Kanonnen bulderen aan onze kust** sari4™»4 s«- m Postvluchlen op Indic Honderdduizend menschen in het „krijgsrumoer1 te Scheveningen Radioprogramma „Een zoo sterk mogelijke vloot geen weelde", zegt minister Steenberghe Uitgifte van vervoervergunningen Av>' 4 De metalen stemmen van Hr. Ms. Tromp en Hr. Ms. Sumatra weerklinken. IMPOSANTE VLOOTSCHOUW. De Zeevaartdag te Scheveningen, welke georganiseerd werd door het bestuur van de afdeeling Den Haag van het Nationaal Jongeren Verbond onder auspiciën van het Comité tot luisterrijke viering, is Zaterdagoch tend begonnen met de opening van twee exposities. De eerste is inge richt in den foyer van het Kurhaus te Scheveningen en omvat circa 50 zeer fraaie en kostbare modellen van oude en moderne schepen; bovendien geeft zij een overzicht van de ont wikkeling der marine- en koopvaar dijvloot. De tweede tentoonstelling was ge arrangeerd op het groote parkeerter rein aan den Strandweg en omvatte een batterij luchtafweergeschut van 7,5 c.m. met vuurleidingstoestel en afstandsmeter. Voorts verschillende luchtdoel-mitrailleurs. Onder de vele militaire autoriteiten, die de opening dezer tentoonstellingen bijwoon den, merkten wij o.m. op den vice-admiraal Schreuder en luitenant-generaal P. J. van Munnekrede, vice-admiraal B. D. A. Quant, gep. vice-admiraal Fock, en inspecteur van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm, schout-bij-nacht Helfrich. Ales In het teeken der marine. Des middags te 2 uur werd in de groote zaal van het Kurhaus een bijeenkomst gehouden, waar de be- teekenis der Marine in deze dagen door verschillende prominente spre kers uiteen werd gezet en welk sa menzijn werd opgeluisterd door het Matrozenkoor, dat onder leiding van den heer Th. van Elferen, me dewerkte. De heer D. W. Dettmeijer, voorzitter van de commissie voor den Zeevaartdag stelde in zijn openingswoord voor, het volgende te legram te zenden aan kapitein ter zee L. A. C. M. Doorman, commandant van Hr. Ms. flottieljeleider Tromp: „Duizenden Nederlanders, samen gekomen te Scheveningen, ter gele genheid van den Zeevaartdag, wach ten vol spanning op uw komst. Leve Harer Majesteits Marine." Daarop gaf spr. het woord aan den chef van den Marinestaf, vice-admiraal J. T. Furstner. Rede vice-admiraal Furstner. De vice-admiraal wees op de inzinking in ons nationaal denken van 1918. Thans, nu de hand weer aan den ploeg wordt gesla gen, moet worden aangebouwd in een tijd, waarin de prijzen van alle oorlogsmateria len zijn opgeloopcn tot het dubbele van die van eenige jaren geleden en waarin de le vertijden tot veelvouden van vroegere zijn gestegen. VICE ADMIRAAL J. T. FURSTNER. De taak der Marineis tweedelig: defensie en zorg voor den toevoer overzee van voe dingsmiddelen. De onderlinge machtsverhouding der zee machten rond de Noordzee is in den laatsten tijd zoo geworden dat geen enkele marine ter wereld, zelfs de allersterkste niet, In staat is om buiten haar verplichtingen in andere zeegebieden ook de Nederlandshe scheepvaart naar en van onze havens voor ons te verdedigen. Ook het instandhouden van den band met Nederlandsch-Indië behoort tot de taak dei- Marine. Het buitenland wacht op een daad Wil Nederland zich in zijn vrijheid van verscheidenheid handhaven, dan zal er naar buiten éénheid moeten worden getoond, een eenheid van wil om rond den troon der Oranje's ge schaard ons Rijk in vier werelddee- len