Langzaam schreed Zij naar den Troon Geen lekke banden meer Het arbeidstekort in Duitschland Hitier wil zijn wapen beproeven 0 Herinnering aan de plechtige inhuldiging van H. M de Koningin y O Een doodkist met telefoon HET BEWIND AANVAARD OVER EEN VOLK, „KLEtN IN ZIELENAANTAL, DOCH GROOT IN DEUGDEN." LV Nadat wij onze lezers den feeste- lijken intocht van H. M. de Ko ningin, in de hoofdstad, nu bijna veertig jaren geledon, in herinnerin,' hebben gebracht, vervolgen wij met het rela.s van Harer Majesteits plechtige inhuldiging. Hofkoetsen reden dien gedenkwaardigen dag op den Dam af en aan; duizenden ver drongen zich op het historische plein om een glimp op te vangen van de schittering van uniformen en gewa den, welke toen rond en in de Nieu we Kerk te zien was, van den her melijnen Koningsmantel, die om de schouders van een Achttienjarige geplooid was. Eerew achten. 6 September 181)8. Eindelijk was dan de dag aangebroken, dat in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, de Inhuldiging van H. M. Koningin Wilhelmina zou plaats vinden! Reeds geruimen tijd, voordat de grootsche plechtigheid aanving, was er begonnen mot opstelling van de troepen op don Dam, door huzaren afgezet. Voor den rechtervleugel van het Daleis was, met bijzondere toe stemming van H. M., de eerewacht van den Nedorlandschen Studentenschietbond opge steld; een wacht, gevormd door studenten van Leiden, Delft, Utrecht cn Amsterdam. Voor den linkervleugel stond de eerewacht, gevormd door de dienstdoende Schutterij van Amsterdam, een compagnie onder den kapitein E. Luden, daarnaast de muziek. In de Mozes cn Aaronstraat, met front naai den Dam, stond de eerewacht van de Jagers opgesteld, juist daartegenover aan de over zijde van den overdekten gang, die van de Grenadiers met de Koninlijkc Kapel van het regiment Grenadiers cn Jagers. Van den ingang van het Paleis tot dien van de Nieuwe Kerk waren prachtige loo- pers gelegd en aan weerszijden daarvan waren geplaatst 32 cadetten van de K.M.A. te Breda en een gelijk aantal adelborsten van de Kon. Ned. Marine, allen van 't oud ste studiejaar. Het „Wilhelmus" weerklinkt. Het „Wilhelmus" werd gehoord: in stati- gen optocht schreden de leden der Eerste en Tweede Kamer ter kerke, komende uit den hoofdingang, gaande door de fraaie berceau van luchtig netwerk en sierlijke, witgeschil derde paaltjes, die van den hoofdingang van het Paleis tot aan de Nieuwe Kerk was geplaatst. Na hen volgden de ministers. Toen moest men weder even wachten; het Paleis-carillon speelde half elf. Comman do's weerklonken, de troepen maakten front Hofrijtuigen reden voor liQt Paleis en brach ten de leden der Hofhouding naar den in gang van de kerk aan de zijde van den N.Z. Voorburgwal, even later gevolgd door leden der Vorstelijke Familie. Dan weer een korte pauze, het „Wilhel mus" de geweren worden gepresenteerd. De Koningin-Moeder, in de glazen koets, liet rijtuig, dat bij de opening der Staten- Generaal gebruikt werd, begaf zich naar de kerk. H. M. droeg een schitterend dia deem, waarvan een fijnen kanten sluier afhing; Zij droeg de versierselen der groot kruisen Ned. Leeuw en van de Orde van Oranje Nassau. H. M. de Koningin treedt naar buiten. Dan weer oogenblikkcn van stilte, van beklemmende stilte: het. wachten is nu op Koningin Wilholmina! Elf slagen galmen van de Paleisklok. Eindelijk, daar is de De eed, welken H. M. de Koningin op 6 September 1898 aflegde: Ik zweer aan het Nederlandsche Volk, dat Ik de Grondwet streng zal onderhouden en handhaven; Ik zweer dat ik de onafhanke lijkheid en het grondgebied des Rijks met al Mijn vermogen zal verdedigen en bewaren; dat Ik de algemeene en bijzondere vrijheid en de rechten van alle