDEREN MOETEN AREN RAPEN. Twee dagen schoolverzuim in Saksen. In het officiecle schoolblad der provin cie Saksen heeft de gouverneur der pro vincie de schoolhoofden opgedragen, het onderwijs twee dagen te schorsen en de kinderen op die dagen aren te laten rapen.. ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1938. Hilversum I. 1875 m. VARA-Uitzending. 10.0010.20 7.30—8.00 VPRO. v.m. ea 8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.16 Berichten) 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Con tinubedrijven. 12.001.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Filmpraatje. 2.15 Gramofoonmuziek. 3.00 Reportage. 3.30 VARA-Orkest. 4.30 Boekbespreking. 4.50 Gramofoonmuziek. 5.40 Literaire causerie. 6.00 Orgelspel. 6.30 Gramofoonmuziek. 7.00 Filmland. 7.308.00 Causerie „Wondergeloof en won derverhalen". 8.05 Herhaling SOS-Berichten. 8.07 Berichten ANP. VARA-Varia. 8.20 VARA-Orkest, m.m.v. solisten. 9.00 Toespraak, hierna gramofoonmuziek. 9.20 „En nuOké".- 10.30 Berichten ANP. 10.3512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II. 301.5 m. en 415.5 m. KRO-Uitzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Ber.), 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige causerie. 12.00 Berichten 12.15 De KRO-Melodisten m.m.v. solist. (1,00—1.20 Gramofoonmuziek; ca. 1.15 Postduivenberichteh. 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 3.00 Kinderuurtje. 4.00 KRO-Orkest. (4.455.00 Gramofoon- mu. iek). 5.45 KRO Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Het herstel van de Katho lieke Kerk in Nederland. 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.45 KRO-Orkest. 9.00 KRO-Melodisten m.m.v. solist. 9.20 Vervolg van 8.45. 9.40 KRO-Boys m.m.v. m.m.v. solist. 10.00 Gramofoonmuziek, 10.10 Vervolg van 920. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Filmpraatje. 10.5512.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON. ETHEL M. DELL Het gestamp van de machines was het eenige, wat dan nog gehoord werd, want de zee was heel kalm en 't patrijspoortje kon rustig open blijven zonder dat de golven water naar binnen spoelden. De oceaan was rustiger dan Geoffrey Asterby ooit had meegemaakt. Dat was hem een geluk, want de taak, die hg op zich had genomen, zou bij stormachtig weer wel eens te zwaar voor hem geworden kunnen zijn. Tegen den morgen begon zijn patiënt on rustiger te worden. Hij kreunde jammerlijk en met zijn hand maaide hij in de lucht. Geoffrey bleef heel stil liggen, totdat, bij het eerste, bleeke morgenlicht, het geloei van de scheepssirene de stilte verscheurde. De patiënt maakte een heftige beweging van schrik en Geoffrey ging overeind zitten en zei op kalmeerenden toon: „Hallo, ouwe jon gen! Dat is alleen maar de misthoorn. Voel je je goed?" Een onverstaanbaar gemompel was het eenige antwoord. De dekens werden terugge duwd en van het kussen rees een zeer ont redderd hoofd op. „Voel je je goed vroeg Geoffrey opnieuw, terwijl hij naar zijn sokken tastte, die hij altyd voor zijn bed had staan om zich, in geval van nood, snel mee overeind te helpen. Zijn metgezel keerde hem zijn gezicht toe. Geoffrey was aan dit gezicht gewend en kon er naar kijken zonder huiveren. Het was grauw en vormloos en het eenige, wat er in scheen te leven, was het eene ongeschonden oog. De mond was deerlijk verminkt en ge heel verwrongen en met groote moeite kwa men de woorden. „Goed?" herhaalde hij. „Nee nee beroerdl" „Houd je heel kalm," commandeerde Geof frey. „Ik kom bij je." Hij greep zijn stokken en, met een behen digheid, die men van een invalide niet ver wacht zou hebben, kwam hij op den vloer terecht. Zoodra hij daar was beland, zette hij zijn stokken naast zich en hield zich staande aan den rand van het andere bed. „Heb je een slechten nacht gehad?" vroeg hij vriendelijk