ongeschonden te handhaven, een eenheid van opofferingsgezindheid niet alleen met den mond, maar ook met de daad. Die daad, het eenige trouwens, waaraan het buitenland waarde hecht, is de wederopbouw in een zoo snel mogelijk tempo van de weermacht en van de weerkracht van het Nederlandsche volk. Met een „Leve de Koningin", „Leve de Rijkseenheid", „Leve het Vaderland" besloot spr. zijn rede. Minister Steenberghe spreekt. Nadat de heer Wesselink den groei van onze koopvaardijvloot geschetst, had en haar verband met de Marine iiad geschetst voel de de minister van Economische Zaken, mr. P. L. M. Steenberghe het woord over De beteckenis van de Nederlandsche Scheep vaart'. De rede van minister Steenberghe was een loflied op de verdiensten van de Nederland sche koopvaardij, Marine en Visscherij. Van de vlotte wijze, waarop de Koninklij ke Marine op het oogenblik convooi-diensten in de Straat van Gibraltar verricht een geruststelling voor de passagiers, tijdbespa ring en risicobeperking voor de schepen moet met grooten lof gewaagd worden, zoo zeide de minister. Na het werk onzer reddingmaatschappijen te hebben geprezen en te hebben opgemerkt, dat de Nederlandsche vloot met een per centage van 41/5 procent-op de 8ste plaats staat in de rij der zeevarende naties, ging spr. de historie van onze marine na, waar bij spr. opmerkte, dat, na minder gelukkige tijden er „weer een goede wind voor de Marine waait". Nederland moge aan macht heb ben ingeboet, in kracht is het zich zelf gelijk gebleven. Het kan niet ge noeg herhaald worden, dat voor een rijk van 75 millioen inwoners, waar van de gebiedsdeelen liggen midden in de regionen, waar de grootste spanningen kunnen optreden, een zoo sterk mogelijke vloot geen weel de is, dat de instandhouding daar van zelfs primaire plicht is, als fac tor tot het behoud van den vrede, doch ook als waarborg in tijd van nood dat „wij ons zelf zullen zijn en blijven". Te lang is de verzor ging van onze marine verwaarloosd dan dat wij ons thans zouden mogen beklagen over de offers, die het op peil brengen van het materieel van ons vergt. Op de kundigheid en de rotsvaste plichtsbetrachting onzer officieren en vlootbemanningen, qn niet in het minst ook de inheemsche, mogen wij rekenen. Minister Steenberghe eindigde zijn rede met het ten voorbeeld stellen van den groo ten admiraal, de Ruytcr aan de Nederland sche Marine. Met groote aandacht werden de diverse toespraken gevolgd door de talrijke genoo- digden, waaronder zich. behalve vele diplo matieke autoriteiten, o.m. bevonden de En- gelsche marine-attaché, do chef van den Ma rinestaf, vice-admiraal J. T. Furstner cn de sous-chef kapitein-luitenant ter zee Ternaij- telen, mr. dr. L. Deckcrs, oud minister van Defensie, de commandant van de le divisie generaal-majoor jhr. Alting von Geusau, vice-admiraal Vos, chef mate rieel Zeemacht, vice-admiraal A. Quant, ge neraal-majoor H. de Jongh, inspecteur van den B.V.L., het bestuur van de afdeeling Den Haag van de verecniging „Onze Vloot, en generaal-majoor J. C. Wagner. Aan boord van Hr. Ms. Tromp. Inmiddels waren boulevard en strand overstroomd door belangstellenden, terwijl op de gereserveerde terrassen 35.000 men schen een plaats vonden. In totaal zijn er meerd an honderdduizend belangsstellcnden geweest. Wij hadden het voorrecht den vlootschouw mee te maken aan boord van Hr. Ms. „Tromp". Per torpedoboot Z. 6 bereikten wij den machtigen flottieljeleider. Er stond een flinke bries; 't was echt oud-Hollandsche vaar-weer, doch, éénmaal op Hr. Ms. Tromp, bemerkte men van den golfslag niet veel meer, omdat deze zeereus zich daaraan weinig stoort Ter hoogte van Scheveningen maakten de Z.