Mijne on derdanen zal beschermen, en tot instandhouding en bevordering van de algemeene en bijzondere wel vaart alle middelen zal aanwenden, welke de wetten te Mijner beschik king stellen, zooals een goed Ko ning schuldig is te doen. Zoo waarlijk helpe mij God Al machtig. Koningin! Voorop de herauten van wape nen in hun prachtig antiek uniform, dan de dragers van de Rijkssieraden, de ecn-oogige dappere Generaal Karei van der Heydcn met het groote blinkende Rijkszwaard. Dan volgden de verdere hoogwaardigheidsbeklee- ders: dragers van den Koninklijken Stand aard cn van de regimcntvaandels. Na hen de opperceremoniemeester, en toen de Koningin. H. M. was ge kleed in witte zijde, overdekt met prachtige kant, het geheele jonge meisjesfiguur gehuld in den Konink lijken mantel met hermolijnen klaag, den zwaren mantel, welks slippen gedragen werden door de vier oudste adjudanten: jhr. Van de Poll, baron Grovestins, Kapitein ter Zee Zeegers Veeokens en Jhr. Van den Bosch. Koningin Emma boog voor Haar Dochter. Reeds om tien uur waren de meeste plaat sen in de Kerk ingenomen. De ministers plaatsten zich ter linker- en rechterzijde voor den troon. Om tien minuten voor half elf kwam het Corps Diplomafïque door de deur van den N.Z. Voorburgwal binnen; het werd door twee ceremoniemeesters naar de tribune geleid, welke links van den troon voor de diplomatie was bestemd. De Ko ninklijke Verwanten zaten aan de rechter zijde van den troon, waar Zij in de afzon derlijke loge plaats namen. Ook voor de Indische Vorsten was een plaats gereser veerd in de naaste omgeving van den troon. De Griffier van de Eerste Kamer, Mr. Star Numan, deed voorlezing van het Koninklijk Besluit der Inhuldiging. Aan den ingang van de Nieuwe Kerk werd H. M. ontvangen door de Commissie uit. de Staten-Generaal. Zij schreed langzaam naar dcni troon, gaande langs een rij van Am- sterdamsche schutters, welke van- Klaar tot den ingang stond opgesteld. H. M. werd, staande, opgewacht door de Koningin-Moeder, die Haar Doch ter met een buiging, begroette. Daar op namen de beide Koninginnen plaats op den troonzetel, terwijl het élitekoor onder leiding van W. Men gelberg, het eerste en het zesde cou plet van bet „Wilhelmus" ten gc- hoore bracht. Rede HJd. de Koningin. Toen de zang en de muziek zweeg, nam H.M. de Koningin, temidden cener plechtige stilte, het woord en las met heldere stem de \olgende rede voor; Mijne Heereri Leden der Staten- Generaal: Reeds op jeugdigen leeftijd heeft God Mij door het overlijden van Mijnen on- vergetelijken Vader tot den Troon ge roepen, dien Ik onder het zoo wijze, en zegenrijke Regentschap Mijner innig geliefde Moeder beklom. .Va de vervulling van Mijn achttiende levensjaar heb Ik de regeering aan vaard! Mijne proclamatie heeft dit aan Mijn dierbaar Volk bekend gemaakt. Thans is de ure gekomen, waarin Ik Mij, te midden van Mijne trouwe Sta ten-Generaal, onder aanroeping van Gods heiligen Naam, zal verbinden aan het Nederlandsche Volk, tot instandhou ding van Zijne dierbaarste rechten en vrijheden. Zoo bevestig Ik heden den hechten band, die lusschen Mij en Mijn Volk be staat en ivordl het aloude verbond tus- schen Nederland en Oranje opnieuw be zegeld. Hoog is Mijne roeping, schoon de taak die God op Mijne schouders gelegd heeft. Ik ben gelukkig en dankbaar het Volk van Nederland te mogen regeer en, een volk klein in zielental, doch groot in deugden, krachtig door aard en karak ter. Ik acht het een groot voorrecht, dat hef Mijne levenstaak en plicht is al Mijne krachten te wijden aan het wel zijn en den bloei van Mijn dierbaar Va derland. De woorden van Mijnen bemin den Vader maak Ik tot de Mijne: „Oran je kan nooit, ja nooit genoeg voor Ne