en kalmeerend legde hij een hand op den rug van zijn patiënt. Deze kromp zenuwachtig ineen onder de aanraking en, met het vreemde, mismaakte hoofd gebogen over zijn knieën, snikte hij in gehouden. Geoffrey werd van een diep medelijden vervuld. „Kom, dat moet je niet doen," zei hij zacht. „Ik dacht dat je sliep, anders was ik wel eerder bij je gekomen." „Ik sliep ook werkelijk". De met in spanning gesproken woorden waren nauwelijks verstaanbaar. „Ik heb gedroomd." „Waarover?" vroeg Geoffrey. Het antwoord kwam niet dadelijk, maar het snikken verminderde en hield eindelijk geheel op. „Ik droomde over een vrouw. Een vrouw die van mij heeft gehouden. Ik moet haar verloren hebben. Ik kan het me maar niet herinneren." Zenuwachtig bewogen de lange, slanke vingers als in een kramp. Geoffrey klopte hem vriendelijk op zijn schouder. „Probeer het ook maar niet, ouwe jongen, probeer het maar niet! Het is niet goed dat je je te veel inspant. Je geheugen zal langzamerhand terugkeeren en ik zal je daarbij helpen, maar forceer het niet!" Weer het alles overstemmende geloei van de sirene. De meelijwekkende gestalte in het bed hief het hoofd op. „Dat is als ik!" fluisterde hij. „Iets dat schreeuwt in de duisternis." „En toch is het niet heelemaal duister," verzekerde Geoffrey hem. „En het zal steeds lichter worden. Je moet niet bang zijn, want ik ben hier en zal goed voor je zorgen." „Ik weet het ik weet het. Je bent zoo goed voor me." „Ik stel belang in je," zei Geoffrey en glimlachend voegde hg er aan toe: „Ik zal je heelemaal genezen en je zult voor mij de beste reclame zijn, die er bestaat. Over een jaar ken je jezeif niet terug." „Ik ken mgzelf nu ook niet," kwam het weifelende antwoord. „Alleen in droomen zie ik soms dingen die ik heel lang geleden ook zag." „Later zul je je alles weer herinneren," zei Geoffrey op zijn rustige, overtuigende ma-,, nier. „Maar ik heb al gezegd dat je niet moet probeeren het te forceeren. Waarschijnlijk zul je je alles niet ineens herinneren, maar tel kens bij stukjes en beetjes. Ik ben er zeker van dat ik je je geheele gezichtsvermogen kan teruggeven en evenzeer ben ik er van overtuigd dat je je geheugen terug zult krijgen en dat je volkomen zult genezen." De woorden maakten indruk en de span ning begon te wijken. Het spreken ging nu gemakkelijker. „Ah! Als ik eerst maar weer goed kan zien, dan kan ik me alles misschien ook beter herinneren. Maar nu tast ik steeds in het duister." „Het is een kwestie van geduld," zei Geoffrey. „Kom, ga nu weer rustig liggen de nacht is nog niet om." Opnieuw het geloei van de sirene. De on gelukkige greep Geoffrey zenuwachtig bij zijn arm en met een geheel andere stem vroeg hij gejaagd: „Je zult toch zorgen dat ze me niet vinden, hè? Ik wil niet terug! Oh, het is daar een hel een hel! Maak toch dat ik niet gevonden word!" Beschermend sloeg Geoffrey zijn armen om de schouders van den man, die van angst beefde en met nadruk zei hij: „Je bent hier veilig, beste kerel. Geloof me toch, dat alles is nu voorbij het is al lang voorbij. Er wor*dt nu niet meer geschoten. Kom! Ga weer liggen en probeer te rusten." „Ja maar je begrijpt het niet! Ik ben een deserteur en deserteurs worden altijd doodgeschoten! Oh, maak toch dat ze me niet te pakken krijgen!" „Jou zullen ze niet dood schieten," zei Geoffrey rustig. „En ze krijgen je heusch niet te pakken. Je bent hier met mij volko men veilig, mgn jongen. En wees maar niet bang; ik zal over je waken!" Onder den invloed van deze woorden zonk de arme verminkte vermoeid terug in de kussens. Niettemin kromp hij telkens, wan neer de sirene loeide, verschrikt in elkaar. Meer dan een uur stond Geoffrey Asterby zoo aan het bed van zijn patiënt, terwyl hy maar steeds diens hand streelde en af en toe enkele woorden tot hem sprak. De mist was opgeklaard