-booten zich uit de formatne los en defi leerden langs de pier, waarop duizenden men kon dit met kijkers van de booten af zien den vlootSühouw gadesloegen. Daar na kwamen op. een rijtje de mijnenvegers, de mijnenleggens, de kanonneerboot en t n- slote als machtige sluitstukken, Hr. Ms. Su matra en Ilr. Ms. Tromp. De demonstralies. In bonte rij werden nu de oefe ningen afgewerkt, door de micro foon toegelicht door de luitenants ter-zee 1ste klasse Kruys en Busse- nïakers, in zooverre zij niet letterlijk werden „overstemd" door het gebulder der kanonnen, het geratel der luchtafwecrmitrailleurs cn het gedaver van de vliegtuig motoren. Om precies half vier begon het défilé, waaraan deelnamen een bataillon marine- troepen onder bevel van den luitenant-ko lonel dor mariniers F. Lugt. Het bataillon marinetroepen bestond- uit de tamboers cn pijpers der mariniers, het stafmuziekcores uit Den Helder, een compagnie adelborsten uit Den Helder niet vaandel, twee compag nies mariniers uit Rotterdam met vaandel cn een,compagnie matrozen uit Vlissingen. Aan hot défilé namen verder nogd cel leer lingen van het matrozeninsiituut der Kon. Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging te Amsterdam, leerlingen van de „De Ruytcr- school" te Vlissingen, leerlingen van le Zeevaartschool te Scheveningen, leerlingen van het opleidingsschip voor de binnen vaart „Koningin Wilhelmina', te Amster dam, leerlingen van het opleidingsschip voor de binnenvaart „Prinses Juliana" te Amsterdam, leerlingen van de marconisten- opleiding van Radio Holland" te Amster dam en ten slotte de deelnemers aan hot N.J.V.-Zeokamp. Het publiek wedt De demonstreerende scheepsmacht stond onder bevel van den kapitein ter zee L. A. C. M. Doorman, commandant van Hr. Ms. Flottieljeleider „Tromp". Aan de vlootdemonstratie namen deel twee torpodobooten, vier mijnenvegers, een Wtnonneerboot, twee mijnenleggers, vijf onderzeebooten, een flottieljeleider, en de kruiser Hr. Ms. „Sumatra". De beurt was allereerst aan de onderzeebooten die lang zamerhand onder den waterspiegel verdwe nen, waarop onder het publiek wedden schappen werden gesloten waar de duikboo- ten weer boven zouden komen. Terwijl de schepen wederom zicht baar werden stoomden Hr. Ms. „Tromp" en Hr. Ms. „Sumatra" van Noord naar Zuid en op dat oogeii- blik lieten zij hun metalen stemmen hooren, toen vijf salvo's met de bat terijen van 15 c.m. kanonnen werden afgevuurd. Deze kanonnen hebben 'n draagwijdte van ongeveer 20 kilo meter. Hr. Ms. Tromp" en Hr. Ms. „Sumatra" ingeneveld. Stipt om kwart over vijf verscheen een groep van vier zeevliegtuigen. Na aller eerst een ronde boven de boulevard gevlo gen te hebben, werden Hr. Ms. „Tromp" en Hr. Ms. „Sumatra" na deze rondvlucht door twee machines ingeneveld, waarna twee torpcdovliegtuigen onder dekking van het novelscherm een torpedoaanval ondernamen Op het groote parkeerterrein op den boulevard stonden evenwel sinds Zaterdag morgen luchtafweermitrailleurs en lucht doelartillerie opgesteld. Het spreekt vanzelf dat deze artillerie, welke onder leiding stond van kapitein Kok, niet werkloos bleef, en zoo daverden