derland doen.''1 Bij de vervulling van Mijne taak heb Ik Uw hulp en medewerking noodig. Mijne Hceren, Leden der Volksvertegen woordiging; Ik ben overtuigd, dat Gij Mij die in ruime mate zult verleenen. Laat ons samen arbeiden voor het ge luk en den voorspoed van het Nederland sche. Volk. Dat, zij Ons aller levensdoel! God zegene Uwen en Mijnen arbeid, dat hij strekke tot heil van Ons Vader land1." Daarna verhief de Koningin Zich en legde met plcchtigcn ernst den eed af. Een driewerf „Hoera!" Onmiddellijk gaven daarop allen uiting aan hun geestdrift: er barstte een luid ge jubel los, gevolgd door een driewerf „hoe ra"! Daarna plaatste zich de Voorzitter der Eerste Kamer, Mr. van Naamen van Eem- nes, voor den Troon tegenover Hare Majes - teit en legde de Plechtige Verklaring af (artikel 52 van de Grondwet): Wij ontvangen en huldigen, in naam van het Nederlandsche volk en krachtens de Grondwet, II als Koningin; Wij zweren (beloven), dat wij Uwe onschendbaarheid en de regten Uwer Kroon zullen handha ven; Wij zweren (beloven) alles te doen wat goede en getrouwe Staten- Generaal schuldig zijn te doen. Zoo waarlijk helpe* ons God Al- magtig (dat beloven wij-) De Griffier van de Eerste Kamer las ver volgens de namen van de leden der Sta ten-Generaal op, die hoofd voor hoofd bij het appèl nominaal van hun plaats opston den en het eedsformulier aflegden. De Koningin volgde met grooten ernst de ge heele eedsaflegging, telkens den blik ge richt op het lid, dat het formulier uitsprak. Onmiddellijk nadat allen den eed hadden afgelegd, zwaaide de oudste, koning van wa penen met zijn schepter en riep met luider stemme: „Hare Maiesteit Koningin Wilhel- mina is ingehuldigd. Daarop riep hij drie maal: „Leve de Koningin!", welke kreet door den anderen koning van wapenen werd herhaald, en waarmede alle aanwezigen in stemden in een stroom van gejuich, dat minuten lang aanhield. Terwijl het koor „Nun danket Allen Gott"! aanhief, stonden de Koninginnen van Haar zetels op en namen den terugtocht aan met hetzelfde ceremonieel als bij Haar komst, waarbij met de regimentsvaandels werd gesalueerd. Bij het vertrek der Koningin werd Haar weer een hartelijke ovatie ge bracht. Gulden zonnestralen van buiten verlichtten de plechtige gebeurtenis. Weinige seconden later meldde de oudste Heraut van Wapenen aan het volk op den Dam, dat ongeduldig stond te wachten „Hare Majesteit Koningin Wilhelmina is ingehuldigd". En onder het gejubel van tienduizenden overschreed de Koningin den drempel van het bedehuis en schreed tus schen de menschen voort, den hermelijnen mantel over de schouders. H.M. Koningin Wilhelmina, omhangen met den hermelijnen mantel, begeeft zich van het Paleis naar de Nieuwe Kerk. Hoewel de bestaande luchtband (bin nen- en buitenband) aan een zooda nige behoefte voldoet, dat men zich het moderne verkeer wel moeilijk zonder hem zou kunnen voorstellen, zijn er toch bij herhaling pogingen aangewend om iets te bedenken, dat gemakkelijker dan wel economischer in het gebruik zou moeten zijn. Beter uit technisch oogpunt is wel niet te bedenken, want de pneumatische rubber- bebanding voldoet aan alle eischen welke zoowel wielrijder als automobilist eraan stel len. Wanneer men dan ook pogingen aan wendde om tot een verbetering te komen, betrof dit niet zoozeer principieele wijzigin gen dan wel verbeteringen, waardoor lekke banden tot de uitzonderingen zouden gaan behooren, reservebanden niet meer behoef den te worden medegevoerd, het warm loopen van den rubberband werd voorkomen (bal- lonbaiulen) enz. Schotvrije banden Evenals in zoovele gevallen heeft de oorlogs techniek ook hier baanbrekend werk verricht en is vooral in Duitschland, Frankrijk en Italië