en de sirene loeide niet meer. Een schittering van zon weer kaatste op den muur van de hut. Leunend op zijn stokken keek hij door de patrijspoort uit over de onmetelijke, door de zon beschenen oceaan. Met zijn hoofd rustend tegen het kozijn stond hij daar heel stil. Twee uur later kwam hg aan dek van aan gezicht tot aangezicht met Molly, die hem met een weemoedig glimlachje verwelkomde. Ze was alleen en snel stak ze hem haar hand toe. „Wat is er?" vroeg Geoffrey. „Je hebt een slechten nacht gehad." „Oh, dat hindert niet," antwoordde ze met datzelfde weemoedige lachje. „Trouwens, ik kan zien, dat jy ook niet goed hebt geslapen. Hod is het met je patiënt?" „Niet al te best; maar dat kan men ook niet verwachten." „Ik bewonder je," zei Molly. Toen, na een korte pauze: „Ik moet je vertellen, dat we niet al te vriendschappelijk met elkaar kun nen zijn als mijn man in de buurt is; hij wil niet, dat ik vrienden heb." Hij keek haar ernstig aan. „Dat spijt me erg," zei hij, „maar ik begrijp het. Trouwens, de reis is haast ten einde. Wil je me, voor we afscheid van elkaar nemen, je adres geven? Ik zal niet al te vaak schrijven." Ze glimlachte, maar haar oogen stonden vol tranen. „Natuurlijk zal ik dat doen," ant woordde ze. „En wat er ook gebeurt, toch zijn we vrienden. Je hebt me iets heel moois gegeven." „Wat is dat dan?" vroeg Geoffrey. Ze keek hem recht aan, zonder een zweem van verlegenheid. „Je hebt me den moed ge geven verder te gaan en mgn taak te vol brengen." „Oh, zeg dat toch niet!" protesteerde hij. „Dien moed bezat je zelf." Peinzend keek ze voor zich uit. „Maar jij bent het, die hem hebt aangewakkerd nu kan ik verder gaan." „God zegen je," zei hij eenvoudig. Zg nam zijn hand aan. „Dank je, vriend Geoffrey." HOOFDSTUK XIV. Terug naar huis. De aankomst in New-York was een sensatie voor Molly. De drukte en het lawaai over weldigden haar en ze had het gevoel, alsof ze in een maalstroom leefde. Alles scheen hier op enorme schaal opgezet en het leven ging met een haast duizelingwekkende snelheid. Het afscheid van den éenigen vriend, dien ze tijdens de reis gemaakt had, was kort ge weest. Ze ving een glimp op van Geoffrey's met gezel, die zielig ineengedoken op een afstand tegen een muur stond. „Ik mag zeker niet met je vriend spreken?" vroeg ze aarzelend. „Neen," klonk het antwoord en ze wist niet of deze weigering voor haar teleurstelling dan wel opluchting beteekende. „Hij wordt bang, wanneer hij door vreemden wordt aange sproken," legde hij uit. „Maar ik zal je schrijven en je van zijn toestand op de hoogte houden." Daarna kwam het gesjouw met koffers en de verwarring bij het landen en ze had zelfs geen tijd meer om aan Geoffrey Asterby te denken, voor ze met Ivor in hun hotel was aangeland, waar ze een prachtige, zeer luxueuze suite betrokken. Vol verbazing keek ze om zich heen en Ivor glimlachte om haar verwarring. Hij stelde er zich veel van voor haar een stukje van de wereld te laten zien en het speet hem heelemaal niet, dat ze afscheid hadden moeten nemen van hun medepassagiers. Het was ge bleken, dat Molly al te gemakkelijk kennis aanknoopte ze had nog niet geleerd te onderscheiden. De eerste dagen viel dit Molly niet bijzon der op daarvoor had ze te veel indrukken te verwerken. Maar daarna begon het tot haar door te dringen, dat ze eigenlijk totaal geen bewegingsvrijheid had. Ivor wilde er niet van hooren, dat ze een voet buiten de deur zette zonder hem en wanneer hij zelf niet wenschte ivte JJaan, verwachtte hij, dat ook zij zou thuis blijven. En argumenteeren hielp niet; het werd als vanzelfsprekend beschouwd, dat ze niet van haar man's zijde week. Trouwens Ivor argumenteerde nooit. Hij maakte een voudig zijn wenschen kenbaar en verwachtte, dat ze vervuld zouden worden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7