de schoten, welke do vliegtuigen schrik moesten aanjagen, door de lucht: Scheveningen was op dat mo ment inderdaad vervuld van krijgsrumoer. Zoeklichten. Des avonds word, wederom voor een enorme menschenmenigte door de schepen een demonstratie met zoeklichten gegeven, waarna aan boord van Hr. Ms. Tromp en Sumatra vijf lichtgranaten van 15 c.m. en een aantal lichtspoor-projectielen der lucht doelartillerie, bestaande uit 40 m.m. mitrail leurs, zijn afgevuurd. Deze demonstraties hadden een zeer groot succes, evenals het uitwerpen van parachute-flares uit vliegtui gen. Daarna werd vuurwerk afgestoken van Hr. Ms. Tromp en Hr. Ms, Sumatra. Een marinctaptoc onder leiding van den kapel meester Leistikow besloot den dag. Aan de taptoe namen deel de tamboers en pijpers van het Corps Mariniers, het stafmuziek- corps der Koninklijke Marine en een aantal fakkeldragers. Na afloop van de taptoe hebben de oor logsschepen het anker gelicht om naar Am- dain terug te keeren. Een groote rompslomp. „Van ongelukkige leegloopers tot on geschoolde ambtenaren". In een beschouwing over het wetsontwerp op de coördinatie van het goederenvervoer schrijft het Hsb.: Indien men in aanmerking neemt, dat ons land ongeveer 19.000 bin nenvaartuigen, voor goederenver voer bestemd, en ongeveer 49.000 vrachtauto's, deze over ruim 9000 ondernemingen verdeeld, telt, dat in 1937 alleen in de wilde binnenvaart 05.000 bevrachtingen afgesloten wer den (wij laten de lucht er voorloo- pig maar buiten), dat dit apparaat duizenden plaatsen onderling ver bindt en dat daarvoor, evenals voor de spoorwegen, krachtens de ont worpen wet tarieven vastgesteld zullen moeten worden, die onderling aan elkaar zullen moeten passen, dan kan men zich oen voorstelling Reiger i heenreis) Oehoe (terugreis) Ibis dieenreis) Vertrek van Singap. 4 Sept. Athene 4 Sept. Jodhp. 4 Sept. te™,ei,) 'O»1"' 4 S«*- Athene 4 Sept Pelikaan (heenreis) Aankom* te Band. 4 Sept, jA'dam 4 Sept Rang. 4 Sept lïasra 4 Sept Basra 4 Sept Rang. 4 Sept. maken van de vertraging en den rompslomp, die de uitgifte der ver gunningen met de daaraan verbon den vaststelling van voorwaarden, waaronder die der tarieven de •moeilijkste zal zijn, door uit ondes- kundigen cn belanghebbenden be staande colleges, in duizenden on derling sterk verschillende gevallen zal medebrengen, indien het schema al uitvoerbaar is. Maar met een heirlcger .van ambtenaren en tallodze misgrepen kan men een eind op den weg vorderen. Indien men de amb tenaren, die met de naleving der bepalin gen, den vervoerders opgelegd, zullen wor den belast, er bij rekent, zal de»e wet vele ongelukkige leegloopers tot ongeschoolde ambtenaren kunnen promoveeren en een stapje in de richting van de bestrijding der werkloosheid bcteekencn, die dan ech ter op de uitgeschakelde vervoersbedrijven en de door de hoogere vervoerkosten be lemmerde bedrijven zal overslaan. Orde ning, waaraan verhooging van uroductie- kosten gepaard gaat, brengt nu eenimaal, aldus het blad, verplaatsing en vermeerde ring van werkloosheid teweeg, al onttrek ken zij zich veelal aan het oog. DINSDAG G SEPTEMBER 1938. Hilversum I. 1875 m. Hilversum II. 301,5 en 415,5 m. NATIONAAL PROGRAMMA, verzorgd door AVRO. KRO, NCRV en VARA. 8.00 Gramofoonmuziek; Causerie: „De zin van den Nationalen Hoogtijdag"; Orgelspel m.m.v het AVRO-Morgenwijdingkoor en solist. 8.30 Het KRO-koor en voordracht „Koningin en Vaderland". 