gezocht naar een systeem, dat. het mo gelijk maakte de nadeelen van den lucht band te neutraliseeren met behoud van de groote voordeelen welke aan het opgesloten luchtkussen verbonden zijn, aldus de N.R.Ct. Pantserwagens, welke immers binnen het ge richte vijandelijke mitrailleur- en geweer vuur zullen optreden, moeten voorzien zijn van schotvrije banden en daarom heeft deze laatste vrijwel gelijk met de eersten haar in trede in de moderne legers gedaan. Men trachtte hiérbij een compromis te vinden tus- schen de vol-rubberband cn den opgepomp ten luchtband, waarbij de druk per c.m.2 van 3 tot 10 k.g. zou moeten bedragen afhanke De „New York Times" spreekt van een oververhitte interna tionale atmospheer. In het commentaar op de manoeu vres in Duitschland schrijft de New York Times", dat Hitier thans door daden de alarmeerende geruchten, welke in Europa in de afgeloopen 3 weken de ronde hebben gedaan, bevestigt. Het moet beschouwd wor den als een antwoord op de mobili satie van Tsjecho Slowakije in Mei. j.1. Ook wil Hit Ier het wapen, dat hij heeft gesmeed, beproeven.. Tenslotte schrijft het blad, dat nooit militaire manoeuvres zoo ge vaarlijk en uitdagend zijn geweest, dan thans in een zoo overhitte in ternationale atmospheer. lijk van den toestand van het wegdek dan wel het te doorschrijden gebied. De best geslaagde oplossing schijnt een constructie te zijn, waarbij de band in straalvormige richting van tusschenschotten is voorzien, waar door als het ware gedeeltelijk op zich zelf staande cellen worden gevormd. Deze tusschenschotten hebben den vorm van een vischvork, waarvan de tanden niet tot den binnenomtrek van den band doorloopen. De cellen staan onderling met elkaar in verbin ding door een spleet, zoodat de lucht van de belaste cel zijwaarts kan uit wijken. De constructie van het inwendige is verder zoodanig, dat de voor de vervaardiging ge bruikte vulstukken kunnen worden verwij derd. Uit deze beschrijving moge blijken dat de elastische werking wordt verkregen, zoo wel door het materiaal zelve als door de eerst onder het gewicht van het voertuig verkre gen samenpersing van de zich in de cellen bevindende lucht. Een kogel of spijker kan slechts één cel doorboren en veroorzaakt geen enkel ongemak. De banden worden in de fabriek om de velg geperst; het meevoe ren van reservebanden is overbodig. De ban den zijn reeds hier 1e lande verkrijgbaar en worden door Nederlandsche arbeiders ver vaardigd. De practijk zal moeten leeren of een vaste ligging om de velg verzekerd is (duurproef) en of de mogelijkheid bestaat dat zand en vuil tusschen band en velg bin nendringt, waardoor op den duur de cellen zouden verstopt raken zulks ten nadeele van de elasticiteit. MORGENTOILET. TWINTIG SPUITGASTEN MOESTEN HET ONTGELDEN. Nabij Warschau is een autobus met brandweerlieden tegen een telegraafpaal gereden, waardoor één der inzittenden werd gedood en negentien gewond. Het ongeluk is veroorzaakt doordat de chauffeur zich te buiten was gegaan aan sterken drank. ORKAAN BOVEN MEXICO. Een tropische orkaan heeft de golf van Mexico geteisterd. Talrijke schepen werden gedwongen een toevlucht in de havens te zoeken. De stormbal werd geheschen van Port O Conner tot aan de kust van Louisiana. De storm bereikte een snelheid \an tachtig ki lometer per uur. Een voorspelling nit 1925. In vloed van den wereldoorlog op geboorten. De kwestie van de Duitsclre arbeidskrach ten staat op het oogenblik in het centrum der belangstelling Het is een feit, dat de werkloosheid in Duitschland sterk gedaald is, ja sterker nog, dat men in allerlei takken van bedrijf met een groote tekort te kamipen heeft, hetgeen men gedeeltelijk tracht, te on dervangen door arbeiders