9.00 Muziekvereeniging „Patrimonium", Am stelveen. 9.10 Gramofoonmuziek. 9.35 Muziekcorps van het Leger des Heils. 9.45 Wijdingswoord m.m.v. het AVRO-Mor- gen wijdingskoor. 10.00 NCRV-orkest en de Koninklijke Christ, Zangvereeniging „Excelsior", Den Haag. 10.45 Plechtige Nationale Gedachtenisviering in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. M.m.v. leden van het Concertgebouworkest en Toonkunstkoor o.l.v. Prof. Dr. W. Mengel berg en solisten (O.a. toespraak door Z.Exc. Dr. H. Colijn). 1.00 Het VARA-orkest. (Om ca. 1.00 Ber.). I.30 Het AVRO-Kinderkoor, met orgelbege leiding. 2.00 Het KRO-orkest. 2.30 Orgelspel. 3.00 Reportage van de Nationale Huldebe- tooging op den Dam te Amsterdam, even tueel afgewisseld met gramofoonmuziek. 4.30 VPRO: Herdenkingswoord en declama- torium. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Declamatie met muziek. 6.00 NCRV-fanfare. 6.30 VARA-orkest en solist. 7 00 VARA-Tooneel. (Om ca. 7.00 Berichten). 8.00 Berichten ANP. 8.10 NCRV-Harmonie-orkest en toespraken tot de stamgenooten in Zuid-Afrika (O.a. door Z.Exc. Dr. H. Colijn). 8.30 Het NCRV-Harmonie-orkest en gemengd koor. 9.00 Reportage van de Hulde van de Neder landsche Jeugd aan H.M, de Koningin. 10.00 Declamatorium m.m.v. het AVRO-Ge- mengd koor en orkest. 10.45 Orgelspel. II.00 Berichten ANP. 11.15 Nederlandsche volksliederen. Hiernaj Slotwoord. FEUILLETON. ETHEL M. DELL Rollo grinnikte. „Ik ben nu een jaar op Cambridge geweest," antwoordde hij. Iedereen denkt dat ik niets uitvoer, maar dat is niet zoo. Nou ja, ik doe natuurlijk veel aan sport, maar men moet z(jn lichaam toch gezond en sterk maken, vindt U ook niet?" „Zeker, Tommy. En zou je nog altjjd graag bjj het tooneel willen komen? Het is een af mattend baantje, weet je dat?" „Oh ja, dat weet ik wel, maar dat kan mij niets schelen. Ik wil graag flink aanpakken. Ik ben heusch geen nietsnut werkelijk niet!" Ferrar's oogen hadden op dat moment een heel vriendelijken blik. „Dat weet ik, Tommy. En je bent eerlijk ik hou van eerlijke men schen. Dus je had in de courant gelezen, dat ik naar Engeland onderweg was stonden er nog bijzonderheden bij?" „Oh, hopen! Een heel verhaal over wat U in Amerika gedaan had en welke plannen U had voor Engeland en een heeleboel meer. Maar natuurlijk" hij kreeg een kleur „ben ik niet om die reden naar Southampton gegaan. Ik zou in ieder geval gekomen zijn." „Dank je, mijn jongen." Ferrars zei dit zpo eenvoudig, dat Rollo nog heviger bloosde. „En stond er nog iets anders in dat artikel iets ove rmijn verleden?" „Oh ja, een heeleboel over al de wonderen, die Dr. Asterby verricht had. Er was natuur lijk veel onzin bij, maar het was toch wel erg interessant. Ik denk dat de helft er van wel verzonnen geweest zal zijn." „Waarschijnlijk wel," merkte de acteur op. „En dat, wat juist de moeite waard was, zal wel niet in dat artikel gestaan hebben. Maar dat doet er niet toe. Dr. Asterby is ongeloofe- lijk knap en hij heeft al heel wat prachtig werk gedaan, maar hij heeft liever niet dat er over gesproken wordt. Hij is niet zooals ik, zie je hij gaat aan den haai voor journalisten! Dus, Tommy, je familieleden hebben niet veel vertrouwen in je, hè?" „Nee," antwoordde Rollo, „en dat hebben ze ook nooit gehad. Maar noemt U ze alstu blieft niet familieleden dat zijn ze niet. Al leen Molly en ik behooren bij elkaar." Hij sprak met een zekere trots en Ferrars knikte. „Ik herinner me dat je zooiets al eens eerder tegen me gezegd hebt. Ben je in al die jaren heelemaal niet veranderd? Je bent toch eigenljjk een ondankbare vent." „Het is heelemaal geen kwestie van dank baarheid," antwoordde Rolle fier. „Molly heeft me eens verteld dat, als ze niet hertrouwd was, ze me ooit zoo'n goede opvoeding had kunnen laten geven. Daar moet ik dus Molly dankbaar voor zijn en niet mijn stiefvader." Ferrars knikte weer. „Het is waarschijnlijk het beste geweest, wat ze heeft kunnen doen. Als ze dit niet gedaan had, zou er nu waar schijnlijk niet veel toekomst voor je zijn. En nu, mijn jongen, moeten jij en ik aan den slag overeenkomstig onze afspraak van acht jaar geleden. Ik vraag me af of ik je een kleine rol zou kunnen bezorgen in het stuk, waarin ik hier zal optreden." „Allemenschen! Als dat eens kon!" „Hou je kalm, Tommy!" adviseerde Ferrars. „Ik kan je niets beloven voor ik den directeur van het theater heb gesproken. Maar ik zou niet weten waarom het niet zou gaan. Je zou dan eens kennis met de planken kunnen ma ken, zonder dat je je nog aan iets bindt. Maar je zou er de Varsity voor moeten verzuimen. Zou dat erg zijn?" „Erg! Maar natuurlijk niet! Alles zou ik er voor opzg willen zetten voor zoo'n kans!" Rollo sprak opgewonden; zijn oogen schitter den. „Maar het kan op niets uitloopen, denk daarom! Het is nog maar de vraag of ikzelf succes heb, of mijn spel bij het publiek hier in den smaak valt. Dat is nooit van te voren te zeggen." „Oh, sir, ik ben er van overtuigd, dat heel Londen aan Uw voeten zal liggen. En ik zal daar getuige van zijn dat is reusachtig!'' Hij sloeg zich van vreugde op de knieën en keek Geoffrey Asterby met tintelende oogen aan. De trein begon zich langzaam in beweging te zetten. Dit werd de gedenkwaardigste rtis van Rollo's leven. De perspectieven, die zich zoo plotseling voor hem geopend hadden, maakten hem haast duizelig. Hij zou het wel kunnen uitschreeuwen van blijdschap. Asterby glimlachte maar eens. „Ja, we zul len er allebei getuige van zijn," zei hij. „Ik heb al jaren geleden voorspeld dat Craven. Ferrars in dit land groot sucses zal hebben en ik ge loof vast en zeker, dat die voorspelling binnen kort zal uitkomen." „Dat geloof ik ook," zei Rollo. „En U bent het. die gemaakt heeft, dat hij het zoover heeft kunen brengen. Wat zal u trotsch op hem zjjn, sir!" Met zjjn rustige, grijze oogen keek Geoffrey Asterby den jongen vriendelijk aan. „Ik zou zeggen dat jij daar, wat dat betreft, een heel wat grooter aandeel aan gehad hebt dan ik." „Ik?" Rollo keek hem verbluft aan. „Hoe ter wereld..." „Vraag het hem maar," zei Geoffrey. „Hij zal het wel met mij eens zijn." Geheel van zijn stuk gebracht, keerde Rollo zich weer naar Ferrars. „Hoe waarom hakkelde hij. „Ik begrijp het niet." Ferrars keek hem met een warmen blik aan „Was jij het niet, die me den- eersten stoot gaf?" vroeg hfl. „Ik geloof, dat ik me de woor den nog herinner, die je zei, dien dag, dat we allebei zoo terneergeslagen waren.' „Ja, en ik at Uw boterhammen op, weet U nog wel?" „Zeker!" En het is gebleken dat ze een goede belegging zijn geweest." In het gezicht van den acteur kwam een vreemde uitdruk king a.lsof hij terugblikte naar iets, dat ver weg was .