uit het buiten land aan te trekken. Zij, die dit .verschijnsel trachten te verkla ren, doen dit, zoo schrijft de N.R.Crt., dik wijls op minder vriendelijke wijze. Dat komt van de herbewapening, zoo is de gang bare, zij het oppervlakkige verklaring. En schamper voegt men er aan toe, dat als wij arbeidsdienst en zoo'n leger hadden, wij dit ook zouden kunnen. Nochtans vergeet men daarbij, dat ook in andere landen de bewapening in een stevig tempo wordt uit gebreid, zonder dat zich daar hetzelfde ver schijnsel in die mate voordoet. Volgens het blad is het tekort aan arbeids krachten in Duitschland reeds in 1925 door den Regierungsrat dr. Stranden voorspeld. Dr. Stranden schreef toen n.1. in het „Reichs arbeitsblatte: Over vier jaren zullen de in het eerste oorlogsjaar geboren kinderen hun intrede op de arbeidsmarkt doen en van dien tijd af zal de geboorte daling, welke in den oorlog heeft plaats gevonden, haar invloed doen gelden. Voor het eerst daalden de geboor ten tengevolge van den oorlog in April 1915, welke daling haar laag ste punt bereikte in November 1917, toen het aantal geboorten 50 pCt. la ger was dan in 1913. In 1920 is het aantal geboorten weer normaal ge worden. In de jaren 1915 tot en met 1919 werden er 3.3 millioen kinderen minder geboren dan verwacht kon worden. Het verlies aan menschen- levens door dooden en gewonden be droeg 2 millioen izelen. Als men aanneemt, dat 10 pCt. der kinderen die de lagere school hebben doorloopen, niet direct op de arbeids markt komen, dan zal men, tegen over den nog normaal te noemen toe vloed van nieuwe arbeidskrachten in 1928, een verminderd aanbod krij gen: in 1929 80.000 jongelieden; in 1930 500.000 jongelieden: in 1931 570,000; in 1932 610.000; in 1933 590.000 jongelie den. In 1933 zullen er dus ruim 2 millioen krachten minder op de arbeidsmarkt zijn. Voor de volwassen erbeiders zal deze achteruitgang zich eerst in 1937 geheel doen gelden, als de laat ste in den oorlog geboren kinderen het. 18de levensjaar hebben over- schi'eden. De schrijver voorziet, dat, in plaats van groote werkloosheid, een groot gebrek aan arbeiders zich in de jaren 1930—1940 zal voordoen, met al de gevolgen daarvan (o.a. loon- en prijsstijgingen.) Daar hetzelfde ver schijnsel zich in de andere landen, welke in den oorlog betrokken waren, zal voordoen, is van immigratie weinig te verwachten. Zoo goed mogelijk zullen dus de voorhanden ar beidskrachten moeten worden gebruikt. Voorlichting bij beroepskeuze, opleiding tot vakarbeiders en een goede lcerlingregeling zal daartoe veel kunnen bijdragen." Men ziet, dat deze voorspelling op merk waardige wijze door de feiten is bevestigd en een belangrijken sleutel biedt v.oor de ont warring van de puzzle van het Duitsche ar beiderstekort. Angst voor schijndood. De angsl voor den schijndood heeft den koopman Sotir Konsfantinow te Sofia in zijn testament de volgende voorzieningsmaatrege len voor doen schrijven: de doodkist waarin hij begraven zal worden, moeteen fleschmet drinkwater en een versch brood bevatten. Door een opening in het deksel van de kist moet een luchthuis tot over de aardopper vlakte leiden. Eindelijk moet in de kist zelf een telefoon geplaatst worden, waarvan de geleiding met de woning zijner familie ver bonden moet worden, aldus de N. R. Crt. Op deze wijze wilde Konstantinow de mogelijk heid hehhen met de buitenwereld snel in ver binding te treden, indien hij nog eens wak ker zou worden. De maatregelen zijn nok uit gevoerd. behalve de plaatsing van de tele foon, welke de postadministratie afwees. In- plaats daarvan is een eenvoudige schelgelei- ding van het graf naar de woning gelegd, worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 8