„Hoe moeilijker het werk is, des te meer de moeite waard is het je er voor in te spannen." Dat heb je gezegd. Nu, het was moeilijk kolossaal moeilijk. Maar het is de moeite waard gebleken. Weet je wel dat ik er nooit aan begonnen was, als ik jou toen niet ontmoet had. „Mij?" vroeg Rollo ongeioovig. „Maar U zou het toch evengoed gedaan hebben, sir? Wat heb ik daarmee te maken?" Ferrars keek den jongen met een zonder lingen blik aan. „We waren dien dag allebei diep wanhopig, niet? En we hebben toen el kaar een riem onder het hart gestoken." „Dat is zoo," zei Rollo. „Maar wat wonder lijk dat U dat alles zoo goed onthouden hebt. Dat had ik nooit verwacht en ik was bang, toen ik naar U toekwam, dat U mij erg bru taal zou vinden." Ferrars schudde zijn hoofd. „Mijn beste jon gen," zei hij, „ik ben je heel wat meer ver schuldigd dan je denkt. Dit is de tweede maal dat je precies op het juiste oogenblik gekomen bent. En luister nu eens goed naar me. Zou je mijn gast willen zijn voor een dag of twee?" „Meent U dat, sir? Maar dat kan ik toch niet doen! Zoo ben ik niet! Ik wil..." Ferrars viel hem heel beslist in de reden. „Hoor eens hier: als ik in de gelegenheid wil zijn iets voor je te doen, moet ik daarin de vrije hand hebben. Het is alles of niets, Tom my! Jaren geleden at je mijn lunch op en ik wil dat je dat nu weer zult doen." Rollo lachte. „U geeft me het gevoel alsof het vanzelfsprekend is dat ik het aanneem," zei hij. „Ik vind het verbazend aardig van U, sir!" „Wat denkt U ervan?" vroeg hjj aan Geoffrey Asterby, die rustig had zitten luis teren. „Ik?" vroeg deze. „Ik zou het maar doen, Tommy. Craven Ferrars is geen gemakkelijk heer als hij gedwarsboomd wordt. Bovendien weet ik zeker, dat je het heel prettig zult vinden." „Nu, dat zou ik denken!" verklaarde Rollo. „Het lijkt bijna al te mooi! Zooveel geluk heb ik* in den regel niet." „Dat komt," zei Ferrars, met iets van bit terheid in zijn stem, „omdat je het geluk nog niet hebt leeren herkennen, wanneer het je pad kruist. Maar wees maar niet bang dat je het al te plezierig bij me zult hebben! Ik zal je eens flink aan den gang zetten, jongeman!" „Oh, dat is best!" zei Rollo gretig. „Ik zal voor U werken als een paard! Trouwens, ik zou voor iedereen willen werken, als Ik daar mee kon bereiken dat ik niet langer van m(jn stiefvader afhankelijk behoefde te zijn. Ik kan het niet uitstaan!" „Wat! Ranselt hij je te veel?" vroeg Fer rars. „Nee, vanaf dien dag heeft hij me nooit meet! een pak slaag gegeven ik denk dat Molly daar achter heeft gezeten. Maar dat neemt niet weg, dat het mij nooit gelukt is van heni te gaan houden. Maar dat kan best mijn schuld zijn," voegde hij er openhartig aan toe. „Ik hoor nu eenmaal niet b(j hen." „En hoort Molly wel bij hen?" wilde Fer rars weten. „Oh ja, in zeker opzicht natuurlijk wel. Ert ze heeft het verschrikkelijk druk met al die kinderen. Het komt niet vaak voor dat we eens met zijn tweeën zijn. We hebben nu pas twee heerlijke dagen in Tregant Cove samen gehad maar dat was dan ook bij speciale vergunning!" Rollo's lippen trokken omlaag. ..Ik geloof dat „his lordship" haar had opge dragen mij eens flink de les te lezen." „Wat had je dan uitgevoerd?" vroeg Fer rars. De jongen lachte hartelijk. „Daar bent U schuldig aan! We maakten met een troep jon gens een studiereis naar Zwitserland. Het was stom vervelend en ik liet ze in den steek, want ik wilde tijdig terug zijn om U te ontmoeten." „Kwam je om mij of voor jezelf?" vroeg Ferrars. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 2